zondag 31 juli 2016

31-07-2016: Geen Zwarte Ooi, wel Blauwe Glaas.

Naar aanleiding van een melding van een Zwarte Ooievaar die bij Schoonrewoerd zou rondstappen tussen de Ooievaars, stapte ik rond halfeen vanmiddag nog even op de fiets. Ter plekke aangekomen was er helaas geen ooievaar, wit of zwart, in zicht. Na nog wat zoeken in de omgeving fietste ik via het Hoogeind terug richting Leerdam. Van daar ging ik de Lichte Kade op en aan het eind daarvan, bij het bosje, zag ik ineens een heleboel Paardenbijters vliegen. Het waren er zeker 15-20. Erg leuk natuurlijk, en omdat ik ook wat witjes zag vliegen, stapte ik af om de boel eens nader te inspecteren. Ik vond veel Bont Zandoogjes, een Gehakkelde Aurelia, alledrie de gewone witjes en een Dagpauwoog. Van de libellen afgezien van de Paardenbijters een Bruine Glazenmaker en... een Blauwe Glazenmaker, en dat was nog een nieuwe voor mijn libellenlijst 2016. Ondanks de dip van de Zwooi was het uitstapje dus toch niet voor niets.

dinsdag 26 juli 2016

26-07-2016: Naar Bolgerijen.

Paar Bloedrode Heidelibellen staat op het punt een paringswiel te vormen.
Vandaag zou voorlopig de laatste zonnige dag worden, dus wilde ik er nog een keer op uit voor de vlinders en de libellen. Ik dacht aan de uiterwaarden, maar Cilja kwam op het idee dat ik ook naar Bolgerijen zou kunnen gaan, omdat dat ongeveer even ver fietsen was. Daar had ik nog niet aan gedacht, en aangezien dat een prima plek is voor (vooral) libellen, besloot ik dat maar eens te proberen. Ik zou er geen spijt van krijgen.
De eerste soort die ik zocht, was de Viervlek. Normaal heb ik die altijd al vroeg in het jaar, maar dit jaar heb ik 'm tot nu toe om onbegrijpelijke redenen gemist. Maar nu was het raak. Langs Bolgerijen loopt de Groenekade, en die liep ik af. Deze kade wordt geflankeerd door twee prachtige, heldere slootjes waar het wemelde van de libellen, en het duurde niet lang voordat ik de eerste Viervlek te pakken had.
Een van de drie of vier Viervlekken die ik vandaag zag.
Ik vond de eerste twee Argusvlinders voor mijn eigen streek dit jaar. Het ritselde van de heidelibellen en dat waren met name Steenrode - en Bloedrode Heidelibellen. Ze waren allebei erg talrijk en ik zag veel paringswielen van (vooral) de Bloedrode. Ook vlogen er erg veel net uitgeslopen beesten rond, te herkennen aan hun glazige vleugels en het feit dat er nog amper kleur op zit. Twee van die beestjes waren in het web van een Wespenspin gevlogen. Het was de eerste keer dat ik deze spinnensoort (een vrouwtje) in mijn eigen streek tegenkwam.
Ik zag veel algemene soorten, zowel qua vlinders als qua libellen, en sommige lieten zich leuk fotograferen. Leuk waren de zes Bruin Zandoogjes, want die zie ik toch niet overdreven veel hier in de buurt. Ook weer een Landkaartje, veel Variabele Waterjuffers, twee Houtpantserjuffers en evenveel Grote Keizerlibellen en Paardenbijters.
Eindelijk! De Bruine Glazenmaker liet zich vandaag fotograferen!
Het absolute hoogtepunt van vandaag was het feit dat de immer zenuwachtig heen en weer vliegende, bloednerveuze en superbeweeglijke Bruine Glazenmaker zich eindelijk door mij liet fotograferen! Eerst zag ik er al eentje in een brandnetel gaan hangen, maar in de stress kon ik 'm niet op tijd in de zoeker krijgen. Maar toen ik even later naar een paar heidelibellen stond te kijken, kwam er ineens een aangevlogen die schuin boven me in een Eik ging hangen. En ook bleef hangen, terwijl ik foto's maakte. Helaas hing hij niet onder supergoed licht, maar goed, het begin is er en er moet wat te verbeteren blijven nietwaar. En zo werden het weer een paar heerlijke uurtjes in Bolgerijen.
Vrouwtje Wespenspin. Er hingen twee heidelibellen in haar web.
Mannetje Bloedrode Heidelibel.

zondag 24 juli 2016

24-07-2016: Paar uurtjes Lappenheide.

Een oud vrouwtje Gewone Oeverlibel.
Vanmiddag rond een uur of een brak toch de zon door en de temperatuur was aangenaam, dus ik fietste even naar Lappenheide om daar de vogel-, vlinder- en libellenstand te checken. Het aantal vlinders en libellen viel toch weer wat tegen, zoals eigenlijk bijna de hele tijd hier in de streek. Leuk was wel dat er een Icarusblauwtje rondvloog. Twee Boomblauwtjes en een Landkaartje waren ook leuk, en verder waren er qua vlinders alleen de aller-algemeenste. Ook qua libellen was het sappelen: slechts een paar heidelibellen, wat Gewone Oevers, Grote Keizers en Bruine Glaasjes.
Kievit, oud.
Gelukkig liet een aantal beestjes zich wel fotograferen. Een Kievit met een jong ging bereidwillig op de foto, evenals een jonge Bruine Kiekendief, waarvan er zeker twee juvenielen rondvlogen, samen met het ouderpaar. Een alarmerende Kleine Plevier maakte duidelijk dat ook hij waarschijnlijk jongen had, en ook waren er alweer een Witgat en twee Oeverlopers aanwezig, als voorboden van de najaarstrek. Een flinke zwerm Boerenzwaluwen foerageerde boven het gebied.
Kievit, jong.
Ik had gehoopt op Blauwe Glazenmaker, Viervlek of bijvoorbeeld Oranje Luzernevlinder, die ik hier vorig jaar allemaal had. Maar helaas, die moeten nog even wachten op toetreding tot de jaarlijst 2016. Het was toch lekker om er even uit te zijn.
Jonge Bruine Kiekendief.
Steenrode Heidelibel, vrouwtje.

dinsdag 19 juli 2016

19-07-2016: Naar mijn oude home patch.

Gezellig samen met een jonge Blauwe Reiger naar de Zuidelijke Keizerlibel gekeken.
Rond deze tijd krijg ik vaak een sterke aandrang om een dagje door de brengen in de Amsterdamse Waterleidingduinen, het gebied waar ik vroeger, toen ik nog in Hillegom woonde, kind aan huis was. Er zitten daar veel vlinder- en libellensoorten die je hier, rond Leerdam, niet tegenkomt, dus een bezoekje aan de duinen betekent altijd een flinke boost voor de diverse jaarlijsten. Vandaag beloofde het prachtig weer te worden en vanmorgen om tien voor zes zat ik al in de trein. Om even voor achten stapte ik uit in Heemstede, waar ik een OV-fiets ritselde waarmee ik snel naar de ingang Oase peddelde.
Vrouwtje Keizersmantel, een van mijn doelsoorten.
Het was nog niet zo ontiegelijk warm, dus ik nam de gelegenheid te baat om direct naar het Vogeleiland te lopen, waar zich dit jaar de grootste concentratie Keizersmantels ophoudt, een van mijn doelsoorten. Onderweg kwam ik rupsen van de Sint-Jacobsvlinder tegen, diverse Bruin Blauwtjes - die een jaarsoort waren -, een zingende Zwarte Mees en een overvliegende Kruisbek, veel Bruin Zandoogjes en enkele Hooibeestjes en vele, vele Blauwvleugelsprinkhanen. Dat beloofde veel goeds.
Ter plekke was het even zoeken, maar na een kwartiertje had ik mijn eerste Keizersmantel in the pocket! Een vrouwtje was het, en ze was erg fotogeniek. Even later vond ik een tweede vrouwtje, en toen ik langs een van de kanalen richting zuid liep, kwam ik een mannetje tegen, dat zich eveneens liet fotograferen.
Mannetje Gewone Oeverlibel.
Diverse 'gewonere' libellensoorten lieten zich zien, waaronder de Gewone Oeverlibel hierboven. Overal zaten heidelibellen in diverse soorten. Toen stuitte ik op een Argusvlinder, een mooie jaarsoort waarvoor ik al diverse malen hier in de streek op pad was geweest.
Ik checkte een hoekje van het kanaal langs de Duinpanweg en daar vloog een forse libel boven het water die een blauw zadel leek te hebben! Jawel, ook door de kijker bleek het om een Zuidelijke Keizerlibel te gaan, wat een ontzettend leuke verrassing! Ik besteedde een halfuurtje aan hem, hij liet zich fraai zien, maar niet fotograferen. Wat een beweeglijke beesten zijn dat...
Ik liep achter het kanaal om en stuitte op de eerste van zes Kleine Parelmoervlinders, weer een jaarsoort. Een Boomleeuwerik was een vogeljaarsoort, en dat werd ook wel weer eens tijd. Aan de zuidpunt van het kanaal zocht ik naar Heivlinders, die ik daar vroeger weleens had. Opnieuw kwam er een forse libel met een blauw zadel... verdomd, wéér een Zuidelijke Keizerlibel!
Heivlinder.
Twee mannetjes Icarusblauwtje waren weer een jaarsoort. En na een tijdje zoeken vond ik een, nee twee fraaie Heivlinders, waarvan de laatste zich ook liet fotograferen. Hoppa, dat ging als een tierelier! Ik had zo'n beetje al mijn doelsoorten in de tas en besloot nog wat tijd in het fotograferen van de Zuidelijke Keizerlibel te steken. Toen ik bij het plekje aankwam, stond er een jonge Blauwe Reiger, en die had geen zin om voor mij plaats te maken. Zodoende ging ik op drie meter naast de reiger zitten met mijn fototoestel en de Blauwe Jaap had compleet lak aan me, zodat ik maar een paar portretjes van hem maakte. Intussen lukte het fotograferen van de Zuidelijke Keizer heel wat moeizamer, maar uiteindelijk slaagde ik er tenminste in een paar bewijsplaatjes te schieten. Pff!
Bewijsplaatje Zuidelijke Keizerlibel. Ja sorry hoor, het is niet veel, maar iets is beter dan niets in dit geval.
Na een halfuurtje liep ik terug langs het betonnen kanaaltje, alwaar ik deze maal een volwassen Blauwe Reiger trof, die al evenmin zin had om op te vliegen. Ik checkte nog wat veldjes vlakbij de Oase, waar ik hoopte het Koevinkje te vinden, maar dat lukte niet. Wel lieten twee Gaaien zich fotograferen en vond ik er alwéér twee Keizersmantels! Daarna vond ik het welletjes en fietste terug naar het station, waar ik mijn OV-fiets inleverde en huiswaarts ging. Het was een prachtig dagje geweest!
Gaai!
Watersnuffel, mannetje.
En de volwassen Blauwe Reiger van het betonnen kanaaltje.

zondag 17 juli 2016

17-07-2016: Struinen langs de Nieuwe Zuiderlingedijk.

Steenrode Heidelibel, een jaarsoort.
Het was weer lekker weertje vanmiddag, dus stapte ik op de fiets en reed naar mijn favoriete plekje langs de Nieuwe Zuiderlingedijk. Je kunt er heerlijk wandelen en komt er zowat nooit iemand tegen. Bovendien is er altijd wel iets te beleven op natuurgebied.
Vandaag werd duidelijk dat het Landkaartje de streek behoorlijk gekoloniseerd heeft. In vorige jaren mocht ik al blij zijn als ik er een paar keer per jaar eentje tegenkwam, vandaag had ik er negen, en dat was vast nog een ondertelling.
Een van de negen Landkaartjes van vandaag.
Intussen maak ik me wel zorgen om de Argusvlinder hier in de streek. Vorig jaar had ik er nog behoorlijk veel, zeker vergeleken met de rest van het land, maar tot nu toe heb ik er nog niet één gevonden dit jaar.
Ook vandaag kwam ik een Muskusboktor tegen, een vrij zeldzame boktorsoort die we laatst op de Kampina hadden. Leuk! De Dagpauwogen deden het weer goed met zeker twaalf stuks en de Gewone Oeverlibel deed met tien stuks ook z'n best. Leuk waren de Kleine Roodoogjuffer en de Steenrode Heidelibel, want die waren allebei jaarsoorten.
Grote Kaardebol.
Qua vogels hoorde ik een Sprinkhaanzanger, zong de Cetti's Zanger op z'n bekende plek en liet een juveniele Groene Specht zich fotograferen. Drie Bruine Glazenmakers, waaronder een ei-afzettend vrouwtje, waren leuk en ik zag twee Grote Keizerlibellen en een Bloedrode Heidelibel. Van de vlinders ook nog onder meer twee Gehakkelde Aurelia's en drie Bont Zandoogjes en twee Gamma-uiltjes fladderden rond. Dit alles naast de heel gewone soorten, zoals de witjes.
Juveniele Groene Specht.
Putter.
Steenrode Heidelibel, zelfde exemplaar als bovenaan. Hier is de hangsnor wel te zien.

vrijdag 15 juli 2016

15-07-2016: Dan maar plantjes.

Knoopkruid.
Vandaag heb ik per fiets een nieuwe poging gedaan om nieuwe vlinders en libellen voor de jaarlijst te vinden. Daarvoor fietste ik over het fietspad evenwijdig aan de Diefdijk naar de uiterwaarden. Maar ook vandaag zat het er niet in. Behalve grote hoeveelheden witjes, veel Bont Zandoogjes veel Dagpauwogen, wat Atalanta's, een Landkaartje en een Gehakkelde Aurelia was er weinig te beleven. Het leukste op vlindergebied waren nog de drie Bruin Zandoogjes die ik vond, want ze zijn niet bepaald algemeen hier in de streek. Qua libellen was het helemaal huilen met de pet op: een paar Lantaarntjes, een paar Gewone Oeverlibellen en een paar Bruine Glazenmakers. Zelfs geen enkele heidelibel. Ongetwijfeld speelde de wind vandaag weer een negatieve rol, want libellen houden daar niet van, maar als je de bloemenpracht zag in de uiterwaarden, zo veel en op een zo uitgestrekt oppervlak, en je ziet daar dan slechts een enkele vlinder boven vliegen, is dat toch wel redelijk triest. Maar goed, vandaag heb ik wel enkele nieuwe sprinkhanen voor de jaarlijst gescoord, waaronder de Greppelsprinkhaan, en heel wat nieuwe bloeiende planten gevonden, waaronder Esparcette, veel Grote Ratelaar en Knoopkruid.
Dagpauwoog.

donderdag 14 juli 2016

14-07-2016: Icarusblauwtjes en Argusvlinders zoeken.

