Hoog tijd voor het nieuwejaarsvogelen, een jaarlijkse
traditie met mijn oude vogelvrienden René en Koert. Meestal valt die traditie
in het water, maar dit jaar gaat alles goed. We gaan naar de Brabantse
Biesbosch, want daar is momenteel van alles te beleven, van Kwak tot Cetti’s
zanger, van Zeearend tot Klapekster. We krijgen geen spijt van deze keuze. Het
begint allemaal rustig aan langs de Bandijk, waar alleen een enkele zeldzame Grote zilverreiger een meer
dan gemiddeld enthousiasme teweegbrengt, maar eenmaal bij polder Hardenhoek
aangekomen is het eerste wat we zien zitten de Ruigpootbuizerd!
Dan is het wel weer jammer dat zo’n beest meteen wegvliegt en zich de rest van
de dag niet meer laat zien, maar komaan, geen gezeur, binnen is binnen.
De Deeneplaatweg dan, waar de Klapekster moet zitten.
Die zit er dus niet. Wel vinden we een verre, maar met de telescoop prima
waarneembare adulte Slechtvalk en
ineens zingt er in de ruigte aan de andere kant van de weg een Cetti’s zanger! Dit zangertje van
riet en ruigte maakt een vergelijkbare opmars in ons land door als de Grote
zilverreiger. Ik stam nog uit de tijd dat je behoorlijk ver Frankrijk in moest
om er eentje te horen, dus je begrijpt dat de Cetti’s zanger voor mij altijd
een zeldzame soort zal blijven.
Op zoek naar de Kwak bij de Spieringsluis vinden we
‘slechts’ een Roerdomp.
Aangekomen bij Polder Maltha gaan we maar een stuk lopen richting de vogelhut,
want daar ergens wordt de Zeearend steeds gezien. Helemaal aan het einde, bij
een brede kreek, staan een soort bushokje waar we even gaan zitten. Dan ineens
paniek en daar is -ie: de Zeearend!
Soeverein glijdt de joekel over het gebied en doet al
het waterwild uiteen stuiven. Hij maakt een cirkel en komt nog eens terug, wat
ons de kans geeft om ‘m op de gevoelige plaat vast te leggen.
Een tweede poging op de Klapekster levert een
schitterende IJsvogel op,
en probeer die maar eens te vinden na zo’n winter als deze…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten