Keizersmantel |
Bij het verslag is een selectie van mijn foto's geplaatst. Al mijn 283 foto's kun je zien in mijn Flickr-album achter deze link.
Zondag 12 juli 2015: Amsterdam-Wenen-Lopenik
Al om kwart voor
vijf in de morgen werd de groep waarmee ik naar Tjechië en Slowakije zou reizen
op Schiphol verwacht. Op zo'n onchristelijk uur hoef je hier in Leerdam geen
trein te verwachten, dus had ik een taxi geregeld die keurig volgens afspraak
om 04:00 uur voor de deur stond. Natuurlijk had ik niet echt geweldig geslapen,
maar toen ik eenmaal op Schiphol stond kreeg het vakantiegevoel de overhand en
begon ik me echt te verheugen op de week die komen ging.
Ons reisgezelschap
bestond uit negen deelnemers, te weten Dicky Schouten, Joop Versteegen, Hans
Schinkel, Ellen Kerkhof, Dick van Houwelingen, Fred Hoorn, Paul Vervaet, Jan
van Duinen en ondergetekende; plus Paul Cools, onze gids vanuit Inezia Tours. De
lokale gidsen heetten Marek en Martin en de uitstekende chauffeur van onze
riante bus luisterde naar de naam Pavel.
Na het
gebruikelijke luchthavengedoe vertrokken we om 06:50 uur, precies op schema,
met onze KLM-vlucht naar Wenen. Na een kort vluchtje van nog geen anderhalf uur
arriveerden we in de hoofdstad van Oostenrijk, en voor we het wisten zaten we
in onze bus en gingen we op weg naar ons eerste doelgebied: een
NAVO-oefenterrein bij Malacky in Slowakije.
Adippevlinder |
Onderweg keken we
natuurlijk uit het raam of er misschien leuke vogelsoorten te zien waren, en
die waren er in de vorm van onder meer Bonte
Kraai, een groepje Bijeneters en
meerdere Ooievaars.
Toen de bus
stilhield bij het te bezoeken gebied kon het genieten echt beginnen. De eerste
vlinder die ik zag was een prachtige Koningspage
en vele Dambordjes vlogen rond.
Soorten die ook in Nederland gewoon zijn vonden we eveneens, in de vorm van Koevinkje, Kleine Vuurvlinder, Groot
Dikkopje, Heivlinder en Citroenvlinder.
We fotografeerden
een vlinder die we ter plekke aanzagen voor Heivlinder, maar die bij thuiskomst
na bestudering van de foto's een Kleine
Boswachter bleek te zijn, met terugwerkende kracht mijn eerste nieuwe
soort!
Het gebied bestond
uit een afwisseling van struikgewas, bomengroepjes, stuifzand en waterplasjes. Al
snel vonden we de eerste Bosparelmoervlinder,
die we vaak zagen tijdens deze reis. Ook de Bruine Vuurvlinder passeerde de revue, maar die was een stuk minder
talrijk.
Atalanta |
Bij de watertjes
waren veel libellen te zien, dus concentreerde ik me ook daarop. Dat leverde
mijn eerste twee nieuwe soorten van de reis op, in de vorm van enkele Witpuntoeverlibellen en Gaffelwaterjuffers. Maar ook soorten
als Bloedrode Heidelibel, Grote Keizerlibel, Weidebeekjuffer, Azuurwaterjuffer,
Platbuik, Tengere Grasjuffer en Bruine
Korenbout werden gezien, zodat de libellenlijst gestaag groeide.
Qua vogels waren er
onder meer Grauwe Klauwier, zingende
Zomertortels, Bijeneters, Boomleeuwerik, Kuifmees en Kleine Plevier
aanwezig.
Van de vlinders
kwamen Toortsparelmoervlinder en Spiegeldikkopje (waarvan we deze reis
veel exemplaren zagen) de lijst nog opvrolijken voordat we op weg gingen naar
ons eerste hotel. Dat lag in het plaatsje Lopenik, in de Witte Karpaten in
Tjechië, en heette Monte Lope.
Witpuntoeverlibel |
Bij aankomst
leverden een stel bloeiende ligusters een hele massa tuinvlinders op als Kleine Vos, Dagpauwoog, Distelvlinder,
Bruin Zandoogje, Groot Koolwitje en Atalanta.
