zondag 22 april 2018

22-04-2018: Nieuwe regiosoort: de Noordse Stern!

Fitis bij Everdingen.
Vandaag zou voorlopig de laatste zomerse aprildag worden, en na het ontbijt besloot ik naar Everdingen te fietsen. Ik was er al een tijdje niet meer geweest, en er ontbreken nog wat steltlopers op mijn jaarlijst die ik daar mogelijk kon vinden. Onderweg kwam ik mijn eerste Grasmus voor 2018 tegen, eindelijk, en in de loop van de dag zag en hoorde ik er nog veel meer. Bij de Waaij zong de Cetti's Zanger en fotografeerde ik een mooie Grote Bonte Specht, maar daarna fietste ik flink door omdat ik toch al aan de late kant was en ik snel in de uiterwaarden wilde zijn.
Grote Bonte Specht bij De Waaij.
Het eerste wat opviel bij Everdingen waren de hoeveelheden sterns. Zeker twintig Visdieven en vier Zwarte Sterns foerageerden boven de plas. Ik zag vier Kemphaantjes lopen, altijd leuk, en ook hier zong Cettia cetti. Een stukje verder langs de dijk zag ik jaarsoort nummer twee: een Oeverloper. Ik liep het gebied in en hoorde en zag Blauwborst en Sprinkhaanzanger, terwijl Rietzanger en Fitis zich mooi lieten fotograferen. Dat gold ook voor een mannetje Zomertaling.
Rietzanger bij Everdingen.
Jaarsoort nummer drie was een Regenwulp, een soort die ik hier hoopte te zien. Verder was het echter rustig met de steltjes, op wat bekende snuiters na zoals Kluut, Grutto, Kleine Plevier, Tureluur et cetera.
Maar de beste soort werd bewaard tot het allerlaatst. Ik stond nog wat te praten met Piet en Bertie, toen Hans Evers ons attendeerde op maar liefst vijf Noordse Sterns! Dat was even omschakelen, want je rekent er niet op met al die Visdieven, maar inderdaad: daar vloog een groepje van vijf sterns met langere staarten, korte bloedrode snavels, witte doorschijnende slagpennen met een dun zwart achterrandje. Ze foerageerden als Zwarte Sterns, insecten pikkend van het wateroppervlak of vlak daarboven, en bleven steeds bij elkaar. De typische 'wittere' uitstraling en de iets andere proporties (korte voorkant en lange achterkant) waren ook van een afstandje nog duidelijk. Deze Noordse Sterns waren behalve een goeie jaarsoort ook nog een nieuwe regiosoort voor mij, dus ik kon dik tevreden huiswaarts gaan.
Man Zomertaling, Everdingen.

vrijdag 20 april 2018

20-04-2018: Zomer(tortel)!

De Koekoek liet zich mooi horen en zien bij Lappenheide.
Het was ook vandaag weer zomers weertje, dus na het ontbijt fietste ik weer een rondje, langs Lappenheide, Acquoy en de Nieuwe Zuiderlingedijk. Bij Lappenheide begon het meteen al goed met een Koekoek die bovenin een kale tak zat en zijn roep over de omgeving liet weerklinken. Gelukkig bleef hij mooi zitten, zodat ik mijn mooiste koekoekfoto's tot nu toe kon maken.
Op de plas bevonden zich vandaag maar liefst dertien Kluten en ook twee Visdieven, en verder het intussen normale spul, waaronder de Kleine Plevieren.
Ik fietste door Acquoy, over het dijkje en dan de Langedijk af, waar niet veel te beleven was vandaag. Maar dat werd helemaal gecompenseerd toen ik het sluisje bereikte, waar ik vlakbij me een Appelvink hoorde zingen! En jawel, daar zat de rakker, zowat open en bloot in een boompje te tsjikken en te brabbelen.
Appelvink!
Dat smeekte om foto's van deze over het algemeen toch bar schuwe rakker en gelukkig werkte deze Appelvink uitstekend mee. Zo, dat ging niet slecht!
Intussen had ik ook al een Boomblauwtje gezien voor de vlinderlijst 2018 en Oranjetipjes vlogen er volop langs de Nieuwe Zuiderlingedijk. Ik zag er ook mijn eerste Bont Zandoogje van het jaar (maar een Kleine Vos heb ik nog altijd niet...).
Intussen schoot het met de jaarsoorten niet erg op. Zelfs een Grasmus liet zich niet horen. Dat veranderde pas toen ik het bankje aan de Linge, vlakbij Vogelswerf, bereikte, waar twee Zwarte Sterns alweer boven hun traditionele broedplaats rondvlogen. Leuk!
Ik fietste nog even de dijk af naar het plekje waar ik in 2012 de eerste Cetti's Zanger voor de streek vond en jawel, hij (of een soortgenoot) gaf een riedel ten beste. Rustig aan reed ik weer terug en ineens hoorde ik, jawel, een Zomertortel!
Zomertortel!
Deze fraaie tortel is tegenwoordig een zeldzaamheid in onze regio, en trouwens, hij holt overal achteruit, mede 'dankzij' de jagers in Zuid-Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, die ze massaal uit de lucht knallen. Maar deze had toch weer veilig en wel ons landje bereikt. En zo werd het opnieuw een hartstikke leuke en productieve fietstocht door de eigen streek.
En nogmaals de Appelvink.

woensdag 18 april 2018

18-04-2018: Terug naar de basis

Gekraagde Roodstaart.
Ooit, ruim veertig jaar geleden alweer, ben ik mijn vogelaarscarrière begonnen in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Ik heb perioden in mijn leven gehad dat ik daar de spreekwoordelijke deur plat liep. Maar sinds ik in Leerdam woon, kom ik er niet al teveel meer. Maar vandaag was het weer eens zover: ik had een afspraak gemaakt met mijn goede vriendin Anita om een lekkere duinwandeling te maken. Het weer was fantastisch vandaag: zonnig, vrijwel windstil en ruim twintig graden.
Ik had een paar zomervogeltjes op mijn verlanglijst staan die ik zeker wilde zien, omdat je die bij mij in de streek niet of nauwelijks tegenkomt. De belangrijkste waren Boomleeuwerik, Boompieper en Gekraagde Roodstaart, en die waren alledrie in ruime mate voorradig. Als bonus kwam mijn eerste Koekoek van 2018 nog even gedag koekoeken en verder was een roffelende Kleine Bonte Specht een leuke bijvangst.
Heel fijn was ook dat de Nachtegaal zich voor het eerst door mij liet fotograferen. Geen topplaten geworden, maar toch, het is een begin.
Nachtegaal!
Van de zomervogels waren ook deze Nachtegaal en de Braamsluiper nogal aanwezig, maar van de verwachte Grasmus ontbrak ieder spoor. Maar toch, het waren een paar heerlijke en nuttige uurtjes in de AW-duinen.

zondag 15 april 2018

15-04-2018: Biesboschdag

Witte Kwikstaart in Polder Maltha.
Traditioneel bezoeken Koert, René en ik ergens in april altijd de Brabantse Biesbosch, en dit jaar was die dag vandaag, 15 april, ingepland. Helaas moest Koert verstek laten gaan wegens de griep, dus vertrok ik samen met René om halfnegen vanaf station Leerdam.
Onze eerste stop was langs de Bandijk tegenover Fort Bakkerskil en daar kwamen meteen twee Zwartkopmeeuwen overvliegen die ik er op geluid uitpikte. Later vandaag zagen we nog veel meer Zwartkopmeeuwen, en dat is altijd een feestje natuurlijk. Ook hoorden we de eerste Cetti's Zanger van de dag en er volgden er nog heel, heel veel. Wat is die soort talrijk geworden zeg.
Even verderop, bij de kruising met Braspenning, hoorden we onze eerste Kneutjes en Veldleeuweriken zingen en bij de Muggenwaard waren helaas niet al die leuke steltlopers aanwezig die er gisteren zaten, met uitzondering van wat Kluten.
Rietgors bij de Pannenkoek.
Polder Hardenhoek dan, waar Fitissen en vele Rietzangers zongen en twee Roodborsttapuiten aanwezig waren. Opnieuw vlogen er Zwartkopmeeuwen over en in de verte zagen we het nest van de Visarend, en aangezien die ook daadwerkelijk op het nest zat, werd hij mijn eerste jaarsoort van vandaag. Later zouden we hem nog diverse malen tegenkomen; de mooiste waarneming was die in Polder Maltha, achter het voormalige boswachtershuisje.
Op naar de Pannenkoek, waar helaas niet al die beloofde leuke zomerzangers aanwezig waren en ook de Beflijster liet verstek gaan, maar wel zagen we er ons eerste mannetje Oranjetipje van het jaar.
Zoeken naar Beflijsters op de bekende plek bij Lijnoorden was ook zinloos, maar wel sleepten we er een zingende Nachtegaal uit, en die was hoognodig, want pas mijn tweede jaarsoort van de dag.
Nogmaals de Witte Kwik.
Bij het nest van de Visarend, die af en toe met takken in z'n poten kwam aanvliegen, wat natuurlijk erg onderhoudend was, vloog een Visdief over, jaarsoort nummer drie. Ook een Bruine Kiekendief en een Kleine Plevier boden enig vertier, maar verder kregen we vooral het gevoel dat het niet erg opschoot. Er waren letterlijk tientallen jaarsoorten mogelijk, maar veel kwam er niet uit. Enfin, we besloten voordat we zouden gaan lunchen nog even Polder Maltha in te wandelen en dat leverde ons de mooiste Visarend van de dag op en ook een hoempende Roerdomp, en die bracht de schwung er weer een beetje in.
Tijdens de lunch werden we vermaakt door twee Appelvinken, een soort die ik nog nooit eerder in de Biesbosch had gezien. Na de lunch liepen we naar de vogelkijkhut van Hardenhoek, waar vanmorgen een Amerikaanse Wintertaling was gezien. Onderweg ernaartoe vonden we een Huiszwaluw, een leuke jaarsoort, en vanuit de hut scoorden we Groenpootruiter en een adulte Dwergmeeuw, ook altijd een fijne soort om binnen te hebben.
Ringmus, Polder Hardenhoek.
Maar de Zeearend, de Zomertaling en de Beflijster werkten niet mee. Dus besloten we die laatste twee in de uiterwaarden van Everdingen te proberen, als slot van de dag. De Beflijsterplek werd geteisterd door een discuswerpend gezinnetje en was dus kansloos. Gelukkig vonden we nog wel een slapend mannetje Zomertaling, en dat was toch een mooi slot van deze dag, die over het algemeen ook weer aangenaam voorjaarsweer bood.

zaterdag 7 april 2018

07-04-2018: De lente barst eindelijk los

Bergeend bij Lappenheide
Gisteren, maar vooral vandaag, is de lente eindelijk begonnen, qua weer tenminste. Het was zonnig met een matige ZO-wind, en de vogelverwachting was dan ook dat de sluizen vanuit het zuiden wijd open gezet zouden worden. Dus ben ik twee dagen lekker in de regio wezen fietsen, beide dagen hetzelfde rondje: Lappenheide, Aqcuoy, Asperen, Nieuwe Zuiderlingedijk.
Gisteren leverde dat meteen vijf jaarsoorten op: mijn eerste zingende Zwartkoppen en Fitissen, drie Kemphanen bij Lappenheide, mijn eerste Purperreiger langs de Nieuwe Zuiderlingedijk en een Boerenzwaluw bij het sluisje van Asperen.
Vandaag leverde het een overvliegende Gele Kwikstaart en idem Lepelaar op. Zeven jaarsoorten dus in twee dagen tijd, en zo hoort het in april. Vandaag ook een overtrekkende Appelvink en mijn eerste dakterrasvlinders: een Dagpauwoog en een Gehakkelde Aurelia.

