Baltimore Oriole |
Een
bezoek aan het zuidelijkste puntje van Canada, Point Pelee, dat
wereldberoemd is onder vogelaars omdat het zo'n geweldige plek is om
in het voorjaar trekvogels te zien, en dan met name de Amerikaanse
zangertjes, heeft altijd hoog op mijn verlanglijst gestaan. En nu
kwam het er eindelijk van. Samen met mijn vogelvrienden René
Lieverse en Koert Mulder beraamde ik in het najaar van vorig jaar het
plan om deze plek met een bezoek te vereren. Een combinatie met
Carden Alvar, een natuurgebied ten noorden van Toronto, lag voor de
hand. Dit is een streek die er nog uitziet zoals flinke delen van
Ontario er lang geleden uitzagen: een prairie-achtig landschap met
verspreide bosjes, moerasjes en wat cultuurland. Er is een aantal
soorten te zien dat je in Pelee waarschijnlijk niet zult tegenkomen.
We reisden ditmaal op
eigen houtje. Ik regelde in november vorig jaar al de vliegreis en de
motels, want vooral voor Pelee moet je er vroeg bij zijn omdat in de
periode die wij op het oog hadden - de middelste tien dagen van mei,
die algemeen als de beste, want soortenrijkste periode wordt
beschouwd - er vogelaars van over de hele wereld naar Point Pelee
reizen voor het zogenaamde Festival of Birds. Ik boekte het Knights
Inn Motel in Orillia, op een halfuur rijden van Carden Alvar, en de
Days Inn in Leamington, het plaatsje dat het dichtst bij Point Pelee
ligt. We vlogen met Air Canada en hadden een rechtstreekse vlucht van
Amsterdam naar Toronto, waar René een huurauto had gereserveerd. Al
met al waren we voor nog geen 1500 euro uit en thuis.
Donderdag 10 mei 2018
Tree Swallow |
Eindelijk was het zo ver!
Om halfacht stapte ik in Leerdam op de trein, om even over negen
ontmoette ik Koert en René op Schiphol en om twaalf uur vertrok onze
vlucht per luxe Dreamliner naar Toronto, waar we om kwart voor twee
plaatselijke tijd, een halfuur eerder dan gepland, landden. Nog even
door de douane, koffers ophalen en de auto regelen - we kregen een
gratis upgrade, zodat we per comfortabele 4 wheel drive Mitsubishu op
weg gingen - en om drie uur reden we richting Orillia.
Vanuit de auto probeerden
we de eerste Canadese soorten te scoren, wat niet bepaald meeviel.
Het landschap was stedelijk en saai. De American Herring Gull zat
evenwel snel in de tas, evenals geïntroduceerde soorten als
Huismus, Spreeuw en Stadsduif. De talrijkste
oorspronkelijke vogelsoorten van Canada druppelden ook langzaam
binnen, en dan hebben we het over de Grote Canadese Gans, de
Red-winged Blackbird, de Turkey Vulture, American
Crow en Wilde Eend, soorten die we iedere dag wel zagen.
We stopten even op een
parkeerterrein in het plaatsje Barrie en zagen daar een paartje
Chipping Sparrow. Daarna reden we door naar Orillia, waar we
incheckten in het Knights Inn Motel en vervolgens sjeesden we direct
naar Wylie Road in de Carden Alvar, want er waren nog enkele uren
over om alvast een begin te maken met de vogellijst.
Net buiten Orillia
passeerden we Lake Simcoe, waar Double-crested Cormorant,
Reuzenstern en Ringsnavelmeeuw in het digitale
notitieboekje gingen. Onderweg werden ook de eerste Common
Grackles gezien, een zeer algemene vogel die we dagelijks zagen.
Vlakbij Wylie Road kwamen we een Visarend tegen die een nest
had op een electriciteitspaal.
We parkeerden de auto aan
het begin van Wylie Road en besloten een eind te gaan lopen, mede
omdat we vandaag al zo lang hadden moeten zitten. Het waaide flink,
maar het was droog en de zon was gaan schijnen. Het begon meteen
veelbelovend met diverse zingende Eastern Meadowlarks, een
Eastern Kingbird op een hekje, een Brown Thrasher die
wegschoot in een struik en een American Robin die zich leuk
liet fotograferen op een draadje.
We liepen een eindje de
weg af en noteerden zeker zes Wilson's Snipe, een soort die
ons constant vermaakte met zijn baltsvluchten en zijn vreemde,
blatende geluid, dat de vogel - zo leerden we achteraf - maakt met
zijn buitenste staartpennen. Een prachtig mannetje Northern
Harrier vloog langs, een fraaie Savannah Sparrow zat op
een hekje en een Olive-sided Flycatcher bevond zich in een
boom. Zeer onderhoudend was de tamme Solitary Sandpiper die
zich in een plasje water op de weg ophield en zich fraai liet
fotograferen.
Een klein stukje verder
was het tijd voor mijn eerste lifer en die verscheen in de
vorm van drie Eastern Bluebirds, waarvan vooral de mannetjes
bijzonder fraai waren. Tree Swallows waren hier - en ook bij
Pelee - algemeen en ze lieten zich hier vaak op hekjes fotograferen,
eenmaal zelfs parend. Ze broedden in nestkasten die eigenlijk waren
opgehangen voor de Bluebirds.
We liepen nog wat verder
en vonden een Northern Flicker en een Black-capped
Chickadee, een geinig meesje. Beide soorten zagen we met een
zekere regelmaat. Toen we al op de terugweg waren, vonden we ineens
de eerste warblertjes! Het bleek te gaan om Palm Warblers en
een Magnolia Warbler en ze vormden een bescheiden voorproefje
van wat ons in Point Pelee nog te wachten stond aan zangertjes.
De laatste soort van de
dag was een Killdeer, en daarna moest er toch echt gedineerd
worden. Dat viel niet mee. In Orillia was niets te vinden dat leek op
een fatsoenlijk restaurant, zodat we uiteindelijk in handen vielen
van Tim Horton's, een keten van, tja, van wat eigenlijk, een soort
ongezellige snackbars waar ze allerlei vieze vette troep verkopen die
niet te vreten is. Mijn advies is dan ook: ga er niet naar binnen
mensen, doe het niet, mijd die zooi als de pest, ga nog liever iets
eetbaars halen bij een supermarkt of zo.
Anyway, onze eerste
vakantiedag zat erop, en we waren tevreden met de opbrengst van de
laatste uren.
Vrijdag 11 mei 2018
Eastern Kingbird |
De eerste volle dag in
Canada was meteen een cruciale, want het was de enige volle dag in
Carden Alvar die we hadden en daar moesten flink wat soorten vandaan
komen die we allicht later niet meer zouden zien. Gelukkig was de
moteleigenaar bereid een zeer vroeg ontbijt voor ons te verzorgen,
zodat we in alle vroegte op pad konden. En gelukkig troffen we een
dag met prachtig weer, al was het 's morgens nog even behoorlijk
fris.
Tijdens het ontbijt
scoorden we de Mourning Dove als vakantiesoort, evenals de
Song Sparrow. Beide soorten kwamen nog vaak voorbij.
Onderweg naar Wylie Road
vonden we een verre Sandhill Crane op een stuk bouwland en de
eerste Wild Turkey van de reis vloog zowat de auto binnen en
schampte de voorruit. De Turkey was een zeer algemene vogel in Point
Pelee, waar hij vooral 's morgens vroeg om de haverklap op de weg
liep.
Deze keer reden we Wylie
Road af, langzaam, steeds stoppend voor wat we zagen. Een Wilson's
Snipe die op een paaltje langs de weg zat, vormde een fantastisch
fotomodel voor mij. En om halfacht was het zo ver: de zeer gewilde
Bobolink werd gevonden, een cruciale soort voor dit gebied!
Hij was mijn tweede lifer. Later op de dag vonden we een struik met
een stuk of zes Bobolinks erin. Zo, dat ging voortvarend.
We reden verder en zagen
de eerste White-crowned Sparrows van de reis, Eastern
Bluebirds lieten zich opnieuw zien en de eerste Blue Jay
verscheen ten tonele, een soort die een stuk schuwer was dan ik had
gehoopt, maar uiteindelijk kreeg ik hem toch leuk op de foto.
Op de plek waar de
zeldzame ondersoort van de Loggerhead Shrike zich moest bevinden,
vonden we wel de Eastern Phoebe, die zich samen met een Brown
Thrasher mooi op de gevoelige plaat liet vastleggen. Een
Swainson's Thrush sloop door de vegetatie, maar kon niettemin
door ons op naam worden gebracht. Later, in Pelee, hadden we een dag
waarop we er vele tientallen zagen.
We stopten bij het Sedge
Wren Marsh, waar we een stukje gingen lopen, eerst langs de weg, en
later de trail die zich daar bevond. Het leverde een leuk aantal
vakantiesoorten op. Een Broad-winged Hawk kwam overgevlogen,
American Goldfinches zaten in de bomen bij de parkeerplaats en
dat gold ook voor een Red-breasted Nuthatch.
Mijn derde lifer diende
zich aan in de vorm van de Swamp Sparrow, waarvan er hier vele
exemplaren zaten te zingen. En toen ik even later het moeras scande,
zag ik ineens een American Bittern vliegen! Maar helaas viel
de vogel alweer in voordat Koert en René hem konden oppikken. De
Great Blue Heron werd wel door iedereen gezien.
We begaven ons op de trail
en scoorden vrijwel meteen lifer nummer vier voor mij: de Eastern
Towhee. Tamelijk onverwachts kwamen we deze soort later ook nog
tegen op de zogenaamde Cactus Fields in Pelee.
We liepen een klein stukje
het bos in en ineens hoorde ik een bekend geluid, één waarop ik had
gehoopt maar niet gerekend: dat van een baltsende Ruffed Grouse!
Het is een maf geluid dat de vogel met zijn vleugels maakt en
enigszins doet denken aan een startende motor. Zo! Dat was me nog
eens een lifer, en het spreekt vanzelf dat de stemming zowat met de
minuut steeg.
Overigens mag ook wel even
gezegd worden dat we ons in een fantastisch mooi landschap bevonden,
waar we vrijwel geen mens tegenkwamen en waar geen onnatuurlijk
geluid te horen was. Puur genieten was het in de Carden Alvar.
We liepen terug en vonden
de eerste Field Sparrow van de reis, opnieuw een lifer voor
mij (en ook voor de anderen uiteraard). We zouden dit lieflijke
sparrowtje nog meerdere keren tegenkomen. Intussen zong een
White-throated Sparrow zijn loflied op het land waarin we ons
bevonden: 'my sweet home Canada Canada', overigens zonder dat de
vogel zich liet zien. Dat kwam later pas, in Point Pelee.
De eerste Downy
Woodpecker werd gezien, de algemeenste specht van de reis, en
Northern Ravens lieten zich horen. We vonden een vrouwtje
Rose-breasted Grosbeak in een boom en een Grey Catbird
zat in een struikje. Beide soorten waren algemeen in Pelee.
Terwijl we een specht
probeerden op te snorren, stuitten we op enkele Pine Siskins
en een Great Crested Flycatcher, en de specht in kwestie bleek
een Yellow-bellied Sapsucker te betreffen. Zo groeide de
vakantielijst razendsnel en het aantal lifers voor - vooral - mijn
metgezellen groeide mee.
Intussen was het lunchtijd
geworden en we besloten een restaurantje te zoeken in het
nabijgelegen plaatsje Kirkfield. Dat lukte wonderwel, hoewel de
menukaart ook hier weer voornamelijk vette troep bevatte. Toen we er
de auto parkeerden, zagen we een Sharp-shinned Hawk vliegen,
en dat was de enige van de reis.
Na de lunch gingen we
verder waar we gebleven waren en vonden de struik met minstens vijf
Bobolinks. Ook verscheen de eerste American Yellow Warbler
in de kijker, een soort die buitengewoon talrijk was in Point Pelee.
Een volgende stop leverde de Myrtle Warbler op. Die zagen we niet al teveel, terwijl het toch
een van de algemeenste warblers van oostelijk Noord-Amerika zou moeten zijn.
Een verrassing vormde het
groepje White-winged Crossbills (Witbandkruisbekken), de
eerste soort die we buiten de checklist scoorden. We reden nu
helemaal om het gebied heen en in de omgeving van Lake Dalrymple
zagen we de American Barn Swallow (andere ondersoort dan bij
ons) en een groepje van vier overvliegende Wood Ducks, terwijl
een IJsduiker in zomerkleed zich van nabij liet zien op het
meer.
Toen we weer bij Wylie
Road uitkwamen reden we nog een stukje, maar uitstappen had inmiddels
een licht vervelend kantje, want de wind was gaan liggen en de
temperatuur had een zodanig niveau bereikt dat horden kleine
irritante vliegjes ons het leven zuur maakten. We zagen nog een
Red-tailed Hawk als nuttige aanvulling op de vakantielijst
(want hij was de enige van de reis) en daarna besloten we dat het
mooi was geweest voor vandaag.
O ja, van de zoogdieren
zagen we vandaag een prachtige North American Porcupine (een
stekelvarkensoort) in een boom zitten, een Red (of Pine)
Squirrel langs de Sedge Wren Trail en op diverse plaatsen
Eastern Chipmunks.
Zaterdag 12 mei 2018
Swamp Sparrow |
Vandaag stond de lange rit
naar Leamington en Point Pelee op het programma, maar vanmorgen
gingen we toch nog even heel vroeg in Carden Alvar kijken of we nog
een paar soorten konden toevoegen. Zo ontbraken nog de Upland
Sandpiper en de lokale, zeldzame ondersoort van de Loggerhead Shrike,
en de soort waarnaar hier een heel moeras plus trail is genoemd: de
Sedge Wren.
Na wederom een vroeg
ontbijt spoedden we ons dus weer naar Wylie Road, waar we
aanvankelijk alleen wat oude bekenden tegenkwamen, zoals Eastern
Meadowlark, de altijd amusante Wilson's Snipe en Brown
Thrasher. We stopten bij het Shrike-zoekpunt en tot onze
verbazing en blijdschap begon daar ineens een Grasshopper Sparrow
te zingen, en even later kwam het gabbertje in beeld ook. Een leuke
vakantie- c.q. nieuwe soort!
Terwijl Koert en ik
probeerden White-crowned Sparrows te fotograferen, hoorden we ineens
René roepen: hij had de Loggerhead Shrike (ssp. migrans)
gevonden! En jawel, door de telescoop was de vogel, ondanks dat die
zich op grote afstand bevond, heel aardig te bekijken.
We maakten weer een
wandeling bij het Sedge Wren Marsh en ook die viel niet tegen. Er
zongen weer vele Swamp Sparrows, maar belangrijker: een
echtpaar maakte ons erop attent dat een stukje verderop de American
Bittern te horen was. En dat klopte, want we konden de stiekemerd
een aantal malen duidelijk zijn markante roep horen uiten.
We liepen nog een keer de
trail, waar we een zanger met een Sprinkhaanzanger-achtige triller
ontmaskerden als Chipping Sparrow. Andere leukerds die we hier
zagen waren Broad-winged Hawk, Yellow-bellied Sapsucker,
Rose-breasted Grosbeak en Wood Duck. Ten slotte vonden
we ook nog een vakantiesoort (voor mijn reisgenoten een lifer): de
Nashville Warbler.
Intussen was het echt tijd
geworden om de lange rit naar Leamington te gaan volbrengen en toen
we daar na ruim vijf uur rijden arriveerden, waren we behoorlijk
afgedraaid en was er nog net tijd voor een wandelingetje om de Days
Inn (waar de vogelaars middels een spandoek welkom werden geheten en
attent gemaakt op het feit dat er om vier uur 's morgens al ontbeten
kon worden). Dat leverde een prachtig paartje Northern Cardinals
op, een vogel die ik dolgraag wilde fotograferen. Dat lukte vandaag
maar matig, maar ik had goede hoop dat er tijdens de rest van de
vakantie gelegenheid tot superplaten zou zijn.
Een konijntje in het gras
bij het hotel bleek bij thuiskomst de Eastern Cottontail te
heten.
Daarna gingen we op naar
Armando's, een uitstekend restaurant dat schuin tegenover ons motel
lag, waar ze prima pizza's hadden en waar we lekker een biertje
konden drinken.
Zondag 13 mei 2018
Magnolia Warbler |
Om zes uur ging de wekker
in kamer 248 van de Days Inn te Leamington. De eerste volle dag Point
Pelee stond op het punt te beginnen. Eerst werkten we even een niet
erg uitgebreid ontbijt naar binnen, waarna we de spullen pakten en
vertrokken naar Point Pelee. Bij de ingang schaften we ons een
zogenaamde blue card aan, waarmee we door een speciale ingang
snel het park in konden.
Rustig aan reden we naar
het zuiden en kwamen de eerste Wild Turkeys in Pelee tegen,
wat een dagelijks genoegen zou worden. We parkeerden de auto bij het
Visitor Center en besloten meteen maar met het treintje naar de
beroemde punt te gaan om te zien wat daar te beleven was. Terwijl we
op het treintje stonden te wachten, merkten we de eerste Baltimore
Orioles van de reis op, een prachtige soort die we elke dag
zagen.
In een kwartiertje tijd
reed het treintje ons naar de punt. Het was die morgen bewolkt en
behoorlijk koud en 's nachts had het geregend. Maar de kou was snel
vergeten toen we eenmaal aan het vogelen sloegen.
Rond het zuidelijkste
puntje van Canada zwommen Kuifduikers in zomerkleed en nogal
wat Middelste Zaagbekken. Een man Brilduiker vloog
langs en de eerste van vele, vele American Yellow Warblers
liet zich zien. Tientallen zwaluwen hingen rond bij de punt, en dat
betrof Boeren- en Oeverzwaluwen en Tree Swallows.
Op het meer dreef een flinke groep Toppers, en Visdieven
en Bonaparte's Gulls vlogen langs.
De eerste Rose-breasted
Grosbeaks van Pelee werden gezien, en deze prachtige en vaak
supertamme vogels lieten zich dagelijks bewonderen. Iemand maakte ons
erop attent dat er een Sedge Wren in de takkenbos op de punt
zat en toen we daar gingen kijken, kregen we het beestje snel in
beeld. Wat een gave inhaler, nadat we hem in Carden Alvar hadden
gemist! En wat een verrassing toen bij thuiskomst bleek dat hij nog een nieuwe soort voor me was, omdat de enige die ik ooit had gezien - in Ecuador - inmiddels is afgesplitst als Grass Wren.
Intussen ontdekten we op
het water enkele White-winged Scoters en niet veel later
bleken er in dezelfde groep ook Surf Scoters en een vrouwtje
Black (of American) Scoter te zitten, en die laatste
was nog een nieuwe soort voor mij, een totaal onverwachte bovendien.
We liepen nog een stukje
een bospaadje in waar iemand net een Dark-eyed Junco had
gevonden, leuk! Hij was de enige van de reis. Een Palm Warbler,
een Least Flycatcher en een paar Northern Cardinals
waren evenmin te versmaden. Een Amerikaanse Oeverloper in
zomerkleed zat op de rotsen en we vonden een Myrtle Warbler, die door de IOC (weer) wordt gesplitst van Audubon's. Het is een algemene en talrijke warbler, maar veel zagen
we hem niet. Misschien waren de meeste al doorgetrokken.
Vlakbij de punt vonden we
een uitgeputte Purple Martin in een kale boom, een mannetje
dat er geen bezwaar tegen had dat hij uitgebreid werd gefotografeerd.
Daarna besloten we het treintje terug te nemen, en toen we bij het
Visitor Center aankwamen ontdekten we dat er speciaal voor vogelaars
een aantal koek-en-zopies waren opgetrokken, waar we onder meer
koffie, hotdogs en heerlijke bird seed cookies konden krijgen.
Uiteraard maakten we daar dankbaar gebruik van.
Na een koffiepauze
besloten we de Woodland Trail te gaan lopen, die vlak achter het
Visitor Center begint. Al snel bleek dat het overal stierf van de
vogels en dat je nauwelijks vooruit kwam omdat er steeds iets nieuws
te zien was. De eerste vogel die in de kijker kwam was de prachtige
Chestnut-sided Warbler, een soort die we nog veel zouden zien,
maar dat wisten we toen nog niet. Het diertje oogstte volop
lofuitingen en liet zich dan ook prachtig bekijken. Ook een
Black-and-white Warbler liet zich zien, evenals de Blue-headed
Vireo. Ik zag mijn eerste Ruby-throated Hummingbird, de
enige kolibrie waarop we hier kans hadden. De anderen hadden hem al
op de punt gezien. We scoorden verder Lincoln's Sparrow en
Ruby-crowned Kinglet en Common Yellowthroat, en
natuurlijk een hoop soorten die we al eerder hadden gezien.
Er viel hier schijnbaar
eindeloos te scoren, want de eerste van vele American Redstarts
liet zich zien, een stiekeme Veery sloop over het pad, een
Nashville Warbler en een Blue-grey Gnatcatcher kwamen
in de kijker, een Northern Parula gaf een showtje weg en een
van de klappers van deze dag liet zich fraai zien: de Ovenbird,
een grote wenssoort van René die we tevoren als behoorlijk lastig
hadden ingeschat. Later deze week zouden we hem nog enkele malen
tegenkomen. Ten slotte liet ook een vrouwtje Indigo Bunting
zich zien, een van de twee die we deze week tegenkwamen.
Oké, tijd voor een
uitstapje naar de Marsh Boardwalk, dachten we, maar hier waren we
snel klaar. Er zong een Swamp Sparrow en er vloog een Great
Blue Heron over, en bij de parkeerplaats liet een schitterend
mannetje Magnolia Warbler zich zien, maar daarmee hield het
wel op.
Een klein stukje lopen op
de DeLaurier Trail leverde een Field Sparrow op die zich leuk
liet fotograferen. We sloten de dag af op de Sanctuary Lookout, een
piertje waar je mooi uitzicht had over het water en de oevers. Een
andere vogelaar attedeerde ons op een mannetje Blackpoll Warbler
dat zich hier ophield, en dat superfraaie beestje met z'n oranje
pootjes was snel gevonden. Nog leuker werd het toen René een
mannetje Cape May Warbler ontdekte, die alweer een lifer voor
mij was! Ook deze fraaie soort liet zich mooi zien. Ten slotte werden
we nog getracteerd op een overvliegende onvolwassen Bald Eagle,
een van de twee die we deze week zagen, en zwom er een Common
Muskrat langs.
Het was een superdag
geweest, daarover waren we het eens, en met een gerust hart en een
volle tas konden we aan de pizza en het bier bij Armando's.
Maandag 14 mei 2018
Rose-breasted Grosbeak |
Er was voor vandaag regen
voorspeld, maar toen vanmorgen in alle vroegte de wekker ging, was
het onverwachts droog. Dus maakten we dat we bij het treintje kwamen
om ons naar de punt te laten brengen. Terwijl we stonden te wachten
ontstond er ineens grote opwinding: er was een prachtig mannetje
Scarlet Tanager geland in de hoge boom waar we tegenaan keken!
Wat een fantastische vogel en wat een begin van deze vogeldag!
Intussen vlogen er ook weer Baltimore Orioles in de boom om
het fleurigheidsgehalte nog wat op te krikken en drie minuten later
was er opnieuw paniek: Olive-sided Flycatcher werd er
geroepen, en jawel, daar zat de vliegenvanger open en bloot te
poseren.
Eenmaal op de punt
noteerden we een aantal soorten die al meerdere malen waren gezien,
waaronder een fraai poserende Palm Warbler en overvliegende
Chimney Swifts. Een leuke soort voor Pelee en de vakantielijst
was de Roodkeelduiker in winterkleed die voor de punt rondhing
en zich ook liet fotograferen.
Toch viel er op de punt
niet onwijs veel te beleven, dus namen we het treintje weer terug en
gingen de Woodland Trail nog maar eens op. Die tactiek was meteen
succesvol, want een groepje vogelaars trok onze aandacht en die
stonden naar een Mourning Warbler te kijken, de enige van de
hele vakantie! Even later kwam de Ovenbird weer langs en
verscheen de superfraaie Blackburnian Warbler voor het eerst
in de kijkers.
Lang duurde de pret echter
niet, want nu begon het flink te regenen en dat zou het een paar uur
blijven doen. We besloten een rustpauze in het motel in te lassen en
weer op pad te gaan als het droog werd, wat volgens de voorspelling
's middags weer het geval zou zijn. Maar na een uurtje of anderhalf
chillen hadden we dat ook wel weer gezien en we beraamden een
plannetje dat ons mogelijk in staat stelde om ondanks de regen toch
te vogelen: een bezoek aan Hillman Marsh, waar een kijkhut zou zijn
die misschien wel aan de weg stond, en anders zouden we allicht
vanuit de auto een en ander kunnen zien. Dat pakte iets anders uit,
want er moest wel degelijk een stuk te voet worden afgelegd voordat
er iets zinnigs te zien viel, maar gelukkig was de regen inmiddels
wat minder geworden, en eenmaal in de hut zaten we in ieder geval
droog.
Er waren flinke
hoeveelheden meeuwen aanwezig, vooral Bonaparte's - en
Ring-billed Gulls. De vakantielijst werd opgekrikt door
Slobeend en Krakeend, maar ook door Blauwvleugeltaling
en Amerikaanse Wintertaling. Een groepje Bonte Strandlopers
leek de enige vertegenwoordiging van de steltlopers, maar na enig
zoeken kwamen er ook nog een Killdeer en een Kleine
Geelpootruiter uit. Erg veel spektakel was er echter niet. Het
leukste was eigenlijk nog de Willow Flycatcher die we op zang
konden determineren.
Terug naar Point Pelee dan
maar, waar we stopten bij een klein paadje tegenover de Marsh
Boardwalk. Hier was de actie ineens weer helemaal terug, want de
regen had blijkbaar flink wat vogels naar de grond gebracht. Op de parkeerplaats zagen we de enige Black-throated Green Warbler van de reis. Langs het paadje aan de andere kant van de weg zag ik een Canada Warbler door de struiken glippen, de enige van de
reis. Een tweede mannetje Scarlet Tanager verscheen ten tonele
en die liet zich fotograferen, zij het niet erg welwillend. We vonden
een Great Crested Flycatcher, een Yellow-rumped Warbler
en toen kwam de eerste Bay-breasted Warbler van de reis in
beeld, ook alweer zo'n juweeltje! Ondertussen wemelde het natuurlijk
ook weer van de intussen gewoon geworden soortjes. Een Northern
Parula liet zich zien en een vrouwtje Cape May Warbler was
natuurlijk ontzettend leuk, nadat we gisteren het mannetje hadden
gezien. Ook de Lincoln's Sparrow, die we maar mondjesmaat
zagen, en de Orchard Oriole konden onze waardering wegdragen
en de Warbling Vireo was weer eens een vakantiesoort. We
zouden hem nog regelmatig tegenkomen.
We besloten een nieuwe
trail te gaan lopen, namelijk die door Tilden Woods, waarover ik al
heel wat goeds had gelezen. We liepen eerst door naar het oostelijke
strand en langs die route vonden we onze eerste zekere Tennessee
Warbler, een soort zonder veel kenmerken die we al een paar keer
meenden te hebben gezien, maar net te kort of te weinig. Zowel de
Red-eyed Vireo als de Philadelphia Vireo lieten zich
zien en die kwamen we in het vervolg van de reis regelmatig tegen.
Intussen trok er vanuit het oosten een kille deken van mist over het
land, maar dat kon niet verhinderen dat de door mij zeer gewenste
Grey-cheeked Thrush zich prachtig liet bekijken op het pad, en
hij was alweer een lifer!
We liepen terug en pakten
de andere poot van de trail, waar René, die uitstekend in vorm was,
een prachtig mannetje Hooded Warbler ontdekte, een
zeldzaamheid in Pelee. Het duurde even voordat iedereen de tussen de
takkenbossen sluipende gluiperd had gevonden, maar dat mocht de pret
niet drukken.
We kwamen uit bij een
bruggetje, waar diverse soorten warblers zich zeer tam gedroegen en
zich met enig geduld prachtig lieten fotograferen. Daartussen zat
ineens ook een Black-throated Blue Warbler, een vrouwtje, en
dat was weer een zeer gewilde vakantie- c.q. nieuwe soort. Gelukkig
zouden we ook het prachtig gekleurde mannetje nog regelmatig
tegenkomen. Na ruim een uurtje fotografisch genot liepen we weer
verder en vonden aan het eind van de trail zowel de Carolina Wren
als de House Wren.
Vandaag dineerden we in
een visrestaurantje net buiten het park, want 's avonds moesten we
nog aan de bak Na het eten waren we ruim op tijd aanwezig bij het
begin van de DeLaurier Trail, waar een van de beoogde absolute
knallers van deze vakantie opgehaald moest worden. Geduldig wachtten
we samen met een vijftiental andere vogelaars tot het begon te
schemeren en de eerste Common Nighthawks hoog kwamen
overvliegen. Even later nog een exemplaar, lager, en die leek meer
ter plekke te foerageren. Na nog een tijdje wachten begon onze
doelsoort te roepen. Het geluid kwam van steeds dichterbij en op een
zeker moment zag ik hem ineens in het gras zitten: de illustere
American Woodcock, die torenhoog op onze respectievelijke
verlanglijsten stond! Even later schoot de vogel als een
opwind-speelgoeddiertje de lucht in, waarbij hij een soort ratelend
geluid produceerde met zijn staartveren. Na een tijdje landde hij
weer en liet zich nog een of twee keer zien op het gras. Wat een
sensatie, wat een fantastische waarneming!
Moe, maar uiterst voldaan
reden we in het donker terug naar de Days Inn voor een welverdiende
nachtrust.
Dinsdag 15 mei 2018
Orchard Oriole |
Vannacht goot het van de
lucht en 's morgens vroeg regende het nog altijd, zodat we niet al te
vroeg opstonden. 'Pas' om over zevenen reden we richting Point Pelee,
waar we begonnen met de Woodland Trail, vooral ook omdat een van onze
belangrijkste doelsoorten, de Red-headed Woodpecker, daar gisteren
was waargenomen. We liepen daarom ook de gehele trail af in plaats
van het korte rondje dat we eerder een paar keer hadden gedaan.
Dankzij de regen was er
weer een flinke hoeveelheid aan vogels neergestreken, maar
logischerwijs werd het vinden van vakantiesoorten en/of nieuwe
soorten steeds lastiger. Niettemin vermaakten we ons prima met onder
meer vele tientallen Swainson's Thrushes, die vandaag massaal
in het gebied waren ingevallen, en al die kleurige warblersoorten die
intussen goede bekenden van ons waren geworden. De tweede
Bay-breasted Warbler en Indigo Bunting (alweer een
vrouwtje) van de trip werden met extra veel enthousiasme onthaald,
maar op de eerste vakantiesoort, een klein groepje Cedar Waxwings
moesten we ruim anderhalf uur wachten. Intussen misten we een
Black-billed Cuckoo, die door een vrouw die vlakbij ons stond werd
gezien, helaas langsvliegend. Een baalmomentje, maar niks aan te
doen.
Onze speciale aandacht
voor spechten werd beloond met het vinden van de eerste Red-bellied
Woodpecker van de reis. We zagen hem slechts enkele malen. De
wandeling was lang, maar toch onderhoudend met soorten als (opnieuw)
een Hooded Warbler, Red-eyed - en Philadelphia Vireo
en de tweede Grey-cheeked Thrush van de reis.
Toen zat er ineens een
warblertje voor me op een tak te zingen, dus ik richtte de kijker en
had zowaar een Prothonotary Warbler in beeld! Dit is een zeer
zeldzame soort in Pelee, die we desondanks twee keer tegen het fraaie
lijfje liepen tijdens ons verblijf.
Toen we na een lange
wandeling eindelijk weer bij het Visitor Center arriveerden gingen we
eerst maar eens aan de koffie met bird seed cookie en/of een hotdog
(dat weet ik niet meer precies). In ieder geval constateerden we
tijdens deze pauze dat behalve Common Grackles en Red-winged
Blackbirds ook enkele Brown-headed Cowbirds de grasveldjes
met picknicktafels afschuimden op zoek naar iets eetbaars, en die was
weer een vakantiesoort. Een van de zeer weinige Yellow-bellied Flycatchers bevond zich rond het Visitor Center en liet zich door mij fotograferen.
Na de lunch deden we nog
een rondje Tilden Woods, nog altijd in het kader van onze speurtocht
naar de Red-headed Woodpecker, maar ook hier kwam hij er niet uit.
Wel gingen we nog even lekker warblertjes fotograferen op het
bruggetje en daarbij werden we door een andere vogelaar gewezen op
een fraaie Wilson's Warbler. Zelf vonden we de eerste Eastern
Wood-Pewee voor de reis, en die zouden we nog vaker tegenkomen.
Een Eastern Bluebird was een aangename verrassing, want die
hadden we eigenlijk alleen in Carden Alvar verwacht.
We besloten op zoek te
gaan naar de zogenaamde Onion Fields, die een uitstekende plek voor
steltlopers zouden zijn volgens een van onze folders. Vreemd genoeg
was dit gebied echter met geen mogelijkheid te vinden, ook niet toen
we er aan alle kanten zo'n beetje omheen gereden moesten zijn. Onze
zoektocht leverde wel een Solitary Sandpiper en een
Amerikaanse Oeverloper op, en ook een groepje overvliegende
Sandhill Cranes, en als leuke vakantiesoort de enige twee
American Cliff Swallows van de reis, maar die uienvelden
bleven voor ons verborgen. Velden genoeg, daar niet van, maar nergens
velden met steltlopers erop.
Dan maar weer even langs
Hillman Marsh, misschien dat we daar de vakantielijst nog konden
aanvullen. Dat lukte wel, want deze keer was er flink wat
Zilverplevieren aanwezig en ook een stel Short-billed
Dowitchers. Er foerageerde een Sandhill Crane en ook de Willow Flycatcher was er nog, maar
verder kwam er niet veel (nieuws) uit. Wel fotografeerde ik mijn
eerste vlinder van de reis, een witje, en dat bleek bij thuiskomst de
Mustard White te betreffen.
We reden nog even naar
Pelee en checkten daar de struiken van West Beach op de aanwezigheid
van Yellow-breasted Chat, maar die was onvindbaar. Wel vonden we hier
opnieuw een vlinder, de Monarch nog wel, want het was intussen
best lekker weertje geworden. Ook zagen we nog een Field Sparrow,
maar daarmee hield het wel zo'n beetje op.
Om een uur of zeven
hielden we het voor gezien voor vandaag. Op de terugweg renden er
zoals gebruikelijk Eastern Grey Squirrels over de weg, die
hier vreemd genoeg vooral zwart gekleurd waren. Enkele keren zagen we
's morgens vroeg ook een White-tailed Deer de bosjes in
springen.
Woensdag 16 mei 2018
Yellow-bellied Sapsucker |
Het was vannacht droog en
helder weer, en voor de komende dagen werd veel zon voorspeld. Dat is
op zich lekker natuurlijk, maar voor de vogelstand in Pelee was het
minder, en dat zouden we vandaag goed merken. Regen brengt de
trekvogels naar de grond, en nu het mooi weer was geworden, was er
heel veel weggetrokken en weinig gearriveerd. De hoeveelheid
aanwezige vogels was dan ook geen schim van wat die de voorafgaande
dagen was.
We begonnen vandaag op het
Cactus Trail, een plek die volgens een van de vogelaars die we
spraken een van de beste zou zijn voor Red-headed Woodpecker en ook
de Yellow-breasted Chat moest hier goed te doen zijn. Het was een
mooie plek, halfopen en overzichtelijk, en we zagen er leuke dingen.
Een Brown Thrasher
bijvoorbeeld was een onverwachte voor deze locatie, een zingende
Carolina Wren erg leuk en baltsende Brown-headed Cowbirds
onderhoudend. Veery, Orchard Oriole, Northern
Cardinal, Rose-breasted Grosbeak: allemaal leuke en mooie
soorten waaraan we zo onderhand gewend waren geraakt. Maar het duurde
een tijd voordat er een vakantiesoort uitkwam: de enige
Yellow-throated Vireo van de reis. Een nestholte uithakkend
stel Northern Flickers zorgden voor fotografisch genot. Ook
twee Eastern Bluebirds
bleken op de Cactus Fields aanwezig te zijn en een House
Wren bij zijn nestholletje was ook erg leuk.
Maar van de Red-headed
Woodpecker geen spoor.
Eerst maar koffie dan, en
daarna een uitstapje naar de punt, waar vandaag bitter weinig te
beleven was, behalve flinke groepen overtrekkende Blue Jays,
een bijzonder gezicht.
We checkten het
waarnemingenbord in het Visitor Center en zagen dat er een
Worm-eating Warbler was gezien bij de eerste stop van het treintje,
aan een van de uiteinden van het Woodland Trail. Dus namen we het
treintje naar stop 1, maar ter plekke aangekomen bleek al snel de
hopeloosheid van deze onderneming: een paar zoekende vogelaars en een
enorme hoeveelheid bomen. Niet het clubje gericht kijkende mensen
waarop we hadden gehoopt. Kansloos, besloten we, en we begonnen de
trail maar af te lopen in de hoop op die woodpecker of iets anders
leuks. Het hoogtepunt van deze wandeling was een Northern
Waterthrush, een gluiperige soort waarop we niet direct hadden
gerekend. Maar hij liet zich mooi zien, en later vandaag zag ik er
zelfs nog eentje bij het bruggetje in Tilden Woods. Deze gave soort
was moeiteloos het hoogtepunt van deze dag.
Andere leukerds waren nog
de tweede Bald Eagle van de reis, die meeliftte met een groep
Turkey Vultures, en de Wilson's Warbler die op de foto
ging bij het bruggetje in Tilden Woods. En vanaf het piertje waar we
eerder de Blackpoll Warbler hadden, was nu een groepje van zes
Knobbelzwanen te zien.
Maar verder gebeurde er
niet veel. Deze 16e mei ging dan ook de boeken in als de minst
opwindende dag van de vakantie.
Donderdag 17 mei 2018
American Yellow Warbler |
De laatste volle
(vogel)dag van onze vakantie was alweer aangebroken en dus besloten
we er nog een keer keihard voor te gaan, ondanks dat het ook vandaag
weer helder en droog weer was en de verwachtingen - gezien de
ervaringen van gisteren - niet al te hoog gespannen waren.
Toch zou het een spannend
dagje worden.
We gingen direct naar de
punt en daar begon de dag al leuk met fotografeerbare Middelste
Zaagbekken, Ringsnavel- en Kleine Kokmeeuwen die op
het zuidelijkste puntje van Canada rondhingen. Daar besteedden we
enige tijd aan, mede omdat het met de zangertjes weer niet echt druk
leek. Wel was er opnieuw flinke trek van onder meer Blue Jays
en Common Grackles.
Net toen we besloten weer
een stukje te gaan lopen, ontstond er enige opwinding: er zou een
'magpie' in aantocht zijn. We liepen dus weer terug naar de punt,
waar we vrij uitzicht hadden, en wachtten af. En inderdaad, na enkele
minuten vloog er ineens een Black-billed Magpie boven ons! De
soort is een dwaalgast in deze streken en werd daarom door enkele
tientallen vogelaars met groot enthousiasme en gejuich onthaald. Dat
was wel even een vreemde gewaarwording, zoveel opwinding om een
simpele ekster, ook al is het dan een andere soort dan die van ons in
Europa! De vogel zorgde in ieder geval voor een grappig tafereel en
was voor mijn metgezellen ook nog eens een nieuwe soort.
Nou, dat was alweer meer
dan we hadden verwacht. We bleven nog wat rondhangen op de punt,
fotografeerden wat meeuwenspul, zagen een Grote Mantelmeeuw
voor de vakantielijst en wilden weer verder lopen, toen ik een
gesprekje opving waaruit ik opmaakte dat er een Yellow-billed
Cuckoo zat aan te komen. Terug naar de punt dus maar weer en
jawel, ineens zagen Koert en René hem vliegen, terwijl ik net werd
afgeleid door een mevrouw die iets over sterns vroeg, waardoor ik de
vogel miste. Maar gelukkig kwam het toch nog goed, want even later
werd de vogel teruggevonden in een boom en kon ik hem ook nog even
zien. Zo! Blijkbaar werd het toch niet de rustige dag die we hadden
gevreesd dat het zou worden en dat was goed nieuws.
We dwaalden nog wat rond
op de punt, maar veel kwam er niet meer uit, dus namen we het
treintje terug en dronken koffie bij het Visitor Center. Daarna
begaven we ons weer op de Cactus Trail, in een volgende - tot
mislukken gedoemde - poging op die vermaledijde Red-headed
Woodpecker.
Terwijl we naar de auto
liepen zagen we een Atalanta, en eenmaal op de trail kwamen er
ongeveer dezelfde dingen als gisteren uit, met de aantekening dat er
vandaag ook een Zwarte Stern kwam overvliegen, dat er een
Five-striped Skink tegen een boom zat en dat ik een blauwtje
fotografeerde dat bij thuiskomst de Eastern Tailed Blue bleek
te zijn. Toen we weer bijna bij het begin waren, werden we door twee
andere vogelaars echter geattendeerd op het feit dat er vlak voor ons
een vrouwtje Prothonotary Warbler in een kaal boompje zat, dat
zich gaarne wilde laten vastleggen op de gevoelige plaat. Zo, dat was
zeldzaamheid nummer drie alweer voor vandaag. Wat zou er nog volgen?
We reden terug naar het
Visitor Center voor een welverdiende hotdog met koffie. Ik checkte
het waarnemingenbord en zag tot mijn grote verrassing dat er op de
punt een Kirtland's Warbler was gezien, een van de allerzeldzaamste
vogels van Noord-Amerika en een echte hoofdprijs in Point Pelee, een
soort die ieder jaar weliswaar een- of tweemaal wordt gezien, maar
ja, daar moet je dan wel net bij zijn.
We hoefden er niet lang
over na te denken en sprongen weer op de trein richting de punt en
daar aangekomen liepen we het paadje naar het noorden in waarlangs de
vogel zou zijn gezien. Na een tijdje lopen maakte het pad een bochtje
en daar stonden twee vogelaars die ons erop wezen dat de Kirtland's
Warbler steeds terugkwam op deze plek, En ja, na enkele seconden
had ik hem al in beeld en vervolgens gaf de vogel (een vrouwtje) een
complete show voor ons weg, waarbij hij vaak tot op zeer korte
afstand te zien was en (weliswaar met enige moeite) leuk te
fotograferen was. Hallelujah! Wat een fantastische lifer was dit!
Het was intussen knap warm
geworden en het was verder rustig met de vogels, zodat we een pauze
op de motelkamer inlasten. Op weg daarnaartoe vlogen er nog vier
Sandhill Cranes over.
Aan het eind van de middag
besloten we Hillman Marsh nog eens te bezoeken, omdat we hadden
gehoord dat het licht daar in de namiddag het beste was. En dat
klopte ook. Bovendien had de Marsh vandaag heel wat meer te bieden
dan de vorige keren dat we er waren. Zo zwommen er twee Trumpeter
Swans op het water, de soort waarvoor we in eerste instantie naar
dit gebied waren getrokken. Er waren deze keer behalve Lesser -,
ook Greater Yellowlegs aanwezig, die ook nog eens fotografisch
konden worden vastgelegd. Genieten was het ook van de Grote
Franjepoot die enige tijd aanwezig was en die een leuke
aanvulling op de vakantielijst was. En ten slotte wist ik nog een
Forster's Stern te fotograferen, een soort die door Koert en
René al eerder was gezien.
Daarmee eindigde onze
laatste volle vogeldag met een onverwacht aantal zware soorten in de
pocket.
Vrijdag 18 mei 2018
Wild Turkey |
We hadden een lange reis
te maken, vandaag. Het was zeker vier uur rijden naar Toronto, waar
we de auto moesten inleveren en waar we drie uur van tevoren geacht
werden aanwezig te zijn. Dan nog een uurtje of zeven vliegen naar
Schiphol, vanwaar ik nog een uur of anderhalf met de trein naar
Leerdam moest. We besloten om vroeg op te staan, zodat we in het
vliegtuig misschien zo moe waren dat we konden slapen en trouwens,
wie weet wat zo'n laatste paar uurtjes nog zouden opbrengen.
Niet bijster veel, zo
bleek al snel. Het waaide vandaag stevig, en op de punt was weinig te
beleven, behalve dan twee Amerikaanse Oeverlopers en een
IJsduiker. Bij een ultieme poging om de Northern Cardinal
fraai op de foto te krijgen, begaf mijn fototoestel het. Dat was een
ontzettend baalmoment, maar ik realiseerde me al snel dat ik van
geluk mocht spreken dat het ding nu pas de geest gaf, en niet al in
het begin van de vakantie.
We namen het treintje
terug om nog eenmaal een poging te doen op de Red-headed Woodpecker
langs de Cactus Trail, maar ook die poging was vergeefs. We zullen
nog een keer terug moeten voor die specht. En trouwens ook voor de
Black-billed Cuckoo, de Cerulean Warbler en nog een paar van die
types waarnaar we vergeefs hebben uitgekeken.
Enfin, we zagen langs de
Cactus Trail nog een paar leuke en mooie soorten, zoals de
Rose-breasted Grosbeak, een man Scarlet Tanager, de
Eastern Towhee, de Eastern Bluebird, Blue Jay en
Lincoln's Sparrow.
Daarna was het tijd om de
spullen te gaan inpakken, de lange rit naar Toronto te maken en de
auto in te leveren. We waren veel te vroeg op het vliegveld, en voor
we konden inchecken moesten we nog een paar uur wachten. Daarna bleek
ook het vliegtuig nog ruim een uur vertraging te hebben, en eenmaal
bij de bagageband op Schiphol, op
Zaterdag
19 mei 2018
stonden we daar ook nog
eens een uur vanwege een technische storing aan het bagagesysteem.
Maar goed, uiteindelijk
kwamen we toch thuis, na een fantastische reis door prachtige
gebieden en met schitterende vogels die vaak ook nog totaal niet
schuw waren. Ik zou er zo nog een keer naartoe gaan.
Jan Zwaaneveld, 25 mei
2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten