woensdag 28 december 2016

28-12-2016: Hume's Blako en verder alles (ge)mist.

Landschapje bij Noordwijk.
Het traditionele oudejaarsvogelen met mijn vrienden Koert en René stond vandaag op het programma. Het voorspelde weer was niet geweldig: er werd vooral in de zuidelijke helft van het land dichte en hardnekkige mist voorspeld. Daarom besloten we maar om iets noordelijker te blijven en voor de Hume's Bladkoning van Noordwijkerhout te gaan, de Dwerggorzen van Noordwijk, de Bonte Kraai van Lentevreugd en wie weet wat er zich nog meer zou aandienen.
Om kwart voor negen stond ik op station Voorhout en even later arriveerden René en Koert. We reden naar de plek van de Hume's Blako en konden direct aanschuiven, want de vogel was al door andere vogelaars opgespoord. Af en toe riep hij luid en regelmatig liet hij zich zien, terwijl hij zich als een stuiterballetje door de takken van een kale boom bewoog. Zo, dat was alvast een lekkere soort!
We besloten de Dwerggorzen van Noordwijk mee te pikken, ondanks dat ze al op de jaarlijst stonden, maar zo'n soort is natuurlijk altijd leuk. Maar de gorsjes waren in een gluiperige bui vanmorgen en lieten zich, ondanks zoeken door nogal wat vogelaars, niet vinden. We besteedden er maar niet al teveel tijd aan en gingen richting Lentevreugd, waar de aldaar aanwezige Bonte Kraai nog een jaarsoort zou zijn voor mijn vogelvrienden.
Helaas: de mist werd steeds dichter in plaats van minder, en eenmaal in Lentevreugd was het lastig sowieso nog een kraai te zien, Bont of Zwart. Een tijd wachten en even gezellig bijkletsen met René van Rossem hielp ook niet, dus uiteindelijk kozen we eieren voor ons geld en gingen aan een vroege lunch met koffie, in de hoop dat de mist zou optrekken.
Maar dat deed hij niet. Het werd zo erg dat er geen beginnen meer aan was, en dus hielden we er vroeg mee op. Er wachtte me ook nog een horrortreinreis vanwege een aanrijding met een persoon tussen Delft en Rijswijk, en om vier uur was ik eindelijk thuis.
Maar het Hume's Blakootje was erg leuk.

zondag 18 december 2016

18-12-2016: Jaarsoorten ophalen in de Biesbosch.

Zeearend in de mist. Rechts ervan drie kraaien...
Het heeft even geduurd, maar vandaag ben ik eindelijk weer eens wezen vogelen. Ik had met René en Koert afgesproken en deze keer kwamen ze naar Leerdam en dus was de logische keuze om een aantal jaarsoorten te gaan scoren in de Brabantse Biesbosch. Er was keus genoeg: Amerikaanse Wintertaling, Zeearend, Klapekster, Grote Zee-eend, Siberische Tjiftjaf, Sneeuwgans: allemaal gisteren nog gemeld en allemaal jaarsoorten (voor mij op de Klapekster na).
We reden onmiddellijk door naar de strekdam achter de Deeneplaatweg, waar de Siberische Tjif zou huizen. Die was namelijk nog een gloednieuwe soort voor mijn metgezellen. We liepen de hele strekdam af, wat nog een behoorlijk eind was, vonden geen SibTjif maar wel vier mooie Grote Zee-eenden, onze eerste jaarsoort van vandaag. Landschappelijk was het ook een fraaie wandeling trouwens.
Daarna reden we terug langs de Deeneplaatweg en stopten op de plek waar gisteren de Klapekster was gezien. Die vonden we niet, maar wel ontdekte René een Zeearend, ver weg in een kale boomtop, en getreiterd door drie kraaien. Wat een reuzen zijn het toch! De Zeearend was opnieuw een fijne jaarsoort.
Op naar de polder Hardenhoek dan, waar al een paar weken een Amerikaanse Wintertaling wordt gezien. Er zongen twee Cetti's Zangers, er riep een Waterral, er landde een tweede Zeearend die alleen door mij werd gezien en na enige tijd werd het mannetje Amerikaanse Wintertaling gevonden door een van de andere aanwezige vogelaars. Dat was jaarsoort nummer drie voor mij, en dat betekent dat ik in ieder geval mijn jaarlijst van 2015 heb overtroffen.
Het was tijd voor de lunch, en daarna besloten we naar de omgeving van Leerdam te gaan om wat jaarsoorten voor René en Koert op te snorren. De Steenuil mislukte, maar bij de plas langs de Diefdijk voorbij De Waai zat zowel een adulte Geelpootmeeuw als een derde kalenderjaar Pontische, beide jaarsoorten voor mijn vrienden.
In de polder achter Everdingen zat een groep van 22 Kleine Zwanen. We meenden er ook een onvolwassen Wilde Zwaan tussen te zien, maar de foto's wezen helaas uit dat ook dit een Kleine Zwaan was.
Maar niettemin was het een mooie vogeldag, vonden we.
Kleine Zwanen nabij Everdingen.

maandag 7 november 2016

07-11-2016: Zoeken naar Pestvogels.

Er is een behoorlijke Pestvogelinvasie gaande momenteel en dan is het altijd leuk om in je eigen woonplaats naar ze te gaan zoeken. Vandaag heb ik dus een uurtje door Leerdam gefietst, overigens zonder ze te vinden. Wel heb ik voor het eerst sinds jaren weer eens door de Natuurtuin Varsseveld gelopen, waar zeker veertig Kramsvogels, wat Koperwieken en een heleboel Merels er een leuk lijsterfeestje van maakten in de bessenstruiken. Op een andere plek hoorde ik nog een Keep roepen. Verder helaas geen bijzondere dingen.

zaterdag 29 oktober 2016

29-10-2016: Een prachtige herfstdag.

Een Bont Zandoogje was nog actief nabij Asperen.
Na een rampzalige vogelweek, waarin ik wegens diverse omstandigheden maar liefst drie nieuwe soorten dipte, waaronder de langverwachte Bergheggenmus, maar ook de Kroonboszanger en de Provencaalse Grasmus, heb ik me vandaag maar weer eens in het veld begeven. Na zo'n week heb je er als fanatieke vogelaar even helemaal geen zin meer in, maar op een zeker moment moet je je daar toch weer overheen zetten, want er wachten altijd weer nieuwe soorten.
Vandaag was het een schitterende herfstdag. Het was zonnig, bijna windstil, de temperatuur was heerlijk en de natuur ziet er prachtig uit, met al die herfstkleuren.
Ik fietste eerst langs Lappenheide, waar twee Grote Zilverreigers stonden en de vertrouwde winterse eenden alweer present waren, waaronder aardig wat Smienten. Een Kramsvogel schoot de struiken in, een groepje Kieviten zat nog op een drooggevallen oevertje en een vrouwtje Wintertaling wilde best even op de foto.
Vrouwtje Wintertaling bij Lappenheide.
Ik fietste naar Acquoy om te zien of ik de Steenuiltjes kon vinden, maar wederom: niets. Ik hoop toch wel dat ze er nog zitten... Wel een groepje Vinken, en toen ik via de Langendijk richting Fort Asperen fietste, kwam ik een fraaie cirkelende Buizerd, tweeëntwintig overtrekkende Kolganzen, een Groene Specht en nog wat heel normaal spul tegen.
Ik besloot nog even naar de Detsteeg en omgeving te fietsen. Bij een klein bebost stukje vond ik nog een laat Bont Zandoogje, twee Atalanta's en een groepje met onder meer Groenling, Putter, Vink en Keep. In de verte riep een Waterral. Iets verderop vond ik nog een groepje Veldleeuweriken, een Torenvalk en een Koperwiek riep vanuit de boomtoppen.
Na twee uurtjes was ik weer thuis.
Herfstkleuren langs de Langedijk bij Acquoy.

zondag 16 oktober 2016

16-10-2016: Lekkere trek op de Maasvlakte.

Vijf van de vijftien Grote Zilverreigers die over ons heen zuidwaarts vlogen.
Vandaag had ik een afspraak met Wiegert om een dagje te gaan vogelen, en het weer leek goed te worden voor vogeltrek: een matig zuidoostenwindje en lekker helder weer met een graad of 19. Dus besloten we naar de Maasvlakte te gaan. Om zeven uur vertrokken we, rond acht uur waren we ter plaatse bij het Luzerneveld. We begonnen met het checken van de bosjes op het veld daar tegenover en al snel kwamen we erachter dat het behoorlijk vol met vogels zat. Vooral Zanglijsters en Koperwieken waren talrijk, maar ook Vinken, Tjiftjaffen, Heggenmussen, Roodborsten en dergelijke waren goed vertegenwoordigd. Groepjes Graspiepers zaten op het veld en vele Veldleeuweriken vlogen over. Ook twee Kramsvogels en een groepje Kolganzen vlogen over ons heen.
Mijn eerste jaarsoort was een Slechtvalk die op een mast bij het Luzerneveld ging zitten. Ver weg, maar herkenbaar. Later op de dag konden we nog genieten van een andere, veel mooiere Slechtvalk, die ruzie maakte met een Zwarte Kraai en keer op keer laag over ons heen kwam vliegen.
Slechtvalk.
We checkten de basaltblokken langs de dijk, waar nog weleens zangertjes tussen willen zitten, en vonden er een Tjiftjaf, een paar Witte Kwikstaarten en twee fraaie Oeverpiepers, die ook nog een jaarsoort voor me waren. Op het Luzerneveld zelf was het erg rustig, zodat we ons verplaatsten naar het Arendbuizerdveld. Het eerste wat we hier zagen was een wijfjestype 'ringtail'-kiekendief, die van ons af vloog. Deze zag er slank uit, had een licht oranjeachtige onderzijde die ongestreept leek, dus uiteraard keken we of we er geen Steppekiek van konden maken. Maar het leek me dat de vogel te weinig oranje was aan de onderkant en bovendien zagen we in het veld geen donkere boa. Dus noteerden we hem als Blauwe Kiekendief, waarvan we later nog een fraai mannetje en een wijfje zagen. Toen we later dat vrouwtje Blauwe zagen, dat toch echt geen oranjeachtige tint op de onderzijde vertoonde en daar gestreept was, nam ik me voor om die kieken thuis nog eens goed uit te zoeken. Toen ik de boeken en foto's op waarneming checkte, zag ik dat wijfjes en juveniele Blauwe inderdaad geen egale oranjeachtige tint hebben op de onderzijde, maar daar gestreept zijn. Gelukkig had Wiegert een paar, weliswaar slechte, foto's van de kiek weten te maken, en daaruit bleek dat de vogel vier zichtbare handpennen had en toch een brede, donkere boa leek te hebben. Terwijl ik de foto's van Wiegert zat te bekijken kreeg ik een verlate alert van waarneming.nl binnen van... een juveniele Steppekiek op dezelfde plaats! Nu telt dat natuurlijk niet mee voor de determinatie, maar aan de andere kant: toeval bestaat niet.
Paardenbijter.
Steppekiek dus, bij nader inzien, maar toch! Intussen kwam de ene na de andere golf trekvogels in de vorm van (vooral) Vinken, Veldleeuweriken en Zanglijsters over ons heen, en dus gingen we een tijdje op het dijkje staan. We hoorden een Boomleeuwerik en zagen 'm landen en er zaten Kepen tussen de Vinken. Na een tijdje besloten we toch maar verderop te gaan, naar de plek waar een tijdje terug de Rosse Waaierstaart was gezien. Dat bleek een erg spannende plek te zijn, waar veel zangers zaten. Erg fraai was een groep van vijftien overvliegende Grote Zilverreigers en de al eerder genoemde Slechtvalk die ruziede met een Zwarte Kraai. We hoorden Baardmannetjes en Kruisbekken en een Smelleken kwam overgevlogen.
Als laatste checkten we het paadje langs de Westplaat. Hier was het redelijk rustig, maar wel hadden we er wat vlinders (Atalanta, Bont Zandoogje, Citroenvlinder en Dagpauwoog) en liet een Paardenbijter zich leuk fotograferen. We vonden nog wat resten van een dode Kerkuil, die gisteren al was aangetroffen en grotendeels waarschijnlijk was meegenomen. En uiteindelijk kwam hij er toch nog uit: de Bladkoning! Een paar minuten zat hij aan een stuk door te roepen, vlakbij ons in de dichte struiken, zonder dat we hem zagen. Toen was hij stil en onvindbaar. Wiegert heeft wel een fraaie geluidsopname kunnen maken. Op dezelfde plek hoorden we een Goudvink roepen, maar ook die bleef uit beeld.
Halverwege de middag gingen we weer op huis aan. Het was een heerlijk dagje geweest op de Maasvlakte.

zaterdag 15 oktober 2016

14-10-2016: Dutch Birding najaarsweekend op Texel.

Een Kanoet liet zich mooi fotograferen bij het NIOZ.
Helaas konden we deze keer maar één dag aanwezig zijn bij het Dutch Birding najaarsweekend. Omdat de zondag sowieso afviel vanwege de standaard treinellende op die dag, en de zaterdag ook (vanwege de verwachte regen en hinderlijke werkzaamheden aan het spoor), bleef de vrijdag over. Een vrijdag die koud begon met een gure oostenwind.
Om half negen kwam ik na een lange treinreis aan in Den Helder en een paar minuten later arriveerden ook mijn vogelvrienden Koert en René. We reden onmiddellijk naar de veerboot, waar bleek dat de eerste afvaart pas om half tien was. Jammer, dat was een verloren uur, afgezien dan van de koffie in het tentje bij de veerhaven.
Eenmaal op de boot namen we traditiegetrouw plaats op het achterdek, waar echter al jarenlang niets meer te beleven is, behalve de normale meeuwensoorten. Jagers of Zwartkopmeeuwen zaten er ook nu niet in. Wel een Grote Stern en wat overtrekkende Graspiepers en Eiders.
Kokmeeuwen naast de veerboot.
Bij aankomst op Texel besloten we, bij gebrek aan meldingen, eerst maar naar het noorden te rijden. Toen bij de Witte Hoek een Kleine Rietgans werd gemeld, werd die ons eerste doel. Want we wilden proberen zoveel mogelijk jaarsoorten te scoren vandaag. Een tijdlang speurden we tussen de Grauwe - en Toendrarietganzen, maar die Kleine kwam er niet uit. De Toendrarietjes lieten zich wel erg mooi bekijken, en dat gebeurt ons toch ook niet iedere dag.
Een Strandleeuwerik werd gemeld bij het NIOZ, helemaal in het zuiden, terwijl we bijna aan de noordkant van het eiland waren. Maar goed, Strandleeuwerik is een prima jaarsoort die we al een tijd niet meer hadden gezien, dus keerden we om en reden weer zuidwaarts. Maar helaas, ook deze vogel liet zich niet vinden. Naar de parkeerplaats van Westerslag dan, waar de soort ook moest huizen. Maar de Strandleeuwerik zou ons vandaag erg veel tijd gaan kosten zonder dat we er een te zien kregen... Achteraf hadden we onze tijd beter kunnen besteden aan leuke, twitchbare soorten als Draaihals en Morinelplevier, maar ja, dat waren geen jaarsoorten en als je dan maar een dag hebt, is de druk om te scoren wel erg groot natuurlijk.
Enfin, tijdens het rijden naar de Westerslag kwamen we een grote groep Groenlingen tegen, met daarbij ook enkele Kepen die zich fraai lieten bekijken. Na het vergeefs zoeken naar de Strandleeuwerik besloten we, bij gebrek aan spannende meldingen, over zee te gaan kijken. Altijd leuk, en ook deze keer was dat het geval. Zeker 30 Jan-van-Genten waren voor de kust aan het vissen. Zwarte Zee-eenden vlogen voorbij, en Koert zag ook een Grote, die René en ik helaas misten. Twee Roodkeelduikers zwommen voor de kust en een Grijze Zeehond stak z'n snuit even boven water. Allemaal goed en wel, maar helaas kwamen er ook hier geen jaarsoorten uit, bijvoorbeeld in de vorm van jagers of Drieteenmeeuwen.
De Bruinruggoudmus die al een paar weken tussen de Huis- en Ringmussen bij het reddingsboothuisje zit.
Terwijl we terugreden over de Westerslag werd er een Siberische Tjiftjaf gemeld, voor Koert en René nog een totaal nieuwe soort. Helaas weigert mijn ouwe telefoon regelmatig dienst en we kwamen dan ook niet helemaal op de goeie plaats uit. Op de hoek Rozendijk/Fonteinsweg was echter wel veel actie van kleine vogeltjes. Wat zeg ik? Het miegelde ervan! Vele Tjiftjaffen, Kool- en Pimpelmezen en Goudhaantjes dartelden door de bomen. René ontdekte een pracht van een Vuurgoudhaan en Koert merkte onze eerste Bladkoning op. Jammer genoeg ging die er voor mij te snel vandoor, maar even later vond ik er een klein stukje verderop zelf een (misschien wel dezelfde). Dat was leuk allemaal.
Intussen bleek de SibTjif erg mobiel te zijn (die was noordwaarts verdwenen) en was het al dik lunchtijd, terwijl ik nog geen enkele jaarsoort in de tas had. Dat was niet helemaal de bedoeling. Eerst maar eens lekker eten en een beetje tot rust komen bij De Robbenjager.
Na het eten gingen we bij het reddingsboothuisje op zoek naar de Bruinruggoudmus, een leuke escape die hier al een paar weken huist. Ik zag 'm meteen zitten tussen de Huis- en Ringmussen, zodat hij onze eerste geslaagde twitch van de dag werd.
Nog een plaatje van de Kanoet.
Dat gaf ons weer een beetje hoop, dus spoedden we ons naar het Krimbos, waar onder meer een Beflijster te verdienen was, een fijne jaarsoort. Echt spectaculair vogelspul was er nog altijd niet gevonden, zodat we ons bleven richten op de jaarsoorten. Bij aankomst bij het vijvertje vonden we een Grote Gele Kwikstaart. Vele lijsters zaten in het weiland ertegenover, waaronder Koperwieken, Kramsvogels en Grote Lijsters, maar een Beflijster zat er niet tussen. Gelukkig kwam die even later toch roepend langs gevlogen, landde even in een boom, vloog daarna weer terug en verdween spoorloos. Maar we hadden hem! Toen we ook nog het vrouwtje Zomertaling uit het plasje wisten te vissen en onze tweede Bladkoning van de dag vonden, dachten we dat de flow goed genoeg was om ook de Strandleeuwerik te vinden. Maar die liet zich wederom niet vinden. Wel stond er bij het NIOZ-buitenveldje een mooie Kanoet te poseren, en twee Paarse Strandlopers waren ook leuk.
Toen was het alweer tijd om de boot van zes uur te nemen. Toen we bijna in Den Helder waren, ontdekte ik ineens een prachtige adulte Zwartkopmeeuw in winterkleed die vlak achter de boot vloog. Hij was een waardige afsluiter van deze Texeldag.