maandag 2 april 2018

02-04-2018: Winterswijk revisited, Zwarte Specht soort van de dag

Wtf are you doing in my territory?!
Ook vandaag maakte ik weer de lange reis naar de omgeving van Winterswijk, deze maal in gezelschap van Koert en René, die de specialiteiten van het verre oosten natuurlijk ook wilden scoren. Zelf had ik mijn zinnen gezet op de Kortsnavelboomkruiper, die vorige week niet wilde meewerken. Maar helaas deed hij dat ook vandaag niet. Niettemin werd het een gedenkwaardig dagje.
We begonnen vandaag in Bekendelle, waar we rond tien uur waren. In tegenstelling tot vorige week hadden we de Middelste Bonte Specht razendsnel te pakken, want bij het uitstappen van de auto hoorde ik hem al roepen en even later vond Koert hem tegen een boom. Tegelijkertijd zong er een Vuurgoudhaan, die ook in beeld kwam, en riepen er Glanskoppen en Boomklevers.
... en nou opgetiefd of ik kom ff een gaatje in je schedel hakken.
Een stukje verderop, langs de beek, kwamen de eerste Appelvinken in beeld. Ook vandaag waren ze weer schuw. We bleven lange tijd rondhangen op de plek waar de Kortsnavelboomkruiper vaak wordt gehoord en gezien, maar ook vandaag was er geen spoor van de vogels te bekennen. Helaas.
Een eind verderop keek ik van een afstandje naar een spechtenhol dat ik vorige week ook al had gezien en waar toen een Grote Bonte Specht bij zat. Maar deze keer zat er iets heel anders in: een Zwarte Specht! Vanuit zijn hol keek de vogel ons dreigend aan. Natuurlijk bleven we op afstand, want we wilden hem beslist niet verstoren. Maar omdat de holte zo'n beetje naast een wandelpad was gesitueerd, liepen er regelmatig mensen langs en dan kwam de specht even met z'n kop buiten het hol de boel inspecteren. Wat een fantastische waarneming!
Surprise surprise: op de terugweg bij Miste nog twee Zwarte Spechten!
We liepen aan de andere kant van de beek terug, postten weer een tijd voor de Kortsnavel, maar zonder resultaat. We besloten eerst naar de Oehoe te gaan, dan te gaan lunchen en vanmiddag weer terug het bos in te gaan.
De Oehoe zat gelukkig trouw op haar nest en liet zich weer leuk zien. Omdat er een struik voor de richel staat waarop zij broedt, zitten echt mooie foto's er niet in, maar natuurlijk deden we toch weer ons best. Toen ik een stukje verder liep, zag ik nog een Appelvink in een boomtop zitten en een paar Kneutjes vlogen over.
Wijfje Oehoe op het nest.
We reden terug naar Bekendelle, waar we eerst gingen lunchen in het restaurant bij de watermolen en daarna weer het bos in liepen. Er waren ineens wat plantjes gaan bloeien: Bosanemonen en Bosgeelsterren. Die herinnerden ons eraan dat het toch echt lente is, want verder is het weer nog niet erg passend bij dat seizoen.
Opnieuw postten we een tijd bij de Kortsnavelplek en opnieuw liet hij ons in de steek. Je ziet, we hebben echt wel ons best gedaan. Nu was ook de Zwarte Specht niet thuis, of misschien geloofde hij het wel en bleef hij onzichtbaar voor ons in z'n hol zitten.
Toen het drie uur geweest was, vonden we het welletjes en gingen huiswaarts. Maar we hadden nog maar een paar kilometer afgelegd toen René ineens een Zwarte Specht zag zitten. En toen we waren  uitgestapt bleken het er zelfs twee te zijn, waarvan één exemplaar zich uitermate fraai liet zien en fotograferen. Zo, dat was een uitsmijter van formaat, en we riepen de Zwarte Specht dan ook unaniem uit tot de soort van de dag!
En nogmaals de Zwarte Specht.
... en nogmaals ...
... en nogmaals.