Vandaag ben ik even de Oude Zuiderlingedijk af gelopen, of beter gezegd: de ruige landjes aan de noordkant daarvan, grenzend aan de Linge. In vorige jaren had ik daar regelmatig Icarusblauwtjes en langs de dijk zelf en in het bosje van Heukelum zag ik soms Argusvlinders. Omdat ik beide soorten nog niet op mijn vlinderjaarlijst heb, kon dat een leuke aanvulling worden met minimale inspanning. Maar helaas, geen van beide soorten was te vinden vandaag. Alleen de drie gewone witjes, een Landkaartje, een Dagpauwoog, drie Atalanta's en negen Bont Zandoogjes lieten zich zien. En van de libellen een Grote Roodoogjuffer en een Bruine Glazenmaker, zodat daar ook geen jaarsoorten werden verdiend. Het zal ook wel met de vrij straffe noordwestenwind te maken hebben gehad, en het feit dat het daardoor, ondanks dat de zon regelmatig scheen, toch vrij fris bleef.

zondag 10 juli 2016

10-07-2016: Heerlijk dagje Kampina met nieuwe vlindersoort voor Nederland.

De Grote Weerschijnvlinder, eindelijk op mijn Nederlandse lijst!
Zoals de trouwe lezers van mijn blog misschien weten, heb ik in Nederland nooit veel geluk gehad met de Grote Weerschijnvlinder. Diverse malen heb ik in De Brand of op de Kampina gestaan op plekken waar hij zowat gegarandeerd was, behalve blijkbaar als ik er was. Vandaag ondernam ik samen met Wiegert een nieuwe poging. Er was zomers weer voorspeld en dat gebeurt dit jaar niet bijster veel, dus we maakten van de gelegenheid gebruik om op de Kampina onze vlinder- en libellenlijsten eens een flinke boost te geven. En dat lukte prima.
Ik telde zeven Atalanta's, zo'n 55 Bruin Zandoogjes (een jaarsoort), drie Dagpauwogen, een Klein Koolwitje, flink wat Weidebeekjuffers (jaarsoort), twee Azuurwaterjuffers, zeker 14 Landkaartjes, waarvan eenmaal vijf op één bloem, vier Groot Dikkopjes (jaarsoort), twee Gehakkelde Aurelia's, vier Groot Koolwitjes en drie Boomblauwtjes.
Heideblauwtje.
Toen stuitten we op een groepje fotografen/vlinderaars, die net een Grote Weerschijnvlinder hadden gezien. Dat was nadat Wiegert er al eentje had gezien die veel te snel was verdwenen. Op de plek des heils lag een dode vos en bovendien had men er een stuk boomschors met honing neergelegd, en die combinatie had een onweerstaanbare aantrekkingskracht op de Grote Weerschijnvlinder, die zich vandaag schitterend liet zien en in alle mogelijke poses voor ons poseerde. Hij ging zelfs een tijdje op mijn overhemd en (later) op Wiegerts broek zitten. Het was duidelijk: nu de weerschijnvlinder was gevonden, vond hij alles best.
De Grote Weerschijnvlinder op mijn overhemd.
We zagen het Bont Zandoogje, dat zowaar nog een jaarsoort voor me was, en vele Citroenvlinders vlogen langs of zaten in de begroeiing. De Oranje Zandoogjes (jaarsoort) begonnen te lopen en ik turfde er minstens 18, maar in werkelijkheid waren het er vast nog meer. Ik determineerde een Klein Geaderd Witje (verder keken we vandaag niet zo naar witjes, er waren er vast meer), en toen arriveerden we bij het heideveldje waar Chris en ik vorig jaar zoveel Heideblauwtjes hadden. Er zong een Geelgors (jaarsoort) en er vlogen een paar Blauwe Breedscheenjuffers (jaarsoort), waarvan we er later nog meer zouden tegenkomen.
Een van de vele Oranje Zandoogjes.
We hoorden een IJsvogel roepend wegvliegen boven een stroompje en van de plantjes noteerde ik in de gauwigheid Dophei, Struikhei en Koninginnenkruid, maar aan meer kwam ik niet toe. We zochten Heideblauwtjes en vonden er tientallen. Ze op de gevoelige plaat krijgen was een ander verhaal; ze waren vandaag erg vliegerig, waarschijnlijk mede door de wind, en vooral de mannetjes waren lastig te fotograferen. Maar uiteindelijk lukte het toch. Onderwijl noteerde ik qua sprinkhanen het Knopsprietje en de Grote Groene Sabelsprinkhaan als jaarsoort, terwijl veel jonge Bruine Kikkertjes door de hei sprongen. Tenslotte zag ik op het heideterreintje één Hooibeestje, maar dat was genoeg voor een notering op de jaarlijst 2016.
Vrouwtje Bosbeekjuffer.
Intussen lieten ook de libellen zich niet onbetuigd, want we noteerden Bruinrode - en Bloedrode Heidelibel, een pantserjuffer die na bestudering van de foto een vrouwtje Gewone Pantserjuffer bleek te zijn en we werden door een andere fotograaf gewezen op een vrouwtje Bosbeekjuffer, dat nogal zenuwachtig van blad naar blad vloog, maar zich uiteindelijk toch liet vastleggen. Boven de Beerze vlogen twee Metaalglanslibellen, alweer een jaarsoort. De Bruine Glazenmaker had ik al op de jaarlijst, maar voor Wiegert was -ie nog een nieuwe voor 2016.
Vrouwtje Gewone Pantserjuffer.
Wiegert vond een grote boktor, die na bestudering van de foto's en wat zoekwerk een Muskusboktor bleek te zijn, een erg leuk beest. En tenslotte vonden we meerdere Gewone Oeverlibellen. We besloten de dag bij de Grote Weerschijnvlinder, die zich weer erg fraai liet bekijken en het nu vooral op Wiegert had voorzien. Toen we genoeg foto's hadden, besloten we het voor gezien te houden. Het was bijzonder warm vandaag en we hadden de doelsoorten in de tas. Het was een mooie dag geweest.
Grote Weerschijnvlinder.

maandag 4 juli 2016

04-07-2016: Eindelijk veel vlinders.

Kleine Vuurvlinder op Jakobskruiskruid.
Het was vandaag eindelijk eens lekker vlinderweer hier in Leerdam: zonnetje, af en toe een paar wolkjes, weinig wind en geen neerslag. Dus stapte ik op de fiets en reed naar mijn favoriete plekje langs de Nieuwe Zuiderlingedijk om vlinders, libellen en andere leuke dingen te zoeken.
En eindelijk waren er eens veel vlinders actief! Vooral op bloeiende distels vond ik er nogal wat. In totaal 4 Atalanta's, 17 Klein Geaderd Witje (gedetermineerd, in werkelijkheid waren het er vele malen meer), 2 Kleine Vuurvlinders, 1 Kleine Vos, 7 Klein Koolwitjes, 2 Dagpauwogen, 4 Gehakkelde Aurelia's en de leukste: 1 Landkaartje, een soort die ik hier maar weinig tegenkom.
Klein Geaderd Witje.
Ook op libellengebied ging het lekker, ik vond als jaarsoorten de Bruine Glazenmaker, de Houtpantserjuffer en de Bruinrode Heidelibel. Verder diverse Grote Keizerlibellen en Gewone Oeverlibellen. Van de juffers vreemd genoeg slechts één Lantaarntje.
Houtpantserjuffer.
Qua vogels bleef het bij de normale soorten voor deze omgeving, waartoe ook de Purperreiger (een overvliegend exemplaar) en de Cetti's Zanger (twee zingende exemplaren, aan beide kanten van de dijk) gerekend kunnen worden. Het eerste Gamma-uiltje vloog ook rond en ik kon aardig wat bloeiende planten aan mijn plantenjaarlijst toevoegen. De leukste hiervan was de Wilde Ridderspoor, een zeer zeldzame plant in Nederland. En ook de eerste sprinkhanen van 2016 meldden zich in de vorm van diverse zingende Krassers.
Gehakkelde Aurelia.
Landkaartje.
Klein Koolwitje.
Wilde Ridderspoor.