04-04-2020: Toch weer de Raaf

Roodborsttapuit langs de Nieuwe Zuiderlingedijk

De coronacrisis maakt het vogelen lastig. We blijven zoveel mogelijk thuis om ieder risico te vermijden. Vogels kijken doe ik voornamelijk vanaf ons dakterras, zo'n beetje iedere morgen. Maar soms fiets ik er even tussenuit, 's morgens vroeg, als het nog rustig is op straat. Vanmorgen ging ik om kwart voor zeven op weg voor een fietstochtje langs de Nieuwe Zuiderlingedijk en op de terugweg een bezoekje aan Lappenheide. Ik hoopte op wat zomervogels, zoals Fitis, Rietzanger of Oeverzwaluw, maar die zaten er niet in. Weliswaar is de wind naar zuidoost gedraaid, maar het had vannacht nog een paar graadjes gevroren en waarschijnlijk komt de boel morgen pas in beweging, dan wordt er warm weer met een stevige zuidenwind voorspeld.
Anyway, ik genoot van een heleboel zingende Blauwborsten, waarvan ik er een paar te zien kreeg. Tweemaal kwam ik Roodborsttapuiten tegen, altijd een fijne soort. Er hinnikte een Dodaars op de vaste plek, waar ook vier bezette nesten van Blauwe Reigers te bewonderen waren. En ach, dacht ik, ik fiets nog even langs de Ravenplek, wie weet. En wie schetst mijn verbazing en mijn vreugde toen ik daar bij aankomst meneer de Raaf himself aantrof!

Meneer de Raaf

Hij (of zij) zat wat te krassen, en op een zeker moment meende ik ook een tweede te horen, maar daar ben ik niet 100% zeker van. Maar uiteraard ben ik heel blij dat ze zich toch weer in het oude vertrouwde bosje hebben gevestigd, althans, dat lijkt er wel op.
Ik fietste langzaamaan terug, vond drie Witgatjes en een Watersnip, en die laatste was mijn enige jaarsoort voor vandaag. Er zong een Matkop en een Cetti's Zanger en een Blauwborst lieten zich tegelijkertijd horen. En dat is allemaal ontzettend genieten. Op de terugweg ging ik nog even langs Lappenheide en hier telde ik maar liefst 11 Kleine Plevieren. Ook zat er een Witgat en een man Zomertaling, alsmede zeven Kluten en wat Tureluurs, twee Bergeenden en twee Tafeleenden. En zo werd het een heerlijke vogelochtend. Om negen uur was ik weer thuis.