Zondag 15 juni 2014: Eindhoven (Nederland) –
Koprivshtitsa (Bulgarije)
Omdat we al om half acht aanwezig moesten zijn op Eindhoven Airport vertrok ik een uur eerder per taxi van huis, want per openbaar vervoer kun je het in deze regio wel schudden op zondag om zulk een tijd. De reis ging vlot en ruim op tijd was ik in de hal van het vliegveldje aanwezig, waar ik niet veel later reisleider Paul Cools en deelnemer Ruurd Visser tegen het lijf liep. Druppelgewijs kwamen daar de andere deelnemers bij: Rob Blanken, Herman Damman, Jeanne Kuijper-Nannenga en Sytze Hooisma. De zevende deelneemster, de Vlaamse Martine De Buijser, zou zich in Sofia bij ons aansluiten.
Aardbeivlinder |
De vlucht per Wizz
Air duurde gelukkig niet al te lang. Na op de kop af twee uur en veertig
minuten landden we in Sofia en kon de vakantie echt beginnen. Martine en onze
Bulgaarse gids, Mario Langourov, stonden al op ons te wachten en we konden zo
het busje in dat Mario had meegebracht.
We reden een uurtje
naar het oosten en maakten een tussenstop bij een bospaadje met wat open
plekken waar we de eerste vlinders konden zien en de eerste foto's konden maken.
Het was toen nog zonnig en vrij warm weer en er vloog van alles. Ik had me
voorgenomen om al mijn waarnemingen weer ter plekke in het notitieboekje op te
schrijven, zowel vogels, vlinders, libellen als al het andere dat we zouden
tegenkomen. Dat werd dus wel even doorschrijven, want er was op alle terreinen
veel te zien.
Omdat dit een
vlinderreis was, zal ik in dit verslag wel alle waargenomen vlindersoorten
vermelden, maar van de vogels en andere diersoorten alleen de meer bijzondere.
Alleen de eerste waarneming van een soort is vet gedrukt.
De eerste vlinders
die we zagen waren Kleine Vos, Heideblauwtje, Oranje Luzernevlinder, Aardbeivlinder
en mijn eerste nieuwe soort: het Tweekleurig
Hooibeestje! Een spectaculaire nieuwe libellensoort vloog constant heen en
weer: de Zuidelijke Bronlibel! Dat
was allemaal alvast erg hoopvol. Van de nachtvlinders zagen we het eerste Vals Witje, altijd een leuk beestje. Er
zouden er nog vele volgen.
Groot Geaderd Witje |
Nadat de eerste
fotohonger was gestild reden we verder richting onze eerste bestemming, de
omgeving van Koprivshtitsa. Nu hadden we al vernomen dat de weersverwachtingen
voor de komende week niet geweldig waren, maar uiteraard hoopten we dat het zou
meevallen. Toen we echter het hotel naderden viel de eerste regen, iets wat we
nog vaker zouden meemaken dan ons lief was. Gelukkig werd het, nadat we de
bagage in de kamers hadden geplaatst, toch weer een soort van droog, en even
later liepen we door een prachtig gebied: natuurlijke weiden die afgeladen
waren met bloemen en met hier en daar bosjes en groepjes bomen. Dit beloofde
wat! Als het weer tenminste zou meewerken… Maar helaas, het bleef donker en
fris, en alles was natgeregend, zodat er weinig aan vlinders te beleven was,
behalve een Boswitje dat zich mooi
liet vastleggen. Dan maar vogelen! De Grote
Gele Kwikstaart en de Europese
Kanarie hadden we al bij het hotel en hier zaten keihard twee Kwartelkoningen te roepen, waarvan zich
er uiteindelijk eentje kort aan mij liet zien. Verder hoorden en zagen we
andere leuke vogelsoorten, zoals Appelvink,
Geelgors, veel Grauwe Gorzen en een roepende Kwartel.
Uiteindelijk vonden
we toch nog een nieuwe vlindersoort voor mij: het felbegeerde Groot Geaderd Witje! Het diertje liet
zich mooi fotograferen en we zouden hem dagelijks zien tijdens deze reis. Van
de nachtvlinders vormde een langdurig poserende Hommelvlinder een fotografisch buitenkansje.
Maandag 16-06-2014: een volle dag Koprivshtitsa
Turks Hooibeestje |
's Morgens liepen
we al zeer vroeg naar slapende vlinders te zoeken, maar alles was zeiknat en de
vlinders zaten duidelijk diep in de vegetatie. We waren naar een andere plek dan
die van gisteravond gereden, waar de vegetatie korter was, zodat er hopelijk meer
en sneller iets was te vinden. Maar het duurde toch nog een heel tijdje voordat
er een Roodstreephooibeestje werd
gevonden, helemaal bedekt met regendruppels. Maar het was een leuke nieuwe
soort en het hooibeestje liet zich aardig fotograferen.
Als er geen
vlinders te vinden waren, keek ik naar vogels en zo zag ik vanmorgen onder meer
Roodstuitzwaluwen voorbij vliegen en
hoorden we een Cirlgors zingen, een
soort die later nog diverse malen in de kijker zou komen. Leuk, want ik had de
Cirlgors al jaren niet meer gezien.
Zuidelijke Oeverlibel |
Toen zag ik een
paar leden van onze groep druk fotograferen en jawel, er was een mooi Turks Hooibeestje gevonden, alsmede een
Zuidelijke Oeverlibel. Beide soorten
zouden we nog regelmatig zien. We vermaakten ons een tijdje met het fotograferen
van deze twee leuke soorten en daarna liepen we een eindje langs de weg om
verderop weer het gebied in te gaan. Daar zat een mooie Grauwe Klauwier op een hekje die er als het ware om smeekte
gefotografeerd te worden. En dat gebeurde dus ook. De Grauwe Klauwier was een
algemene soort in de gebieden die wij bezochten.
Grauwe Klauwier |
Het gebiedje waarin
we nu verzeild raakten was bijzonder nat, en iedereen liep te soppen in zijn of
haar schoenen. Maar het doel heiligde de middelen, want hier moest de illustere
Vogelwaterjuffer vandaan komen, een
zeldzame juffersoort in Europa, en we vonden gelukkig meerdere exemplaren, die
uiteraard ook op de foto gingen. Nadat we zo een tijdje door het moerasachtige
gebiedje hadden geploeterd begon het weer eindelijk op te knappen. Het zonnetje
brak voorzichtig door, voor ons een teken om ons weer aan de vlinders te
wijden, die naarmate de zon er meer bij kwam vanuit de vegetatie naar boven
zouden kruipen om op te warmen.
Vogelwaterjuffer |
Langzaam maar zeker
druppelden de nieuwe vlindersoorten binnen. Eerst vonden we een Toortsparelmoervlinder, een soort die
we nog vaker zouden zien. Leuk was de ontdekking dat het Boterbloempje, een dagactieve nachtvlinder, ook in Bulgarije
voorkomt. We vonden ook een aantal ons bekende vlindersoorten, zoals Distelvlinder, Hooibeestje, Bruin Zandoogje,
Gehakkelde Aurelia en Groot Dikkopje. Ook deze soortjes
gingen op de foto, voor zover ze dat toelieten uiteraard. Een erg mooie nieuwe
soort was de Spireazwever, waarvan
er op een zeker moment vier verschillende rondom ons vlogen. Helaas gingen ze
slechts zelden zitten, waardoor fotograferen erg lastig was.
De laatste nieuwe
soort die we in dit gebied vonden was de uiterst fraai Balkanvuurvlinder. Hij was niet erg fotogeniek, maar later zou het nog
helemaal goed komen tussen ons en de Balkanvuurvlinders.
Balkanvuurvlinder |
We reden naar een
plek waar de Grote IJsvogelvlinder te vinden zou zijn - als de zon tenminste
zou blijven schijnen. We verbleven er een tijdje, maar de zon brak niet
voldoende door om de IJsvogelvlinders vanuit de boomtoppen naar beneden te
lokken. Wel zagen we er weer diverse Spireazwevers en vlogen er meerdere Kolibrievlinders. Toen we weer naar
boven liepen sprong er ineens een kikker met reuzensprongen van het pad af naar
beneden, waar hij even bleef zitten zodat we hem goed konden bekijken. Een Springkikker dus, een erg leuke nieuwe
amfibiesoort voor mij.
Bovenaan het pad,
waar we de auto hadden geparkeerd, vonden we nog een paar nieuwe beestjes. Ik
fotografeerde een vlinder die ik pas thuis als Zilvervlek kon determineren. Er kroop een pad van enorme afmetingen
rond die Bufo spinosus bleek te
heten, ook wel beschouwd als ondersoort van de Gewone Pad, maar veel groter dan
deze. De vrouwtjes schenen nog twee keer zo groot te worden als het dier dat we
nu vonden.
We reden naar het
hotel voor een welverdiende lunch. Onderweg zagen we tijdens een korte stop in
het dorp meerdere Ooievaars, een Grauwe Vliegenvanger, Grote Lijsters en een Klein Koolwitje.
Geelbuikvuurpadden in love |
Na de lunch besteedden
we wat tijd aan het fotograferen van de fraaie Geelbuikvuurpad, waarvan er een aantal in een plasje vlakbij het
hotel zat. Daarna reden we naar weer een nieuwe plek met wat kortere
begroeiing, waar bovendien was voorzien in een schuilmogelijkheid in de vorm
van een overdekt picknickhuisje. We vonden een Kleine Vuurvlinder, maar niet lang daarna begon het alweer te
regenen. Toch werd er nog een nieuwe soort gevonden: een doorweekt Oostelijk Marmerwitje, dat dan ook
gretig gefotografeerd werd. Een aantal deelnemers, waaronder ik zelf, vond ook
nog een of meerdere Oostelijke Smaragdhagedissen. Ik zag alleen een jong, bruin
gekleurd exemplaar, maar met de fraaie volwassen mannetjes zou het later nog
helemaal goedkomen.
Na het avondeten
ging met ik Paul en Ruurd nog op zoek naar Vuursalamanders langs het bospad bij
het hotel, die door enkele deelnemers gisteravond waren gezien, maar we vonden
vandaag 'slechts' Geelbuikvuurpadden en een forse Bruine Kikker.
Dinsdag 17-06-2014: Koprivshtitsa en via Plovdiv naar
Dobrostan
Dubbelstipparelmoervlinder |
We begonnen
vanmorgen vroeg op de plek met de fraaie weiden waar we de eerste avond al
waren geweest. De vegetatie is hier hoog en alles was weer eens drijfnat, zodat
het vinden van vlinders geen sinecure was. Beetje vogels kijken dan maar:
Europese Kanarie, Grauwe Gors, Grauwe Klauwier, Roodstuitzwaluw, Kwartelkoning,
Cirlgors: allemaal soorten die je in Nederland niet of erg weinig te zien
krijgt.
Na enige tijd werd
er toch iets gevonden natuurlijk: een doorweekte Bontoogerebia waarvan het gehele kopje schuil ging onder een enorme
regendruppel. Die kon wel wat zon gebruiken. We zagen een paar Rouwmezen en in de verte riep een Hop. En zie, na enige tijd kwam de zon
erbij, het bleef droog en de temperatuur steeg. En toen kwam ineens de ene na
de andere vlinder omhoog gekropen uit de vegetatie.
We vonden meerdere
exemplaren van de fraaie Dubbelstipparelmoervlinder,
die behoorlijk algemeen bleek te zijn. Hetzelfde gold voor het blauwtjestrio Wikkeblauwtje, Klaverblauwtje en Bruin
Blauwtje. Ook de Veldparelmoervlinder
vonden we regelmatig deze vakantie, hetgeen niet gold voor het
Roodstreephooibeestje. Bij thuiskomst bleek ik van laatstgenoemde soort slechts
een paar matige foto's te hebben. Misschien had ik er iets meer tijd in moeten
steken.
De Tweekleurige Parelmoervlinder was voor
mij weer een nieuwe soort, maar de Kleine
Parelmoer was me natuurlijk welbekend. De eerste Violette Vuurvlinder werd gezien en gefotografeerd, en dat was een
soort die we niet heel vaak tegenkwamen.
Icarusblauwtje |
Paul en ik hoorden
een ons onbekende, grasmusachtige zang en gingen op onderzoek uit. We
vermoedden al snel dat er een Sperwergrasmus
zat te zingen en een check van het geluid op Pauls telefoon bevestigde dat
vermoeden. Het had wel wat voeten in de aarde voordat we de gluiperd in beeld
hadden. Het bleek om een jong mannetje te gaan, of misschien alweer een geruid
mannetje? In ieder geval niet zo'n mooi gebandeerd beest, jammer genoeg. Wel
konden we het gele oog zien.
De
parelmoervlindersoorten bleven komen, nu in de vorm van de algemene Bosparelmoervlinder, en ook de Kwartel
begon weer te roepen. We hoorden een paar keer kort een Grijskopspecht, maar die kwam helaas niet uit het bosje waarin hij
zat. Bij een klein plasje vloog de hele tijd een mannetje Platbuik rond.
Toen ik het veld
aan de overkant in liep, werd ik ineens door Paul geroepen: hij had een Grote IJsvogelvlinder gevonden! We
konden de vlinder gelukkig volgen en uiteindelijk fotograferen, en later lukte
dat de hele groep omdat het beestje steeds terugkeerde bij een plas water op
het zandpad. Er zaten nog twee nieuwe soorten voor mij in het vat: de Voorjaarserebia en het Vals Bruin Blauwtje. Toen reden we
terug naar het hotel om te lunchen. Daarna werd de bagage in de auto geladen en
gingen we onderweg naar het volgende gebied: de omgeving van Dobrostan.
Poecilimon thoracicus |
Maar voor we daar
aankwamen maakten we in de namiddag nog een stop bij een kasteel juist ten zuiden
van Asenovgrad, waar we onder meer naar de enorme roofsprinkhaan Saga natoliae
gingen zoeken. Helaas was het te bewolkt en te koud voor deze indrukwekkende
sprinkhaan. Wel zagen we er volop Vale
Gierzwaluwen en Alpengierzwaluwen
en vonden we er een aantal wimpelstaarten van de soort Nemoptera sinuata, een fraai zwart-wit insect dat verwant is aan de
gaasvliegen. Erg leuk vond ik de kleurrijke sabelsprinkhanen die naar de naam Poecilimon thoracicus luisterden.
We arriveerden laat
in Dobrostan en mede omdat het weer eens regende, beperkten we ons die avond
tot het nuttigen van een heerlijke maaltijd en al dan niet alcoholische
versnaperingen.
Woensdag 18-06-2014: Dobrostan, op zoek naar de
Apollovlinder
Apollovlinder met lifter |
Als je, zoals ik,
nog nooit een Apollovlinder hebt gezien, spreekt het vanzelf dat deze
spectaculaire vlindersoort torenhoog op de verlanglijst staat. Natuurlijk was
dat bij mij het geval toen we 's morgens vroeg naar dé plek voor deze soort
reden. Het had weer flink geregend en alles was weer drijfnat, inclusief onze
schoenen en sokken die intussen nauwelijks meer aan drogen toekwamen, maar we
gingen desondanks op zoek. Het gebied was prachtig: rotsachtig en begroeid met
schitterend gekleurde klaversoorten, tijm, wikke, wolfsmelk en nog veel meer.
De eerste tijd leverde vanwege de nattigheid niets op. Wel zong er de hele tijd
een Ortolaan die maar niet in de
kijker wilde komen en ook de Cirlgors was weer present.
Heideblauwtje |
Maar toen werd er
van boven geroepen: er was een Apollovlinder
gevonden! Jawel, daar zat hij, bovenop een bloem, enorm groot voor een vlinder
maar drijfnat, zodat hij voorlopig niet aan vliegen zou toekomen. Zodoende
kreeg iedereen ruim voldoende tijd om de Apollovlinder vanuit alle mogelijke
hoeken te fotograferen, eerst met de vleugels dicht, later ook nog met de
vleugels open.
Roomvlek |
Lange tijd bleef
het vinden van vlinders hier een moeizame aangelegenheid. Een fraaie Roomvlek deed zijn best voor ons,
evenals een Bontoogerebia, die er veel mooier bij zat dan degene die we
gisteren zagen. Het werd pas echt leuk toen de zon doorbrak en we beneden in
een met bloemen begroeid hoekje gingen zoeken. Ineens kwamen er overal vlinders
tevoorschijn. Nieuwe soorten voor de reis waren Balkan Bruin Blauwtje, Oostelijk
Kalkgraslanddikkopje, Kleine
Rotsvlinder, Citroenvlinder en
het bijzonder fraaie Geelbandspikkeldikkopje.
Ook vlogen er om de haverklap Apollovlinders langs.
Van de vogels waren
enkele overvliegende Raven het
vermelden waard en het hoogtepunt op vogelgebied kregen we voorgeschoteld toen
we onderweg gingen naar de volgende plek, een waar we de Oostelijke
Weerschijnvlinder hoopten te zien. Ineens vloog er een Steenarend voor en boven ons! De bus werd gestopt en iedereen
stapte uit om de joekel door het luchtruim te zien glijden.
Kleine Rotsvlinder |
Aangekomen bij de
weerschijnvlinderplek bleek het met de zon toch weer tegen te vallen, zodat
deze vurig gewenste vlindersoort niet tevoorschijn kwam. Dat gold ook voor een
andere soort waarop ik erg hoopte: de Kleine Tanglibel. Wel kregen we een mooie
show van Rotszwaluwen
voorgeschoteld, vond ik weer een Zilvervlek, fotografeerden we een vrouwtje Weidebeekjuffer van de ondersoort balcanicus en zong er ver weg een Roodmus.
Na de lunch leek
het aardig weer te blijven en ik zag vanaf de plek waar de bus geparkeerd stond
een tijdje een Slangenarend vliegen.
We zochten nog even naar vlinders, vonden een Geelsprietdikkopje en Icarusblauwtjes,
maar toen regende het alweer. Dat kwam vandaag enigszins goed uit, want
vanavond speelde Oranje al vroeg tegen Australië op het WK in Brazilië, zodat
we Nederland na een moeizaam duel met 3-2 konden zien winnen.
Geelbandspikkeldikkopje |
Donderdag 19-06-2014: een volle dag Dobrostan
Roodstuitzwaluw |
Hadden we juist
afgesproken om maar eens wat later op pad te gaan vanmorgen, schijnt de zon
uitbundig. Dat zul je altijd zien. Daarom pakte ik de camera en ging een eindje
lopen, met de bedoeling wat vogelsoorten vast te leggen. Dat lukte met o.m.
Zwarte Roodstaart, Roodstuit- en Huiszwaluw, Boomleeuwerik en Witte Kwikstaart.
Geelsprietdikkopje |
Omdat de zon scheen
reden we na het ontbijt weer naar de plek van de Oostelijke Weerschijnvlinder,
maar daarvoor was het nog te vroeg en toen het eenmaal laat genoeg was verdween
de zon weer. Nee, we hadden geen geluk met die weerschijnen. Dan maar hogerop
langs het paadje zoeken naar vlinders, en dat leverde erg leuke dingen op. Een
Tweekleurige Parelmoervlinder warmde langdurig op, er vlogen Braamparelmoervlinders en een stel
parende Moerasparelmoervlinders liet
zich uitgebreid vastleggen. Toen ook nog het Morgenrood werd gevonden begon het toch wel een heel goede ochtend
te worden. Er werden nog diverse Bonte Dikkopjes gevonden, nieuw voor de
vakantielijst, maar met de weerschijnvlinders wilde het uiteindelijk niet
lukken.
Moerasparelmoervlinders in love |
We reden naar een
fraaie weide hoger in de bergen, maar hier bleek de tijd dat we konden
fotograferen helaas beperkt, want voordat we het in de gaten hadden was de
lucht alweer dichtgetrokken met dreigende wolken. Wel zagen we hier onze eerste
Balkanhooibeestjes en een Dagpauwoog, maar het rommelde en
lichtte alweer en de eerste druppels begonnen te vallen, zodat we al snel weer
onderweg naar het hotel gingen om te lunchen. Onderweg kwamen we in
verschrikkelijk noodweer terecht, met hagel en een zondvloed aan water die naar
beneden kwam.
Morgenrood |
In de middag werd
het weer droog en de zon begon zowaar te schijnen. Ieder ging een beetje zijns
weegs. Ik liep een stukje de weg af en vond een mooie zingende Ortolaan,
Rouwmezen, een Boomvalk en
fotografeerde een Duinparelmoervlinder.
Omdat de zon bleef schijnen probeerden we nog een keer de plek van de
weerschijnvlinder, maar vanwege het vele water dat was gevallen had de rivier
een zodanige stand bereikt dat het hele gebiedje was ondergelopen.
Vrijdag 20-06-2014: een lange rit naar Rila met mooie
stops onderweg
Grauwe Gors |
Vanmorgen ontbeten
we eerst om direct daarna te beginnen aan de lange rit naar Rila. Maar het werd
niet alleen rijden vandaag. Tussen Plovdiv en Pazardzhik, ongeveer bij het
gehucht Novo Selo, maakten we een tussenstop in een heel andersoortig gebied:
vlak, droog en spaarzaam begroeid. Hier liepen we een tijd langs een paadje en
vonden er allerlei nieuwe vakantiesoorten. De Witbandzandoog was vanaf nu erg algemeen. De Balkanheivlinder en het Zuidelijk
Dwergblauwtje waren goeie vondsten, want die kwamen we elders niet meer
tegen. Ook het Adonisblauwtje was
voor mij de enige van de reis.
Het stierf er ook
van de leuke vogelsoorten. Zo liet de Grauwe Gors zich prachtig fotograferen,
een mannetje Zwartkopgors kreeg ik
wel op de foto, maar helaas van nogal ver, zong er een Oostelijke Vale Spotvogel en waren er meerdere Kalanderleeuweriken te zien.
Heremiet |
De Heremiet had ik in Turkije ook al
gezien, maar was toch een graag geziene vlinder en hij liet zich erg mooi
vastleggen. Een zeldzame, grote sprinkhaansoort, Asiotmethis limbatus, liet zich langdurig zien en vormde een mooi
afscheid van dit fraaie gebiedje.
Niet getreurd, want
het volgende fraaie gebied, een rijke weide nabij Pazardzhik, kwam al in zicht.
Hier werd het echt lekker warm en de weide lag redelijk beschut, zodat de
temperatuur voor het eerst deze vakantie flink opliep. Dat had tot gevolg dat
de vlinders erg vliegerig waren, maar toch liet een aantal soorten zich mooi
zien en vastleggen, zoals een Grote
Schaduwzandoog, een vlinder die we vanaf nu nog vaker zouden tegenkomen, en
– daar was –ie eindelijk! – mijn allereerste Dambordje! Nu er een Dambordje over de dam was volgden er hele
horden, want het stierf er hier van.
De uiterst fraaie
bastaardlibel Libelloides macaronius
liet zich erg mooi zien en fotograferen en dat was leuk. Ook de Kleine Sleedoornpage deed erg zijn best
en ik hield aan zijn verschijning een fraaie reeks foto's over.
Oostelijke Smaragdhagedis |
Na een paar uurtjes
heerlijk fotograferen was het echt tijd om door te rijden naar Rila. Het was
nog een lange rit, maar nadat we de bagage in de kamers hadden gegooid konden
we er nog even op uit, naar een kloof waar het zonnetje aanvankelijk nog
scheen. Dat leverde mij het enige Vetkruidblauwtje
van de reis op, een afgevlogen exemplaar dat zich niet liet vastleggen. Meer
geluk had ik met de door mij vurig gewenste Schaduwlibel, die zowaar even voor mijn neus kwam hangen. Ik
slaagde erin om een prachtig mannetje Oostelijke Smaragdhagedis vast te leggen,
iemand vond een heleboel rupsen van de Wolfsmelkpijlstaart
en de eerste Oostelijke Dambordjes
werden gezien. En zo was het ondanks het lange eind rijden een heel mooie dag
geworden.
Zaterdag 21-06-2014: een hele dag in Rila en in de
avond terug naar Sofia
Oostelijk Dambordje |
We begonnen
vanmorgen iets later dan normaal omdat we in een kloof moesten gaan vlinderen,
waardoor het enige tijd zou duren voordat de zon er zou gaan schijnen. Want
schijnen dat deed –ie op deze laatste echte vakantiedag. Gelukkig maar, want zo
zouden we nog een flinke inhaalslag kunnen plegen.
Ik kreeg voor het
eerst deze reis een Grijze Gors in
de kijker, en een groepje Kwakken
vloog over. Toen de zon eenmaal de bodem van de kloof ging beschijnen, ging het
hard. Ik vond een aantal Dwergdikkopjes,
pietepeuterige vlindertjes die zich desalniettemin mooi lieten fotograferen.
Ook een Kaasjeskruiddikkopje, een
soort die ik in Nederland tot nu toe heb gemist, liet zich erg goed zien.
Verrassing: ineens wemelde het overal van de Kleine Tanglibellen! Daar was ik ontzettend blij mee, omdat ik niet
had verwacht ze nog tegen te komen nadat we ze in Koprivshtitsa hadden gemist.
Een Koninginnenpage vormde een mooie
aanvulling op de vakantielijst en het Turks
Spikkeldikkopje was weer eens een nieuwe voor mij.
Kleine Tanglibel |
Nadat we drie
soorten hadden toegevoegd die we ook uit Nederland kennen, te weten de Eikenpage, de Bruine Vuurvlinder en de Argusvlinder,
vonden we twee heel bijzondere soorten, waarvan ik niet had verwacht ze hier te
kunnen tegenkomen: de Verborgen
Heivlinder en het Balkan Geaderd
Witje.
Toen was het even
spectaculaire sprinkhanentijd met achtereenvolgens de grote Saga pedo, de nog veel grotere Saga natoliae
(toch nog gevonden! Het werd inderdaad een mooie inhaaldag!) en de
bidsprinkhaan Empusa fasciata.
Sowieso hebben we veel prachtige (m.n. sabel-)sprinkhanen gezien deze reis,
waarvan ik de meeste op dit moment nog moet determineren.
Dwergdikkopje |
We lunchten vandaag
onderweg en daarna reden we naar een andere plek, een erg fraai pad waarlangs
het, mede dankzij het fraaie weer vandaag, wemelde van de vlinders en libellen.
Veel Blauwe Breedscheenjuffers
vlogen er. Ik zag een Groot Koolwitje,
mijn enige van de hele reis. Een nieuwe witjessoort voor mij was het Scheefbloemwitje dat zich leuk liet
fotograferen. Toen volgden er nog een paar knallers om de vakantie op waardige
wijze te besluiten. Eerst de geheimzinnige, onopvallende Balkanboswachter, die zich uiteindelijk vrij zittend liet
fotograferen op een rots. Daarna vond ik een Kardinaalsmantel, de enige van de reis, en ook hij liet zich
schitterend vastleggen. Tenslotte meldde zich ook nog de Koningspage, een soort waarvan ik erg had gehoopt hem tenminste te
zien, maar nu vond ik er een die zich rustig zittend liet fotograferen, terwijl
het van die beesten zijn die de hele tijd heen en weer vliegen.
