Ja hoor, dat zul je altijd zien: op de dag dat ik weer
aan het werk moet wordt er een supersoort ontdekt: een eerstejaars mannetje
Baltimoretroepiaal uit Noord-Amerika, de tweede voor Nederland en de eerste
twitchbare (hetgeen betekent dat dit de eerste Baltimoretroepiaal is die zich
in het veld laat bewonderen, waar je op af kunt gaan; de eerste was een
ringvangst ergens op een waddeneiland). Kortom, het werkjaar 2010 is nog geen
twee dagen oud of ik neem mijn eerste verlofdag op en op donderdag 7 januari
stap ik ‘s morgens in alle vroegte op de trein naar Alkmaar. Ik heb geen auto,
wat voor een twitcher soms nogal onhandig is, maar wel een NS-jaarabonnement
van de zaak. Eenmaal in Alkmaar ligt daar, net als in de rest van Nederland,
een dikke laag sneeuw en ijs, vooral op de trottoirs. Schuifelend en glijdend
ga ik te voet naar Oudorp. De plek is snel gevonden, er staat al een man of
vijf te kijken naar de Debby Doodeman-den, een den waarin Debby Doodeman de
Baltimoretroepiaal heeft herondekt. Maar de troepiaal heeft vandaag geen zin in
de DD-den en is voorlopig zoek. Er arriveren druppelgewijs meer vogelaars en we
gaan het wijkje uitkammen. Dan, na een stief uurtje vruchteloos zoeken, wordt
er op een raam geklopt. Een man in ochtendjas komt naar buiten en vertelt
opgewonden dat -ie net hier in de tuin zat.
Maar nu niet meer. Helaas. Even later komt een vogelaar me halen: die heeft ‘m
net in een andere tuin gezien, op een vetbol. Maar de vogel is bij aankomst
weggedoken achter een schutting waar we niet overheen kunnen kijken. Het
steegje loopt snel vol met gespannen vogelaars. Dan zie ik ‘m ineens aan een
vetbol hangen, die prachtige oranje troepiaal!
Vanaf dat moment laat de Baltimoretroepiaal zich
onregelmatig zien en als -ie eventjes boven in een rhododendron gaat zitten,
kan ik er ook nog een plaatje van schieten. Het is 7 januari en mijn eerste
nieuwe soort voor Nederland is binnen. Het vogeljaar kan nu al niet meer stuk,
denk ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten