zaterdag 29 juni 2019

28-06-2019: Op zoek naar de Zadellibel

Kleine Roodoogjuffers.
Het is aan de late kant, ik geef het onmiddellijk toe, maar vandaag gingen Wiegert en ik dan een serieuze poging doen om de Zadellibel in te lijven. Wiegert voor zijn lifelist, en ik voor de jaarlijst en als het even kon voor de foto,  want de soort had ik vorig jaar al op Texel. We waren getipt over een goed gebied voor allerlei zuidelijke soorten: een nieuw natuurontwikkelingsgebied nabij Brakel. Zuid-Europese toestanden zouden we er aantreffen qua libellen! Dat beloofde veel goeds.
Helaas beloofde het weer vanmorgen iets minder goeds. Het was aanvankelijk zwaar bewolkt, en de zon kwam er maar moeizaam doorheen. Bovendien hadden we te kampen met een frisse wind. Het was dan ook geen wonder dat het aanvankelijk lastig was om ook maar een libel te vinden.
Zwervende Heidelibel, bijzonder talrijk dit jaar!
Natuurlijk gingen we toch aan de slag. De eerste Watersnuffel was snel gevonden, en toen de zon af en toe door de wolken ging prikken, werden de Lantaarntjes actief. Er vlogen ook aardig wat Kleine Roodoogjuffers, en die waren nog een jaarsoort.
Na een halfuur zoeken stootten we de eerste Bloedrode Heidelibel op, en nog even later vonden we af en toe een Gewone Oeverlibel. Het bleef allemaal echter moeizaam, en boven het water van het uiterst fraaie gebied vloog helemaal niets. Wel kwam er af en toe een Distelvlinder voorbij. Na nog een kwartier vond ik een pantserjuffer, en thuis kon ik aan de hand van de foto's vaststellen dat het om een Houtpantserjuffer ging.
Lantaarntje.
Weer een kwartier later stuitte ik op de eerste Zwervende Heidelibel, de eerste van het Zuid-Europese kwartet dat er uit moest komen. Wiegert had er overigens al eerder een gezien. Later op de dag zou blijken dat ze ook hier zeer talrijk waren. Het was intussen bijna twaalf uur en omdat er op het water nog steeds vrijwel niets vloog, probeerden we het maar door tussen de struiken door te lopen, waar af en toe iets uit opvloog. De Platbuik bijvoorbeeld, die nog een jaarsoort voor me was. En met enige regelmaat een Grote Keizerlibel. Ik ging me ook maar eens in de plantjes verdiepen en noteerde onder meer Vlasbekje en Heelblaadjes als jaarsoorten.
Vuurlibel.
We vonden een Vroege Glazenmaker die rondjes ging vliegen, een goed teken. Over het water vlogen nu af en toe Gewone Oeverlibellen, Zwervende Heidelibellen, een enkele Grote Keizerlibel en ook de eerste Vuurlibel liet zich zien. Die zouden we later op de dag nog vaker tegenkomen. Een leuke soort en Zuid-Europese soort nummer twee!
Wiegert had intussen al enkele malen een libel met een blauw zadel opgestoten die ik steevast wist te missen omdat die beesten meteen weer uit het zicht verdwenen. Een ervan had hij in ieder geval als Zuidelijke Keizerlibel kunnen determineren.
Houtpantserjuffer.
Het was al na een uur toen we via een ander pad het gebied in liepen. Maar ook hier was aanvankelijk weinig actie, hoewel de Zwervende Heidelibellen en de Gewone Oevers intussen vrij talrijk waren geworden. Een leuke vogelsoort tussendoor: er begon een Porseleinhoen vlakbij ons te roepen! Helaas bleef de vogel in de dekking. Later vanmiddag zouden we hem nog enkele malen horen. Ook de Vuurlibellen begonnen nu te lopen en lieten zich een paar keer fotograferen. Er vloog een Slechtvalk over, ook leuk. Maar van de vermaledijde Zadellibel geen spoor.
We besloten het gebied nog een keer aan de zuidkant af te lopen, maar ook dat leverde weinig op, behalve een Blauwe Breedscheenjuffer. Intussen vlogen er wel wat libellen over het water, maar de grote jongens deden dat maar spaarzaam. Af en toe een Grote Keizer, daarmee hield het wel op.
Vroege Glazenmaker.
Op het allerlaatst, toen we nog een blik wierpen over het water aan het begin van het gebied, zag Wiegert ineens toch een 'gezadelde' libel vliegen. Even later zag ik hem ook: een fraaie Zuidelijke Keizerlibel! Hij liet zich kort, maar goed zien.
En zo kwam het dat alleen de Zadellibel het liet afweten. Wij vermoedden dat vooral de wind er debet aan was dat de grote libellen nauwelijks vlogen. Maar toch was het een leuke tocht geweest, die mij vijf libellenjaarsoorten opleverde met als bonus het Porseleinhoen voor de vogellijst.
Zwervende Heidelibel.

woensdag 26 juni 2019

23 t/m 25-06-2019: Libellen zoeken in Oisterwijk

De altijd goedlachse Plasrombout.
23 juni 2019
Eigenlijk waren we van plan om deze korte vakantie in hotel Montferland, gelegen op een 'motte' in het Bergherbos, door te brengen. Maar gezien de weersvoorspellingen (hittegolf) en de ligging van het hotel op een kale heuvel, besloten Cilja en ik op het laatste moment maar te kiezen voor hotel Boschoord in Oisterwijk, waar je lekker onder de bomen kunt zitten op het terras en waar de vennetjes met libellen aan de overkant van de straat liggen.
Over dat 'lekker onder de bomen zitten' later meer.
Rond één uur konden we aan de slag bij het ven dat tegenover het hotel ligt, het Van Esschenven geheten. We zagen een Bont Zandoogje vliegen en over het ven vlogen massa's Gewone Oeverlibellen, Viervlekken en Watersnuffels. Enkele Distelvlinders vlogen met grote haast voorbij, en het afspeuren van waterleliebladeren leverde een aantal Grote Roodoogjuffers op.
Een mannetje Gewone Oeverlibel, een talrijke soort bij de Oisterwijkse vennen.
De eerste Grote Keizerlibel vloog voorbij, en toen Cilja een vrouwtje Citroenvlinder zag vliegen, verlegden we onze aandacht naar wat bloeiende braamstruiken achter ons. Daar zat nog meer leuks, zoals meerdere Groot Dikkopjes en een Bruin Zandoogje, maar ook enkele Blauwe Breedscheenjuffers zaten in het struikgewas, evenals de leukste soort van vandaag: een zeer fotogenieke Plasrombout! Dat is er een die ik niet al te vaak tegenkom, dus hij was van harte welkom op de lijst.
Intussen zaten twee Bruine Sprinkhanen tegen elkaar in te zingen en riep er een Kuifmees vanuit de dennen. Even later vlogen twee verre Wespendieven over het gebied, en die waren nog een jaarsoort.
Een van de Groot Dikkopjes die zich op de bramenstruiken bevonden.
Het was tijd om in te checken in het hotel, en terwijl we daar naartoe liepen, fladderde er opeens een Eikenpage langs ons heen. Helaas ging hij niet even zitten voor de foto, maar hij stond weer op de jaarlijst 2019.
Bij het hotel bloeiden onder meer vele Schijnaardbeien. Na te zijn ingecheckt en de spullen in onze kamer te hebben gezet, ging ik nog een klein stukje lopen en vond niets bijzonders, behalve een Groene Zandloopkever.
Toen we later op het terras in de schaduw van de eikenbomen een lekker koel drankje dronken, kwam er nog een Boomblauwtje naast ons zitten, net lang genoeg voor een paar foto's, en een Boomklever riep vanuit de omringende bomen.
Een van de ontelbaar vele Watersnuffels op het Van Esschenven.
24 juni 2019
Omdat het zo warm was, de kamer klein en bedompt en er geen airco op de kamer aanwezig was, sliepen we met de ramen open. Om ongeveer halfvier hoorden we de Bosuil roepen en merkten we voor het eerst een flink aantal irritant jeukende muggenbulten op onze armen op. Terwijl we toch geen mug hadden gehoord of gezien op de kamer.
's Morgens na het ontbijt liep ik even naar een stroompje dat iets verderop de weg kruiste en dat de Achterste Stroom heet. Hier had ik tijdens een eerder bezoek weleens Weidebeekjuffers gezien.
Ik passeerde wat bloeiend Vingerhoedskruid en bij het stroompje wees aanvankelijk niets op de aanwezigheid van de gewenste juffer. Wel zag ik er onder meer Lantaarntjes en Blauwe Breedscheenjuffers, alsmede de ook hier talrijke 'gewone' libellensoorten. Ik hoorde mijn eerste Krasser van 2019 en toen zag ik er ineens toch een zitten: een fraai mannetje Weidebeekjuffer, altijd een genot om te zien!
Een fraai mannetje Weidebeekjuffer.
Ook vlogen er alweer meerdere Distelvlinders voorbij, waarvan een flinke invasie aan de gang is.
Cilja wilde even rustig gaan zitten lezen op het terras, terwijl ik nog een wandeling ging maken langs het Staalbergven en het Groot Aderven, uiteraard in de hoop op Zadellibellen, waarvan eveneens een ongekende invasie aan de gang is en die op vele plaatsen in het land worden gezien. Maar helaas, voor wat betreft deze soort had ik geen geluk. Hoewel beide vennen gonsden van de libellen en de juffers, waren het vooral de bekende soorten, afgezien van enkele Azuurwaterjuffers. Wel hinnikte er een Dodaars bij het Staalbergven en zag ik diverse Rosse Woelmuizen op mijn wandeling.
Later op de dag, toen ik met Cilja nog even naar het Van Esschenven liep, zagen we nog een bloeiende Dagkoekoeksbloem.
Intussen kwamen er steeds meer muggenbulten bij op onze armen.
Viervlek bij het Staalbergven.
25 juni 2019
Het was vannacht een zeer warme nacht, en rond drie uur hoorden we de Bosuil weer roepen. Ik deed nauwelijks een oog dicht van de hitte op de kamer en was blij toen ik er vanmorgen weer uit mocht.
Na het ontbijt maakte ik een wandeling naar het Achterste Goorven, waar in het begin van de maand enkele Sierlijke Witsnuitlibellen waren gezien, een gloednieuwe soort voor mij. Onderweg kwam ik een Klein Geaderd Witje tegen, de eerste en enige van dit uitstapje, en toen ik de eerste uitloper van het ven had bereikt, vloog daar ineens een Kleine IJsvogelvlinder rond! Kijk, dat zijn de leuke soorten. Ik keek nog wat rond bij en mijn oog viel op een rood juffertje: een Koraaljuffer. Ook altijd leuk, want die hebben we in onze eigen regio niet.
De fraaie Koraaljuffer.
Toen ik bij het uitkijkpunt over het Achterste Goorven aankwam, zag ik meteen waarom die Sierlijke Witsnuit dit wel een aantrekkelijk plekje vindt. Het was namelijk het eerste ven waarin zich vele waterlelies bevonden, en op de bladeren daarvan zitten ze graag. Ik was net begonnen met het afspeuren van al die waterleliebladeren toen mijn oog viel op een voorbij fladderende Bosbeekjuffer! Dat was een fijne verrassing. Vol goed moed speurde ik verder, maar na honderden waterleliebladeren diverse malen te hebben afgespeurd, werd het duidelijk dat de Sierlijke Witsnuit er ook deze keer niet inzat. Wel vond ik nog mijn eerste Bloedrode Heidelibel van 2019, een pas uitgeslopen beestje.
Intussen had ik Cilja even gebeld dat ik wat langer bij het ven zou blijven hangen, en zij was er achter gekomen dat onze 'muggenbulten' afkomstig waren van de brandharen van de eikenprocessierups, die zich dus naar alle waarschijnlijkheid bevonden in de vele eikenbomen op het terras van het hotel, waar wij al twee dagen langdurig hadden vertoefd.
Groene Kikker (spec.) bij het Achterste Goorven.
Nu wist ik bijna niets van die eikenprocessierups, simpelweg omdat we er hier, in Leerdam en omstreken, nooit mee te maken hebben gehad. Maar ik wist wel dat het geen feest was met die beesten. Ik besloot dus terug te lopen, want die Sierlijke Witsnuit noch de Zadellibel leek zich te komen melden vandaag. Op de terugweg hoorde ik nog een Middelste Bonte Specht roepen en zag ik een Eekhoorn.
Toen ik terugkwam bij het hotel besloten we na rijp beraad maar naar huis te gaan. Het was sowieso te heet om nog iets zinnigs te gaan doen en we hadden geen zin om nog meer rupsenharen op te lopen. Bovendien was het in onze kamer veel te warm om fatsoenlijk te slapen.
Grote Roodoogjuffer op een stokje.
Bij het uitchecken bleek, dat het personeel op de hoogte was van de problemen met de rupsen. Wij vonden het achteraf eigenlijk schandalig dat men de gasten hiervoor niet waarschuwt. Thuis hebben we meteen al onze kleding gewassen en jeuk-verlichtende zalf aangeschaft die ook maar weinig helpt. Zoals overal wordt aangeraden hebben we met behulp van plakband getracht de brandharen (die je niet kunt zien) te verwijderen. En nu maar hopen dat we snel verlost zijn van de ellende.
Een ding is zeker: ondanks de fraaie vennetjes en de vele libellen zien ze ons bij hotel Boschoord niet meer terug.
De Kleine IJsvogelvlinder, helaas half verborgen achter het gebladerte.