Ik maakte een
wandelingetje rond het hotel en hoorde zingende Geelgorzen. Van de vlinders vond ik de eerste van vele Boswitjes, Geelsprietdikkopjes, een Kolibrievlinder
en als hoogtepunt mijn tweede nieuwe vlindersoort van de reis: een Zwart Blauwtje! Later bleek deze soort
heel gewoon te zijn rond ons hotel.
Verderop in de
middag vertrokken we naar een gebied genaamd Zlinsky Kraj, ook in Tjechië. Vogelgewijs
was het hier genieten van zingende Wielewalen,
die ook fraai in de kijker kwamen, een roepende Kwartel en idem Kleine Bonte
Specht.
Naar vlinders moest
hier goed gezocht worden in de hoge vegetatie en het was een heel geklauter in
het steile gebied, maar er kwamen toch een paar soortjes tevoorschijn, zoals Hooibeestje, Gele Luzernevlinder, Bruin
Dikkopje, Oogvlek-Sint-Jansvlinder
en tenslotte, als hoogtepunt, vier nieuwe soorten op rij voor mij, te weten Akkerparelmoervlinder, Gentiaanblauwtje, Getand Blauwtje en Kalkgraslanddikkopje.
En zo was dag 1 van
de reis alvast een productieve geworden.
Adippevlinder |
Maandag 13 juli 2015: Witte Karpaten
Om zes uur 's
morgens stond het fanatiekste deel van de groep alweer buiten. De bedoeling was
om op een weitje hoger op de berg vlinders te gaan zoeken, maar het weer was somber
en na een kwartiertje lopen begon het te regenen. Intussen hadden we al wel een
paar leuke vogelsoorten waargenomen, waaronder Grauwe Klauwier, Appelvink en Grote Gele Kwikstaart. Maar het weer was zodanig dat het geen zin
had om verder te gaan en dus keerden we onverrichterzake terug naar het hotel.
Geelgors |
Na het ontbijt
vertrokken we naar een weidegebiedje in Tjechië genaamd Jihomoravsky Kraj. Het
zag er leuk uit maar het was nog steeds druilerig weer en de vegetatie was erg nat,
zodat we aanvankelijk weinig vlinders vonden. Gelukkig kwam later af en toe de
zon erbij en toen begon er wat meer te vliegen. We voegden Esparcetteblauwtje, Dubbelstipparelmoervlinder,
Wegedoornpage (een nieuwe soort voor
mij), Bont Zandoogje en Witbandzandoog aan de vlinderlijst toe.
Leuk waren de Wrattenbijters en Europese Bidsprinkhanen, die allebei
algemeen waren. Op libellengebied voegde ik nog de Blauwe Breedscheenjuffer toe, een soort die anderen al eerder
hadden gezien.
's Middags brachten
we veel tijd door in een gebied dat Knezdubsky Haj heette en ook in Tjechië lag
(we zaten op de grens van Tjechië en Slowakije, zodat ik bij ieder gebied maar
even vermeld in welk land het ligt). Hoewel we erg ons best deden en het gebied
fraai was, kwam er vanwege het matige weer toch niet zo heel veel uit.
Donker Pimpernelblauwtje |
Wel vonden we de
eerste Heideblauwtjes en Zwartsprietdikkopjes, terwijl de Purperstreepparelmoervlinder een nieuwe
soort voor mij was. Een prachtig vers mannetje Morgenrood bracht veel enthousiasme teweeg in de groep en ook het Roodstreephooibeestje
was leuk.
Qua vogels
vermaakten we ons met een zingende Grauwe
Gors, idem Wielewalen en aan het eind van de middag een Middelste Bonte Specht die zich
geweldig mooi liet zien.
's Avonds genoten
we weer van een uitstekende maaltijd en de harde bedden in Hotel Monte Lope
sliepen onverwacht goed.
Lathyruszwever |
Dinsdag 14 juli 2015: Witte Karpaten
Vanaf vandaag
knapte het weer zienderogen op, en dat was te merken aan het aantal waargenomen
vlindersoorten. Maar 's morgens vroeg was het nog druilerig weer. Desondanks
besloot ik een stukje te gaan wandelen in een poging om mijn vogellijst wat op
te krikken. Per slot van rekening kwamen er hier nog een stuk of zes nieuwe
soorten voor mijn lifelist voor!
Het werd een erg
leuke wandeling. Ik kwam twee paar Grauwe Klauwier met uitgevlogen jongen
tegen. Twee Wespendieven vlogen al
boven de heuvels. Het hoogtepunt was een fraaie Grijskopspecht die zich minutenlang liet bewonderen tegen een boom.
Ook Middelste Bonte Specht en IJsvogel
lieten zich horen respectievelijk zien.
Morgenrood |
Intussen was er
vlakbij het hotel in de berm een Donker
Pimpernelblauwtje gevonden, en dat was meteen al een vlinderhoogtepunt. Het
diertje liet zich door de hele groep prachtig fotograferen en was voor mij een
nieuwe soort.
Na het ontbijt zetten
we voor het eerst na de dag van aankomst koers naar Slowakije. We waren net
vertrokken toen we vanuit de bus een prachtige Zwarte Ooievaar zagen vliegen, een mooie aanwinst voor de
vogellijst.
We bezochten
vandaag twee gebieden in de streek die wordt aangeduid met de nogal cryptische
naam Nove Mesto nad Vahom. Bij aankomst in het eerste weidegebiedje, waar we
hoopten de zeldzame Bremvlinder te scoren, zat er direct alweer een nieuwe
soort voor mij klaar: de Blauwoogvlinder!
Andere aanwinsten voor de triplist waren Icarusblauwtje,
Eikenpage en Klein Geaderd Witje, terwijl het Gentiaanblauwtje in aardig aantal
aanwezig was en we ook eitjes van deze soort vonden.
De Bremvlinder kwam
er echter niet uit.
Grote Weerschijnvlinder |
's Middags reden we
naar het tweede gebied, en daar begon de zon eindelijk goed te schijnen en
kwamen de vlinders helemaal los. We stonden net met het lunchpakket in onze
handen toen twee nieuwe soorten (voor mij) al mijn aandacht opeisten: het Oostelijk Staartblauwtje en het Dwergblauwtje. Het miechelde van de
blauwtjes op het pad, en toen we het gebied in liepen voegden we
achtereenvolgens het Hooibeestje,
een zingende Europese Kanarie,
enkele nieuwe sprinkhaansoorten waaronder Kleine
Goudsprinkhaan en Oostelijke
Struiksprinkhaan en twee Zygaena-soorten, te weten Oogvlek-Sintjansvlinder en Zygaena
purpuralis aan de lijst toe.
Een nieuwe soort
voor mij was de endemische Polyommatus slovacus, die tegenwoordig meestal als
vorm van het Bleek Blauwtje wordt
beschouwd. Niet getreurd, want het Bleek Blauwtje was ook nog een nieuwe soort
voor mij. Het was sowieso een uitstekende blauwtjesdag, want even later kon ik
het Kroonkruidblauwtje aan mijn
lijst toevoegen.
Vuurlibel |
We brachten veel
tijd door op een uitgestrekt veld met lage begroeiing en aan de randen bos en
struiken. Hier fotografeerden we onder meer Koningspage, Gele Luzernevlinder, Braamparelmoervlinder en Keizersmantel, terwijl ook Koninginnenpage, Landkaartje, Klein Koolwitje,
Gehakkelde Aurelia, Bruin Blauwtje, Tweekleurige Parelmoervlinder en Dwergdikkopje de vlinderlijst kwamen opvrolijken.
En zo werd het een
heerlijke middag, die nog een mooie toegift kende, omdat we 's avonds op het
weitje bij het hotel, waar we eerder het Donker Pimpernelblauwtje vonden, nu
ook het 'gewone' Pimpernelblauwtje
aantroffen.
Gele Luzernevlinder |
Woensdag 15 juli 2015: van Lopenik naar de Hoge Tatra
Vanmorgen vroeg gingen
we op het weitje bij het hotel nog een keer pimpernelblauwtjes fotograferen,
hetgeen prima lukte. Al doende konden we op vogelgebied Veldleeuwerik, Goudvink
en Kruisbek toevoegen en ook het
Zwart Blauwtje ging vele malen op de foto.
Na het ontbijt
laadden we de koffers in de bus en vertrokken naar de Hoge Tatra, onze volgende
bestemming.
De eerste stop was
bij een rotsachtige kalksteenhelling in de buurt van Ilava, waar de Apollovlinder zou voorkomen. Hoewel het
tegen het einde van de vliegtijd liep voor deze soort, vlogen er nog
verschillende, vaak zwaar gehavende exemplaren rond. Een tweede toppertje in
dit gebied was het Tijmblauwtje, alweer
een nieuwe soort voor mij, waarvan er meerdere exemplaren aanwezig waren. Ook
fotografeerde ik nog een grotere parelmoervlinder, die bij bestudering van de
foto's een Adippevlinder bleek te
zijn, en ook die was nieuw voor mijn vlinderlifelist.
