Ransuil, Birecik, 02-08-2013 |
Woensdag 31-07-2013: Amsterdam – Istanbul - Gaziantep
Eindelijk was het dan zo ver: de Birding
Breaks-reis naar Oost-Turkije ging beginnen! Vanmorgen zat ik al rond half
negen in de trein naar Schiphol, want om 11:15 uur werden de deelnemers geacht
zich te verzamelen bij de balie van Pegasus Airlines in Vertrekhal 3.
Toen ik arriveerde waren mijn aanstaande
reisgenoten al aanwezig: Els Marijs, Ben Smit, Jacob de Vries en Hiele Lootsma.
Reisleider Remko Ivens was al in Turkije en zou ons in Gaziantep opwachten. Jacob
Garvelink van Birding Breaks ving ons op en hielp bij de incheckprocedure.
Hoewel de netto vliegtijd niet schokkend was, werd
het toch een lange reisdag met veel en lang wachten, mede vanwege een overstap
in Istanbul, maar uiteindelijk arriveerden we precies op schema om 21:50 uur lokale
tijd in Gaziantep, waar Remko al op ons wachtte met een comfortabele
personenbus. We werden naar het Ibis Hotel in Gaziantep gebracht, wat nog wel
een half uurtje rijden was, maar waar we een mooie kamer kregen toebedeeld en
waar een koud pilsje op ons stond te wachten.
Donderdag 01-08-2013: Yesilce, Birecik
Wagner's Steppe Brown, Yesilce, 01-08-2013 |
Natuurlijk lukte het slapen vannacht niet best.
Het is ook erg frustrerend om in het donker aan te komen op een plek waar allemaal
nieuwe vogelsoorten zitten: je kunt niets meer doen, alleen wachten tot het de
volgende morgen licht wordt. Om zes uur stond ik dan ook buiten, om tot de
conclusie te komen dat er middenin de stad Gaziantep niet veel meer te zien is
dan een héleboel Stadsduiven, een
paar Huismussen en Turkse Tortels en af en toe een
overvliegende Bonte Kraai. Gaziantep
bleek allesbehalve een slaperig provinciestadje te zijn, zoals ik eigenlijk had
verwacht. Het is een grote, drukke stad waar weinig ruimte is voor groen,
althans in de omgeving van het Ibishotel.
Na een heerlijk ontbijt – het eten was trouwens
sowieso een feestje tijdens deze reis – laadden we de koffers in de bus en
reden naar Yesilce, een plek die eigenlijk later in de reis stond gepland, maar
die we gezien de ligging vlakbij Gaziantep maar meteen deden, temeer omdat
iedereen zo onderhand snakte naar leuke vogelsoorten.
We waren nauwelijks de auto uitgestapt en liepen
nog wat te wennen aan de hitte (40+ graden C was geen uitzondering tijdens ons
verblijf) toen het los ging met de vogels. Een Boerenzwaluw vloog voorbij en er werd een mannetje Oostelijke Blonde Tapuit gevonden. Er
zat een boomkleverachtige te roepen en die werd na een paar minuten spanning
ontmaskerd als een Grote Rotsklever,
mijn eerste gloednieuwe soort van de reis! Even later bleken er zelfs twee te
zitten, en allebei lieten ze zich uitgebreid bewonderen. We zouden de Grote Rotsklever
nog een aantal keer zien en horen vandaag.
We reden een stukje verder en vonden gewone
soorten als Groenling en Putter, maar ook de eerste Oostelijke Vale Spotvogel van de reis
en die zouden we nog vaker tegenkomen. Een mannetje Roodkopklauwier liet zich bewonderen, altijd leuk, en toen kwam er
een clubje Staartmezen van de lokale
ondersoort tephronotus voorbij, met een
kort staartje en een zwarte kinvlek. Dat vond ik erg leuk, want het zijn heel
aparte beestjes om te zien. Drie Steppebuizerden
kwamen boven ons cirkelen en zorgden aanvankelijk voor enige discussie: waren
het misschien Arendbuizerden? Maar nee, op die soort moesten we nog even
wachten.
Rotsvlinder, Yesilce, 01-08-2013 |
Een paar Rosse
Waaierstaarten liet zich bij het water zien en fotograferen en dat gold ook
voor een stuk of vier Perzische
Roodborsten, die voor een paar groepsleden nog een fraaie nieuwe soort
waren. Nieuwe soort of niet, Perzische Roodborsten zijn prachtige vogels,
vooral de mannetjes, en het was dan ook puur genieten bij het geultje met
water.
Intussen lieten zich ook een paar vlinder- en
libellensoorten zien en dat was leuk, want de meeste deelnemers waren gelukkig ook
op dat vlak geïnteresseerd. Een fijne waarneming was die van Wagner's Steppe Brown, een naar later
bleek zeldzame vlindersoort die mooi op de foto ging. Ook werd de eerste Hardoen gesignaleerd, een forse, prehistorisch
uitziende hagedissoort.
De Syrische
Bonte Specht was behoorlijk talrijk en dat was leuk, want die had ik nog
maar eenmaal eerder in mijn leven gezien. Hier en rond Birecik was hij
algemeen. Een flinke spotvogelachtige die een glijvluchtje maakte naar de tak
waarop hij plaatsnam en daar met z'n staart begon te draaien en te slaan was
een Grote Vale Spotvogel en die werd
later nog een keer gezien bij het ibissencentrum in Birecik.
Er werden Rouwmezen
ontdekt en dat was weer kassa voor mij, want: alweer een nieuwe soort! Alle
andere deelnemers waren al op Lesbos geweest en hadden een aantal soorten die
voor mij nog nieuw waren daar al gezien. Zoals onder meer deze Rouwmees.
Na het vinden van een mooie Blauwe Rotslijster en de eerste Palmtortel van de trip gingen we de bus in en reden de ongeveer 60
kilometer die ons scheidde van Birecik, waar we na het inchecken in Hotel Acar
(met uitzicht op de Eufraat, waarover we direct een Dwergaalscholver zagen vliegen) en een heerlijke lunch meteen weer
aan de slag gingen. Het reïntroductiecentrum van de Kaalkop- of Heremietibis
stond namelijk op het programma. Deze soort is wereldwijd zeer zeldzaam en de
vogels die bij Birecik rondvliegen stammen allemaal van in gevangenschap
gekweekte vogels. Niettemin was ik persoonlijk wel bereid om zo'n zeldzame
vogel in vrijvliegende staat op mijn lijst te zetten, want of ik ooit in
Marokko kom, waar de enige echt wilde populatie leeft, is nog maar de vraag. Ik
had er een beetje een Ooievaar- of Raafgevoel bij, zo van: weliswaar net niet
helemaal wild, maar het kan ermee door.
Groot was dan ook de teleurstelling toen bleek dat
de vogels na het broedseizoen opgesloten worden in een enorme volière om te
voorkomen dat ze wegtrekken en dan in Syrië of elders uit de lucht geschoten
worden. Een goedbedoeld initiatief, maar het komt het gevoel van wildheid en
dus de telbaarheid bepaald niet ten goede. Nadat Els een paar ibissen spec. had
zien overvliegen, ging ik toch nog even bij de volière kijken en trof daar vier
(nog) vrijvliegende Heremietibissen
aan. De rest, zo'n 60 stuks, zat dus al in de volière. Tja, wat zullen we ervan
zeggen. Het was in ieder geval leuk om deze uiterst zeldzame soort eens in
levende lijve te zien, laten we het daar maar op houden.
Heremietibis, Birecik, 01-08-2013 |
Dan maar naar de theetuin in Birecik, een befaamde
plek voor een andere zeldzaamheid en Turkse specialiteit: de Gestreepte
Dwergooruil. Onderweg ernaartoe zagen we een Fuut op de Eufraat dobberen en in de theetuin zelf zaten wat Spreeuwen met elkaar te babbelen. Nadat
we een drankje hadden genuttigd ging Remko bij de bediening informeren naar de
verblijfplaats van de gewenste uil. Men wees een boom aan waar de vogel in zou
moeten zitten, en na enig zoeken vond ik hem in de boom ernaast. De vakantie
was nog maar nauwelijks een dag oud en daar zat alweer een mooie zeldzaamheid:
de Gestreepte Dwergooruil! Hij was
mijn vijfde nieuwe soort op deze eerste vakantiedag, dus ik mocht bepaald niet
klagen. De uil liet zich langdurig bewonderen en fotograferen en ook de lokale
mensen kwamen door onze telescoop kijken naar deze bezienswaardigheid.
Na nog een kopje thee dan wel een colaatje op dit
succes werd het tijd om naar het hotel terug te gaan en van het diner te gaan
genieten. Het was een prachtige eerste dag geweest.
Vrijdag 02-08-2013: Birecik, Yeniak Pinar &
gravel pits
Gisteren hadden we via de beheerder van het
ibissenreïntroductiecentrum (een aardig scrabblewoord) een gids geregeld die ons
per tractor zou rondrijden in een privé-reservaat met de naam Yeniak Pikar.
Hier zou onder meer de Perzische Woestijnpatrijs gezien kunnen worden, alsmede
een hele rits andere interessante soorten. Het was derhalve weer vroeg opstaan
vanmorgen, zoals dat bijna de hele vakantie door het geval was. Bij het
verlaten van het hotel zagen we Geelpootmeeuwen
over de Eufraat vliegen en er kwam een Boomvalk
over ons heen, de enige van de hele reis.
Al rijdend naar de plek waar de man met de tractor
op ons zou wachten, scoorden we de eerste Hoppen
en Kuifleeuweriken van de reis,
soorten die we nog regelmatig zouden zien. Vooral de Kuifleeuwerik was bijzonder
algemeen.
Windvaantje, Birecik, 02-08-2013 |
Even later hadden we de eerste Finsch' Tapuit van de reis in beeld,
alweer een gloednieuwe soort! Veel zagen we 'm niet, deze fraaie tapuitensoort,
net zomin als veel andere zangvogels. Maar deze liet zich prima bekijken.
We vogelden verder en vonden de eerste Kleine Klapeksters van de trip, een
soort die we nog veel vaker zouden zien. Dat gold niet voor het clubje van vijf
Kleine Kortteenleeuweriken, want dit
was de enige waarneming van de hele reis.
Er stond erg veel wind op het kale plateau waarop
we naar (vooral) leeuweriken zochten. Dat gezoek leverde dan ook weinig op. Toch
slaagde onze gids erin om een Zwartbuikzandhoen
voor ons te vinden, waarvan we er later nog een paar zagen vliegen, beter, want
dichterbij. Een Torenvalk was nieuw
voor de vakantielijst en uiteindelijk vonden we een grote groep Kortteenleeuweriken, ook alweer zo'n
soort die ik in jaren niet had gezien.
Onze gids haalde het onderste uit de kan, want
toen we weer bijna bij het beginpunt waren, stuurde hij zijn machine, ondanks
dat de rechterachterband van de aanhangwagen intussen zo lek was als een
mandje, nog een zijpad in naar een klein stroompje waar veel vogels kwamen
drinken. En na een tijd speuren vond hij een kalanderleeuwerik voor ons die we
uiteindelijk konden ontmaskeren als een Bergkalanderleeuwerik,
alweer een nieuwe soort voor mij!
Het was duidelijk: het uitstapje met deze gids was
bepaald geen miskoop. Dubbel en dwars waar voor ons geld kregen we en
persoonlijk verliet ik de aanhangwagen van de tractor met drie nieuwe soorten
op zak.
We reden terug naar Birecik en brachten een eerste
bezoek aan de zogenaamde gravel pits: een gebiedje met grindgaten, plasjes en
riet waar onder meer de Iraakse Babbelaar gevonden moest worden. Dat het er
leuk vogelen was, werd al snel duidelijk. Gestreepte
Prinia's zongen overal, dit was een van de weinige vogels die zich zingend
lieten horen in deze tijd van het jaar. We zagen een Dodaars en de eerste van vele Woudapen
vloog over. Die laatste liet zich later ook nog aan de rand van een rietkraag
zien en fotograferen. Maar meestal werden ze al vliegend ontdekt en verdwenen
dan ergens in het riet.