zondag 9 juni 2019

09-06-2019: Zwervende Heidelibellen

Een van de twee Zwervende Heidelibellen van vandaag.
Na drie dagen code oranje en een dag met storm deze week, was het vandaag eindelijk weer eens weer om er op uit te gaan. Ik besloot vandaag eens aan mijn vlinder- en libellenlijst te gaan werken, want dat was hard nodig. Dus ging ik een paar van mijn favoriete plekjes langs de Nieuwe Zuiderlingedijk af. Maar ik begin even met te vermelden dat er deze week twee dagen lang twee Zwarte Roodstaarten rond ons huis zaten te zingen. Het is een merkwaardige zaak met ons huis en Zwarte Roodstaarten: een paar dagen per jaar zijn ze aanwezig en zingen ze de oren van je hoofd, en dan zijn ze weer spoorloos verdwenen. Deze week zat er een adult mannetje en een jong mannetje, en van de adulte vogel kon ik een paar aardige plaatjes schieten:
Zwarte Roodstaart.
Op plek nummer 1 langs de Nieuwe Zuiderlingedijk had ik zowaar een vlinderjaarsoort: het Landkaartje. Afgezien van een Kleine Vos en nog een ongedetermineerd witje, was het mijn enige vlinder hier, waarmee het in deze streek dit jaar treurig is gesteld tot nu toe. Met de libellen ging het wat beter, want ik vond mijn eerste Gewone Oeverlibellen van het jaar en ik stuitte op een mannetje heidelibel. Vroeg, dacht ik. Erg vroeg. De kleur rood van het dier deed me meteen aan Zwervende Heidelibel denken, maar ik kreeg het dier slechts eenmaal van grote afstand op de foto en daar werd ik verder niet wijzer van. Op de terugweg echter, vond ik een niet uitgekleurd beest dat ik wel prima kon fotograferen, en dat bleek dus inderdaad een Zwervende Heidelibel te zijn! Leuk, want die had ik al jarenlang niet meer gevonden hier in de regio.
Mannetje Bruine Korenbout.
Op plek twee liep het nog beter met de libellen. Flink wat Bruine Korenbouten, Vroege Glazenmakers, Gewone Oeverlibellen, een Blauwe Breedscheenjuffer, Variabele Waterjuffers, Lantaarntjes en Azuurwaterjuffers vlogen er, en ook vond ik een leuke vliegensoort: de Ongevlekte Snipvlieg. Hieronder nog een paar foto's.
Blauwe Breedscheenjuffer.
Variabele Waterjuffer.
Ongevlekte Snipvlieg.
Gewone Oeverlibel.
Azuurwaterjuffer.

zaterdag 1 juni 2019

01-06-2019: Volop Zomertortels, Raven uitgevlogen

Intussen is het libellenseizoen ook alweer in volle gang. Dit is de Vroege Glazenmaker.
Vanmorgen had ik eindelijk weer eens tijd om er wat langer op uit te gaan en het was nog mooi weer ook: zonnig, weinig wind en tamelijk zomerse temperaturen. Ik besloot de Nieuwe Zuiderlingedijk af te fietsen naar de Ravenplek. De Raven hebben inmiddels drie jongen grootgebracht en ik realiseerde me dat die vast ook al uitgevlogen zouden zijn, maar wie weet hing het gezinnetje nog in de omgeving rond. En bovendien, ik moest daar toch ook nog de Zomertortel gaan zien.
Ik was Leerdam nog niet uit of ik had de eerste Bosrietzangers al te pakken. Die zijn helemaal terug, ik hoorde ze bij wijze van spreken overal waar een pluk riet en een struik stond. Ter hoogte van Lappenheide zong de Koekoek, zat een van de Ooievaars op de schoorsteen van het huis waarachter ze broeden, zong de Cetti's Zanger en kwam er een mooie Bruine Kiekendief overgevlogen.
Ter hoogte van de kruising met de provinciale weg hoorde ik de eerste Nachtegaal van vandaag, er zouden er nog twee volgen. Aan de overkant zong een Sprinkhaanzanger.
Bij het plasje met de kleine Blauwe Reiger-kolonie (ik telde zeker zes nesten) zaten ook weer de twee Dodaarsjes.
Links het bosje waar de Raven hebben gebroed. In het bos rechts zit ieder jaar de Zomertortel. Dit is ook de plek waar ik in 2012 de eerste Cetti's Zanger voor de regio vond.
Ik fietste naar het Ravenbosje, maar ineens hoorde ik een Zomertortel zingen vanuit de bomen voor het tuincentrum. Dus fietste ik terug en nu hoorde ik zowaar twee Zomertortels zingen! Een in de bomen voor het tuincentrum en een in het bosje er schuin tegenover. Ik probeerde een van beide vogels in beeld te krijgen, maar dat lukte helaas niet. Wel hoorde ik wat scherpe toontjes en jawel, die waren afkomstig van een Grauwe Vliegenvanger die bovenin de kale takken zijn eenvoudige liedje zat te zingen. Uiteindelijk fietste ik terug naar het Ravenbosje, en groot was mijn verbazing toen ik ook op de 'oude plek', nl. in de kale staken in het bosje voorbij het Ravenbos, een zingende Zomertortel vond. Deze liet zich wel zien. Ik ben er zo goed als zeker van dat deze vogel niet een van de twee was die ik eerder hoorde. Ook de Cetti's Zanger is nog steeds aanwezig op de plek waar ik in 2012 de eerste voor de streek vond. Van de Raven echter geen spoor meer.
Ik fietste terug naar de dijk en daar merkte ik een groep kraaien op die een vrouwtje Havik achterna zaten! Jaarsoort nummer drie was dat alweer. Dat ging lekker! Ik fietste naar de hoek, waar ik even op het bankje ging zitten om te genieten van de Zwarte Sterns die aan de overkant op de daartoe neergelegde vlotjes broeden. Een stuk of tien telde ik er.
Huiszwaluwen verzamelen modder voor hun nesten bij Lappenheide.
Daarna fietste ik nog een rondje Heukelum, om ter hoogte van de tennisclub de weg naar de dijk weer te nemen. Aan het eind daarvan opnieuw een verrassing: een zingende Spotvogel, jaarsoort nummer vier van vandaag. Nu fietste ik door tot voorbij de provinciale weg, want ik wilde daar nog even het bos in lopen met het oog op de libellen, die ook alweer volop vliegen. Groot was mijn verbazing tot ik net voorbij de provinciale weg, ter hoogte van de Roekenkolonie, alweer een Zomertortel hoorde zingen! En, het kon niet op, toen ik eenmaal een stukje verderop in het bos liep, hoorde ik nummer vijf van vandaag. Hoewel die laatste twee heel misschien dezelfde waren, maar ik vermoed toch van niet. Nog een leuke surprise: er zong ook een Wielewaal!
Nu concentreerde ik me even op de libellen en vond vrij makkelijk de Vroege Glazenmaker, de Bruine Korenbout, de Azuurwaterjuffer en de Grote Keizerlibel. De aantallen leken me echter nogal laag. En nu we het daar toch over hebben: ik heb vandaag om precies te zijn één (1) vlinder gezien, een Dagpauwoog.
Ten slotte keek ik nog even bij Lappenheide, waar twaalf volwassen Kluten intussen flink wat jongen hebben voortgebracht, een prachtig gezicht altijd. Ook liepen er wat jonge Kievitjes en waren een stuk of acht Huiszwaluwen bezig modder te verzamelen voor hun nesten.