zondag 9 oktober 2016

09-10-2016: Klapekster, een nieuwe regiosoort & een lekkere jaarsoort.

De Klapekster!
Gisteren werd er in de uiterwaarden van Everdingen een Klapekster gezien en vanmorgen bleek de vogel nog aanwezig. Aangezien de Klapekster nog een jaarsoort en bovendien een nieuwe regiosoort voor me was, moest ik er natuurlijk op af. Onderweg hoorde ik een Cetti's Zanger zingen bij De Waaij. Het was lekker zonnig weertje en er stond weinig wind, zodat ik lekker opschoot. Ter plaatse aangekomen ontmoette ik een paar andere vogelaars die de vogel hadden teruggevonden aan de Gelderse kant van Fort Everdingen. Jammer, want dat is net niet binnen de regio Vijfheerenlanden. Maar gelukkig vloog de vogel ook nog even naar de Utrechtse kant, zodat ik hem officieel mag tellen voor mijn regiolijst. De Klapekster liet zich leuk bewonderen door de kijker, maar zat wel vrij ver weg, zodat goeie foto's er niet in zaten. Niettemin was het zwaar genieten van deze leuke soort en onderwijl vlogen er nog Keep, Koperwiek en Veldleeuwerik over en vond ik ook nog een man Roodborsttapuit.
Nog een plaatje van ver weg.

donderdag 6 oktober 2016

06-10-2016: Ochtendje AW duinen.

Er zongen veel Roodborsten vandaag. Deze liet zich aardig fotograferen.
Vandaag combineerde ik een bezoek aan mijn familie in Hillegom met een ochtendje vogelen in de AW duinen, mijn ouwe home patch. Het was lekker weer, helder en fris en aanvankelijk stond er weinig wind, later in de ochtend stond er een straffe noordooster. Per OV-fiets arriveerde ik om kwart over acht bij ingang Panneland. Tot mijn verrassing is daar ook de Halsbandparkiet tegenwoordig al aanwezig. Ik liep rechtdoor naar de kanalen, waar gewerkt werd met groot materieel. Dat was niet erg aantrekkelijk, dus sloeg ik rechtsaf en bij het betonnen kanaaltje aangekomen begon ik dat te volgen richting het westen, over het Eiland van Rolvers. Ik hoorde een Waterral, diverse Boomleeuweriken lieten zich zien en horen, Koperwieken en Kepen trokken over en al snel had ik een jaarsoort te pakken: een fraaie Vuurgoudhaan, al kostte het enige tijd om hem uit het dichte struikgewas te pishen.
Damhertje.
Een Grote Gele Kwikstaart zat langs het kanaal en op het Zwarteveld zaaide een Sperwer paniek, waardoor onder meer een Watersnip opvloog. In de verte riepen Kruisbekken en even later kwam het groepje in beeld: het waren er veertien. Leuk! Een mannetje Roodborsttapuit liet zich zien, evenals twee Zwartkoppen en enkele Tjiftjaffen, maar helaas vond ik geen Bladkoningen of nog leuker zanggrut. Wel zwommen er zes Krooneenden op de Zwaneplas, jaarsoort nummer twee. Op de terugweg nog twee Atalanta's en een Goudhaan. Om twaalf uur was ik terug bij de ingang en vandaar fietste ik naar Hillegom. Het was een lekker ochtendje geweest.
Knobbelzwaan close up.

dinsdag 4 oktober 2016

04-10-2016: De eerste Kepen en Koperwieken.

Stormmeeuw.
Als het een beetje weer is, probeer ik 's morgens de vogeltrek te volgen op ons dakterras. Vanmorgen had ik niet veel tijd, maar het leverde wel de eerste Kepen en Koperwieken van het najaar op, waarvan de eerstgenoemde nog een jaarsoort was. Verder vandaag weer veel Vinken en opvallend veel Zanglijsters, en als 'krenten' nog een Grote Gele Kwikstaart en een Boomleeuwerik. Laat in de middag poseerde deze Stormmeeuw nog op de nok van een huisje in de straat.

zaterdag 1 oktober 2016

01-10-2016: Intussen op trektelpost dakterras...

Het begint lekker los te komen met de vogeltrek. De laatste weken heb ik al een paar keer op ons dakterras zitten tellen en dat had me al een Smelleken als jaarsoort opgeleverd, maar de aantallen waren nog niet erg hoog. Nu is telpost Dakterras natuurlijk sowieso geen Breskens, maar zeker in het najaar kun je er toch heel wat meepikken van de vogeltrek.
Vandaag had ik voor het eerst wat grotere aantallen, zoals 287 Spreeuwen, 68 Vinken, 21 Graspiepers en 10 Witte Kwikstaarten in anderhalf uur tijd. Krentjes waren een Boomvalk, een Grote Gele Kwikstaart en een Boompieper.

maandag 26 september 2016

25-09-2016: Marmereend, een nieuwe soort voor mijn Nederlandse lijst!

De Marmereend!
Er waren vandaag uitstekende soorten te verdienen: een Marmereend te Huis ter Heide nabij Tilburg en een Rosse Waaierstaart op de Maasvlakte, om de belangrijkste te noemen. Vooral de Marmereend had voor mij hoge prioriteit, want dat was een nieuwe Nederlandse soort voor me. Zoals altijd met eenden is er natuurlijk gedonder over, maar deze keer niet zo erg als anders. Dat is ook geen toeval: de vogel is ongeringd, zit goed in de veren en verschijnt in een prima tijd van het jaar in ons kikkerlandje. 
Enfin, vandaag had ik een afspraak met Christiaan om een dagje te gaan vogelen, dus dat kwam goed uit. We besloten voor beide topsoorten te gaan: eerst naar de eend, die de makkelijkste van de twee leek te zijn, en dan naar de waaierstaart, als die er tenminste nog zou zitten. Want het was al een klein wonder dat hij het vier dagen lang had uitgehouden op de Maasvlakte met uitstekend trekweer. 
Om zeven uur gingen we van start en een klein uur later arriveerden we bij Huis ter Heide, waar de Marmereend zoals verwacht keurig op zijn plas zat. Aanvankelijk ver weg aan de overkant, later aan de kant waar wij stonden en iets dichterbij dan me lief was, eerlijk gezegd. Maar goed, tamheid bij eenden (en andere vogels), daar kun je ellenlange discussies over voeren, tot een wetenschappelijk verantwoorde conclusie leiden die nooit. Punt is: je weet het niet. De CDNA (Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna) heeft bepaalde criteria waaraan zo'n dwaalgast moet voldoen, en m.i. voldoet deze vogel daar voor het overgrote deel aan. Wat mij betreft dus: plus 1 voor mijn Nederlandse lijst!

De Marmereend liet zich prachtig zien en fotograferen en toen we er na een tijdje genoeg aan hadden gezien, was de Rosse Waaierstaart, zoals ik al een beetje vreesde, nog niet gemeld. Dus bedachten we een ander plan: we gingen voor een bezoek aan de Biesbosch, altijd leuk en altijd goed voor een paar jaarsoorten.
Onderweg zag ik vanuit de auto bij Geertruidenberg minstens twee, wellicht drie Raven vliegen, een leuke jaarsoort!
De Biesbosch bracht ons vele duizenden vogels, waaronder enorme aantallen eenden. Maar ook minstens 70 Lepelaars, talloze Kieviten en Watersnippen, vele Cetti's Zangers, Grote – en Kleine Zilverreigers, Groenpootruiter, Zwarte Ruiter en Goudplevier, alweer erg veel Smienten en zes Casarca's (die een jaarsoort waren).
Helaas zaten noch Vis-, noch Zeearend voor ons in het vat vandaag. Het gaf niet, het was een heerlijke dag geweest, zowel qua weer (het was zomers vandaag) als qua vogels. En met een nieuwe voor Nederland in de tas mag je natuurlijk sowieso niet klagen!

zondag 18 september 2016

17-09-2016: Najaarstrek op de Maasvlakte.