We vonden de eerste Ralreiger van de reis en Ben ontdekte vanuit de auto heel knap een
prachtige Scharrelaar die bovenin
een struikje zat te poseren. Een dag later zat hij nog steeds in het gebied.
Hij was de enige van de hele reis.
We liepen weer eens een stukje en terwijl de rest
van de groep naar links wandelde, liepen Jacob en ik naar rechts en zo ontdekte
Jacob een groepje vogels waarvan ik onmiddellijk zag dat het de felbegeerde Iraakse Babbelaar betrof! Natuurlijk
meteen de rest van de groep opgetrommeld en even later stonden we met z'n allen
te genieten van deze fantastische soort, die een geluid voortbracht dat sterk
deed denken aan dat van de Dodaars! Waarmee meteen een aantal eerdere geluidswaarnemingen
van de Dodaars in twijfel werden getrokken en waarschijnlijk terecht, want die
Babbelaar bleek later vrij algemeen te zijn in dit gebied en liet zijn roep
veelvuldig horen. Hopla, dat was alweer een nieuwe soort en de volgende liet
niet lang op zich wachten. Want na het zien van de eerste Bonte IJsvogel (dat blijven toch ook prachtige vogels) ontdekte ik
de eerste Vale Woestijnvinken van de
reis, een soort die we de komende dagen nog vaker en beter zouden zien rond
Birecik (maar alleen daar). Nu betrof het een groepje van vijf exemplaren.
Leuk, want in Israël had ik ze destijds gemist.
Het was de hoogste tijd voor lunch en die
gebruikten we in het restaurant dat direct na de afslag vanuit Birecik naar de
gravel pits is gelegen. De medewerkers van het restaurant zagen ons aankomen
met onze kijkers en telescoop en schatten goed in dat we vogelaars waren, want
er werd ons direct een prachtige Ransuil
aangewezen die in een boom bij het restaurant zat te roesten. De uil zat er erg
mooi voor en was zodoende een gewillige prooi voor de fotografen onder ons (dat
waren we eigenlijk allemaal, hoewel de een wat zwaardere apparatuur meetorste
dan de ander). Het werd nog leuker toen we na de lunch de bomen op het
parkeerterreintje afzochten en daar een dwergooruil
vonden. We kwamen er vooralsnog niet goed uit of het een 'gewone' dan wel
een Gestreepte Dwergooruil betrof, wellicht kunnen de gemaakte foto's dat nog
met zekerheid uitwijzen.
We reden terug naar de gravel pits en vonden daar
nog wat leuke vakantiesoorten, zoals een roepende Buidelmees (later meer in de Göksu Delta), de eerste Kleine Karekiet van de reis (de meest
waargenomen rietvogel), de eerste Koereiger
(er zouden er nog vele tientallen volgen), een Zwartkop (niet door mij) een Waterhoen en een 'gewone' IJsvogel, van welke soort we in de
Göksu Delta ongekende aantallen zouden zien.
Koninginnenpage, Birecik, 02-08-2013 |
En zo kwam ook deze tweede vakantiedag tot een
uiterst bevredigend slot, met voor mij opnieuw vijf nieuwe soorten!
Zaterdag 03-08-2013: Birecik, gravel pits &
Halfeti
Vanmorgen stond de Indische Rotsmus weer op het
programma en we vertrokken al ver voor het ontbijt naar de boomgaard waar deze
illustere soort regelmatig werd gezien. Hoewel er vele mussen in het gebied
verbleven, bleken dat vooral Moabmussen en Huismussen te betreffen. We zagen nu
ook de Vale Woestijnvink veel beter dan gisteren, dus dat was leuk. Nieuw voor
de vakantielijst waren Huiszwaluw en
Gierzwaluw (het was licht
verbijsterend dat we tot dat moment geen enkele gierzwaluw hadden gezien!). Een
mannetje Grauwe Klauwier liet zich
zien en hij was de eerste in de lange rij Grauwe Klauwieren die voor ons
klaarstond deze vakantie.
Zonder Indische Rotsmus reden we terug naar het
hotel om te ontbijten. Er waren weliswaar af en toe geluiden te horen die deden
denken aan het geluid van de Indische Rotsmus zoals dat uit de telefoon van
Remko kwam, maar gezien de grote hoeveelheid mussoorten die hier voorkomen (Huis-,
Ring-, Spaanse -, Moab-, Rots-, Bleke Rots- en Indische Rotsmus) en de sterk
gelijkende tsjilpjes die ze voortbrengen, waarmee wij bovendien niet goed
bekend zijn, durf ik het niet aan de vogel op geluid te determineren, hoewel
anderen geloof ik wel overtuigd waren.
Anyway, we reden terug langs de Eufraat en
daarboven ontdekte Els (meen ik) een paar fraaie Witvleugelsterns, en die zijn altijd leuk om te zien. Ook een Kleine Zilverreiger en een Witgat kwamen de vakantielijst
opvrolijken. We keken nog even rond bij een steigertje waar Remko op de eerste
dag van zijn verblijf de Griekse Spotvogel had horen zingen. Nu riep er een
grotere spotvogel waarvan af en toe een glimp werd opgevangen, maar wat mij
betreft viel daar niet echt chocola van te maken.
Purperlibel, Birecik, 03-08-2013 |
De weg naar Halfeti bleek erg productief. We zagen
eindelijk eens wat roofvogels, die over de hele linie bijzonder schaars waren,
vonden we. Maar nu zagen we achtereenvolgens een overduidelijke Arendbuizerd en een fraaie Slangenarend, en dat was goed nieuws
voor de roofvogelliefhebbers onder ons.
