Een verliefd paar Zilvermeeuwen fluistert elkaar lieve woordjes toe in de haven van Den Helder. |
In Den Helder moest ik even wachten voordat de heren arriveerden, maar ik doodde de tijd door buiten alvast wat vogeltjes te scoren, waaronder een overtrekkende Appelvink en een zingende Braamsluiper.
Toen konden we de boot op en al snel diende mijn eerste jaarsoort zich aan: de Grote Stern. Achter de boot vloog verder niets bijzonders en aangekomen op Texel zetten we koers naar Dijkmanshuizen, waar al enkele dagen een Grauwe Franjepoot in volledig zomerkleed huisde.
Een van de vele Gele Kwikstaarten die we dit weekend zagen. Wat zijn ze toch mooi! |
Onze volgende doelsoort was de Morinelplevier. Een standaardsoort tijdens het voorjaarsweekend, maar dat weekend is normaal gesproken wel de enige mogelijkheid voor ons om die soort op de jaarlijst te krijgen.
Langs de Hoofdweg, bij Bern, keken we tegen de zon in (het was trouwens lekker zonnig weertje vandaag) en de lucht trilde, wat het zoeken naar deze plevieren die meestal ver weg op het land staan niet eenvoudiger maakte. Maar uiteindelijk vond ik eerst drie, later nog een stuk of vijftien exemplaren die zich aardig lieten zien. Meer dan aardig zat er niet in dit weekend.
Gewone Vogelmelk, een plantje dat we regelmatig tegenkwamen dit weekend. |
In het Krimbos werd gedurende het weekend regelmatig een zingende Wielewaal gemeld. We hebben zeker vier pogingen ondernomen om die op de lijst te krijgen, maar - ik zal het maar meteen zeggen - dat is niet gelukt. In het fraaie, rustige bos dat vol stond met bloeiende Wilde Hyacinten genoten we wel van allerlei andere zangvogels, zoals Tuinfluiter, een Appelvink en een mooie Bonte Vliegenvanger die zich uitgebreid liet bekijken.
We reden naar Ottersaat, waar we hoopten Dwergsterns te vinden, maar die zaten er vandaag niet in. Wel Regenwulpen, en die zagen we veel en vaak dit weekend. Bij De Rede werden twee Witbuikrotganzen gemeld, maar die bleken bij aankomst niet meer aanwezig te zijn. De troostprijs - nou ja - in de vorm van twee Noordse Kwikstaarten was echter ook niet gek.
Een stelletje Gaaien in het Krimbos. |
Op 9 mei ging de wekker om zes uur in kamer 23 van hotel De Branding. Het weer was drastisch omgeslagen: het waaide stevig uit het zuidwesten en het was bewolkt en koud. En dat weer zou vandaag de hele dag aanhouden. De beste optie leek om over zee te gaan kijken. Dus reden we voor het ontbijt naar de Westerslag, waar we onmiddellijk een groep van tenminste 17 Jan-van-Genten voor de kust zagen vissen. Dat was nog eens een mooi begin. Er vlogen regelmatig Zwarte Zee-eenden langs, die voor mij nog een jaarsoort waren, en ook passeerden er zeven Dwergsterns, die voor ons allemaal nieuw voor 2015 waren.
Kuifaalscholver op mast VH3, schuilend voor de harde wind. |
Na de lunch ging het beter. Langs de Hoofdweg zat een grote groep Rotganzen, waarin we eerst de Zwarte Rotgans vonden en, even later, de Witbuikrotgans. Alle Rotjes onder controle, dat is altijd weer een fijn gevoel. We stoven meteen door naar de NIOZ, omdat de Kuifaalscholver al enige tijd in zijn mast zou zitten. Onderweg zag ik een Kleine Zilverreiger opvliegen, en ter plekke bij de NIOZ zat daar inderdaad - eindelijk! - de onvolwassen Kuifaalscholver. Het was een erg leuk gezicht zoals hij daar zat en we bleven een tijdje van hem genieten en maakten wat foto's.