Torenvalk met Kleine Mantelmeeuw.
Het is half september, de najaarstrek is al volop bezig, dus was het tijd om er weer eens op uit te gaan. Vandaag deed ik dat met mijn vogelvrienden Koert en René en de bestemming was, bij afwezigheid van echt goeie twitchbare soorten, de Maasvlakte, waar in de trektijd altijd wel iets te beleven is.
Om acht uur stapte ik in Schiedam uit de trein en omdat ik er iets eerder was dan gepland zocht ik rond het stationspleintje naar Halsbandparkieten, die ik daar al eerder had gezien. Het vinden van deze mooie exoot kostte geen moeite: bij aankomst hoorde ik ze al en even later zag ik er een paar vliegen.
Om tien over acht arriveerden Koert en René en reden we naar de Maasvlakte. Onderweg kwam al de melding dat de Draaihals, die er gisteren ook al zat, nog aanwezig was op het Luzerneveld. Dus dat werd onze eerste bestemming. Het kostte enige tijd, maar na het waarnemen van een tiental Tapuiten, twee overvliegende Goudplevieren, een idem Grote Gele Kwikstaart en nog wat gewoon spul werd de Draaihals gevonden, en even later konden we hem mooi zien zitten op een hek. Een dag met een Draaihals kan niet meer kapot, dus we konden rustig aan verder vogelen.
Er zou een IJsgors zitten op het tegenover het Luzerneveld liggende veld, dus gingen we daar maar eens kijken. Vooralsnog kwam de IJsgors er niet uit, wel ontstond er enige opschudding toen een aantal mensen een nogal licht aandoende karekietachtige had gevonden in het enige struikje op de vlakte. De karekiet liet zich slechts zeer sporadisch even zien en vloog uiteindelijk weg zonder dat de determinatie rond was. Jammer, maar het leverde me wel een Gekraagde Roodstaart op, die ik dit jaar ook nog niet had, en die uit hetzelfde bosje kwam vliegen.
Kleine Vuurvlinder.
We liepen langzaam en verspreid over het terrein terug naar het Luzerneveld. We besloten nog even naar de Draaihals te gaan, in de hoop de vogel te kunnen fotograferen. Maar toen we net aan het zoeken waren hoorde ik een IJsgors aan komen vliegen en inderdaad, even later landde de gors samen met een groepje Graspiepers op  het veld. We konden hem leuk bekijken in de vlucht, maar hem aan de grond vinden was een ander verhaal. Uiteindelijk werden me nog wel een paar korte blikken op de IJsgors aan de grond gegund.
We keken nog een tijdje over zee, maar dat leverde niets op. Een groepje Sijsjes zat op de dijk, een Gele Kwik en een Boompieper vlogen over. Het Arendbuizerdveld leverde alleen een Bruine Kiekendief op, dus gingen we maar voor een welverdiende lunch in paviljoen De Stormvogel, waar een Cetti's Zanger zich liet horen op de parkeerplaats.
De middag leverde niet veel op. Wel zagen we veel vlinders (Hooibeestje, Dagpauwoog, Atalanta, Icarusblauwtje, Kleine Vuurvlinder, Klein Geaderd Witje, Bont Zandoogje) en een aantal Paardenbijters.
Rond halfdrie lieten we de Maasvlakte tevreden achter ons om huiswaarts te gaan.

woensdag 14 september 2016

05-09-2016: Kanoet zoeken

Slobeend.
Vandaag even naar Lappenheide gefietst omdat er gisteren een Kanoet was gezien, een zeldzame soort voor de streek. Helaas liet deze vogel zich niet zien, ondanks dat ik alle hoeken en gaten van het gebiedje meende te hebben gecheckt. Wel was het er genieten van de vele Boeren-, Huis- en Oeverzwaluwen die er foerageerden, een Oeverloper, een Watersnip en vele Kieviten die zich er hadden verzameld. Natuurlijk was ook de overvliegende IJsvogel erg leuk.

31-08-2016: Insecten zoeken in de streek

Klein Geaderd Witje
Vandaag even naar Lappenheide geweest en daarna langs de Nieuwe Zuiderlingedijk mijn favoriete plekje bezocht. Bij Lappenheide was het rustig met de vogels en ook met de vlinders en libellen, zodat ik er snel klaar was. Door naar de Nieuwe Zuiderlingedijk, waar ik minstens vijf Landkaartjes vond, vijftien Klein Geaderd Witjes, zeven Bruine Glazenmakers, roepende Moerassprinkhanen, die nog een jaarsoort waren, een zingende Cetti's Zanger op z'n vaste stek en nog veel meer. Leuk waren de Staartmeesjes die op de foto wilden.
Staartmees.
En nog een.
En nog een!

woensdag 17 augustus 2016

17-08-2016: Zuidelijke Heidelibellen in Hoek van Holland.

Een van de twee Zuidelijke Heidelibellen die ik in de duinen van Hoek van Holland tegenkwam.
De weersverwachting voor vandaag leek weer erg geschikt voor een dagje vlinders en libellen zoeken: droog, zonnig, zo'n 24 graden en weinig wind. De eerste drie klopten, de vierde helaas niet. Er stond een stevige bries uit het oosten, en die blies ook nog precies het valleitje in waarin de duinplas in de Kapittelduinen van Hoek van Holland ligt, de plek die ik besloot te bezoeken. Want er viel nog wat te scoren voor de libellenjaarlijst: de Tangpantserjuffer die ik de vorige keer had gemist, de Vuurlibellen die er al een paar dagen rondhangen, en een paar dagen terug was er ook een (1) Zuidelijke Heidelibel gefotografeerd. Nu had ik in die laatste niet veel vertrouwen, want vind maar eens zo'n onopvallend beest tussen de vele tientallen heidelibellen in allerlei soorten die daar rondvliegen.
En dit is nummer twee!
Enfin, ik vertrok om tien voor acht uit Leerdam, en om halftien stapte ik uit in Hoek van Holland Haven, waar wederom geen Huiskraaien op me zaten te wachten. Jammer hoor. Ik liep rustig aan naar de duinen, vond een plek waar zeker vijftien Klaverspanners rondvlogen en noteerde wat plantjes voor de jaarlijst. Aangekomen bij de plas bleek al snel dat het hard werken zou worden. In eerste instantie was er geen pantserjuffer te bekennen. Wel een Groenpootruiter, twee Watersnippen en evenveel Witgatjes, wat natuurlijk leuk was. Ik vond een Muntvlindertje en een Sperwer vloog over. Na een tijdje lieten de eerste Lantaarntjes zich zien, en een Grote Keizerlibel vloog boven de plas.
Toch nog wel een stuk of vijftien Zwervende Pantserjuffers gezien vandaag.
Zo nu en dan zag ik een pantserjuffer of een heidelibel, maar voordat ik ze goed kon bekijken of fotograferen werden ze door de wind meegenomen. Die beesten gaan altijd aan biezen of rietstengels hangen, en bij de eerste de beste windvlaag vliegen ze er dan weer af. Maar goed, ik vond de eerste Tengere Grasjuffer, een vrouwtje. Later vandaag kwamen er nog zeker drie langs. Helemaal aan het eind, bij het drooggevallen stuk waar vorige keer zo veel Zwervende Heidelibellen zaten, vond ik er vandaag welgeteld drie. Wel twee Bruine Winterjuffers, en daar vloog ineens een nondescripte heidelibel voor mijn voeten weg en landde even verderop. Ik herkende de beetje vreemde, modderachtige kleur van de vrouwtjes Zuidelijke Heidelibel die ik een paar jaar geleden zag en jawel, na een zwik foto's te hebben genomen en die te hebben gecheckt, bleek dat ik inderdaad een vrouwtje Zuidelijke Heidelibel te pakken had! Zo, dat was al meer dan ik had durven dromen!
De schuwe Zwarte Kraai liet zich vandaag eens leuk fotograferen.
Later zou ik er zelfs nog een vinden, op een heel andere plek. Ik zocht verder en vond dan toch de eerste Zwervende Pantserjuffers, waarvan ik er zo'n vijftien turfde vandaag. Maar o o, wat lieten die pantsers zich lastig zien vandaag, wat vooral door de wind kwam, die ze alle kanten op blies. De vlinders begonnen te lopen, met vijf Citroenvlinders, alle witjes, Oranje - en Bruin Zandoogje, Hooibeestjes, Icarusblauwtjes, Kleine Vos en Distelvlinder. Bij de plek waar meestal de Vuurlibel wordt gezien, zag ik direct een mannetje opvliegen en weer landen. En weer opvliegen en... verdwijnen. Jammer genoeg vond ik hem, ondanks lang en grondig zoeken, niet meer terug, zodat een foto er niet in zat. Aan de heidelibellenlijst voegde ik nog Bruinrode en Bloedrode toe, en toen was het alweer halftwee en ging ik op huis aan, waar ik om vier uur was. Het waren weer een paar heerlijke uurtjes.
Mannetje Citroenvlinder.
Nog een Zwarte Kraai.
En nog een keer de Zuidelijke Heidelibel.

maandag 15 augustus 2016

14-08-2016: Gaffellibel en Staartblauwtje! (en nog veel meer...)