Grote Vuurvlinder |
's Middags brachten
we nogal wat tijd door in een weide-/bosgebiedje bij Ruzomberok, maar veel
nieuws kwam er niet uit. Het was zoals gewoonlijk een hele klauterpartij naar
boven en eenmaal daar dreigde het te gaan regenen, maar na een tijdje kwam toch
de zon erbij en begonnen de vlinders te vliegen.
Mijn enige nieuwe
soort hier was de Boserebia, die
zich mooi liet zien omdat hij steeds op Paul landde en niet bij hem was weg te
slaan. De Rotsvlinder was nog een
toevoeging op de vakantielijst en toen ik later in de middag in m'n eentje naar
beneden liep, zag ik twee Edelherten
langs de bosrand lopen.
Daarna reden we
naar ons prachtige hotel in het wintersportdorpje Zdiar, genaamd Pension
Viktoria, waar we heerlijk sliepen en waar het eten verrukkelijk was.
Kalkgraslanddikkopje |
Donderdag 16 juli 2015: Hoge Tatra
Het plan was om om
zes uur vanmorgen vlinders te gaan zoeken in een nabij gelegen weitje, maar de
praktijk was dat zo'n beetje alle weitjes in de omgeving waren gemaaid, de zon
nog niet boven de bergen uit was gerezen en er zodoende verrekte weinig te zien
was. Met uitzondering dan van een paar overvliegende Raven en een Kramsvogel
in de tuin tegenover ons hotel.
Na het ontbijt
vertrokken we naar het Nationaal Park Tatransky,waar we volgens het reisschema
een voettocht van 10 à 15 kilometer bergop en weer bergaf zouden moeten
volbrengen, maar gezien het feit dat alleen bergop al een uur of drie doorwandelen
in beslag zou nemen, zagen we daar maar van af. We gingen gewoon rustig lopend
en al fotograferend de berg op, en hoewel we hoge verwachtingen hadden van dit
gebied en ook het weer begon mee te zitten, viel de opbrengst toch wat tegen.
Oké, een roepende Notenkraker was
aardig voor de vogellijst, maar nog aardiger was het geweest als we het beest
ook hadden gezien.
Koninginnenpage |
Qua vlinders was
het Berg Geaderd Witje het
hoogtepunt, want een nieuwe soort, en hetzelfde gold voor de Rode Vuurvlinder. Verder fotografeerden
we veel erebia's, die er af en toe heel anders uitzagen, maar degenen die ik op
de gevoelige plaat had vastgelegd bleken achteraf toch allemaal Boserebia's te
zijn, een soort die zeer variabel is.
Erg leuk waren de
twee mannetjes Oranjetipje die we
tegenkwamen, zeker de laatste die wij (inclusief onze lokale gidsen) ooit
zagen.
De temperatuur
begon intussen aardig te stijgen. We lunchten bij de bus en daarna reden we
naar een gebiedje bij Kezmarok. Hier gingen de vlindersluizen helemaal open. Binnen
een omheininkje stonden een paar varkens/wilde zwijnen en daarbij vloog een Kleine Weerschijnvlinder, die af en toe
op een varkentje ging zitten, en daarmee had ik afgerekend met mijn
gebruikelijke weerschijnvlinderpech.
Lantaarntjes |
Een Grote Parelmoervlinder liet zich zien, even
later gevolgd door een Woudparelmoervlinder,
die weer een nieuwe soort voor me was. We zagen vandaag ook wat orchideeën,
zoals de Moeraswespenorchis en de
endemische Karels Scepter.
Een volgend
hoogtepunt werd gevormd door mijn eerste Grote
Vuurvlinder, die op een aardig afstandje in het riet hing en te zien was
vanaf een boardwalk, maar dat zou later nog helemaal goed komen.
Er stapten zes
Ooievaars rond in het gebied, waarvan er één een Mol ving, en een Levendbarende
Hagedis in blijde verwachting zat stilletjes op de boardwalk te hopen dat
we hem niet zagen, maar werd desondanks door ons opgemerkt.
Roodstreephooibeestje |
Toen we terug naar
de bus liepen, vlogen er ineens enkele Kleine
IJsvogelvlinders om ons heen en toen riep Martin ons, want… er zat een
pracht van een Grote Weerschijnvlinder
op het pad! En die bleef er zitten en trok zich niets aan van het hele stel
verlekkerde fotografen dat hem op de korrel nam.
Zo kwam deze dag
tot een spetterend einde.