Vrouwtje Kneu in de duinen van Midden-Eierland. |
We checkten de Mokbaai en liepen tussen de Horsmeertjes door, maar de wind werd steeds krachtiger en was ronduit onaangenaam. We besloten maar even naar het hotel te gaan om wat bij te komen. Er was nog steeds geen spannende soort gevonden, zodat we na een uurtje maar de plasjes aan de oostkant van het eiland gingen afrijden in de hoop op - bijvoorbeeld - Krombekstrandloper. We vonden wel een stuk of drie Noordse Sterns bij Ottersaat en nog een Groenpootruiter bij het Wagejot, maar verder kwamen we niet.
Op 10 mei stapten we weer om zes uur uit bed en even later liepen we wederom in het Krimbos, waar we ditmaal direct een zingende Zomertortel scoorden, en even later nog een. Dat was leuk. Maar de Wielewaal liet zich alweer niet vinden. We maakten een heerlijke wandeling langs de camping Sluftervallei, door de duinen van Midden-Eierland, waar talloze vogelsoorten aan het zingen waren. We zagen onder meer Nachtegaal, Tuinfluiter, Tapuit en Roodborsttapuit en hoorden de Braamsluiper, maar een prijswinnende soort, bijvoorbeeld een zeldzame klauwier, kwam er niet uit.
Er was ook hoegenaamd geen sprake van trek, zodat we begonnen te vrezen dat er dit weekend geen echte klapper uit zou komen.
Tapuit in de duinen van Midden-Eierland. |
Desalniettemin was de wandeling heerlijk, en bovendien: de zon scheen weer volop vandaag wat het extra aangenaam maakte. We gingen ontbijten en jawel: precies op het goede moment, namelijk toen we klaar waren met ontbijten, kreeg ik via de app-groep de melding binnen van een mannetje Citroenkwikstaart op het Renvogelveld! Als een speer pakten we onze spullen in, checkten uit bij het hotel en reden met hoge snelheid en nog hogere verwachtingen naar het Renvogelveld. Gelukkig had de Citroenkwik op ons gewacht en uiteindelijk liet hij zich, vooral door de telescoop, fantastisch mooi zien. Het was inderdaad een mannetje, maar nog niet helemaal volwassen, want hij had nog wat zwarte tekening op z'n kop en wat bruinachtige veren in zijn vleugels. Maakte niet uit: het was een fantastische vogel, pas mijn tweede ooit!
Bewijsplaatje van de Citroenkwikstaart op het Renvogelveld. |
Pfjoew, die zat in de tas en we besloten nog even te gaan uithijgen in de tuintjes. Daar was echter weinig actie, en toen we helemaal achterin liepen kwam er de melding binnen van een Roodstuitzwaluw die boven het Renvogelveld vloog... Natuurlijk spoedden we ons door het mulle zand zo snel als het ging weer terug, maar na wat heen en weer-geren raakte de vogel uit zicht en we slaagden er dan ook niet in om hem te zien. Jammer, maar niets aan te doen. We besloten naar Dorpzicht te gaan, waar ieder jaar de Spotvogel wel zingt. Bij aankomst zwom er een prachtig mannetje Mandarijneend in de sloot, weliswaar een exoot, maar toch een erg mooi vogeltje hoor. En inderdaad zong de Spotvogel weer uit volle borst.
Het was alweer lunchtijd, en na de lunch gingen we nog op de melding van een Fluiter af bij Oosterend, maar die liet zich horen noch zien. We besloten om de boot maar te nemen, zodat we niet al te laat thuis zouden zijn. Dat lukte boven verwachting snel en voordat we het wisten stonden we weer op het vasteland, waar Koert en René me afzetten op station Den Helder. Het was weer een heerlijk weekend geweest, ondanks dat er slechts één echte topsoort uit kwam.
Portretje van een op de veerboot meeliftende tweede kalenderjaar Zilvermeeuw. |
Scholekster, een van de meest karakteristieke vogels van Texel. |
En nog een mannetje Gele Kwikstaart. |
Ha Jan, leuk om eens een verslag te lezen van een 'overkanter'! Groet, Jos van den Berg
BeantwoordenVerwijderen