Koningspage |
De laatste soort
die op mijn vlinderlijst kwam was de illustere Snuitvlinder, die van het pad af een boom in vloog en daar op een
blad ging zitten. Toen hadden we intussen ook nog verrassingen als de Moorse Landschildpad gezien en een Egyptische Treksprinkhaan.
Daarna was het de
hoogste tijd om naar het hotel te gaan, de spullen in te laden en naar Sofia af
te reizen. Want morgenochtend zou ons vliegtuig al zeer vroeg vertrekken naar
Eindhoven. We kwamen laat aan in Sofia, moesten nog eten, douchen en de bagage
herschikken, zodat we pas laat in bed lagen.
Zondag 22-06-2014: van Sofia (Bulgarije) naar
Eindhoven (Nederland)
Moorse Landschildpad |
Om half drie diende
de wekker te gaan, maar omdat ik de mijne verkeerd had gezet mocht ik van geluk
spreken dat ik om tien voor drie wakker werd. Snel aangekleed en me met mijn
bagage bij de groep gemeld.
Voor we het wisten
zaten we in het vliegtuig, waarna we al rap weer aan de grond stonden in
Eindhoven.
Zin in een lange
bus- en treinreis had ik niet meer. Ik stapte in een taxi en liet me lekker
luxe naar Leerdam rijden.
Het was, ondanks
het soms matige weer, een heerlijke reis geweest.
Alle foto's van de reis zijn te vinden achter deze link.
Alle foto's van de reis zijn te vinden achter deze link.
Jan Zwaaneveld, 27 juni 2014
Mooie serie, Jan. Ik zie dat je lekker actief met de beestjes bezig blijft. Zal je blijven volgen. Grtz, Dirk Pompert
BeantwoordenVerwijderenPrachtige foto's!
BeantwoordenVerwijderenNou Jan dat is toch wel een hele mooie reis met prachtige momenten en heel veel nieuwe soorten weer langs zien komen.klasse.
BeantwoordenVerwijderenHoi jan wat een super reis verslag! Ik herleefd het nog een keer! Top gr ruurd
BeantwoordenVerwijderenWat een fantastisch verslag, Jan, met prachtige foto's. Jammer voor jullie dat het weer niet echt meezat maar daar is qua fotografie niets van te merken. Ook ruimschoots de tijd genomen om de foto's op je link te bewonderen en wat zit daar, net als hierboven, veel moois bij! Heel veel soorten waar ik nog nooit van gehoord hebt maar zitten te genieten van dat alles dat je ons voorschotelt. Grote Klasse!!
BeantwoordenVerwijderenGroet Kees
p.s. wat is dat toch met jou en die weerschijnvlinder:-)
Dank jullie wel voor de complimenten.
BeantwoordenVerwijderen@Ruurd: er komt nog een soortenlijst achter, daar ben ik nog mee bezig. Als die klaar is wil ik je het verslag met alle plezier als pdf toesturen.
@Kees: tja, het is zo onderhand wel duidelijk dat je mij maar beter niet mee kan nemen als je weerschijnvlinders wil zien, haha ;-)
Wat mooi beschreven en wat lekker om het zo weer te herleven. Het weer was uiteindelijk beter dan je denkt, want de tweede week dat ik er zat bleef niks stil zitten ;-) Maar we hebben enorm veel gezien, en het was erg gezellig! Groeten Paul
BeantwoordenVerwijderen@Paul: ja, het weer had ook zo z'n voordelen ;-) Hoe dan ook, het was een topvakantie met onwijs veel soorten die ik graag wilde zien en fotograferen en het was idd beregezellig!
BeantwoordenVerwijderen