Persoonlijk val ik meer op de kleurrijke vogels en
ook daarin werd voorzien middels een groepje Bijeneters, waar we tot ons grote genoegen ook een fraaie Groene Bijeneter tussen vonden! De
Bijeneters waren aan het fourageren en bleven maar kort zitten op draden langs
de weg om dan weer verderop te zwieren. De Groene Bijeneter bleef niet lang:
hij zat even kort op een draadje, vloog toen weg en kwam niet meer terug. Maar
we hadden hem!
De klauwieren deden intussen erg hun best met
Grauwe - en Roodkopklauwier en Kleine Klapekster. Ook de Rouwmees kwam weer
voorbij, tot mijn grote genoegen. Even verderop stopten we voor een groepje
gierzwaluwen en jawel, dat bleken Huisgierzwaluwen
te zijn, alweer een erg goeie soort.
We arriveerden in Halfeti, een aardig plaatsje aan
een groot meer, maar de veelbelovende wadi konden we helaas niet vinden. Dan
eerst maar lunchen in zo'n drijvend restaurant aan de oever van het meer. Want
het was zo onderhand weer loeiheet geworden. Zo zaten we een tijdje lekker in
de schaduw tot de drang naar nieuwe vogels onweerstaanbaar werd en we een
aantal plekken in de omgeving gingen proberen.
We stuitten op een Isabeltapuit, en ook hij was de enige van de hele reis. Qua
zangvogels was het echt een beetje behelpen, in het voorjaar, als alles net
aangekomen is en zingt, zal het ongetwijfeld heel veel beter zijn.
We speurden een rotsachtig terrein af naar andere
tapuiten (misschien zat de Westelijke Roodstaarttapuit er wel in, hoopten we)
en vonden twee prachtige, maar verre Aasgieren,
hoog zwevend aan de hemel. Het waren de enige gieren die we tegenkwamen
gedurende de reis.
We vonden nog een Finsch' Tapuit en verder vielen
vooral de grote hoeveelheden sprinkhanen op, waaronder tweemaal een fraaie bidsprinkhaan.
Toch zat er voor mij nog een nieuwe soort in het
vat, namelijk de 'gewone' Rotsklever.
Het nooit op Lesbos zijn geweest werkte hier weer eens in mijn voordeel! De
Rotsklever was vanaf nu een algemene soort, die we in alle gebieden
tegenkwamen.
We besloten de dag in de gravel pits bij Birecik.
Na enig zoeken vonden we ook de zogenaamde zuidelijke gravel pits, waar een
prachtig groepje Witvleugelsterns in alle kleden en leeftijden te bewonderen
was. Ook werd er weer eens een Hop gezien, en nieuw voor de vakantielijst waren
de Oeverzwaluw, die we vanaf nu
vaker zagen, de Meerkoet (idem) en
de Houtduif, die voor mij de enige
van de reis zou blijven.
In het noordelijk deel van de gravel pits vonden
we nog twee Strandplevieren.
Toen we later die avond terugkwamen bij het hotel
zagen we op een eilandje in de Eufraat een clubje Oeverlopers, en een Bonte IJsvogel vloog langs.
Zowel bij zonsondergang als rond een uur of twee
's nachts schrokken we ons steevast te pletter in Birecik. In het kader van de
Ramadan had de plaatselijke imam namelijk besloten dat het een goed idee was om
zowel aan het begin als aan het eind van de eetperiode een soort vuurwerkbom af
te steken die het hotel zowat deed trillen op zijn grondvesten, zodat ik de
eerste keer dacht dat er een bom uit Syrië verkeerd terechtgekomen was of
zoiets.
Het was trouwens een beetje een wrang idee om zo
dicht bij de Syrische grens te zitten, vrolijk vogelend, terwijl er in dat land
zoveel ellende is. Langs de Eufraat stonden een paar tentenkampen waar
waarschijnlijk vluchtelingen uit Syrië zaten. Er stonden ook wat tenten van de
UNHCR tussen. Het zag er allemaal behoorlijk triest uit.
Zondag 04-08-2013: Birecik, gravel pits; reis
van Birecik naar Demirkazik
Vandaag stond de lange reis naar Demirkazik op het
programma, maar voor het ontbijt brachten we nog een laatste bezoek aan de
gravel pits. We vonden er leuke soorten, zoals een groepje Iraakse Babbelaars,
drie Vale Woestijnvinken, Moabmussen, een Zwartbuikzandhoen en twee Kwakken. Er
werden zelfs nog soorten voor de vakantielijst gescoord, zoals de Groenpootruiter (twee stuks) en een Kleine Plevier.
Maar de topper van deze ochtend werd gevormd door
twee Zwarte Frankolijnen, die door
Jacob werden opgestoten en ook door mij werden gezien, en later een roepende
frankolijn, die ook door de rest van de groep werd gehoord. En dat betekende
voor mij wederom een nieuwe soort!
Een groepje van vijftien overvliegende Dunbekmeeuwen vormde de laatste
vakantiesoort die we in Birecik scoorden.
Na het ontbijt namen we afscheid van Hotel Acar en
reden westwaarts richting Demirkazik. Het werd een lange rit, mede vanwege het
feit dat we verkeerd reden omdat de TomTom een nieuwe afslag en een nieuw stuk
weg niet herkende, waardoor we een kilometer of zestig te ver doorreden.
Onderweg scoorden we niet veel, zoals gebruikelijk als we autoreden, maar wel
de tweede Slangenarend en de eerste Ooievaars
van de trip.
Uiteindelijk vonden we met enige moeite ons
onderkomen voor de komende twee nachten, het Ozsafak Pension, met prachtig
uitzicht op het Aladag gebergte en met name de berg Demirkazik, waar
morgenochtend vroeg onder meer het Kaspisch Berghoen op het programma stond. We
kwamen er behoorlijk vermoeid aan, maar de mogelijkheid tot nieuwe soorten gaf
ons weer energie en niet lang nadat we ons hadden geïnstalleerd – lees: de koffers
in de kamer gegooid - liepen we alweer door een kloof waar onder meer de
Rotskruiper een reële mogelijkheid zou zijn. Onderweg ernaartoe hadden we de Ekster al aan de immer groeiende
vakantielijst toegevoegd. De 'gewone' Tapuit
was vanaf nu een algemene en talrijke vogel. In de kloof zelf genoten we van
een flinke groep tussen de rotswanden door razende Alpengierzwaluwen en ook een andere bewoner van het hooggebergte
liet zich zien: de Rotszwaluw.
Natuurlijk was ook de Rotsklever weer present en een kleine roofvogel die een
nogal valkachtige indruk maakte werd ontmaskerd als vrouwtje Balkansperwer, en dat was voor Hiele
nog een nieuwe soort.
Op zoogdierengebied gebeurde er eindelijk ook
iets, want we vonden de eerste Anatolische Siesels,
grappige grondeekhoorntjes waarvan we er morgen nog veel meer zouden zien. Ook leuk was een door de kloof spurtende Kolibrievlinder, en ook die zouden we een
dag later veel vaker zien.
Maandag 05-08-2013: Demirkazik, per tractor de
berg op en lopend omlaag
Het was een prachtige reis, maar ook een
vermoeiende, want vrijwel iedere dag waren we erg vroeg uit de veren, we gingen
keihard door tot zonsondergang en er zaten lange reisdagen tussen. Vanmorgen
waren we om half vier al de klos, want we moesten voor zonsopgang bovenop de
berg Demirkazik zijn om kans te maken op het geheimzinnige Kaspisch Berghoen.
Warm aangekleed – want het was bitter koud boven,
zo 's morgens vroeg – stapten we in de aanhanger van de tractor en hobbelden in
het pikkedonker naar boven. We genoten van de geweldig mooie sterrenhemel en
verheugden ons op de mooie en nieuwe soorten die ongetwijfeld gingen komen.
Onderweg vingen we een Haas in de koplampen van de tractor, maar verder niet veel. Toen we
boven kwamen was het nog donker en erg koud. Maar we hadden warme koffie bij
ons en wat dingen om te eten en zo wachtten we af en zagen hoe het ochtendlicht
langzaam de flanken van het Aladaggebergte bekroop. Er begonnen wat vogeltjes
actief te worden: een Rotsklever, een Tapuit. Niet veel later werd de eerste
leuke soort ontdekt: er scharrelde een tiental Beflijsters rond bij een plasje water beneden ons. Ver weg hoorden
we regelmatig een of twee Aziatische
Steenpatrijzen roepen. Het eerste groepje Alpenkraaien vloog roepend langs en tot groot genoegen van de
deelnemers voor wie hij nog een nieuwe soort was, werden de eerste Sneeuwvinken ontdekt. Later vandaag
zagen we groepen van tientallen Sneeuwvinken, iets waar we niet op hadden
gerekend, aangezien onze gids eerder had betwijfeld of we die soort wel zouden
zien.
En toen, ineens, weerklonk de prachtige luide roep
van het Kaspisch Berghoen tussen de
bergtoppen! Wat een fantastische ervaring, te mogen luisteren naar deze
bijzondere soort op deze geweldige locatie. Enkele deelnemers kregen het hoen
ook nog als een stipje door de telescoop te zien, maar ik behoorde niet tot die
gelukkigen. Eigen schuld, omdat ik het te druk had met groepjes kleine
vogeltjes iets lager op de berg.
Er verschenen twee steenbokken aan de rand van de
top, die achteraf Bezoargeit bleken
te heten.
Heremiet, Demirkazik, 05-08-2013 |
Er werd een Ortolaan
gevonden (en later, tijdens de afdaling, nog een) waarmee ik erg blij was, want
die had ik ook alweer in geen jaren gezien. De Ortolaan was overigens de enige
gorzensoort die deze vakantie in het vizier kwam, hetgeen toch wel een beetje
teleurstellend was.
Leuk was ook de Rode Rotslijster, die zich vandaag meerdere malen fraai liet
bekijken.
Anatolische Siesel, Demirkazik, 05-08-2013 |
Dat gold ook voor de volgende knaller, een
buitengewoon fraai vogeltje, misschien wel een van de mooiste die ik deze
vakantie heb gezien: de Rode Bergvink.
Ook hiervan zaten er tientallen, met name rond de plasjes water, waar we later
die ochtend een uurtje bivakkeerden en waar de vogels zich leuk lieten
fotograferen. Bij het plasje verscheen ook een Strandleeuwerik, waarvan we
tijdens de afdaling nog een hele familie tegenkwamen.
Nadat we een grote groep Alpenkauwen hadden ingerekend, begonnen we aan de terugtocht, de
berg af. Intussen was het helemaal licht geworden en hoe lager we kwamen, hoe
meer kledingsstukken we konden uittrekken. De afdaling stond grotendeels in het
teken van de vele, vele vlinders en ook een heleboel leuke plantensoorten. We
fotografeerden er op los en dat was maar goed ook, want Demirkazik was
eigenlijk de enige echt goede plek voor vlinders tijdens deze reis. Bekende
soorten die we tegenkwamen waren onder meer Distelvlinder en Kommavlinder,
en daarnaast zagen we ontzettend veel nieuwe soorten, zoals de Heremiet, de Grauwe Heremiet, de Oranje
Steppevlinder en nog vele andere.
We kwamen ook nog enkele vogels tegen onderweg
naar beneden, maar niet veel: een paar Roodborsttapuiten
en een flinke groep Rotsmussen, dat
was het. Maakte niet uit: de beste soorten zaten in de tas en er werd door de
deelnemers fanatiek gevlinderd! Sommige deelnemers zagen een Havik en anderen
ook Vinken, al weet ik niet meer precies waar en wanneer.
Toen we bijna beneden waren, werden we staande
gehouden door een soort (zelfverklaarde?) terreinbeheerder aan wie we de
toegang tot het bergreservaat blijkbaar nog verschuldigd waren, terwijl Remko
toch zeker dacht te weten dat die bij de reservering al betaald was. Het was
een beetje een schimmige vertoning, die vooral bedoeld leek om ons geld uit de
zak te kloppen en die morgen nog een vervolg zou krijgen.
