donderdag 22 november 2018

22-11-2018: Taigabeest te Wageningen

De Notenkraker van Wageningen.
Zo eens in de tien jaar zie ik een Notenkraker in Nederland. Mijn eerste stamt uit 1985, toen er een kleine invasie was in ons land en er een in het Panbos van Katwijk verbleef. Elf jaar later, in 1996, zat er een in Veenendaal die ik heb gezien. Mijn derde en tot voor vandaag laatste stamt van tien jaar geleden en betrof een vogel die een tijdje bij Horst in Limburg verbleef.
Er is dit jaar sprake van flinke bewegingen onder noordelijke vogels: Pestvogels, Grote Barmsijzen en Witkopstaartmezen bijvoorbeeld. Er was daarom de hoop dat dit jaar ook weer eens wat Notenkrakers zou opleveren en zie: de eerste is enkele dagen geleden gearriveerd te Wageningen.
'Wat zijn dat voor malle wezens, daar beneden?'
Deze Notenkraker komt ongetwijfeld uit de uitgestrekte taigawouden van Siberië en heeft wellicht nog nooit kennis kunnen nemen van het fenomeen 'mens'. Dat blijkt tenminste uit zijn gedrag: hij trekt zich van geen vogelaar of fotograaf iets aan en kuiert doodgemoedereerd tussen al die vreemde wezens door op zoek naar noten, die hij overigens verzamelt en verstopt, hetgeen er op zou kunnen wijzen dat de vogel van plan is om hier de winter door te brengen.
Notenkraker en vreemde wezens met fotoapparatuur.
Gisteravond appte Chris me of ik zin had om er vandaag even op af te gaan en, nou ja, die vraag was niet aan dovemansoren gericht. Een Notenkraker is altijd feest, het zijn uiterst leuke en onderhoudende dieren en ook nog eens hartstikke tam, zodat je meestal een aantal mooie platen overhoudt aan een bezoekje aan zo'n beest.
Zoeken naar noten.
Chris pikte me om halfnegen op en ruim een halfuur later arriveerden we ter plaatse. We zagen meteen dat het goed zat, want er stond/zat/lag al een flink aantal fotografen in een kringetje om een zeker object heen, een object dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid onze Notenkraker was. En dat klopte, want Chris zag hem al vanuit de auto.
We vermaakten ons zo'n anderhalf uur met de vogel, die deed alsof al die mensen die interesse in hem hadden niet bestonden en het was genieten. Het was jammer dat het wat donker weer was, maar uiteindelijk zaten er tussen de plusminus 170 foto's die ik had gemaakt toch nog zo'n 25 aardige.


Om een uur of elf waren we weer thuis, en de rest van de middag kon ik nagenieten met het uitzoeken en bewerken van de foto's.

zaterdag 17 november 2018

17-11-2018: Ganzen tellen en meer

Knobbelzwanen met zonsopgang bij Polder Hardenhoek.
Wiegert moest vandaag voor SOVON een ganzen-slaapplaatstelling houden bij Polder Hardenhoek in de Brabantse Biesbosch, en Chris en ik gingen mee ter ondersteuning. We waren om kwart over zeven vanmorgen ter plaatse, precies op tijd, want dat was de tijd waarop de telling moest beginnen. Het was helder en koud weer en er stond een kille oostenwind. Voor zonsopgang schetterde er al een Cetti's Zanger vanuit de struiken achter ons, en langzaamaan kwamen de ganzen in beweging en vlogen uit, op naar hun foerageergebieden. Kol- en Brandganzen waren het talrijkst (830 resp. 500 exx.), maar ook Grauwe - (14), Canadese - (7), Nijl- (2) en een veertigtal Toendrarietganzen werden geteld, evenals 9 Knobbelzwanen.
Chris vond op het slik het spoor van een Bever, leuk genoeg om er een plaatje van te schieten. Ook een viertal Knobbelzwanen zorgden voor een aardig fotomoment tijdens zonsopkomst. Een Waterpieper vloog langs en een aantal Reeën stond te grazen op het eilandje waar in het voorjaar de meeuwenkolonie zich bevindt.
Spoor van een Bever.
Toen de ganzen de plas van Hardenhoek hadden verlaten, besloten we nog een rondje door de Biesbosch te maken. Even speuren in Polder De Zalm leverde al snel de gewenste soort op, want ik vond de Ruigpootbuizerd die hier al enige tijd verblijft zittend op een akker, en even later wegvliegend en verderop weer landend. Dat was een fijne jaarsoort. Polder Ganzenwei leverde een hoop eenden op, waaronder mooie Pijlstaarten. We checkten nog wat gebouwtjes op vleermuizen, maar hadden geen geluk.
Terug bij Werkendam besloten we nog een keer naar de Hardenhoek te rijden in een poging de Zeearend alsnog aan de jaarlijst toe te voegen. Het was per slot van rekening nog vroeg. Dus liepen we weer naar het uitkijkpunt waar we vanmorgen hadden gestaan en toen we daar aankwamen vlogen er drie Watersnippen op. Tussen de vele Wintertalingen zaten drie late Kluten en een vliegtuigje dat laag overkwam deed alle watervogels de lucht in gaan. 'Of missen we een Zeearend?' vroeg Wiegert, en twee seconden later zag ik een adulte Zeearend komen aanvliegen!
Adulte Zeearend.
Hopla, dat was kat in het bakkie, jaarsoort nummer twee zat in de tas. Later zagen we mogelijk dezelfde vogel nog in een boomtop zitten vlakbij Werkendam, terwijl hij gepest werd door twee Buizerden.
We reden nog een keer naar Polder De Zalm in de hoop de Ruigpoot wat beter te zien dan vanmorgen, maar vonden 'slechts' een wijfje Blauwe Kiekendief. Nadat we het rondje hadden voltooid, reden we tevreden naar huis, waar ik omstreeks twaalf uur weer was.
Vier Knobbelzwanen bij zonsopkomst in Polder Hardenhoek.

vrijdag 9 november 2018

09-11-2018: Rondje fietsen en lekker fotograferen

Grote Zilverreiger bij Lappenheide.
Vanmiddag maar weer eens op de fiets gestapt en op zoek gegaan naar al die noordelijke soorten die de laatste tijd massaal het land binnenkomen: Witkopstaartmezen, Pestvogels, Ruigpootbuizerden, Grote Barmsijzen. Maar helaas: niets van dat alles vond ik vandaag.
Niet getreurd, want er kon lekker gefotografeerd worden. Bij Lappenheide werkte een Grote Zilverreiger goed mee, en dat gebeurt niet al te vaak. Bij Acquoy wilde een vrouwtje Huismus wel even op de plaat en op de terugweg vond ik langs de Nieuwe Zuiderlingedijk zowaar een Slechtvalk die zich liet fotograferen.
Verder was het stil vandaag. Wel een Waterpieper, een Goudhaantje, nog twee Tjiftjaffen, enkele Cetti's Zangers en een Waterral. Maar ach, het was lekker weer en bij thuiskomst bleken een paar foto's heel aardig gelukt.
Vrouwtje Huismus bij Acquoy.
Adulte Slechtvalk langs de Nieuwe Zuiderlingedijk.
Nog een van de Grote Zilverreiger.
En nog een keer de Slechtvalk.

maandag 22 oktober 2018

22-10-2018: Steppevorkbliksemtwitch

Vanmorgen appte Chris me of ik zin had om de Steppevorkstaartplevier die sinds gisteren bij Batenburg zit te gaan twitchen. Dat had ik natuurlijk wel, dus gingen we om elf uur op weg vanuit Leerdam. Vorig jaar had ik mijn allereerste Steppevorkstaartplevier ooit gezien, maar dat was een nogal kortstondige waarneming van een vogel die na een hele tijd wachten eindelijk-eindelijk kwam aanvliegen, zich heel even mooi liet zien en vrijwel onmiddellijk weer verdween, dus ik hoopte dat deze vogel beter zou meewerken en misschien zelfs wel te fotograferen zou zijn. Voor Chris was het sowieso nog een gloednieuwe soort.
Sneller dan verwacht waren we ter plekke, en na vijf minuten wachten vloog de Steppevork op uit de groep Kieviten, Veldleeuweriken en Spreeuwen waarin hij zich bevond en maakte een uitgebreid vliegrondje over het gebied, waarbij hij zich door telescoop en 15x kijker goed liet bekijken. Toch bleef ook deze vogel weer op respectabele afstand, en hoewel hij zich een stuk langduriger liet zien als die van vorig jaar, zaten foto's er wederom niet in.
Na een mooie vliegshow landde de vogel iets dichterbij op een kaal stukje akker en daar zagen we hem ook even zitten, hoewel er zo niet erg veel aan te zien was. Na een tijdje vloog de vogel opnieuw op en wederom konden we een tijdje van hem genieten terwijl hij rondvloog, afwisselend laag boven de grond en dan weer hoger in de lucht.
Uiteindelijk landde hij ver weg in een groep Kieviten en werd alles rustig. De Kieviten stonden ook alleen nog maar voor zich uit te kijken en de Steppevork kwam niet meer omhoog en was zittend ook niet te vinden, zodat we na een halfuurtje wachten weer op huis aan gingen. We waren er mooi op tijd bij geweest en hadden de vogel leuk kunnen waarnemen.

maandag 15 oktober 2018

13 t/m 15-10-2018: Dutch Birding najaarsweekend 2018

Het fotografisch hoogtepunt van het weekend was deze Zwarte Ruiter.
Het is de laatste tijd nogal stil geweest op deze blog, en dat komt omdat ik eenvoudigweg niet veel heb gedaan aan het vogelen. Wel zo nu en dan op trektelpost Dakterras gezeten, maar geen serieuze tochtjes ondernomen, noch soorten getwitcht. Maar dan wordt het oktober en voor je het weet staat het Dutch Birding Najaarsweekend weer voor de deur, en het is een mooie traditie dat ik daar met mijn vogelvrienden René en Koert een paar dagen naartoe ga. Dit jaar vertrokken we op zaterdag, wat voor mij eigenlijk niet zo'n gelukkige keuze was omdat er geen treinen reden tussen Dordt en Geldermalsen, zodat ik de lange reis naar Den Helder al in een vervangend-vervoerbus moest beginnen. Enfin, ik bereikte Den Helder toch redelijk op tijd, om halftien om precies te zijn. Het duurde niet lang voor mijn metgezellen zich daar ook meldden, waarna we naar de veerboot reden en direct de boot op konden.
Kleine Mantelmeeuw achter de boot.
Ons eerste doel op Texel was de Blonde Ruiter die al enige dagen bij De Bol zat en die voor René zelfs nog een totaal nieuwe soort was. Maar 's ochtends ging het vogelen niet al te soepel. De ruiter was vooralsnog onvindbaar. Wel zaten er mooie aantallen Goudplevieren en wat Rotganzen, een Veldleeuwerik en een Watersnip vlogen over en ook stapte er een Wulp rond.
We besloten naar de noordpunt te rijden om daar de omgeving van het reddingsbotenhuisje te checken op zangertjes. Hier merkten we voor het eerst dat het halve eiland was opgebroken, dat er allerlei wegen waren afgesloten en dat we zodoende regelmatig forse omwegen moesten maken om ergens te komen. Uiteindelijk bereikten we het huisje, maar er zat niets bijzonders, zodat we besloten om eerst maar te gaan lunchen. In restaurant de Robbenjager kwam tijdens de lunch het bericht dat de Blonde Ruiter toch weer was gevonden, dus gingen we weer terug naar de plek en nu was het beestje snel opgespoord. Het fraaie ruitertje stapte ver weg, maar goed zichtbaar, rond  tussen de vele Goudplevieren en liet zich langdurig bekijken.
Flutplaatje van de Blonde Ruiter.
Ten oosten van De Koog was een Casarca gemeld, niet echt een spannende soort maar wel eentje voor de jaarlijst, dus reden we er even langs en tikten hem soepel binnen. Toen ontstond er grote opwinding, althans bij mij, want er werd een man Zadellibel gemeld bij het Renvogelveld! De Zadellibel is een Afrikaanse soort die soms grote afstanden aflegt, maar slechts zeer sporadisch in ons land opduikt en die verreweg de meeste libellenliefhebbers nog nooit in Nederland hebben gezien. Kortom, we moesten erop af! Eenmaal bij het Renvogelveld ploeterden we door het mulle zand naar de achterkant van de plas, onderweg een Paapje scorend, om uiteindelijk een paar minuten te laat aan te komen op de plek des onheils. Ondanks lange tijd wachten liet de libel zich niet meer zien, en zelfs een prachtig langsvliegende Rode Wouw kon niet verhinderen dat er zich een zeurend dip-gevoel bij mij ontwikkelde.
Prachtig langsvliegende Rode Wouw tijdens het dippen van de Zadellibel.
Maar we moesten door en gingen daarom de Tuintjes in om de daar aanwezige Bladkoning op te rollen, wat een eenvoudig klusje was omdat de vogel regelmatig riep en zich soms ook even liet zien. De tamme Goudhaantjes in het struikencomplex waren ook bijzonder onderhoudend en een snel overvliegend wijfje Blauwe Kiekendief was nog een welkome jaarsoort.
Toen werd de libel opnieuw gemeld en wederom ploeterden we, nu met nog grotere haast, door het mulle zand richting de plek, om opnieuw net te laat te arriveren. Dat was balen, heel erg balen, en ondanks lang afwachten kwam het beest niet meer tevoorschijn.
We besloten nog een keer terug te gaan naar De Bol om de daar aanwezige plasjes te checken, aangezien de vele plasjes aan de oostkant van het eiland zo goed als onbereikbaar waren door de vele wegafsluitingen. Het leverde ons twee Zwarte Ruiters en een Groenpootruiter op.
We sloten de dag af bij de IJzeren Kaap, waar we twee Geoorde Futen voor de jaarlijst wisten toe te voegen.
Op 14 oktober trokken er massa's Kokmeeuwen over zee.
Tijdens ons ontbijt in Hotel Molenbos op zondag 14 oktober werden we direct alweer in de stress gejaagd door de melding van een walvis, naar later bleek een Bultrug, die voor de Westerslag werd gezien en daar min of meer ter plekke leek te zijn! Dat werd even doorkauwen en hopla, op naar zee, iets wat we toch al van plan waren aangezien er nog veel zeevogels ontbraken op onze jaarlijsten. We parkeerden de auto en er vloog een roepende Keep over, en om tien voor halftien volgde een roepende Grote Pieper die over ons heen vloog. Leuk! Intussen was de Bultrug al enkele malen opgedoken, alleen keken wij toen net een andere kant op, dus daar werden we best een beetje nerveus van. Zo'n Bultrug is natuurlijk een joekel van een beest, maar je moest maar net de goede kant op kijken als hij zich weer eens even liet zien of een blow gaf. Soms was hij ook weer een kwartier of langer weg, maar uiteindelijk zagen zowel Koert als ik de Bultrug een blow geven. Wat een fantastisch gezicht! Het was een prachtige blow, met een heel klein stukje rug, maar of dat geheel een telbare Bultrug opleverde, daar kon je natuurlijk over redetwisten. Dat deden we dus maar niet, daar was de kick veel te groot voor.
Intussen vlogen er nog leuke vogels langs ook, zoals Jan-van-Gent, een Grote Zilverreiger, een heleboel Roodkeelduikers, een verre Kleine Jager (jaarsoort), zeven Sneeuwgorzen en een Slechtvalk, zodat we ons prima vermaakten aan zee. Voor wat betreft de Bultrug bleef het echter bij die ene waarneming, en voor René helemaal niks, noppes, nada.
Een Watersnip steekt zijn kop even boven het maaiveld uit.
Intussen bleek de Zadellibel weer te zijn waargenomen, en dan moet je het toch weer proberen als je zo'n beest echt heel graag wil zien. Dus liepen we weer naar de plek, pikten onderweg een Roodborsttapuit op, maar ter plaatse vonden we slechts enkele zoekende en redelijk wanhopige libellenliefhebbers. We hingen nog een tijdje rond zonder enig zicht op resultaat en gingen daarna maar lunchen.
Omdat er verder niet veel gemeld werd qua zeldzaamheden, besloten we de melding van een Bokje bij het uitkijkpunt van het Renbaanveld te checken, maar troffen er slechts een Watersnip aan. We reden tussen de wegopbrekingen door naar een paar plaatsen waar Beflijsters waren gezien, en bij plek twee, bij Westergeest, hadden we succes. Er was daar een groot aantal lijsterachtigen en andere vogels verzameld in twee struikencomplexen met bessen die van elkaar waren gescheiden door een grasveldje: Merels, Zanglijsters, Koperwieken, Kramsvogels, Zwartkopjes, Roodborsten, Vinken, Spreeuwen, Groenlingen et cetera, en na een kwartiertje speuren vonden we daar de Beflijster tussen. En om het succes nog groter te maken, meldde zich een prachtig overvliegend en paniek zaaiend mannetje Smelleken op deze plek!
Duinroos, bloeiend bij de Mokbaai.
Omdat we nog wat steltjes nodig hadden voor de jaarlijst, begaven we ons naar de Mokbaai, waar  Pijlstaarten, een paar Lepelaars, een roepende Waterral, veel Bonte Strandlopers en zowaar ook twee Rosse Grutto's (een jaarsoort) aanwezig waren.
We reden nog even naar de Zwinweg om nog eens naar de Blonde Ruiter te kijken, wat eenvoudig lukte. Ook vonden we daar het fotografisch hoogtepunt van het weekend, een prachtige Zwarte Ruiter in mooi late-middag-licht.
We gingen maar weer eens terug naar het Renvogelveld om een laatste wanhoopspoging te doen op de libel. Niet dat we er veel vertrouwen in hadden, dat niet. Maar zie: we waren net gearriveerd en daar was hij ineens! Een prachtig mannetje Zadellibel vloog langdurig rond, eerst hoog, toen lager, waarbij zijn zadel mooi te zien was, en toen nog een flink tijdje wat hoger. Allemachtig, wat een ontzettende topsoort! Het enige wat eraan ontbrak was dat hij even lekker ging zitten poseren voor een foto, maar daarover hoor je mij verder niet klagen hoor. Ik was allang blij dat we hem na drie dips alsnog te pakken hadden! Het spreekt vanzelf dat het bier in de pizzeria 's avonds heerlijk smaakte nu de Zadellibel veilig in de tas zat.
Nogmaals die fantastisch mooie Zwarte Ruiter.
Maandag de 15e brachten we de hele ochtend door aan de Westerslag. Aanvankelijk leek het niet veel te worden: het was rustig met de vogels. Maar langzaamaan kwam er wat beweging. Een paar Jan-van-Genten kwamen langs, en uiteindelijk turfde ik er 53 vandaag. Een verre Kleine Jager liet zich zien terwijl hij achter een Kokmeeuw aan zat. En toen zag Koert ineens de walvis omhoog komen uit het water, gevolgd door een blow! Gisteren was het dier helemaal naar paal 28 gezwommen, maar blijkbaar was hij op z'n oude stek teruggekeerd. Het duurde een tijdje voordat René en ik ook een paar blows zagen en ik zette de Bultrug op de app en langzaamaan kwamen er meer mensen kijken, waarvan sommige het geluk hadden het dier te zien.
Intussen kwamen er zeven Sneeuwgorzen langs, wat Eiders en Zwarte Zee-eenden en een Slechtvalk vloog over. En toen ontdekte ik een prachtige Grauwe Pijlstormvogel, die vrij dichtbij met bogen naar het noorden vloog en zich daarbij fraai liet bekijken! Zo, dat was een tijd geleden dat ik die had gezien! Er volgde ook nog een vrij verre Grote Jager (een jaarsoort), en een andere vogelaar ontdekte een vlak achter de branding zwemmende Bruinvis, zodat we vandaag twee walvisachtigen op een dag hadden. Dat zal ons ongetwijfeld niet al te vaak meer gebeuren in Nederland.
Badende Goudplevieren bij De Bol.
Om twaalf uur hielden we het voor gezien. We checkten de waarnemingen nog eens, maar er was niets bijzonders meer gemeld zodat we besloten naar de boot te gaan, opdat we nog enigszins op tijd thuis zouden zijn. Het was een fantastisch vogelweekend geweest, waarin een Bultrug en een Zadellibel de show stalen.

donderdag 13 september 2018

10 t/m 13-09-2018: De Oisterwijkse bossen en vennen

'Ons' tamme Roodborstje bij Hotel Boschoord.
Het werd de hoogste tijd dat Cilja en ik er weer eens samen tussenuit gingen, en dus hadden we een paar daagjes hotel Boschoord in Oisterwijk geboekt. We waren er in 2013 ook al eens geweest en toen had ik rond de vennetjes vlakbij het hotel een paar dagen heerlijk libellen kunnen fotograferen. Helaas werd het weer deze keer niet zo fraai als oorspronkelijk werd verwacht, maar toch hebben we een paar heerlijke dagen gehad, en op dinsdag de 11e was het in ieder geval de hele dag zonnig, en toen hebben we een lekkere lange wandeling gemaakt.
We hebben deze dagen bijna geen nieuwe soorten voor de diverse jaarlijsten gezien, met uitzondering van de Bloedrode Heidelibel, en van de plantjes het Moerashertshooi. Maar wel konden we genieten van onder meer een paar tamme Roodborstjes, Kuifmezen, Boomklevers, een fotogeniek Dodaarsje, drie Witgatjes, Bruinrode Heidelibel, Watersnuffel, Houtpantserjuffer, Paardenbijter, Bruine Glazenmaker, Gewone Oeverlibel, Citroenvlinder, Bont Zandoogje en op de eerste avond een zingend mannetje Bosuil.
Hieronder vind je een paar foto's van de afgelopen dagen.
Watersnuffel.
Dodaars.
Moerashertshooi.
Bloedrode Heidelibel.
Bruinrode Heidelibel.
Houtpantserjuffer.
Roodborst.
Watersnuffel.
Dodaars.

zondag 2 september 2018

02-09-2018: Een IJseend in de zomer en meer

De Flaauwers Inlaag bij Kerkwerve.
Om halfacht stond ik vanmorgen op de afgesproken plek, want ik had een afspraak met Wiegert en Chris om te vogelen. De reis ging naar de Maasvlakte, waar het altijd leuk is om deze tijd. Het weer was perfect: zonnig, aangenaam warm en weinig wind.
Ons eerste doel op de Maasvlakte was de IJseend die daar overzomert. We hadden haar (het is een vrouwtje) snel te pakken en konden een tijdje van haar genieten en ook van onder meer drie Lepelaars, twee Groenpootruiters en een Oeverloper. Daarna waren de twee Morinelplevieren aan de beurt die al enkele dagen op het 'Arendbuizerdveld' zitten. Terwijl we stonden te speuren vond ik een mooi mannetje Paapje, alweer een jaarsoort, en toen we de boel vanuit een andere hoek bekeken vond Wiegert in no time de twee Morinellen die zich, hoewel van grote afstand, mooi lieten bekijken en druk aan het foerageren waren.
Dat ging snel. Wat nu gedaan? Het bleek dat er vanmorgen zowel een Sperwergrasmus als een Draaihals bij Ouddorp waren gezien. Dus besloten we daarheen te gaan. Maar ook na lang wachten kwamen we hier niet verder dan tweemaal een schim die misschien de Sperwergrasmus wel was, maar met zekerheid viel er niets vast te stellen.
Dan maar de Brouwersdam, waar het echter ontstellend druk was met toeristen, zodat we snel doorreden naar Plan Tureluur. Ook dit viel niet helemaal mee omdat grote delen van het plan waren drooggevallen. Toch haalden we er nog een tiental Bonte Strandlopers uit (een jaarsoort), een stuk of 35 Goudplevieren (die we ook al nabij Ouddorp hadden gezien), wat Kluten en zo nog wat. En nog het Hooibeestje voor de vlinderjaarlijst.
De Flaauwers Inlaag bij Kerkwerve was het laatste gebied dat we bezochten en hier scoorden we nog vier Kleine Zilverreigers (mooie jaarsoort), maar verder niet veel, zodat we maar naar huis gingen. Niettemin was het een gezellige en toch ook best productieve vogeltocht.
De IJseend van de Maasvlakte.

maandag 20 augustus 2018

20-08-2018: Hoog bezoek

Koninginnenpage op ons dakterras!
Vanmiddag zat ik een tijdje naar de hemel te turen of er misschien een Wespendief of iets anders leuks wilde langsvliegen, toen Cilja me riep van beneden: 'Jan! Koninginnenpage!' Je begrijpt dat ik als een speer naar beneden rende en gelukkig had ik in de gauwigheid nog even mijn fototoestel gepakt, want daar zat -ie op de hanggeraniums: een prachtige, gave Koninginnenpage!
Het is pas de derde die wij ooit op ons dakterras hebben gehad. Op het ogenblik worden er nogal veel gezien, ook hier in de regio, en dat is goed nieuws, want de soort heeft een aantal heel moeilijke jaren gehad.

maandag 2 juli 2018

02-07-2018: Alweer een regio-Kwak

De juveniele Kwak op de uitkijk naar een visje..
Eind mei vloog er nog een adulte Kwak over ons huis, mijn eerste voor de regio Vijfheerenlanden, en gisteren werd er een juveniel exemplaar gemeld bij glasblazerij De Oude Horn, hooguit een kilometer van ons huis gevonden door Rien de Keijzer. Meteen gaan kijken natuurlijk, maar helaas niets te zien. Vanmorgen ging ik nog een keer zoeken. Antoinette was er ook, maar wederom was er niets te zien dat op een Kwak leek, dus na een halfuur zoeken of zo ging ik maar weer onverrichter zake naar huis in de veronderstelling dat hij wel weg zou zijn. Maar niet veel later appte Antoinette dat ik meteen moest komen, want de Kwak was terecht! Dus hopla, weer op de fiets, en ter plekke waren ook Rien, Johan en Piet al gearriveerd en de Kwak zat nog rustig op z'n paaltje, zodat we gezellig met z'n allen konden genieten van het gave beest. Natuurlijk, misschien komt hij wel uit De Paay, maar misschien ook niet. Je kunt er toch niks met zekerheid van zeggen, dus waarom niet gewoon genieten van zo'n leuke Kwak. Af en toe ving hij een visje, en tweemaal ging hij te water en dan zwom hij een stukje, en dan leek hij bijna een eend. Na drie kwartier of zo vloog de Kwak naar een ander paaltje, iets verderop, en hielden we het voor gezien.
Op een ander paaltje.

zondag 24 juni 2018

24-06-2018: Dwergsterns en Strandplevieren

Juni is altijd een beetje een dooie tijd op vogelgebied: de voorjaarstrek is voorbij, de meeste vogels broeden of hebben jongen en gedragen zich veelal onopvallend, de steltlopers komen nog maar mondjesmaat terug en qua dwaalgasten is het meestal ook niet echt geweldig. Het kostte me dan ook enige moeite om een leuke route voor vandaag uit te stippelen, want ik had een afspraak met Koert en René om een dagje te gaan vogelen. Het werd Voorne en Goeree, voor achtereenvolgens Roodmus, Dwergstern en Strandplevier, en hopelijk nog meer leuks.
We begonnen bij het Groene Strand te Oostvoorne, waar al een tijdje een Roodmus zit te zingen. Maar vandaag niet helaas. We staken er heel wat tijd in, maar de Roodmus liet zich horen noch zien. Wel hoorden we onder meer een Nachtegaal en zagen we een Koevinkje.
Dan maar naar de buitenhaven van Stellendam, en daar hadden we meteen succes: een Dwergstern was aan het vissen in de haven. Hij liet zich prachtig zien, en op het eind waren er zelfs drie in de haven bezig. Ook een club Lepelaars, een grote hoeveelheid Tureluurs, Grote Sterns en Visdieven en een wijfje Middelste Zaagbek (een vreemd gezicht, zo midden in de zomer) lieten zich zien.
Daarna bezochten we Markenje, waar gisteren twee Strandplevieren en 19 Dwergsterns waren gezien. Die Dwergjes lieten zich ook hier prachtig zien, maar die verduvelde Strandplevieren wilden lange tijd niet lukken. Toch vond René er uiteindelijk een, die eerst een beetje tussen de begroeiing stond, maar er even later toch helemaal uit kwam. Het was een heel eind weg, maar niettemin onmiskenbaar een Strandplevier! Leuk, want die soort hadden we allemaal al jarenlang niet meer gezien.
Na de lunch in Goedereede besloten we nog een tweede Roodmus te proberen, bij de Slikken van Flakkee, maar daar kwamen we met de auto niet echt bij in de buurt wegens allerlei wegafsluitingen. Jammer, maar met de vele Dwergsterns en de Strandplevier waren we best tevreden.

donderdag 21 juni 2018

20-06-2018: Nachtbrakers

Een avond per jaar, in juni, rijden we 's avonds naar een plek bij Leusden om Nachtzwaluwen en Houtsnippen te horen, en als het even kan te zien. Vanavond was het weer eens zo ver. Om kwart voor negen vertrokken Chris en ik vanuit Leerdam en toen we een halfuur later arriveerden was de wind gelukkig gaan liggen en restte er een prachtige zomeravond die perfect was voor ons doel.
Zoals gewoonlijk was er tot het begon te schemeren niet heel erg veel te beleven: zingende Roodborsten, Merels, Vinken en een verre Boompieper. Maar om 22:10 vloog de Houtsnip voor de eerste keer roepend over en dat zou hij de hele avond regelmatig blijven doen, in tegenstelling tot vorig jaar, toen hij zich slechts eenmaal even liet horen.
Een minpuntje was, dat er vanavond militaire activiteiten plaatsvonden op het terrein die af en toe nogal wat herrie veroorzaakten. Maar gelukkig hoorden we om half elf toch de eerste verre Nachtzwaluw zingen. Het duurde nog even voordat er een dichterbij ging zingen, en dat exemplaar zagen we ook kort wegvliegen. Dat was de enige zichtwaarneming van de avond, helaas. De Houtsnip bleef wel goed z'n best doen en er suisden ook regelmatig vleermuizen langs, waarvan we er een met behulp van Chris' detector als Laatvlieger konden determineren, en een paar andere waren hoogstwaarschijnlijk Gewone Dwergvleermuizen.
Om halftwaalf hielden we het voor gezien. Het was weer een heerlijk avondje geweest.

vrijdag 15 juni 2018

15-06-2018: Wielewaal, een nieuwe regiosoort!

Vanmiddag meldde Antoinette op de Vijfheerenlanden-app een zingende Wielewaal bij het voetveer over de Culemborgse Vliet. Nu was dat nog een jaarsoort voor me, en sterker nog: ik had nog nooit een Wielewaal binnen de regio Vijfheerenlanden gezien of gehoord. Wel er vlakbij, zoals in de omgeving van Asperen, in het Lingebos en langs het 'Ravenweggetje' evenwijdig aan de Nieuwe Zuiderlingedijk, maar nog nooit binnen de officiële grenzen van de regio.
Dus snel de fiets gepakt en er op af. Per slot van rekening was het maar een paar kilometer fietsen. En jawel, bij aankomst hoorde ik de vogel al zingen, en dat deed hij veelvuldig en enthousiast gedurende de periode dat ik er was. Uiteraard probeerden we de vogel in beeld te krijgen, maar dat lukte, zoals zo vaak bij Wielewalen, niet.

maandag 4 juni 2018

04-06-2018: Ochtendje Zouweboezem

Happy loving couple Zwarte Sterns.
Mede omdat er gisteren zowel een Witvleugelstern als een Roodpootvalk in de Zouweboezem waren gemeld en ik bovendien de Snor nog moet hebben voor de jaarlijst, besloten Cilja en ik vanmorgen een wandeling te maken in het gebied. We namen Chico mee, zodat het beestje er ook weer eens even uit was.
Helaas liet geen van bovengenoemde soorten zich zien of horen. Maar de Zouwe is altijd leuk. Een aantal overvliegende Purperreigers, minstens vijftien Zwarte Sterns, rondvliegend en op nestvlotjes, overvliegende Ooievaar, een zingende Spotvogel, een of twee Cetti's Zangers en veel 'normale' rietvogels die zich lieten zien of horen: het was weer genieten.
Ondanks dat het zwaar bewolkt was, ontdekte Cilja toch ons eerste Lantaarntje van 2018, pas mijn tweede libellensoort van het jaar. Daar moet nodig iets aan worden gedaan.

dinsdag 29 mei 2018

28-05-2018: Kwak over het dak!

Op de vijfheerenlandenapp werd vanavond een Roodpootvalk over Vianen gemeld die in zuidoostelijke richting leek af te drijven. Ik besloot ook maar een tijdje buiten te gaan zitten en omhoog te kijken. Er waren immers de afgelopen dagen de meest gekke rovers opgedoken, zoals Bastaardarend, Lammergier en Vale Gier.
Geen rovers voor mij, maar na een stief uurtje kijken zonder veel resultaat zag ik om tien over zeven ineens een kleine, gedrongen reiger cirkelen, ver weg, ergens tussen Heukelum en Asperen. Kwak of Roerdomp, dacht ik meteen, en haalde snel de 15x Swarovski-kijker erbij. Gelukkig vond ik de vogel terug en beter nog: hij kwam langzaamaan steeds dichterbij, tot ik kon vaststellen dat het om een adukte Kwak ging! Wat een fantastische nieuwe dakterras- en regiosoort weer! Ik mag gerust stellen dat ik dit jaar veel geluk heb met overvliegend spul over ons eigen dakterras. De Kwak verdween uiteindelijk, na minutenlang rondjes te hebben gedraaid, in een rechte lijn naar het westen en verdween daar uit beeld.

vrijdag 25 mei 2018

10 t/m 18-05-2018: Festival of Birds!

Baltimore Oriole

Een bezoek aan het zuidelijkste puntje van Canada, Point Pelee, dat wereldberoemd is onder vogelaars omdat het zo'n geweldige plek is om in het voorjaar trekvogels te zien, en dan met name de Amerikaanse zangertjes, heeft altijd hoog op mijn verlanglijst gestaan. En nu kwam het er eindelijk van. Samen met mijn vogelvrienden René Lieverse en Koert Mulder beraamde ik in het najaar van vorig jaar het plan om deze plek met een bezoek te vereren. Een combinatie met Carden Alvar, een natuurgebied ten noorden van Toronto, lag voor de hand. Dit is een streek die er nog uitziet zoals flinke delen van Ontario er lang geleden uitzagen: een prairie-achtig landschap met verspreide bosjes, moerasjes en wat cultuurland. Er is een aantal soorten te zien dat je in Pelee waarschijnlijk niet zult tegenkomen.
We reisden ditmaal op eigen houtje. Ik regelde in november vorig jaar al de vliegreis en de motels, want vooral voor Pelee moet je er vroeg bij zijn omdat in de periode die wij op het oog hadden - de middelste tien dagen van mei, die algemeen als de beste, want soortenrijkste periode wordt beschouwd - er vogelaars van over de hele wereld naar Point Pelee reizen voor het zogenaamde Festival of Birds. Ik boekte het Knights Inn Motel in Orillia, op een halfuur rijden van Carden Alvar, en de Days Inn in Leamington, het plaatsje dat het dichtst bij Point Pelee ligt. We vlogen met Air Canada en hadden een rechtstreekse vlucht van Amsterdam naar Toronto, waar René een huurauto had gereserveerd. Al met al waren we voor nog geen 1500 euro uit en thuis.

Donderdag 10 mei 2018
Tree Swallow
Eindelijk was het zo ver! Om halfacht stapte ik in Leerdam op de trein, om even over negen ontmoette ik Koert en René op Schiphol en om twaalf uur vertrok onze vlucht per luxe Dreamliner naar Toronto, waar we om kwart voor twee plaatselijke tijd, een halfuur eerder dan gepland, landden. Nog even door de douane, koffers ophalen en de auto regelen - we kregen een gratis upgrade, zodat we per comfortabele 4 wheel drive Mitsubishu op weg gingen - en om drie uur reden we richting Orillia.
Vanuit de auto probeerden we de eerste Canadese soorten te scoren, wat niet bepaald meeviel. Het landschap was stedelijk en saai. De American Herring Gull zat evenwel snel in de tas, evenals geïntroduceerde soorten als Huismus, Spreeuw en Stadsduif. De talrijkste oorspronkelijke vogelsoorten van Canada druppelden ook langzaam binnen, en dan hebben we het over de Grote Canadese Gans, de Red-winged Blackbird, de Turkey Vulture, American Crow en Wilde Eend, soorten die we iedere dag wel zagen.
We stopten even op een parkeerterrein in het plaatsje Barrie en zagen daar een paartje Chipping Sparrow. Daarna reden we door naar Orillia, waar we incheckten in het Knights Inn Motel en vervolgens sjeesden we direct naar Wylie Road in de Carden Alvar, want er waren nog enkele uren over om alvast een begin te maken met de vogellijst.
Net buiten Orillia passeerden we Lake Simcoe, waar Double-crested Cormorant, Reuzenstern en Ringsnavelmeeuw in het digitale notitieboekje gingen. Onderweg werden ook de eerste Common Grackles gezien, een zeer algemene vogel die we dagelijks zagen. Vlakbij Wylie Road kwamen we een Visarend tegen die een nest had op een electriciteitspaal.

We parkeerden de auto aan het begin van Wylie Road en besloten een eind te gaan lopen, mede omdat we vandaag al zo lang hadden moeten zitten. Het waaide flink, maar het was droog en de zon was gaan schijnen. Het begon meteen veelbelovend met diverse zingende Eastern Meadowlarks, een Eastern Kingbird op een hekje, een Brown Thrasher die wegschoot in een struik en een American Robin die zich leuk liet fotograferen op een draadje.
We liepen een eindje de weg af en noteerden zeker zes Wilson's Snipe, een soort die ons constant vermaakte met zijn baltsvluchten en zijn vreemde, blatende geluid, dat de vogel - zo leerden we achteraf - maakt met zijn buitenste staartpennen. Een prachtig mannetje Northern Harrier vloog langs, een fraaie Savannah Sparrow zat op een hekje en een Olive-sided Flycatcher bevond zich in een boom. Zeer onderhoudend was de tamme Solitary Sandpiper die zich in een plasje water op de weg ophield en zich fraai liet fotograferen.
Een klein stukje verder was het tijd voor mijn eerste lifer en die verscheen in de vorm van drie Eastern Bluebirds, waarvan vooral de mannetjes bijzonder fraai waren. Tree Swallows waren hier - en ook bij Pelee - algemeen en ze lieten zich hier vaak op hekjes fotograferen, eenmaal zelfs parend. Ze broedden in nestkasten die eigenlijk waren opgehangen voor de Bluebirds.
We liepen nog wat verder en vonden een Northern Flicker en een Black-capped Chickadee, een geinig meesje. Beide soorten zagen we met een zekere regelmaat. Toen we al op de terugweg waren, vonden we ineens de eerste warblertjes! Het bleek te gaan om Palm Warblers en een Magnolia Warbler en ze vormden een bescheiden voorproefje van wat ons in Point Pelee nog te wachten stond aan zangertjes.
De laatste soort van de dag was een Killdeer, en daarna moest er toch echt gedineerd worden. Dat viel niet mee. In Orillia was niets te vinden dat leek op een fatsoenlijk restaurant, zodat we uiteindelijk in handen vielen van Tim Horton's, een keten van, tja, van wat eigenlijk, een soort ongezellige snackbars waar ze allerlei vieze vette troep verkopen die niet te vreten is. Mijn advies is dan ook: ga er niet naar binnen mensen, doe het niet, mijd die zooi als de pest, ga nog liever iets eetbaars halen bij een supermarkt of zo.
Anyway, onze eerste vakantiedag zat erop, en we waren tevreden met de opbrengst van de laatste uren.

Vrijdag 11 mei 2018
Eastern Kingbird

De eerste volle dag in Canada was meteen een cruciale, want het was de enige volle dag in Carden Alvar die we hadden en daar moesten flink wat soorten vandaan komen die we allicht later niet meer zouden zien. Gelukkig was de moteleigenaar bereid een zeer vroeg ontbijt voor ons te verzorgen, zodat we in alle vroegte op pad konden. En gelukkig troffen we een dag met prachtig weer, al was het 's morgens nog even behoorlijk fris.
Tijdens het ontbijt scoorden we de Mourning Dove als vakantiesoort, evenals de Song Sparrow. Beide soorten kwamen nog vaak voorbij.
Onderweg naar Wylie Road vonden we een verre Sandhill Crane op een stuk bouwland en de eerste Wild Turkey van de reis vloog zowat de auto binnen en schampte de voorruit. De Turkey was een zeer algemene vogel in Point Pelee, waar hij vooral 's morgens vroeg om de haverklap op de weg liep.
Deze keer reden we Wylie Road af, langzaam, steeds stoppend voor wat we zagen. Een Wilson's Snipe die op een paaltje langs de weg zat, vormde een fantastisch fotomodel voor mij. En om halfacht was het zo ver: de zeer gewilde Bobolink werd gevonden, een cruciale soort voor dit gebied! Hij was mijn tweede lifer. Later op de dag vonden we een struik met een stuk of zes Bobolinks erin. Zo, dat ging voortvarend.
We reden verder en zagen de eerste White-crowned Sparrows van de reis, Eastern Bluebirds lieten zich opnieuw zien en de eerste Blue Jay verscheen ten tonele, een soort die een stuk schuwer was dan ik had gehoopt, maar uiteindelijk kreeg ik hem toch leuk op de foto.
Op de plek waar de zeldzame ondersoort van de Loggerhead Shrike zich moest bevinden, vonden we wel de Eastern Phoebe, die zich samen met een Brown Thrasher mooi op de gevoelige plaat liet vastleggen. Een Swainson's Thrush sloop door de vegetatie, maar kon niettemin door ons op naam worden gebracht. Later, in Pelee, hadden we een dag waarop we er vele tientallen zagen.
We stopten bij het Sedge Wren Marsh, waar we een stukje gingen lopen, eerst langs de weg, en later de trail die zich daar bevond. Het leverde een leuk aantal vakantiesoorten op. Een Broad-winged Hawk kwam overgevlogen, American Goldfinches zaten in de bomen bij de parkeerplaats en dat gold ook voor een Red-breasted Nuthatch.
Mijn derde lifer diende zich aan in de vorm van de Swamp Sparrow, waarvan er hier vele exemplaren zaten te zingen. En toen ik even later het moeras scande, zag ik ineens een American Bittern vliegen! Maar helaas viel de vogel alweer in voordat Koert en René hem konden oppikken. De Great Blue Heron werd wel door iedereen gezien.

We begaven ons op de trail en scoorden vrijwel meteen lifer nummer vier voor mij: de Eastern Towhee. Tamelijk onverwachts kwamen we deze soort later ook nog tegen op de zogenaamde Cactus Fields in Pelee.
We liepen een klein stukje het bos in en ineens hoorde ik een bekend geluid, één waarop ik had gehoopt maar niet gerekend: dat van een baltsende Ruffed Grouse! Het is een maf geluid dat de vogel met zijn vleugels maakt en enigszins doet denken aan een startende motor. Zo! Dat was me nog eens een lifer, en het spreekt vanzelf dat de stemming zowat met de minuut steeg.
Overigens mag ook wel even gezegd worden dat we ons in een fantastisch mooi landschap bevonden, waar we vrijwel geen mens tegenkwamen en waar geen onnatuurlijk geluid te horen was. Puur genieten was het in de Carden Alvar.
We liepen terug en vonden de eerste Field Sparrow van de reis, opnieuw een lifer voor mij (en ook voor de anderen uiteraard). We zouden dit lieflijke sparrowtje nog meerdere keren tegenkomen. Intussen zong een White-throated Sparrow zijn loflied op het land waarin we ons bevonden: 'my sweet home Canada Canada', overigens zonder dat de vogel zich liet zien. Dat kwam later pas, in Point Pelee.
De eerste Downy Woodpecker werd gezien, de algemeenste specht van de reis, en Northern Ravens lieten zich horen. We vonden een vrouwtje Rose-breasted Grosbeak in een boom en een Grey Catbird zat in een struikje. Beide soorten waren algemeen in Pelee.
Terwijl we een specht probeerden op te snorren, stuitten we op enkele Pine Siskins en een Great Crested Flycatcher, en de specht in kwestie bleek een Yellow-bellied Sapsucker te betreffen. Zo groeide de vakantielijst razendsnel en het aantal lifers voor - vooral - mijn metgezellen groeide mee.

Intussen was het lunchtijd geworden en we besloten een restaurantje te zoeken in het nabijgelegen plaatsje Kirkfield. Dat lukte wonderwel, hoewel de menukaart ook hier weer voornamelijk vette troep bevatte. Toen we er de auto parkeerden, zagen we een Sharp-shinned Hawk vliegen, en dat was de enige van de reis.
Na de lunch gingen we verder waar we gebleven waren en vonden de struik met minstens vijf Bobolinks. Ook verscheen de eerste American Yellow Warbler in de kijker, een soort die buitengewoon talrijk was in Point Pelee. Een volgende stop leverde de Myrtle Warbler op. Die zagen we niet al teveel, terwijl het toch een van de algemeenste warblers van oostelijk Noord-Amerika zou moeten zijn.
Een verrassing vormde het groepje White-winged Crossbills (Witbandkruisbekken), de eerste soort die we buiten de checklist scoorden. We reden nu helemaal om het gebied heen en in de omgeving van Lake Dalrymple zagen we de American Barn Swallow (andere ondersoort dan bij ons) en een groepje van vier overvliegende Wood Ducks, terwijl een IJsduiker in zomerkleed zich van nabij liet zien op het meer.
Toen we weer bij Wylie Road uitkwamen reden we nog een stukje, maar uitstappen had inmiddels een licht vervelend kantje, want de wind was gaan liggen en de temperatuur had een zodanig niveau bereikt dat horden kleine irritante vliegjes ons het leven zuur maakten. We zagen nog een Red-tailed Hawk als nuttige aanvulling op de vakantielijst (want hij was de enige van de reis) en daarna besloten we dat het mooi was geweest voor vandaag.
O ja, van de zoogdieren zagen we vandaag een prachtige North American Porcupine (een stekelvarkensoort) in een boom zitten, een Red (of Pine) Squirrel langs de Sedge Wren Trail en op diverse plaatsen Eastern Chipmunks.

Zaterdag 12 mei 2018
Swamp Sparrow
Vandaag stond de lange rit naar Leamington en Point Pelee op het programma, maar vanmorgen gingen we toch nog even heel vroeg in Carden Alvar kijken of we nog een paar soorten konden toevoegen. Zo ontbraken nog de Upland Sandpiper en de lokale, zeldzame ondersoort van de Loggerhead Shrike, en de soort waarnaar hier een heel moeras plus trail is genoemd: de Sedge Wren.
Na wederom een vroeg ontbijt spoedden we ons dus weer naar Wylie Road, waar we aanvankelijk alleen wat oude bekenden tegenkwamen, zoals Eastern Meadowlark, de altijd amusante Wilson's Snipe en Brown Thrasher. We stopten bij het Shrike-zoekpunt en tot onze verbazing en blijdschap begon daar ineens een Grasshopper Sparrow te zingen, en even later kwam het gabbertje in beeld ook. Een leuke vakantie- c.q. nieuwe soort!
Terwijl Koert en ik probeerden White-crowned Sparrows te fotograferen, hoorden we ineens René roepen: hij had de Loggerhead Shrike (ssp. migrans) gevonden! En jawel, door de telescoop was de vogel, ondanks dat die zich op grote afstand bevond, heel aardig te bekijken.

We maakten weer een wandeling bij het Sedge Wren Marsh en ook die viel niet tegen. Er zongen weer vele Swamp Sparrows, maar belangrijker: een echtpaar maakte ons erop attent dat een stukje verderop de American Bittern te horen was. En dat klopte, want we konden de stiekemerd een aantal malen duidelijk zijn markante roep horen uiten.
We liepen nog een keer de trail, waar we een zanger met een Sprinkhaanzanger-achtige triller ontmaskerden als Chipping Sparrow. Andere leukerds die we hier zagen waren Broad-winged Hawk, Yellow-bellied Sapsucker, Rose-breasted Grosbeak en Wood Duck. Ten slotte vonden we ook nog een vakantiesoort (voor mijn reisgenoten een lifer): de Nashville Warbler.
Intussen was het echt tijd geworden om de lange rit naar Leamington te gaan volbrengen en toen we daar na ruim vijf uur rijden arriveerden, waren we behoorlijk afgedraaid en was er nog net tijd voor een wandelingetje om de Days Inn (waar de vogelaars middels een spandoek welkom werden geheten en attent gemaakt op het feit dat er om vier uur 's morgens al ontbeten kon worden). Dat leverde een prachtig paartje Northern Cardinals op, een vogel die ik dolgraag wilde fotograferen. Dat lukte vandaag maar matig, maar ik had goede hoop dat er tijdens de rest van de vakantie gelegenheid tot superplaten zou zijn.
Een konijntje in het gras bij het hotel bleek bij thuiskomst de Eastern Cottontail te heten.
Daarna gingen we op naar Armando's, een uitstekend restaurant dat schuin tegenover ons motel lag, waar ze prima pizza's hadden en waar we lekker een biertje konden drinken.

Zondag 13 mei 2018
Magnolia Warbler
Om zes uur ging de wekker in kamer 248 van de Days Inn te Leamington. De eerste volle dag Point Pelee stond op het punt te beginnen. Eerst werkten we even een niet erg uitgebreid ontbijt naar binnen, waarna we de spullen pakten en vertrokken naar Point Pelee. Bij de ingang schaften we ons een zogenaamde blue card aan, waarmee we door een speciale ingang snel het park in konden.
Rustig aan reden we naar het zuiden en kwamen de eerste Wild Turkeys in Pelee tegen, wat een dagelijks genoegen zou worden. We parkeerden de auto bij het Visitor Center en besloten meteen maar met het treintje naar de beroemde punt te gaan om te zien wat daar te beleven was. Terwijl we op het treintje stonden te wachten, merkten we de eerste Baltimore Orioles van de reis op, een prachtige soort die we elke dag zagen.
In een kwartiertje tijd reed het treintje ons naar de punt. Het was die morgen bewolkt en behoorlijk koud en 's nachts had het geregend. Maar de kou was snel vergeten toen we eenmaal aan het vogelen sloegen.
Rond het zuidelijkste puntje van Canada zwommen Kuifduikers in zomerkleed en nogal wat Middelste Zaagbekken. Een man Brilduiker vloog langs en de eerste van vele, vele American Yellow Warblers liet zich zien. Tientallen zwaluwen hingen rond bij de punt, en dat betrof Boeren- en Oeverzwaluwen en Tree Swallows. Op het meer dreef een flinke groep Toppers, en Visdieven en Bonaparte's Gulls vlogen langs.

De eerste Rose-breasted Grosbeaks van Pelee werden gezien, en deze prachtige en vaak supertamme vogels lieten zich dagelijks bewonderen. Iemand maakte ons erop attent dat er een Sedge Wren in de takkenbos op de punt zat en toen we daar gingen kijken, kregen we het beestje snel in beeld. Wat een gave inhaler, nadat we hem in Carden Alvar hadden gemist! En wat een verrassing toen bij thuiskomst bleek dat hij nog een nieuwe soort voor me was, omdat de enige die ik ooit had gezien - in Ecuador - inmiddels is afgesplitst als Grass Wren.
Intussen ontdekten we op het water enkele White-winged Scoters en niet veel later bleken er in dezelfde groep ook Surf Scoters en een vrouwtje Black (of American) Scoter te zitten, en die laatste was nog een nieuwe soort voor mij, een totaal onverwachte bovendien.
We liepen nog een stukje een bospaadje in waar iemand net een Dark-eyed Junco had gevonden, leuk! Hij was de enige van de reis. Een Palm Warbler, een Least Flycatcher en een paar Northern Cardinals waren evenmin te versmaden. Een Amerikaanse Oeverloper in zomerkleed zat op de rotsen en we vonden een Myrtle Warbler, die door de IOC (weer) wordt gesplitst van Audubon's. Het is een algemene en talrijke warbler, maar veel zagen we hem niet. Misschien waren de meeste al doorgetrokken.
Vlakbij de punt vonden we een uitgeputte Purple Martin in een kale boom, een mannetje dat er geen bezwaar tegen had dat hij uitgebreid werd gefotografeerd. Daarna besloten we het treintje terug te nemen, en toen we bij het Visitor Center aankwamen ontdekten we dat er speciaal voor vogelaars een aantal koek-en-zopies waren opgetrokken, waar we onder meer koffie, hotdogs en heerlijke bird seed cookies konden krijgen. Uiteraard maakten we daar dankbaar gebruik van.
Na een koffiepauze besloten we de Woodland Trail te gaan lopen, die vlak achter het Visitor Center begint. Al snel bleek dat het overal stierf van de vogels en dat je nauwelijks vooruit kwam omdat er steeds iets nieuws te zien was. De eerste vogel die in de kijker kwam was de prachtige Chestnut-sided Warbler, een soort die we nog veel zouden zien, maar dat wisten we toen nog niet. Het diertje oogstte volop lofuitingen en liet zich dan ook prachtig bekijken. Ook een Black-and-white Warbler liet zich zien, evenals de Blue-headed Vireo. Ik zag mijn eerste Ruby-throated Hummingbird, de enige kolibrie waarop we hier kans hadden. De anderen hadden hem al op de punt gezien. We scoorden verder Lincoln's Sparrow en Ruby-crowned Kinglet en Common Yellowthroat, en natuurlijk een hoop soorten die we al eerder hadden gezien.
Er viel hier schijnbaar eindeloos te scoren, want de eerste van vele American Redstarts liet zich zien, een stiekeme Veery sloop over het pad, een Nashville Warbler en een Blue-grey Gnatcatcher kwamen in de kijker, een Northern Parula gaf een showtje weg en een van de klappers van deze dag liet zich fraai zien: de Ovenbird, een grote wenssoort van René die we tevoren als behoorlijk lastig hadden ingeschat. Later deze week zouden we hem nog enkele malen tegenkomen. Ten slotte liet ook een vrouwtje Indigo Bunting zich zien, een van de twee die we deze week tegenkwamen.
Oké, tijd voor een uitstapje naar de Marsh Boardwalk, dachten we, maar hier waren we snel klaar. Er zong een Swamp Sparrow en er vloog een Great Blue Heron over, en bij de parkeerplaats liet een schitterend mannetje Magnolia Warbler zich zien, maar daarmee hield het wel op.
Een klein stukje lopen op de DeLaurier Trail leverde een Field Sparrow op die zich leuk liet fotograferen. We sloten de dag af op de Sanctuary Lookout, een piertje waar je mooi uitzicht had over het water en de oevers. Een andere vogelaar attedeerde ons op een mannetje Blackpoll Warbler dat zich hier ophield, en dat superfraaie beestje met z'n oranje pootjes was snel gevonden. Nog leuker werd het toen René een mannetje Cape May Warbler ontdekte, die alweer een lifer voor mij was! Ook deze fraaie soort liet zich mooi zien. Ten slotte werden we nog getracteerd op een overvliegende onvolwassen Bald Eagle, een van de twee die we deze week zagen, en zwom er een Common Muskrat langs.
Het was een superdag geweest, daarover waren we het eens, en met een gerust hart en een volle tas konden we aan de pizza en het bier bij Armando's.

Maandag 14 mei 2018
Rose-breasted Grosbeak
Er was voor vandaag regen voorspeld, maar toen vanmorgen in alle vroegte de wekker ging, was het onverwachts droog. Dus maakten we dat we bij het treintje kwamen om ons naar de punt te laten brengen. Terwijl we stonden te wachten ontstond er ineens grote opwinding: er was een prachtig mannetje Scarlet Tanager geland in de hoge boom waar we tegenaan keken! Wat een fantastische vogel en wat een begin van deze vogeldag! Intussen vlogen er ook weer Baltimore Orioles in de boom om het fleurigheidsgehalte nog wat op te krikken en drie minuten later was er opnieuw paniek: Olive-sided Flycatcher werd er geroepen, en jawel, daar zat de vliegenvanger open en bloot te poseren.
Eenmaal op de punt noteerden we een aantal soorten die al meerdere malen waren gezien, waaronder een fraai poserende Palm Warbler en overvliegende Chimney Swifts. Een leuke soort voor Pelee en de vakantielijst was de Roodkeelduiker in winterkleed die voor de punt rondhing en zich ook liet fotograferen.
Toch viel er op de punt niet onwijs veel te beleven, dus namen we het treintje weer terug en gingen de Woodland Trail nog maar eens op. Die tactiek was meteen succesvol, want een groepje vogelaars trok onze aandacht en die stonden naar een Mourning Warbler te kijken, de enige van de hele vakantie! Even later kwam de Ovenbird weer langs en verscheen de superfraaie Blackburnian Warbler voor het eerst in de kijkers.
Lang duurde de pret echter niet, want nu begon het flink te regenen en dat zou het een paar uur blijven doen. We besloten een rustpauze in het motel in te lassen en weer op pad te gaan als het droog werd, wat volgens de voorspelling 's middags weer het geval zou zijn. Maar na een uurtje of anderhalf chillen hadden we dat ook wel weer gezien en we beraamden een plannetje dat ons mogelijk in staat stelde om ondanks de regen toch te vogelen: een bezoek aan Hillman Marsh, waar een kijkhut zou zijn die misschien wel aan de weg stond, en anders zouden we allicht vanuit de auto een en ander kunnen zien. Dat pakte iets anders uit, want er moest wel degelijk een stuk te voet worden afgelegd voordat er iets zinnigs te zien viel, maar gelukkig was de regen inmiddels wat minder geworden, en eenmaal in de hut zaten we in ieder geval droog.
Er waren flinke hoeveelheden meeuwen aanwezig, vooral Bonaparte's - en Ring-billed Gulls. De vakantielijst werd opgekrikt door Slobeend en Krakeend, maar ook door Blauwvleugeltaling en Amerikaanse Wintertaling. Een groepje Bonte Strandlopers leek de enige vertegenwoordiging van de steltlopers, maar na enig zoeken kwamen er ook nog een Killdeer en een Kleine Geelpootruiter uit. Erg veel spektakel was er echter niet. Het leukste was eigenlijk nog de Willow Flycatcher die we op zang konden determineren.
Terug naar Point Pelee dan maar, waar we stopten bij een klein paadje tegenover de Marsh Boardwalk. Hier was de actie ineens weer helemaal terug, want de regen had blijkbaar flink wat vogels naar de grond gebracht. Op de parkeerplaats zagen we de enige Black-throated Green Warbler van de reis. Langs het paadje aan de andere kant van de weg zag ik een Canada Warbler door de struiken glippen, de enige van de reis. Een tweede mannetje Scarlet Tanager verscheen ten tonele en die liet zich fotograferen, zij het niet erg welwillend. We vonden een Great Crested Flycatcher, een Yellow-rumped Warbler en toen kwam de eerste Bay-breasted Warbler van de reis in beeld, ook alweer zo'n juweeltje! Ondertussen wemelde het natuurlijk ook weer van de intussen gewoon geworden soortjes. Een Northern Parula liet zich zien en een vrouwtje Cape May Warbler was natuurlijk ontzettend leuk, nadat we gisteren het mannetje hadden gezien. Ook de Lincoln's Sparrow, die we maar mondjesmaat zagen, en de Orchard Oriole konden onze waardering wegdragen en de Warbling Vireo was weer eens een vakantiesoort. We zouden hem nog regelmatig tegenkomen.
We besloten een nieuwe trail te gaan lopen, namelijk die door Tilden Woods, waarover ik al heel wat goeds had gelezen. We liepen eerst door naar het oostelijke strand en langs die route vonden we onze eerste zekere Tennessee Warbler, een soort zonder veel kenmerken die we al een paar keer meenden te hebben gezien, maar net te kort of te weinig. Zowel de Red-eyed Vireo als de Philadelphia Vireo lieten zich zien en die kwamen we in het vervolg van de reis regelmatig tegen. Intussen trok er vanuit het oosten een kille deken van mist over het land, maar dat kon niet verhinderen dat de door mij zeer gewenste Grey-cheeked Thrush zich prachtig liet bekijken op het pad, en hij was alweer een lifer!
We liepen terug en pakten de andere poot van de trail, waar René, die uitstekend in vorm was, een prachtig mannetje Hooded Warbler ontdekte, een zeldzaamheid in Pelee. Het duurde even voordat iedereen de tussen de takkenbossen sluipende gluiperd had gevonden, maar dat mocht de pret niet drukken.
We kwamen uit bij een bruggetje, waar diverse soorten warblers zich zeer tam gedroegen en zich met enig geduld prachtig lieten fotograferen. Daartussen zat ineens ook een Black-throated Blue Warbler, een vrouwtje, en dat was weer een zeer gewilde vakantie- c.q. nieuwe soort. Gelukkig zouden we ook het prachtig gekleurde mannetje nog regelmatig tegenkomen. Na ruim een uurtje fotografisch genot liepen we weer verder en vonden aan het eind van de trail zowel de Carolina Wren als de House Wren.
Vandaag dineerden we in een visrestaurantje net buiten het park, want 's avonds moesten we nog aan de bak Na het eten waren we ruim op tijd aanwezig bij het begin van de DeLaurier Trail, waar een van de beoogde absolute knallers van deze vakantie opgehaald moest worden. Geduldig wachtten we samen met een vijftiental andere vogelaars tot het begon te schemeren en de eerste Common Nighthawks hoog kwamen overvliegen. Even later nog een exemplaar, lager, en die leek meer ter plekke te foerageren. Na nog een tijdje wachten begon onze doelsoort te roepen. Het geluid kwam van steeds dichterbij en op een zeker moment zag ik hem ineens in het gras zitten: de illustere American Woodcock, die torenhoog op onze respectievelijke verlanglijsten stond! Even later schoot de vogel als een opwind-speelgoeddiertje de lucht in, waarbij hij een soort ratelend geluid produceerde met zijn staartveren. Na een tijdje landde hij weer en liet zich nog een of twee keer zien op het gras. Wat een sensatie, wat een fantastische waarneming!
Moe, maar uiterst voldaan reden we in het donker terug naar de Days Inn voor een welverdiende nachtrust.

Dinsdag 15 mei 2018
Orchard Oriole
Vannacht goot het van de lucht en 's morgens vroeg regende het nog altijd, zodat we niet al te vroeg opstonden. 'Pas' om over zevenen reden we richting Point Pelee, waar we begonnen met de Woodland Trail, vooral ook omdat een van onze belangrijkste doelsoorten, de Red-headed Woodpecker, daar gisteren was waargenomen. We liepen daarom ook de gehele trail af in plaats van het korte rondje dat we eerder een paar keer hadden gedaan.
Dankzij de regen was er weer een flinke hoeveelheid aan vogels neergestreken, maar logischerwijs werd het vinden van vakantiesoorten en/of nieuwe soorten steeds lastiger. Niettemin vermaakten we ons prima met onder meer vele tientallen Swainson's Thrushes, die vandaag massaal in het gebied waren ingevallen, en al die kleurige warblersoorten die intussen goede bekenden van ons waren geworden. De tweede Bay-breasted Warbler en Indigo Bunting (alweer een vrouwtje) van de trip werden met extra veel enthousiasme onthaald, maar op de eerste vakantiesoort, een klein groepje Cedar Waxwings moesten we ruim anderhalf uur wachten. Intussen misten we een Black-billed Cuckoo, die door een vrouw die vlakbij ons stond werd gezien, helaas langsvliegend. Een baalmomentje, maar niks aan te doen.
Onze speciale aandacht voor spechten werd beloond met het vinden van de eerste Red-bellied Woodpecker van de reis. We zagen hem slechts enkele malen. De wandeling was lang, maar toch onderhoudend met soorten als (opnieuw) een Hooded Warbler, Red-eyed - en Philadelphia Vireo en de tweede Grey-cheeked Thrush van de reis.
Toen zat er ineens een warblertje voor me op een tak te zingen, dus ik richtte de kijker en had zowaar een Prothonotary Warbler in beeld! Dit is een zeer zeldzame soort in Pelee, die we desondanks twee keer tegen het fraaie lijfje liepen tijdens ons verblijf.

Toen we na een lange wandeling eindelijk weer bij het Visitor Center arriveerden gingen we eerst maar eens aan de koffie met bird seed cookie en/of een hotdog (dat weet ik niet meer precies). In ieder geval constateerden we tijdens deze pauze dat behalve Common Grackles en Red-winged Blackbirds ook enkele Brown-headed Cowbirds de grasveldjes met picknicktafels afschuimden op zoek naar iets eetbaars, en die was weer een vakantiesoort. Een van de zeer weinige Yellow-bellied Flycatchers bevond zich rond het Visitor Center en liet zich door mij fotograferen.
Na de lunch deden we nog een rondje Tilden Woods, nog altijd in het kader van onze speurtocht naar de Red-headed Woodpecker, maar ook hier kwam hij er niet uit. Wel gingen we nog even lekker warblertjes fotograferen op het bruggetje en daarbij werden we door een andere vogelaar gewezen op een fraaie Wilson's Warbler. Zelf vonden we de eerste Eastern Wood-Pewee voor de reis, en die zouden we nog vaker tegenkomen. Een Eastern Bluebird was een aangename verrassing, want die hadden we eigenlijk alleen in Carden Alvar verwacht.
We besloten op zoek te gaan naar de zogenaamde Onion Fields, die een uitstekende plek voor steltlopers zouden zijn volgens een van onze folders. Vreemd genoeg was dit gebied echter met geen mogelijkheid te vinden, ook niet toen we er aan alle kanten zo'n beetje omheen gereden moesten zijn. Onze zoektocht leverde wel een Solitary Sandpiper en een Amerikaanse Oeverloper op, en ook een groepje overvliegende Sandhill Cranes, en als leuke vakantiesoort de enige twee American Cliff Swallows van de reis, maar die uienvelden bleven voor ons verborgen. Velden genoeg, daar niet van, maar nergens velden met steltlopers erop.
Dan maar weer even langs Hillman Marsh, misschien dat we daar de vakantielijst nog konden aanvullen. Dat lukte wel, want deze keer was er flink wat Zilverplevieren aanwezig en ook een stel Short-billed Dowitchers. Er foerageerde een Sandhill Crane en ook de Willow Flycatcher was er nog, maar verder kwam er niet veel (nieuws) uit. Wel fotografeerde ik mijn eerste vlinder van de reis, een witje, en dat bleek bij thuiskomst de Mustard White te betreffen.
We reden nog even naar Pelee en checkten daar de struiken van West Beach op de aanwezigheid van Yellow-breasted Chat, maar die was onvindbaar. Wel vonden we hier opnieuw een vlinder, de Monarch nog wel, want het was intussen best lekker weertje geworden. Ook zagen we nog een Field Sparrow, maar daarmee hield het wel zo'n beetje op.
Om een uur of zeven hielden we het voor gezien voor vandaag. Op de terugweg renden er zoals gebruikelijk Eastern Grey Squirrels over de weg, die hier vreemd genoeg vooral zwart gekleurd waren. Enkele keren zagen we 's morgens vroeg ook een White-tailed Deer de bosjes in springen.

Woensdag 16 mei 2018
Yellow-bellied Sapsucker
Het was vannacht droog en helder weer, en voor de komende dagen werd veel zon voorspeld. Dat is op zich lekker natuurlijk, maar voor de vogelstand in Pelee was het minder, en dat zouden we vandaag goed merken. Regen brengt de trekvogels naar de grond, en nu het mooi weer was geworden, was er heel veel weggetrokken en weinig gearriveerd. De hoeveelheid aanwezige vogels was dan ook geen schim van wat die de voorafgaande dagen was.
We begonnen vandaag op het Cactus Trail, een plek die volgens een van de vogelaars die we spraken een van de beste zou zijn voor Red-headed Woodpecker en ook de Yellow-breasted Chat moest hier goed te doen zijn. Het was een mooie plek, halfopen en overzichtelijk, en we zagen er leuke dingen.

Een Brown Thrasher bijvoorbeeld was een onverwachte voor deze locatie, een zingende Carolina Wren erg leuk en baltsende Brown-headed Cowbirds onderhoudend. Veery, Orchard Oriole, Northern Cardinal, Rose-breasted Grosbeak: allemaal leuke en mooie soorten waaraan we zo onderhand gewend waren geraakt. Maar het duurde een tijd voordat er een vakantiesoort uitkwam: de enige Yellow-throated Vireo van de reis. Een nestholte uithakkend stel Northern Flickers zorgden voor fotografisch genot. Ook twee Eastern Bluebirds bleken op de Cactus Fields aanwezig te zijn en een House Wren bij zijn nestholletje was ook erg leuk.
Maar van de Red-headed Woodpecker geen spoor.
Eerst maar koffie dan, en daarna een uitstapje naar de punt, waar vandaag bitter weinig te beleven was, behalve flinke groepen overtrekkende Blue Jays, een bijzonder gezicht.
We checkten het waarnemingenbord in het Visitor Center en zagen dat er een Worm-eating Warbler was gezien bij de eerste stop van het treintje, aan een van de uiteinden van het Woodland Trail. Dus namen we het treintje naar stop 1, maar ter plekke aangekomen bleek al snel de hopeloosheid van deze onderneming: een paar zoekende vogelaars en een enorme hoeveelheid bomen. Niet het clubje gericht kijkende mensen waarop we hadden gehoopt. Kansloos, besloten we, en we begonnen de trail maar af te lopen in de hoop op die woodpecker of iets anders leuks. Het hoogtepunt van deze wandeling was een Northern Waterthrush, een gluiperige soort waarop we niet direct hadden gerekend. Maar hij liet zich mooi zien, en later vandaag zag ik er zelfs nog eentje bij het bruggetje in Tilden Woods. Deze gave soort was moeiteloos het hoogtepunt van deze dag.
Andere leukerds waren nog de tweede Bald Eagle van de reis, die meeliftte met een groep Turkey Vultures, en de Wilson's Warbler die op de foto ging bij het bruggetje in Tilden Woods. En vanaf het piertje waar we eerder de Blackpoll Warbler hadden, was nu een groepje van zes Knobbelzwanen te zien.
Maar verder gebeurde er niet veel. Deze 16e mei ging dan ook de boeken in als de minst opwindende dag van de vakantie.

Donderdag 17 mei 2018
American Yellow Warbler
De laatste volle (vogel)dag van onze vakantie was alweer aangebroken en dus besloten we er nog een keer keihard voor te gaan, ondanks dat het ook vandaag weer helder en droog weer was en de verwachtingen - gezien de ervaringen van gisteren - niet al te hoog gespannen waren.
Toch zou het een spannend dagje worden.

We gingen direct naar de punt en daar begon de dag al leuk met fotografeerbare Middelste Zaagbekken, Ringsnavel- en Kleine Kokmeeuwen die op het zuidelijkste puntje van Canada rondhingen. Daar besteedden we enige tijd aan, mede omdat het met de zangertjes weer niet echt druk leek. Wel was er opnieuw flinke trek van onder meer Blue Jays en Common Grackles.
Net toen we besloten weer een stukje te gaan lopen, ontstond er enige opwinding: er zou een 'magpie' in aantocht zijn. We liepen dus weer terug naar de punt, waar we vrij uitzicht hadden, en wachtten af. En inderdaad, na enkele minuten vloog er ineens een Black-billed Magpie boven ons! De soort is een dwaalgast in deze streken en werd daarom door enkele tientallen vogelaars met groot enthousiasme en gejuich onthaald. Dat was wel even een vreemde gewaarwording, zoveel opwinding om een simpele ekster, ook al is het dan een andere soort dan die van ons in Europa! De vogel zorgde in ieder geval voor een grappig tafereel en was voor mijn metgezellen ook nog eens een nieuwe soort.
Nou, dat was alweer meer dan we hadden verwacht. We bleven nog wat rondhangen op de punt, fotografeerden wat meeuwenspul, zagen een Grote Mantelmeeuw voor de vakantielijst en wilden weer verder lopen, toen ik een gesprekje opving waaruit ik opmaakte dat er een Yellow-billed Cuckoo zat aan te komen. Terug naar de punt dus maar weer en jawel, ineens zagen Koert en René hem vliegen, terwijl ik net werd afgeleid door een mevrouw die iets over sterns vroeg, waardoor ik de vogel miste. Maar gelukkig kwam het toch nog goed, want even later werd de vogel teruggevonden in een boom en kon ik hem ook nog even zien. Zo! Blijkbaar werd het toch niet de rustige dag die we hadden gevreesd dat het zou worden en dat was goed nieuws.
We dwaalden nog wat rond op de punt, maar veel kwam er niet meer uit, dus namen we het treintje terug en dronken koffie bij het Visitor Center. Daarna begaven we ons weer op de Cactus Trail, in een volgende - tot mislukken gedoemde - poging op die vermaledijde Red-headed Woodpecker.
Terwijl we naar de auto liepen zagen we een Atalanta, en eenmaal op de trail kwamen er ongeveer dezelfde dingen als gisteren uit, met de aantekening dat er vandaag ook een Zwarte Stern kwam overvliegen, dat er een Five-striped Skink tegen een boom zat en dat ik een blauwtje fotografeerde dat bij thuiskomst de Eastern Tailed Blue bleek te zijn. Toen we weer bijna bij het begin waren, werden we door twee andere vogelaars echter geattendeerd op het feit dat er vlak voor ons een vrouwtje Prothonotary Warbler in een kaal boompje zat, dat zich gaarne wilde laten vastleggen op de gevoelige plaat. Zo, dat was zeldzaamheid nummer drie alweer voor vandaag. Wat zou er nog volgen?

We reden terug naar het Visitor Center voor een welverdiende hotdog met koffie. Ik checkte het waarnemingenbord en zag tot mijn grote verrassing dat er op de punt een Kirtland's Warbler was gezien, een van de allerzeldzaamste vogels van Noord-Amerika en een echte hoofdprijs in Point Pelee, een soort die ieder jaar weliswaar een- of tweemaal wordt gezien, maar ja, daar moet je dan wel net bij zijn.
We hoefden er niet lang over na te denken en sprongen weer op de trein richting de punt en daar aangekomen liepen we het paadje naar het noorden in waarlangs de vogel zou zijn gezien. Na een tijdje lopen maakte het pad een bochtje en daar stonden twee vogelaars die ons erop wezen dat de Kirtland's Warbler steeds terugkwam op deze plek, En ja, na enkele seconden had ik hem al in beeld en vervolgens gaf de vogel (een vrouwtje) een complete show voor ons weg, waarbij hij vaak tot op zeer korte afstand te zien was en (weliswaar met enige moeite) leuk te fotograferen was. Hallelujah! Wat een fantastische lifer was dit!
Het was intussen knap warm geworden en het was verder rustig met de vogels, zodat we een pauze op de motelkamer inlasten. Op weg daarnaartoe vlogen er nog vier Sandhill Cranes over.
Aan het eind van de middag besloten we Hillman Marsh nog eens te bezoeken, omdat we hadden gehoord dat het licht daar in de namiddag het beste was. En dat klopte ook. Bovendien had de Marsh vandaag heel wat meer te bieden dan de vorige keren dat we er waren. Zo zwommen er twee Trumpeter Swans op het water, de soort waarvoor we in eerste instantie naar dit gebied waren getrokken. Er waren deze keer behalve Lesser -, ook Greater Yellowlegs aanwezig, die ook nog eens fotografisch konden worden vastgelegd. Genieten was het ook van de Grote Franjepoot die enige tijd aanwezig was en die een leuke aanvulling op de vakantielijst was. En ten slotte wist ik nog een Forster's Stern te fotograferen, een soort die door Koert en René al eerder was gezien.
Daarmee eindigde onze laatste volle vogeldag met een onverwacht aantal zware soorten in de pocket.

Vrijdag 18 mei 2018
Wild Turkey
We hadden een lange reis te maken, vandaag. Het was zeker vier uur rijden naar Toronto, waar we de auto moesten inleveren en waar we drie uur van tevoren geacht werden aanwezig te zijn. Dan nog een uurtje of zeven vliegen naar Schiphol, vanwaar ik nog een uur of anderhalf met de trein naar Leerdam moest. We besloten om vroeg op te staan, zodat we in het vliegtuig misschien zo moe waren dat we konden slapen en trouwens, wie weet wat zo'n laatste paar uurtjes nog zouden opbrengen.
Niet bijster veel, zo bleek al snel. Het waaide vandaag stevig, en op de punt was weinig te beleven, behalve dan twee Amerikaanse Oeverlopers en een IJsduiker. Bij een ultieme poging om de Northern Cardinal fraai op de foto te krijgen, begaf mijn fototoestel het. Dat was een ontzettend baalmoment, maar ik realiseerde me al snel dat ik van geluk mocht spreken dat het ding nu pas de geest gaf, en niet al in het begin van de vakantie.
We namen het treintje terug om nog eenmaal een poging te doen op de Red-headed Woodpecker langs de Cactus Trail, maar ook die poging was vergeefs. We zullen nog een keer terug moeten voor die specht. En trouwens ook voor de Black-billed Cuckoo, de Cerulean Warbler en nog een paar van die types waarnaar we vergeefs hebben uitgekeken.
Enfin, we zagen langs de Cactus Trail nog een paar leuke en mooie soorten, zoals de Rose-breasted Grosbeak, een man Scarlet Tanager, de Eastern Towhee, de Eastern Bluebird, Blue Jay en Lincoln's Sparrow.
Daarna was het tijd om de spullen te gaan inpakken, de lange rit naar Toronto te maken en de auto in te leveren. We waren veel te vroeg op het vliegveld, en voor we konden inchecken moesten we nog een paar uur wachten. Daarna bleek ook het vliegtuig nog ruim een uur vertraging te hebben, en eenmaal bij de bagageband op Schiphol, op

Zaterdag 19 mei 2018
stonden we daar ook nog eens een uur vanwege een technische storing aan het bagagesysteem.
Maar goed, uiteindelijk kwamen we toch thuis, na een fantastische reis door prachtige gebieden en met schitterende vogels die vaak ook nog totaal niet schuw waren. Ik zou er zo nog een keer naartoe gaan.


Jan Zwaaneveld, 25 mei 2018