's Avonds kregen
degenen die een omelet hadden besteld voor het diner een fantastisch gerecht
dat meer op een supertoetje leek, met ijs en allemaal heerlijke vruchten, dan op
iets met ei.
Na het diner
probeerden we met een klein groepje nog de Tatra-ondersoort van de Gems te zien
te krijgen op een punt waar je goed uitzicht op de hoogste bergen uit het
gebied had. Maar helaas, hoewel we enkele Edelherten zagen en een Ree hoorden, bleven de Gemzen voor ons
verborgen.
Witgezoomd Spikkeldikkopje |
Vrijdag 17 juli 2015: van Zdiar naar de Slowaakse
Karst
Vandaag vertrokken
we alweer uit Zdiar om koers te zetten naar de Slowaakse Karst. Omdat we
gisteren hadden gezien dat het niet veel zin had om 's morgens vroeg op te
staan, sliepen we lekker uit. Na het ontbijt laadden we de koffers in en gingen
rijden.
Onderweg stopten we
bij een natuurreservaat genaamd Slovensky Raj. Hier waren we maar juist op
tijd, want maar liefst drie maaimachines waren bezig het gebied van zijn
bloemenpracht te ontdoen. Gelukkig bleef er nog genoeg staan voor ons om een paar
aangename vlinderuurtjes te beleven. Buiten een groot aantal soorten dat al op
de lijst stond, vonden we onder meer het Klaverblauwtje,
de Kleine Parelmoervlinder en de Violette Vuurvlinder als nieuwe soorten
voor de triplist. De Grote Vuurvlinder liet zich hier een stuk beter zien en
fotograferen dan gisteren.
Zygaena purpuralis |
Het Turkooisblauwtje was weer eens een
nieuwe soort voor mij, en ik geloof dat hij dat voor de meeste deelnemers was. Toen
de eerste nieuwe eenmaal was gevonden, volgden er meer. Het Bretons Spikkeldikkopje bijvoorbeeld,
dat ik vorig jaar in Bulgarije had gemist, maar dat nu op de foto ging. Dat
lukte helaas niet met de Steppeparelmoervlinder,
maar die was wel een nieuwe voor mijn lifelist.
Ook de Rode
Vuurvlinder werd weer gezien, en Paul deed erg zijn best om voor mij een Staartblauwtje te vinden, wat
uiteindelijk lukte.
Een klapper op
vogelgebied was de Kwartelkoning,
die ik tijdens de lunch open en bloot over het pad zag lopen en die ook door
enkele andere deelnemers nog kon worden gezien.
We reden verder en
maakten opnieuw een stop bij een kloof waar we voor de verandering maar een
klein stukje hoefden te lopen om massa's vlinders te zien. Het gebiedje maakte
deel uit van Nationaal Park Slovensky Kras en de meest opvallende
vlinderverschijningen waren er de zwevers. De Spireazwever was de meest talrijke, maar ook de Kleine
IJsvogelvlinder en de door mij zeer gewenste Lathyruszwever lieten zich zien en fotograferen.
Zwart Blauwtje |
Erg leuk was ook
het Vetkruidblauwtje, en nog leuker
(want een nieuwe soort voor mij) was de Iepenpage
die nu eens niet hoog in de bomen, maar op de grond zat.
Een Bosbeekjuffer liet zich gewillig
fotograferen, en een Grote Boswachter
landde op mijn rug, zodat de hele groep behalve ondergetekende hem op de
gevoelige plaat kon vastleggen. We voegden ook nog het Boomblauwtje aan de triplist toe en daarna zetten we koers naar ons
hotel in Koicky, waar de hemel al aan het betrekken was en het in de verte weerlichtte
ten teken van een naderend onweer.
Maar zie, ook nadat
we de koffers in de kamers hadden opgeborgen was het nog droog en met een
aantal mensen liepen we het veld tegenover het hotel op naar het fraaie meer
dat daarachter lag. Er zaten wat vogels, zoals Grote Zilverreiger, veel Bruine
Kiekendieven, twee Oeverlopers,
een IJsvogel, een Kleine Karekiet en
een zingende Snor.
Ook waren er tot
mijn grote vreugde libellen te vinden, in de vorm van Lantaarntje, Grote Keizerlibel, Gaffelwaterjuffer en Zuidelijke Keizerlibel. Dat beloofde
wat voor morgen!