Anatolian Rock Lizard, Demirkazik, 05-08-2013 |
Maar nu waren we beneden en gingen eerst maar eens
aan de welverdiende lunch. Omdat de afgelopen dagen erg vermoeiend waren
geweest, werd besloten om een pauze van enkele uren in te lassen. Natuurlijk
ging ik toch even wat in de omgeving wandelen en vond daarbij nog een paar Ringmussen voor de vakantielijst en ook
onder meer het Tijgerblauwtje en het
Oostelijk Resedawitje.
Aan het eind van de middag gingen we nogmaals de
kloof in, waar we grotendeels dezelfde vogels zagen als gisteren, hoewel de Kleine Torenvalk een mooie aanvulling
op de vakantielijst was. Ook werden er flink wat vlinders gezien en
gefotografeerd, waaronder ook een Spaanse
Vlag, een fraaie nachtvlindersoort.
's Avonds bezochten we nog een plek waar volgens onze
gastheer Bashar een Oehoe zou roepen, maar wij kwamen niet verder dan een Bosuil (ook leuk, trouwens) en een kort
roepende, ongedetermineerd gebleven uilensoort.
Dinsdag 06-08-2013: Demirkazik, vlinderweitjes
& de rit naar de Göksu Delta
Vanmorgen ontbeten we eerst voordat we weer op pad
gingen. Het was gisteren een lange dag geweest en iedereen voelde aan zijn
daalspieren dat we het maar eens ietsje rustiger aan moesten doen. Niet teveel
natuurlijk, maar een keer ontbijten vóór we op pad gingen was weleens
aangenaam. Alleen Ben had vanmorgen vroeg nog energie genoeg en had de
Pimpelmees aan de vakantielijst weten toe te voegen.
Na het ontbijt reden we naar het gebiedje waar we
gisteravond de Bosuil hadden gehoord en dat volgens onze gastheer ook goed zou
zijn voor allerlei andere leuke vogelsoorten en voor vlinders. Dat klopte wel.
Eerst stuitten we op een prachtige groep oude en jonge Aziatische
Steenpatrijzen die zich erg mooi lieten bekijken terwijl ze zich voor ons uit
de voeten maakten middels een soort steilewandrace, waarbij verschillende,
vooral jonge exemplaren, weer naar beneden duikelden om dan opnieuw te moeten
beginnen aan de klim.
Wedewitje, Demirkazik, 06-08-2013 |
Helaas was daar ineens weer onze (zelfverklaarde?)
terreinbeheerder, die duidelijk was ingeseind door een mannetje van de camping,
om geld op te eisen. Deze maal moest er ineens ook betaald worden voor het feit
dat we fototoestellen bij ons hadden, omgerekend maar liefst zo'n 45 euro per
camera. En dan hadden we nog geluk dat niemand een videocamera bij zich had,
want daarvoor gold het luttele bedrag van zowat 500 (!) euri. Gelukkig wist
Remko door hard onderhandelen de schade te beperken, maar dit is toch een
vreemde zaak. We zagen later hoe de beheerder een deel van de centen afstond
aan het mannetje van de camping, dus het is duidelijk een kwestie van graaien
en samen delen. Een waarschuwing aan anderen die dit gebied willen bezoeken is
daarom op zijn plaats: zorg ervoor dat je de toegangsprijs van tevoren betaalt
en daarvan bewijs hebt.
Levant Zwarte Roodstaart, Demirkazik, 06-08-2013 |
Onderweg naar de Göksu Delta vonden we een
landschildpad op de weg, die gezien de verspreiding van de diverse
schildpadsoorten in de regio waarschijnlijk een Moorse Landschildpad was.
Aan het eind van de middag arriveerden we bij Otel
Olba in Tasucu, gelegen aan de Middellandse Zee, maar gelukkig niet heel erg
toeristisch. We dumpten de koffers in onze kamers en gingen nog snel even een
eerste verkenning van de delta uitvoeren, wat prompt een heel scala aan nieuwe
vakantiesoorten opleverde. De Purperreiger
was talrijk. Er vlogen enkele Bruine
Kiekendieven rond (ha, een roofvogel!) en er zaten Bosruiters bij de vleet. Balkankwikstaarten
lieten horen dat hun roepje wat raspender is dan dat van de 'gewone' Gele
Kwikstaart en Wilde Eenden hadden ze
hier ook. Erg leuk waren de twee Sporenkieviten
die we tegenkwamen, een soort die toch vrij zeldzaam is in dit gebied.
Opvallend waren ook het grote aantal IJsvogels, de
vele libellen en de weinige vlinders die hier huisden. We hoorden Buidelmezen
en zagen een Blauwe Reiger voor de
vakantielijst, evenals drie Baardmannetjes
die tinkelend door het riet vlogen.
Het hoogtepunt van ons eerste bezoek werd gevormd
door een waarneming van de imposante Smyrna
IJsvogel, een prachtig beest dat nog nieuw was voor Jacob (meen ik).
Tenslotte kwamen ook het Waterhoen
en, vanuit de uitkijktoren, een Tafeleend
de vakantielijst opvrolijken. Enkele deelnemers zagen vandaag Pijlstaarten,
maar die werden door mij gemist.
Woensdag 07-08-2013: de Göksu Delta
We hadden vandaag de hele dag om in de befaamde
Göksu Delta te zoeken naar de soorten die hier het hoogst op de verlanglijst
stonden. Daartoe behoorden onder meer Zwartkoprietzanger, Marmereend en
Grijskoppurperkoet. Nog voor het ontbijt reden we alweer langs het slootje dat
we gisteravond ook al hadden verkend en stonden weer versteld van de grote
hoeveelheid IJsvogels die hier huisden, ondanks de enorme smerigheid van het
gebied, want men flikkert hier alles nog gewoon in de sloot, van ouwe
koelkasten tot bestrijdingsmiddelen.
De eerste vakantiesoort die eraan moest geloven
was een mannetje Witoogeend. Dat was
een leuk begin. Al snel hadden we ook weer een Smyrna IJsvogel in het vizier en
er werd een paar Steltkluten ontdekt
op een rijstveldje.
