donderdag 22 februari 2018

22-02-2018: Flitstwitch naar de burgemeester van Utrecht

De Kleine Burgemeester (2e kalenderjaar) van Utrecht.
Een Kleine Burgemeester vlakbij het Centraal Station van Utrecht, zo'n buitenkansje kon ik niet laten lopen. Veertig minuutjes met de trein vanuit hier, vijftig meter lopen en je bent er. De Kleine Burg is een fraai meeuwtje en behoorlijk schaars. Hij komt helemaal uit IJsland of Groenland, de meeste die ons land bereiken blijven aan de kust. In het binnenland zijn ze een zeldzaamheid. Dus toen ik vanmorgen op waarneming.nl zag dat de vogel weer was gezien, ging ik erop af.
Ter plekke vond ik aanvankelijk een hele massa Kokmeeuwen en Stadsduiven, hier en daar een Stormmeeuw en een Zilvermeeuw, maar meer ook niet. Al snel kreeg ik gezelschap van een andere vogelaar, en samen liepen we een eind langs de gracht, tot aan de Munt. Onderweg zagen we een adulte Kleine Mantelmeeuw, leuk, want een jaarsoort. Maar de burgemeester weigerde zich te vertonen.

Ter hoogte van het gymnasium, waar de burg weleens op het dak zit, probeerde ik het door het voeren van een krentenbol. Daar kwamen veel meeuwen op af, maar niet de gewenste soort. Dus liepen we maar weer terug naar het begin van de gracht, waar onze doelsoort het vaakst wordt gezien. Er arriveerde een derde vogelaar en ik probeerde het ook hier weer met een krentenbol, wat aanvankelijk ook niet succesvol was. Maar toen zag een van mijn mede-vogelaars hem zitten op een lantaarnpaal! Yes, die zat in de pocket, maar het werd nog mooier. Want de burg kwam even later aangevlogen en landde vlak voor ons in de gracht. Zo liet hij zich mooi fotograferen, waarna hij ook nog even op de kant ging zitten poseren.

En zo werd deze flitstwitch toch een volledig succes. Op de terugweg werd het succes zelfs nog vollediger, want ter hoogte van de uiterwaarden van de Lek bij Culemborg hing er plotseling een Slechtvalk naast de trein! Fantastisch!
En als toetje zaten er bij Beesd, ter hoogte van het dierenparkje De Paay, twee Wilde - en evenzoveel Trompetzwanen in het land, beide soorten evenwel afkomstig uit het dierenpark.

zaterdag 17 februari 2018

17-02-2018: Bos en Hei(destein)

Vrouwtje Grote Kruisbek.
Het beloofde vandaag heerlijk weer te worden: zonnig, weinig oostenwind en temperaturen iets boven het vriespunt. Ideale omstandigheden om weer eens op pad te gaan. Mijn hoofddoel vandaag waren de Grote Kruisbekken die de hele winter al aanwezig zijn op landgoed Heidestein bij Zeist. Een gebied dat met de trein goed te doen is; en bovendien vlogen er daar nog wel meer leuke jaarsoorten rond die ik graag wilde toevoegen aan de lijst 2018.
Even voor acht uur arriveerde ik op station Driebergen-Zeist, waar het een ontstellende puinhoop was met werkzaamheden en wegomleggingen, zodat van mijn route naar de plek meteen al niks meer klopte. Maar na enig zoeken vond ik een pad dat door een park liep en uitkwam op de weg waarlangs een ingang van Heidestein was. Al lopende werd ik getrakteerd op tal van zingende vogels, gewone soorten, maar wat heerlijk dat ze weer muziek maken!
Mannetje Grote Kruisbek.
Eenmaal in het gebied begon het meteen te lopen. Op diverse plekken zongen Zwarte Mezen en ik  hoorde verschillende malen Kuifmezen roepen: twee jaarsoorten. Leuke soorten als Boomklever en Sijs hielden me bezig terwijl ik naar het Bosmeertje liep, de plek waar de Grote Kruisbekken vaak worden gezien. Toen ik daar aankwam hadden twee vogelaars net een kruisbek in de telescoop. Het bleek een 'gewone' Kruisbek te zijn, die eigenlijk natuurlijk ook helemaal niet gewoon is, en zeker niet voor mij. Een goeie jaarsoort, wederom. Later zag ik de Kruisbek nog een keer, en toen waren ze met z'n tweeën.
Ik ging maar eens een rondje lopen en na korte tijd ontdekte ik een onmiskenbaar mannetje Grote Kruisbek in het topje van een den. Ik kon er vlakbij komen, foto's maken en toen begon de vogel nog te zingen ook! Wat fantastisch! Maar toen ik me realiseerde dat ik daar natuurlijk een filmpje van moest maken, hield hij er prompt mee op.
Intussen liet op de achtergrond de Zwarte Specht zich met enige regelmaat horen, maar die hoopte ik later nog te zien ook.
Voor wat betreft de Grote Kruisbekken: later op de ochtend kwamen er twee (man en vrouw) in een boom naast het Bosmeertje zitten en het vrouwtje liet zich fraai fotograferen. Zo, die klus was geklaard.
Roodborst.
Ik ging op een bankje zitten vanwaar ik goed uitzicht had over de hei en de lucht daarboven, om te wachten op de Raaf die hier regelmatig wordt gezien. In de verte vloog iets groots: wauw, vrouwtje Havik! Wat een indrukwekkende beesten zijn dat toch. Ze was een zeer welkome jaarsoort. Even later hoorde ik een ratel en een paar seconden later begon er een Grote Lijster te zingen, alweer een jaarsoort. Dat ging voortvarend. De Raaf liet het echter afweten, wat jammer was, maar op de terugweg werd ik nog getrakteerd op een fraaie zichtwaarneming van de Zwarte Specht, die tegen een boomstam klaaglijk zat te roepen. Helaas was hij niet fotogeniek, maar hopelijk komt dat ook ooit nog een keer.
Vanuit de trein, op de terugweg, zag ik ter hoogte van Beesd twee Wilde Zwanen in het weiland zitten. Een jaarsoort, maar misschien kwamen ze wel uit het dierenparkje De Paaij. Zeker weten doe ik dat natuurlijk niet.
Hoe dan ook, het was een heerlijke ochtend met maar liefst acht jaarsoorten, waarvan de Grote Kruisbek natuurlijk het hoogtepunt was.
En nogmaals het mannetje Grote Kruisbek.

woensdag 7 februari 2018

07-02-2018: Een dagje AW duinen

De Klapekster liet zich mooi zien vandaag.
Tenminste eenmaal per jaar maak ik een wandeling in de AW duinen met mijn goede (Hillegomse) vriendin Anita, om een beetje bij te praten, om te genieten van de natuur en natuurlijk stiekem ook om jaarsoorten te scoren.
Vandaag was het weer eens zo ver. Rond elf uur arriveerden bij de ingang Panneland en van daar liepen we rechtdoor naar de kanalen. Een Boomklever riep en in het Nieuw Kanaal zwom onder meer een paartje Brilduikers, waarvan het mannetje zich erg leuk liet fotograferen.
We volgden het smalle kanaaltje richting het Zwarteveld en na korte tijd vloog daar een Watersnip op uit de kant, jaarsoort nummer 1. Even verderop riep een goudhaantje, en toen de vogel na eventjes wachten in beeld kwam, bleek het een 'gewoon' Goudhaantje te zijn, numero 2.
Mannetje Brilduiker.
Het was op zich vrij rustig met de vogels, maar het weer was heerlijk (licht vriezend, windstil en zeer zonnig, een verademing na alle regen en wind die we deze 'winter' hebben gehad).
Aan de rand van het Groot Zwarteveld vond ik al heel snel mijn belangrijkste doelsoort voor vandaag: de Klapekster die daar al een tijdje huist. Een fijne soort die ik hooguit een- of tweemaal per jaar te zien krijg. Op de terugweg liet hij zich nog lekker fotograferen ook. Een fijne vriend was het.
Op de kanalen ten westen van het Zwarteveld zaten in eerste instantie alleen de 'gewone' eendensoorten: Wilde -, Kuif-, Tafel- en Slobeend en Wintertaling. Geen Wilde Zwanen, geen Krooneenden. Maar onderweg naar de Zwaneplas hoorde ik opnieuw een goudhaantje en deze keer was het een pracht van een Vuurgoudhaan, alweer zo'n nuttige jaarsoort, en een fraaie bovendien.
Een paar honderd meter verder keken we uit over de Zwaneplas en daar vond ik (weliswaar op flinke afstand) minstens 25 Krooneenden, en ook die waren van harte welkom op de vogellijst 2018. Ook riep er een Waterral.
Bietsend Roodborstje bij restaurant Panneland.
Op de terugweg stapten we stevig door en vlogen er nog twee mannetjes Grote Zaagbek over ons heen. Tijdens een heerlijke warme chocomel met slagroom en een tosti bij Het Panneland zat er de hele tijd een Roodborstje op en onder de tafels om kruimeltjes te bietsen. Hij had concurrentie van een haan, die zich af en toe ook liet horen, hoewel iedereen natuurlijk allang wakker was.
Met vijf jaarsoorten, waarvan drie zeer nuttige, was ik bijzonder tevreden over de opbrengst. Het was weer een heerlijk en gezellig dagje duinen!
Haantje Pik.

donderdag 1 februari 2018

01-02-2018: Ross' Meeuw, een nieuwe soort!

De tweede kalenderjaar Ross' Meeuw van Vlissingen!
Op 24 januari jl. werd door Jan Goedbloed een Ross' Meeuw ontdekt in de haven van Vlissingen. Een Ross' Meeuw! Dat was een totaal nieuwe soort voor mij; noch in Nederland, noch in het buitenland had ik hem ooit gezien. Maar ja, Vlissingen. Twee uur en drie kwartier met de trein vanuit Leerdam, daar had ik nou niet ontzettend veel trek in, zeg maar. En bovendien, dat beest zou toch wel snel weg zijn, zoals het Ross' Meeuwen in Nederland betaamt.
Maar dag na dag werd het dier opnieuw gemeld. Het was net of hij me iedere dag vanaf de diverse waarnemingensites toeriep: 'Kom je nou nog Jan, ik ben er nog steeds hoor!'
Gisteren zat hij er een week, en de ene prachtfoto na de andere verscheen op de vogelsites. Oké, ik hield het niet meer en besloot er vandaag op af te gaan. Een lange reis en misschien voor niks, maar de dood of de gladiolen dan maar.
Om de kosten enigszins binnen de perken te houden vertrok ik na negen uur uit Leerdam, zodat ik mijn kortingskaart kon gebruiken. De reis zat ontzettend mee, omdat ik in Dordrecht nog een late aansluiting kon halen, en om tien over half twaalf was ik ter plekke. Het station ligt feitelijk in de haven, dus ver hoefde ik niet te lopen.
Ja, ik weet het. Baggerplaten. Dat beest was niet te doen met mijn cameraatje.
Ik hoefde ook niet lang te wachten, want al na een minuut of tien kwam de Ross' Meeuw de haven in gevlogen en eigenlijk was hij daarna nauwelijks weg. Zo'n anderhalf uur heb ik van het diertje genoten. Wat een droppie! En wat liet hij zich fraai zien! Regelmatig kwam hij op een of twee meter over of langs de waarnemers gevlogen. Regelmatig riep hij ook.
Maar foto's, nee, dat zat er niet in. De meeuw was buitengewoon snel, beweeglijk en wendbaar en na ruim anderhalf uur klooien had ik welgeteld bovenstaande bewijsplaatjes. Even rustig op het water zitten was er niet bij. Er was, kortom, met mijn toestelletje geen beginnen aan. Neemt niet weg dat ik super genoten heb van mijn allereerste Ross' Meeuw!
Aalscholver. Die wilde wel graag.
Een leuke bijvangst was een adult winter Zwartkopmeeuw, die ook tot tweemaal toe de haven in kwam vliegen en niet helemaal de aandacht kreeg die hij verdiende. Tussen neus en lippen door waren ook de Grote Gele Kwikstaart, de Steenlopers en de Aalscholvers die ruzieden met Grote Mantel- en Zilvermeeuwen erg onderhoudend.
Tegen twee uur besloot ik huiswaarts te gaan. Ik had immers nog een lange reis voor de boeg. Om halfvijf was ik thuis, moe maar uiterst tevreden.