Purperstreepparelmoervlinder |
Zaterdag 18 juli 2015: Slowaakse Karst met een
uitstapje naar Hongarije
Het slapen was niet
geweldig gegaan vannacht, om het maar diplomatiek uit te drukken. De hitte (het
kwik liep deze laatste vakantiedagen op tot zo'n 36 graden) in combinatie met de
afwezigheid van een afdoende airco in het hotel waren daar debet aan.
Met een klein
groepje stonden we vanmorgen om zes uur aan de start. We moesten weer een
steile berg beklimmen, hetgeen enige moeite kostte, maar het moet gezegd dat de
klim de moeite waard was.
Martin wees ons het
zeldzame, endemische plantje Turna
Golden Drop aan, dat natuurlijk op de foto ging. Omdat het aanvankelijk nog
wat mistig was, maakte ik van de gelegenheid gebruik om wat andere mooie
bergplantjes te fotograferen, want hoewel de vlinders de meeste aandacht
opeisten, was dit ook een plantenreis.
Koningspage |
Toen het wat
opwarmde werd de ene na de andere vlinder ontdekt, waaronder veel
Turkooisblauwtjes, een schitterende Koninginnenpage en als nieuwe soort meldde
zich het Witgezoomd Spikkeldikkopje.
Nieuw voor de vakantielijst waren ook de Bruine
Winterjuffer en de Spaanse Vlag,
die we op de terugweg ontdekten.
Na het ontbijt
liepen we nog snel even het veld op, want daar waren mooie verse Grote Vuurvlinders
gevonden. Die gingen dus op de foto, en tevens vond ik een mannetje Zwervende Heidelibel en meerdere
Witpuntoeverlibellen.
Rond tien uur reden
we door Hongarije (het was aanvankelijk de bedoeling om in Hongarije te gaan
vlinderen, maar vanwege het hete weer werd het programma ietwat omgegooid), ons
vierde land van deze reis, weer Slowakije in naar de Domica Caves. Boven de
grotten was een veldje waar je ook af en toe onder de bomen in de schaduw kon
staan en wat leuke soorten en foto's opleverde en nog een reptielensoort in de
vorm van een Oostelijke Smaragdhagedis.
Op het heetst van
de dag maakten we een rondwandeling door de druipsteengrotten, waar het lekker
koel was en wat ik toch wel een mooie belevenis vond.
Daarna reden we
terug naar het hotel, waar het inmiddels regende en onweerde. 's Avonds gingen
we nog even het veld op en vonden onder meer Tengere Grasjuffer, Watersnuffels, Gewone Pantserjuffer en als hoogtepunt een Knoopkruidparelmoervlinder die zich uitgebreid liet fotograferen.
Spiegeldikkopje |
Zondag 19 juli 2015: Koicky – Wenen – Amsterdam
Hoewel we vanavond
pas om 19:55 uur zouden vliegen, hadden we een lange reis voor de boeg naar
Wenen en was er eigenlijk alleen 's morgens vroeg om nog wat vlinders te
kijken. Dus liepen we alweer vroeg op het veldje en vonden er allerlei leuke
dingen, zoals Baardmannetjes, Azuurwaterjuffer, Tengere Pantserjuffer, een schitterende Vuurlibel en de enige levende Argusvlinder
van de reis.
Na het ontbijt
laadden we voor de laatste keer de koffers in de bus en gingen op weg naar
Wenen. Onderweg stopten we nog even bij een beekje te Lucenec, waar tot onze
grote vreugde Bosbeek- en Weidebeekjuffers, Blauwe Breedscheenjuffers en Kleine Tanglibellen vlogen, terwijl een
Europese Kanarie voor de muzikale begeleiding zorgde.
Akkerparelmoervlinder |
Een tweede stop bij
een plaats die ik niet heb onthouden leverde een Kleine Groene Sabelsprinkhaan op.
De laatste stop was
in Bratislava, waar we koffie dronken en ijsjes aten, en toen gingen we op naar
Wenen, waar ons KLM-toestel weer exact op schema vertrok en na anderhalf uur landde
op Schiphol.
Daar namen we
afscheid van elkaar en zocht ik de taxi op die ik had besteld, waarin ik binnen
drie kwartier naar Leerdam werd vervoerd, waar Cilja al op me wachtte met een
koud pilsje.
Esparcetteblauwtje |
Grauwe Klauwier |
Kleine Tanglibel |
Knoopkruidparelmoervlinder |
Pimpernelblauwtje |
goed verslag!
BeantwoordenVerwijderenDank je, Hans!
BeantwoordenVerwijderen