Toen we aan het eind van het slootje waren,
moesten we constateren dat geen van de drie doelsoorten in de tas zat. Er waren
wel wat rietvogeltjes in de weer, maar dat betrof Kleine – en Grote Karekieten. Nee, die
Zwartkoprietzanger ging geen makkie worden, dat hadden we zo onderhand wel
door.
Er kwam een mooie Zwarte Ibis over de auto gevlogen en terug rijdend naar het hotel
voor het ontbijt zagen we tijdens korte stops nog Watersnippen en een fraai mannetje Wielewaal. Zo werd de vakantielijst toch nog een beetje opgekrikt.
Na het ontbijt gingen we de delta verder
verkennen. We kwamen terecht langs de oever van de grote plas, waar we bij een
doorkijkje tussen het riet de boel afspeurden. We hoorden een paar maal een Graszanger tzitten, en die was een
vakantiesoort. Boven een slootje langs het pad was het een waar
libellenfeestje, zodat ik bijna het hoogtepunt van de dag miste, want op een
zeker moment hoorde ik Remko mijn naam roepen, op een volume dat verraadde dat
er iets heel bijzonders werd gezien. En jawel, het bleek om de Zwartkoprietzanger te gaan en gelukkig
vertoonde deze skulker zich nog éénmaal, en wel zodanig dat ik 'm ook zag en
als zodanig kon determineren. Pfjoewww…
Pancratium maritimum, Göksu Delta, 07-08-2013 |
Bij een plasje aan de rand van het strand zat een
grotere plevier met lange poten en zonder witte nekband, die snel naar achteren
rende maar niet kon voorkomen dat we hem herkenden als Woestijnplevier, altijd een mooie soort om te zien. Pogingen van
Remko om hem van achteren te besluipen en onze kant op te drijven mislukten,
maar de soort stond op de lijst.
We benaderden de grote plas van een andere kant en
kwamen nu dicht langs de oever te rijden. Hier waren veel vogels te zien,
waaronder weer flink wat vakantiesoorten. Ik zag mijn eerste Kleine Zilverreiger (door anderen al
eerder gezien), er vlogen nogal wat Dwergsterns
rond en ook een Grote Zilverreiger
werd gezien. Tenminste één adulte Lachstern
kwam overgevlogen (later nog twee, roepend) en een groepje Lepelaars fourageerde in de plas. Ook werden er Poelruiter en
Tureluur gezien en ook een Cetti's Zanger, maar niet door mij.
Ergens tijdens dit vogelgeweld moeten we ook nog
geluncht hebben, maar ik kan me niet meer herinneren hoe of waar. In ieder
geval keerden we na de lunch terug naar hetzelfde gebied en zagen onder meer
zes Regenwulpen, een héél verre Flamingo, Visdieven en Grote Sterns
(op een klein schiereilandje voor de kust), een Zilverplevier en nog een Strandplevier en een Zwarte Frankolijn die
zich spoorslags uit de voeten maakte.
Aan het eind van de middag speurde een deel van de
groep vanuit de uitkijktoren de grote plas af en zag daar maar liefst 1235
Ooievaars invallen. Ook werden Zomertaling, Kroon- en Kuifeend gezien voor de
vakantielijst. Ik liep ergens beneden en fotografeerde libellen, waaronder het Moriaantje, en (samen met Els)
Arabische Buulbuuls.
Zilverplevier, Göksu Delta, 07-08-2013 |
Donderdag 08-08-2013: van de Göksu Delta naar
Manavgat
Toen ik aan het ontbijt verscheen trof ik de
overige deelnemers in een juichstemming aan. Reden: men had twee stuks van de
Grijskoppurperkoet weten te scoren. Ai. Gelukkig was het geen nieuwe soort voor
mij en natuurlijk gunde ik hem mijn medereizigers van harte. Ook was er door
mijn reisgenoten een Steenuil op het dak van het hotel gezien en de Rietzanger
was aan de vakantielijst toegevoegd.
Wat valt er verder te melden over deze dag? Dat
het een enorm lange rit was via de zogenaamde Snake Route, een traject langs de
kust vol kronkelwegen en haarspeldbochten. Dat we opnieuw gruwelijk fout reden
en dat de accommodatie in Manavgat, genaamd Yesil Vadi, die er op de website zo
rustig en fraai uitzag en waar we uiteindelijk rond zeven uur 's avonds of zo
aankwamen, vol dagjesmensen zat die er kwamen zwemmen, picknicken, quad rijden
en dergelijke. Dat we daarvan even moesten slikken. Dat Tattoo Johnny, de
schijnbare eigenaar dan wel uitbater van deze tent, nooit een prijs voor
klantvriendelijkheid zal ontvangen en dat het bier er schier onbetaalbaar was. O
ja, en dat we onderweg de eerste (jawel, je leest het goed!) Zwarte Wouwen voor de reis tegenkwamen!
En door sommigen werd een Slechtvalk waargenomen, maar ik behoorde niet tot die
gelukkigen.
Vrijdag 09-08-2013: Manavgat, op zoek naar de
Bruine Visuil
Vandaag moest de apotheose van onze Turkijereis
worden. Immers, de Turkse Bruine Visuil stond op het programma, een ondersoort
van de Bruine Visuil die mogelijk/waarschijnlijk in de toekomst zal worden
afgesplitst en dan in één klap een van de zeldzaamste vogels ter wereld zal
zijn.
In het pikkedonker reden we achter
het-mannetje-dat-alles-regelde aan, om uit te komen bij het stuwmeer in de
zogenaamde Green Canyon, waar een comfortabele boot voor ons klaar lag die ons
hopelijk bij de zo gewenste uil zou brengen.
Pygmy Skipper, Manavgat, 09-08-2013 |
Nadeel was wel, dat het erg hard waaide. Hopelijk
zouden de uilen niet al te verscholen zitten. Toen we de kleine canyon
naderden, werd de spanning bijna ondraaglijk. Maar al vrij snel kwam het
verlossende woord: daar zat een Bruine
Visuil! De vogel zat in de onderste tak van een boom die halverwege tegen
de wand van de canyon stond. In no time had iedereen de imposante uil in zijn
kijker en gingen de fotografen los. Even later bleek aan de andere kant van de
canyon nóg een Bruine Visuil te zitten, die echter veel meer verstopt zat en
daarom niet geschikt was als fotomodel.
