vrijdag 26 januari 2018

26-01-2018: Geen Ross' Gans, toch een leuke dag.

Zilver- (l) en Geelpootmeeuw (r).
Vandaag begon met mijn eerste zingende Zanglijster van het jaar, een heerlijk gehoor. Toen was het nog donker en lag ik nog in bed. Toen het licht werd, bleek deze Zanglijster een mooie dag te hebben aangekondigd, want het was zowaar droog, het waaide nauwelijks en ik meende zelfs een min of meer onbewolkte hemel te zien. Op de fiets dus en vogels scoren, want in deze ultieme zeikwinter moet je iedere aardige dag meepakken.
Mijn belangrijkste doel was de Ross' Gans, die de afgelopen week regelmatig in de uiterwaarden van Culemborg bivakkeert. Als hij daar niet zit, zit -ie aan de overkant. Hopen en bidden dus maar dat het beest vandaag aan de goeie kant zou zitten.
Al snel bleek dat het een leuke dag zou worden. Nog in Leerdam hoorde ik een Boomklever roepen, een redelijk zeldzame soort in deze streek. Bij Acquoysemeer zaten veel Sijsjes en tenminste drie Grote Barmsijzen, de zoveelste die ik deze invasiewinter zie. Even verderop vloog een Waterpieper op en nog iets verder kwamen mijn eerste Veldleeuweriken van 2018 overvliegen. Leuk! Ik hoorde er meerdere vandaag, op diverse plaatsen.
Ik arriveerde bij De Waaij, en daar zaten wat meeuwen in de plas. Weinig grote meeuwen, maar toch even checken:  verdraaid, daar zat een Geelpootmeeuw, jaarsoort nummer twee! Het was nog tamelijk nevelig, maar de (iets bewerkte) foto laat niets te raden over. Hoppa!
Fuut.
Aan het eind van de Diefdijk sloeg ik deze keer rechtsaf, richting Culemborg, en vanaf de Goilberdingerdijk telde ik een  mooi groepje van 23 Kleine Zwanen. Wat een fraaie vogels zijn dat toch. Ook een man Pijlstaart, die zich in een grote groep eenden bevond, was erg leuk.
In de Baarsemmerwaard zong een Cetti's Zanger uitbundig en het systematisch afspeuren van de eenden leverde resultaat op: daar zwom een mannetje Nonnetje! Een fijne soort die ik hoogstens een paar keer per jaar zie.
De Ross' Gans zat helaas aan de verkeerde kant vandaag. Ik speurde alle ganzen af, ook die aan de overkant van de Lek, en wachtte een tijdje tot de vogel zich misschien toch zou melden. Intussen vond ik wel een man Grote Zaagbek, een fijne jaarsoort. Op een zeker moment gingen er honderden ganzen de lucht in aan de overzijde van de Lek, maar ook daar zat hij niet tussen. Dan maar naar Everdingen.
Onderweg, vlakbij Werk aan het Spoel, hoorde ik ineens Baardmannetjes! Luid en duidelijk pingden ze vanuit het riet, maar ze lieten zich niet zien. Jaarsoort nummer vijf was dat.
Bij Everdingen was het weer een baggerbende. Toch ploegde ik me er maar doorheen, vond een fraaie Waterpieper en twee à vier Baardmannetjes die zich mooi lieten bekijken. Doodgewone soorten als Rietgors en Roodborsttapuit wilden echter niet meewerken, zodat de 120 jaarsoorten er nog niet inzat vandaag.
Op de terugweg bij de plas met de palen (bij De Waaij) pauzeerde ik even en vond een fraaie adulte Pontische Meeuw tussen de gewonere soorten.
Geen Ross' Gans dus, maar een heerlijk dagje was het wel, zowel qua weer als qua vogels.

zaterdag 20 januari 2018

20-01-2018: Pierewaaien

Drieteenstrandloper.
Ik had vandaag een afspraak met Koert en René voor het traditionele Nieuwjaarsvogelen, en dus zat ik om tien voor half zeven al in de trein om rond halfnegen in Heemstede te kunnen zijn. Daar stonden mijn vogelvrienden al op me te wachten. Ons eerste doel waren de vijf Pestvogels die al een week aan de Lodewijk van Deijssellaan in Haarlem verblijven. We waren er in no time en toen we uit de auto stapten zag ik de Pestvogels direct zitten in een boom vlak boven een besdragende struik. Hopla, dat ging voortvarend. Helaas was het nog erg donker en zaten de vogels er niet echt fotogeniek voor, maar we konden ze een kwartier of zo mooi bekijken voordat er een vent met een hond langs kwam lopen waardoor de Pestvogels opvlogen en de wijk in verdwenen.
Dat was voor ons het teken om ons naar de Zuidpier van IJmuiden te begeven, waar we de rest van deze vogeldag wilden doorbrengen. Er waren voor ons allemaal nog genoeg jaarsoortjes te halen.
Zeekoet. Die had ik al in jaren niet zo mooi gezien.
Nadat we de auto geparkeerd hadden, wierpen we een eerste blik op het strand en vonden direct wat we zochten: een groep van 17 Sneeuwgorzen! De heerlijke beestjes lieten zich prachtig zien terwijl ze over de grond renden langs een plas op het strand, af en toe opvlogen en weer naar beneden gingen. Het was een tijd geleden dat we een zo grote groep hadden gezien.
We liepen verderop, pikten een Dodaarsje mee uit de jachthaven en checkten het piertje waar de Kuifaalscholver meestal huist, maar dat was verlaten.
Niet getreurd, want even verder, bij het torentje, zat een Oeverpieper op de basaltblokken en de eerste Drieteenmeeuw van de dag, een tweede kalenderjaar vogel, kwam over ons heen gevlogen. Op de punt zaten er nog zeker een stuk of vijftien in een enorme groep meeuwen. En dat was leuk, want die had ik al ettelijke jaren niet meer gezien.
Een stukje verderop kropen de eerste Steenlopers en Paarse Strandlopers over de basaltblokken. Daarna werd het een tijdje stil tot we voorbij de bocht waren. We liepen net een beetje te klagen dat het wel erg stil was langs die pier toen de eerste zes Jan-van-Genten werden ontdekt, prachtige adulte vogels die op redelijke afstand richting zuid vlogen.
Spoiler: met de Kuifaalschover kwam het toch nog goed.
Wat een heerlijke beesten zijn dat toch! Vrijwel tegelijkertijd kwam er voor de derde keer vandaag een groep rietganzen over en deze keer kon ik aan de lichte bovenvleugels zien dat het om circa 35 Kleine Rietganzen ging. Anderen zagen vandaag nog veel meer Kleine Rietjes overvliegen, en wij zagen halverwege de pier ook een paar grote groepen 'rietjes' over komen waarvan we vanwege de afstand verder geen chocola konden maken. Leuk!
Meerdere Roodkeelduikers vlogen langs en naarmate we de punt naderden werden er steeds meer Jan-van-Genten en Drieteenmeeuwen (zowel adulte als onvolwassen vogels) gezien. Koert en René zagen ook Zeekoeten voorbij komen en toen ik even door René z'n scoop koekeloerde, zag ik er direct ook eentje langsvliegen.
Drieteentje.
We verbleven geruime tijd op de punt van de pier en zagen onder meer supertamme Steenlopers en ook een zeer amusant en tam Drieteenstrandlopertje dat zich uitgebreid tussen de vogelaars ging zitten badderen in een plas water. Dat was even leuk fotograferen.
Na een tijd kijken en genieten waren we verkleumd tot op het bot en liepen we terug de pier af om in een strandtent de traditionele kroketten met brood en koffie te gaan nuttigen. Terwijl we dat deden, zagen we dat vanmorgen de Zwarte Zeekoet weer was gezien bij de ingang van de jachthaven, en dat daar ook de Kuifaalscholver (toch) was waargenomen. Dus speurden we na het eten opnieuw die plek af. De Kuifali bleek aan de andere kant van het piertje te zitten en liet zich mooi zien. Tijdens het speuren naar de Zwarte Zeekoet ontdekte ik wel een 'gewone' Zeekoet, die zich uiteindelijk heel fraai liet zien en fotograferen. De Zwarte kwam er echter niet uit. Het gaf niet, we hadden een heerlijke dag gehad en om drie uur stapte ik weer op de trein in Heemstede.
Vier van de zeventien Sneeuwgorzen.

zondag 14 januari 2018

14-01-2018: Nieuwe dakterrassoort: Zwarte Ooievaar!

Vanmorgen ben ik even met Cilja naar de uiterwaarden gereden in de hoop daar de Baardmannetjes te kunnen oppikken. Maar toen we er aankwamen stond het water zo hoog dat een groot deel van het riet half of helemaal onder water stond. Ik liep een eindje het gebied in, maar het pad was ook nog een grote modderpoel en de moed zonk me snel in de schoenen. Wel vloog er nog een Waterpieper roepend op. De Baardmannen komen een andere keer wel, besloot ik.
Dus reden we wat verderop en zagen twee Steenuiltjes in hun bekende knotwilg zitten en bij de stuw van Hagestein scoorde ik nog twee Dodaarsjes, een jaarsoort.
's Middags rond kwart over twee liep ik even het dakterras op met Cilja's kijkertje, het was immers zonnig weer met zuidoostenwind en de tijd is goed voor doortrekkende Rode Wouwen, dus wie weet. Ik keek omhoog naar het zuiden, het westen, het noorden, het oosten... Hé, wat gaat daar voor een joekel? Een Zwarte Ooievaar! Overduidelijke 'ooievaar', laag vliegend, pal naar noord. Zwarte nek, borst en vleugels, witte oksels en buik. Ik kon mijn ogen niet geloven, het is immers januari en die beesten worden geacht in zuidelijke streken te verkeren!
Wel is er de afgelopen tijd ook eentje ergens in Friesland en Overijssel gezien. Dezelfde vogel misschien?

dinsdag 9 januari 2018

09-01-2018: De 100 gepasseerd

Torenvalkje in de Everdingse uiterwaarden.
Het was vandaag eens droog en rustig weer, dus ik besloot voor de 100 jaarsoorten te gaan in de uiterwaarden van Everdingen. De Baardmannetjes stonden hoog op mijn verlanglijst, en ook hangt er weer een Roerdomp rond en werden er de laatste tijd elke dag Grote Zaagbekken gemeld.
Om kwart voor negen stapte ik op de fiets en noteerde op weg naar De Waaij, mijn eerste geplande tussenstop, wat gewone soorten en een Ree, mijn eerste zoogdiersoort van het jaar 2018.
Bij De Waaij zelf speurde ik een tijdje tussen de meeuwen, maar vond zo gauw niets bijzonders. Wel vloog er een luid roepende Waterpieper over, mijn eerste jaarsoort. Ik reed een klein stukje verder, naar de plas met de palen langs de snelweg. Hier vond ik al snel een mooie adulte Pontische Meeuw, jaarsoort nummer twee. Dat ging goed.
Adulte Pontische Meeuw.
Nog een klein stukje verder zaten twee Ringmussen te djem-tsjilpen, nummer drie. Aangezien ik vijf jaarsoorten nodig had voor de 100, lag ik dus lekker op schema.
Aangekomen bij Fort Everdingen checkte ik eerst de gracht, waar gisteren nog een Grote Zaagbek in zat. Maar die was vandaag afwezig, zoals trouwens overal in het gebied. Wel vloog er weer een Grote Barmsijs voorbij, de zoveelste van het jaar. Later volgden er nog enkele.
Een eerste check van de eenden in de uiterwaarden leverde vier Pijlstaarten op, jaarsoort nummer vier. Nu kon het niet meer misgaan. Maar de ronde om het gebied heen die ik liep, leverde toch onverwacht weinig op. Het water in de Lek stond zeer hoog en het pad was een grote modderbende. Ik hoorde een Waterral aan het begin van het pad (nummer 5 van de dag en nummer 100 van het jaar), maar Baardmannen, Rietgorzen, Roodborsttapuit, IJsvogel, Grote Zaagbekken, Dodaarsjes et cetera waren onvindbaar. Toch volgde er nog een verrassing: tussen een groepje overvliegende Kol- en Grauwe Ganzen hoorde ik een afwijkend geluid en dat bleek afkomstig te zijn van een Toendrarietgans! Een vrouwtje Sperwer liet zich zien, een Torenvalk liet zich fotograferen en op de terugweg had ik opnieuw een Pontische Meeuw en een Grote Gele Kwikstaart. En zo was het toch allemaal weer de moeite waard.
En nog een keer de Torenvalk.

zaterdag 6 januari 2018

06-01-2018: Vijf Kwakken

Eén van de vijf.
Het was droog en vrijwel windstil weer, dus ik besloot er meteen nog maar een fietstocht tegenaan te gooien. Via Rhenoy en dierenparkje De Paay naar de Mariënwaard, dat leek me een leuke route die wel wat jaarsoortjes kon opbrengen. Bovendien kon ik dan meteen even checken hoe het met de Kwakkenstand bij het dierenparkje is gesteld.
Net buiten Leerdam vond ik drie Ooievaars voor de jaarlijst. Vlakbij het dierenparkje mijn eerste Staartmezen van het jaar. En bij De Paay wachtte me een verrassing, want de Kwak heeft zich aardig uitgebreid. Maar liefst vijf vrij vliegende exemplaren zaten op het dak van het verblijf. Altijd leuk fotograferen, al is al dat gaas op de achtergrond natuurlijk niet echt het je van het.
Ik fietste door naar de Mariënwaard, waar het echter rustig was, om niet te zeggen stil; en met de grootste moeite wist ik er een Boomklever voor de jaarlijst uit te trekken.
Kwak 2 van 5.

vrijdag 5 januari 2018

05-01-2018: Werken aan de jaarlijst

De Waterspreeuw van Papendrecht.
Vandaag had ik een afspraak met Chris en Wiegert om ons traditionele nieuwjaarsrondje richting Zeeland te maken. Om acht uur vertrokken we uit Leerdam en ons eerste doel was niet zoals gebruikelijk Barendrecht, maar Papendrecht, omdat daar al een tijdje een Waterspreeuw huist in een suf slootje dat rond een wijk loopt. Niettemin lijkt de Waterspreeuw zich er helemaal thuis te voelen.
Het schemerde nog een beetje toen we arriveerden en al speurend liepen de hele sloot af, maar vonden niets. Hoewel een overvliegende Grote Gele Kwikstaart best leuk was voor de jaarlijst. Maar de Waterspreeuw was waarschijnlijk nog niet wakker. Het was ook wel erg gewaagd om de dag te beginnen met een vogel die (in het Engels) Dipper heet, aldus Chris.
We hadden een druk programma, dus besloten we eerst door te gaan naar Barendrecht, waar de Buffelkopeend traditiegetrouw de eerste echte zeldzaamheid van het jaar moest worden, en op de terugweg zo nodig nog een keer voor de Waterspreeuw te gaan. De Buffelkop zat ditmaal aan de andere kant van de plas, tussen de huizen, aan het Havenhoofd. We vonden hem razendsnel, zodat we wat tijd inliepen op de verloren tijd in Papendrecht.
Een van de drie Koereigers van Strijen.
Op naar het Oudeland van Strijen, waar Roodhalsgans, Dwergganzen en Koereigers op ons wachtten als het goed was. We begonnen met zoeken naar de Roodhals, maar tussen de vele honderden, zo niet duizenden Brandjes konden we hem helaas niet vinden. Dan maar hopen op de Dwergganzen, en die lieten zich deze keer eens heel aardig zien. Het waren er 16, waarvan ik er slechts 15 zag, maar dat vond ik niet erg. Het was vandaag echt genieten van de Dwergjes.
We vonden al zoekende ook nog een Kleine Canadese Gans, weliswaar een exoot, maar veel zie je ze niet. Toch leuk. Ook fotografeerde ik nog een wat vreemde gans, die een hybride Canadese x Brand bleek te betreffen.
We moesten een stukje omrijden voor de Koereigers, maar ze lieten ons niet in de steek. Eerst eentje tussen de schapen, vervolgens nog twee tussen de paarden.
Hybride Canadese x Brandgans bij Strijen.
Dik tevreden reden we door, naar Battenoord, waar de ook al traditionele Flamingo's en exotische aanverwanten al op ons stonden te wachten. Eén Flamingo was lekker aan het foerageren en dat was weer eens wat anders dan die saaie roze streep slapende flamingo's die je hier normaal gesproken aantreft.
We pikten ook nog wat normalere jaarsoorten op en gingen toen verder richting Goedereede, waar zowel Zwarte - als Witbuikrotgans tussen de Rotjes zouden zitten. Maar helaas, de plek bleek totaal verlaten, afgezien van een stuk of acht Rotganzen en wat Brandjes en Kollen. Gelukkig vonden we er nog een winterse Bruine Kiekendief als troostprijs.
Op naar de Brouwersdam dan, waar nog vele jaarsoorten te halen vielen. Aangekomen bij het Haventje Noord begon het te regenen, wat nou niet direct erg goed uitkwam, omdat er gespeurd moest worden met de telescoop naar verre duikers en andere leukerds. Gelukkig werd het na een kwartiertje weer droog en in de tussentijd vermaakten we ons met Middelste Zaagbekken, Kuifduikers, Scholeksters, Steenlopers, een Zilverplevier en Drieteenstrandlopers.
Flamingo bij Battenoord.
Toen het weer droog werd kon het speuren naar het ver op zee dobberende spul beginnen. We vonden enkel Roodkeelduikers, bijna allemaal ver weg. Leuk was een Grote Stern die kwam langsvliegen (en die deed dat later nog enkele malen).
Verderop langs de dam kwamen jaarsoorten als Brilduiker, Paarse Strandloper, Eider en Zwarte Zee-eend langs. Erg onderhoudend allemaal. En bij de Spuisluis zat een Kuifaalscholver tussen de Aalscholvers op de basaltblokken, hartstikke mooi, en vloog er een onverwacht - maar daarom des te leuker - Smelleken langs, ontdekt door Wiegert.
Intussen was de Waterspreeuw weer gevonden en was het twee uur, zodat het tijd werd om terug te keren naar Papendrecht om de spreeuw alsnog in te rekenen. En dat lukte. Het was een heerlijk slot van de dag om deze vogel actief te zien foerageren, zwemmen en kopje onder gaan. Een fantastisch beestje, en dat geheel onbevreesd op zo'n tien meter afstand.
Het spreekt vanzelf dat we tevreden huiswaarts reden. Juist toen we vertrokken begon de regen weer op te vallen, maar dat kon ons allang niet meer schelen.
Nogmaals de Waterspreeuw.