Daar zit -ie dan, de Bruine Visuil! |
We bleven een halfuurtje ronddobberen bij de
uilen, zodat iedereen ruim te tijd kreeg om plaatjes te schieten dan wel
filmpjes te maken. Daarna zette de kapitein koers naar de grote canyon, waar de
uilen beter te fotograferen zouden zijn. Jammer genoeg wachtte ons een
teleurstelling. De uilen waren hier onvindbaar, waarschijnlijk als gevolg van
de straffe wind, waardoor ze een beschutte plek hadden opgezocht. Wel zagen we
als troostprijs een Grote Gele
Kwikstaart.
Het was nog vroeg toen we weer aan wal gingen. En
toen was er natuurlijk de vraag: wat moet je nog als je bijna alle gedroomde soorten
plus de topper, de Bruine Visuil, in de tas hebt? De motivatie om met rond de
40 graden Celsius straf door te vogelen werd er niet groter op. We deden het
dus rustig aan, stopten bij een leuk plasje waar we onder meer konden genieten
van de Levantijnse Meerkikker, zochten
nog wat naar vlinders en 's middags deden we een geslaagde poging om de lokale
ondersoort van de Gaai (ssp. anatoliae, bleek met een zwart petje)
te vinden. Daarna was de energie echt zo'n beetje op.
Levantijnse Meerkikker, Manavgat, 09-08-2013 |
Zaterdag 10 augustus 2013: Manavgat – Antalya –
Istanbul – Schiphol
Roodstuitzwaluw, Manavgat, 10-08-2013 |
We waren zowat de hele vakantie zeer vroeg
opgestaan, met als gevolg dat ik, nu ik eindelijk eens kon uitslapen, ook
gewoon om half zes wakker werd. Dus ging ik maar een eindje wandelen in de hoop
nog iets leuks op vogel-, vlinder- of ander gebied tegen te komen. Het werd een
Koolmees, een soort die ik eerder
steeds had gemist, maar nu mooi in de kijker kwam. Ik probeerde nog wat
tsjakkende grasmusachtigen te verleiden uit het struikgewas te komen, maar dat
lukte niet. Het was duidelijk: de koek was op.
Na het ontbijt laadden we de koffers in en reden
richting het vliegveld van Antalya. Daar vlakbij aten we nog een hapje in een
restaurant langs de weg, we leverden de huurauto in, checkten de koffers in en
ontvingen onze boardingpassen. Het lange wachten kon beginnen.
Boerenzwaluw, Manavgat, 10-08-2013 |
We arriveerden rond half tien 's avonds op
Schiphol, maar voordat we onze koffers te pakken hadden was er nog bijna een
uur verstreken. Ik nam afscheid van Remko, Jacob, Els, Ben en Hiele en haalde
de trein van kwart voor elf naar Utrecht, waar Cilja al op me stond te wachten.
Het was een geweldig mooie reis, maar het was
heerlijk om weer thuis te komen.
15 augustus 2013.
wat moet ik hier nou van zeggen? ik ben sprakeloos en dan druk ik mij nog veelste zacht uit wat een weelde aan vogels en natuur,overweldigend hier kom ik nog wel een paar keer terug en dan maak er er ook notities van want dit onthou je zo allemaal niet.
BeantwoordenVerwijderenMooie verslag met fraaie foto,s.
BeantwoordenVerwijderenDe Siesel is een anatolische grondeekhoorn. Siesels zitten in europa en hebben vage vlekken.
Groet Willem
Hoi Willem, heb je misschien een wetenschappelijke naam van die Anatolische Grondeekhoorn? Kan ik nl. niets over vinden. Op Observado worden deze beestjes uit dit gebied steevast ingevoerd en goedgekeurd als Siesels. Maar in de Atlas of European Mammals lees ik inderdaad dat -ie endemisch voor Europa is. Ik kom er dus even niet uit. Alvast bedankt!
BeantwoordenVerwijderenGroet, Jan
@ Jan: natuurlijk: Anatolische Siesel ( Spermophilus xanthoprymnus ).
BeantwoordenVerwijderenHallo Jan,
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.iucnredlist.org/details/20496/0
en als je op "view map" klik dan zie je een fraai verspreidingskaartje.
O.k. Willem, duidelijk, klopt als een bus, hartstikke bedankt voor de correctie.
BeantwoordenVerwijderenGroet, Jan
Wat een prachtig verslag en wat een mooie foto's heb je gemaakt, Jan! Bijzonder die Acrididae spec. en wat een soorten heb je daar gezien en gefotografeerd! Heb je uitgebreide verslag tweemaal doorgelezen en alleen al voor die vlinders zou ik zo'n reisje boeken:-) Die man wist trouwens wel prijzen te vragen voor een bezoekje op 'zijn land'...kan goed begrijpen dat de lol er daar dan wel af is. Uit alles maak ik wel op dat zo'n vakantie best aanpoten is en je eerder bekaf dan uitgerust thuiskomt:-) Maar als je dan het resultaat ziet dan ben ik, zoals de Van Esjes het al zeggen, sprakeloos. En nu weer het 'normale leven' met die doodnormale soorten....Maar gelukkig heb je de foto's nog en dan voel ik me maar een 'hele kleine jongen' als ik zie wat jij hier en op Flickr heb neergezet. Kortom, volop genoten van je heerlijke schrijfstijl, je foto's en al die soorten waar ik nog nooit van gehoord had, Chapeau!!
BeantwoordenVerwijderenGroet Kees
Dankjewel Kees. Het is inderdaad af en toe bikkelen, maar dan heb je ook wat ;-) Heb trouwens ook weer erg genoten van jouw laatste blogs!
BeantwoordenVerwijderenGroeten, Jan