dinsdag 2 januari 2018

02-01-2018: De kop is er weer af

Het vogeljaar 2018 is begonnen! Uiteraard stond ik gisteren al vroeg op ons dakterras om de eerste gewone soorten in te rekenen. We moesten gisteren op bezoek bij familie in Hillegom, dus onderweg daarnaartoe noteerde ik ook nog wat soorten.
Vanmorgen hebben Cilja en ik ons traditionele autoritje door de streek gedaan. Via de Diefdijk reden we naar de polders bij Everdingen, waar weer Kleine Zwanen huizen. We vonden ze snel, hoewel ze ver weg op het land zaten. In de uiterwaarden zelf deed ik een snelle poging op de Baardmannetjes, maar die lieten zich horen noch zien. Wel wat eendensoorten voor de jaarlijst: Bergeend, Slobeend en Wintertaling lieten zich zien. Een Wulp riep vanuit de verte en Cilja vond een Gaai voor me.
Ons volgende doel was het Steenuiltje langs de dijk en gelukkig zat hij vandaag op z'n plek. We reden nog een stukje, naar Vianen en van daar naar Lexmond, waar we de dijk weer opreden. We vonden nog leuke plekjes met veel eenden, Smienten met name, maar er zaten verder geen jaarsoorten tussen.
's Middags wandelde ik over de Zuiderlingedijk naar het kasteelbos van Heukelum en zag leuke jaarsoorten, zoals Kramsvogels en minstens 75 Koperwieken. Een Matkop liet zich mooi zien bij het kasteelbos en de grootste verrassing waren twee Goudvinken die in het bosje vlak voor het eigenlijke kasteelbos zaten te roepen. Eén ervan liet zich ook heel mooi zien. Deze soort had ik pas eenmaal eerder in de regio, een goeie dus.