De Gaffellibel, de gaafste libel van Nederland!
Augustus is de tijd om de zeldzame en spectaculaire Gaffellibel te zien in Nederland. Deze prachtige libellensoort komt hier alleen voor in Midden-Limburg, langs de Roer en de Swalm. Omdat ik vandaag een afspraak had met Wiegert om een dagje de natuur in te trekken, en er sinds een paar dagen ook nog Staartblauwtjes werden gezien bij Montfort, was de bestemming snel bepaald. Immers, de Gaffellibel was nog een totaal nieuwe soort voor ons, en het Staartblauwtje een nieuwe (en bloedzeldzame) soort voor Nederland. Naast deze beide topsoorten zijn er rond Roermond natuurlijk nog veel meer leuke soorten te vinden, die we in onze eigen streek niet tegenkomen.
Het zeer zeldzame Staartblauwtje in de buurt van Montfort.
Om acht uur reden we weg uit Leerdam en om kwart over negen arriveerden we bij de plek voor het Staartblauwtje, in de buurt van Montfort. Daar waren al enkele vlinderaars aan het zoeken, maar vooralsnog was het bewolkt en vrij fris, en vonden we alleen slapende Icarusblauwtjes. Naarmate de tijd verstreek werden meer vlinders en libellen wakker. Ik vond een paar pantserjuffers die ik ervan verdacht Tangpantsers te zijn, maar dat bleken na bestudering van de foto's toch Tengere Pantserjuffers te zijn, een jaarsoort. We vonden een paar Sint-Jansvlinders, Blauwvleugelsprinkhanen en een Grote Keizerlibel en steeds meer heidelibellen stegen op uit de vegetatie. Aan de bosrand zongen Boskrekels.
Sint-Jansvlinder.
Intussen kroop de ene na de andere Levendbarende Hagedis tegen de houten paaltjes van een hekwerkje op om zich op te warmen, een Atalanta fladderde laag tussen de heidestruiken en diverse Bruine Winterjuffers (een jaarsoort) werden gevonden. Qua vogels lieten Roodborsttapuit en Kruisbek zich zien respectievelijk horen. Intussen werd er natuurlijk door een man/vrouw of tien naarstig gezocht naar de Staartblauwtjes, maar vooralsnog zonder resultaat. Tussen de vele, vele heidelibellen zaten in ieder geval Bloedrode en Bruinrode. Een Klein Geaderd Witje en enkele Bruin Zandoogjes lieten zich zien. Er zaten meerdere Wespenspinnen tussen de hei en ook de Doodskopzweefvlieg was goed vertegenwoordigd.
Een van de stuk of zes Levendbarende Hagedissen die we zagen.
Wiegert vond een Sikkelsprinkhaan, waarvan we later nog een exemplaar zagen, en mijn oog viel op een mooi oranje vrouwtje Tengere Grasjuffer, dat bij voorlopig gebrek aan Staartblauwtjes gretig werd gefotografeerd door de aanwezigen. Intussen kwam de zon er steeds meer bij en de vlinders werden steeds actiever. Enkele Boomblauwtjes maakten het even spannend, en ik zag een Kleine Parelmoervlinder en een gezinnetje van vier Wespendieven dat boven het bos vloog. Remko Ivens, die intussen ook was gearriveerd, wees ons op een Koraaljuffer en dat was weer een jaarsoort. En toen was het zo ver: Wiegert vond een Staartblauwtje! Gelukkig bleef het beestje even zitten, en als hij af en toe een stukje opvloog vonden we hem makkelijk weer terug. Zodoende konden we ook leuke foto's maken van het ultrazeldzame vlindertje. Wat een topsoort!
Sikkelsprinkhaan.
Na een tijdje kijken, fotograferen en genieten realiseerden we ons dat er nog meer op ons programma stond en dus lieten we het Staartblauwtje voor wat het was en reden naar Vlodrop, waar aan de Roer gisteren een Gaffellibel was gezien. Er vlogen enkele Weidebeekjuffers. We keken er een tijdje rond, maar er was geen Gaffel in zicht en je kon er ook niet echt een stukje langs de oever lopen of zo, dus besloten we naar de fietsbrug van Paarlo te gaan, waar al dagenlang enkele exemplaren worden gezien. Een betrouwbare plek dus. Hoopten we.
Mannetje Weidebeekjuffer bij Vlodrop.
Ter plekke was het even zoeken, maar uiteindelijk vonden we het goede stukje Roeroever. We zagen een Bramensprinkhaan en ik zag een mannetje Citroenvlinder vliegen. Enkele Blauwe Breedscheenjuffers vlogen rond en het miegelde er van de Weidebeekjuffers, maar vooralsnog geen spoor van de Gaffellibel. Intussen was de zon al een tijdje achter een wolkendek verdwenen en we begonnen er een hard hoofd in te krijgen, toen Wiegert er twee tegelijk ontdekte. Hij stond een stukje verderop te kijken, want ik was nog bezig de Kanaaljuffer in te rekenen, wat juist was gelukt toen Wiegert me belde. Ook had ik in de gauwigheid nog een Kleine Roodoogjuffer en een Gamma-uiltje genoteerd. Ik spurtte naar de plek waar Wiegert stond en jawel, daar flitsten de Gaffellibellen om ons heen, maar met zo'n snelheid dat ik er nauwelijks chocola van kon maken.
Gaffellibel!
Na korte tijd vloog er eentje laag boven het water van de Roer, en deze was in ieder geval redelijk te zien. Maar uiteraard wilden we meer. Gewoon zo'n Gaffel rustig zittend op een stuk hout, dicht genoeg bij voor mooie foto's, dat was wat we wilden. Gelukkig kwam dat helemaal goed. Uiteindelijk vond ik er eentje die lange tijd op een boomstammetje in het water, vlak langs de oever, bleef zitten. Die liet zich geweldig mooi bekijken en fotograferen. Zo! Ook die zat in de pocket. Omdat de Slangenarend van Asenray nog niet was gemeld, besloten we om nog even naar De Doort bij Echt te gaan voor de Boomkikkers. Dat was ook alweer een paar jaar geleden.
Een van de circa twintig Boomkikkers die we zagen.
De Boomkikkers waren zo gevonden. Ik telde er zo'n twintig, maar het zullen er in de praktijk nog wel een paar meer zijn geweest. Het waren vooral jonge exemplaren en ze lieten zich erg leuk fotograferen. Ook maakten sommige af en toe geluid, en dat had ik nog nooit eerder gehoord. We vermaakten ons een tijdje met de Boomkikkers en ondertussen noteerde ik nog de Gewone Hennepnetel als plantenjaarsoort. Er zong een Geelgors en ik fotografeerde een copula Blauwe Breedscheenjuffers, waar het hier trouwens van miegelde. Ook vond ik nog een Lantaarntje en een Bont Zandoogje voor de daglijst.
Copula Blauwe Breedscheenjuffer.
Toen was het tijd om ons weer eens naar huis te begeven. Het feit dat we via een parallelle sluipweg een file van zes kilometer op de A2 konden omzeilen was ook alweer zo'n teken dat we vandaag een absolute geluksdag te pakken hadden.
Boomkikker.
Staartblauwtje.
Vrouwtje Tengere Grasjuffer.
... en nog een keer die fantastische Gaffellibel!

vrijdag 5 augustus 2016

05-08-2016: Zwervers zoeken.

Zwervende Pantserjuffer, een nieuwe libellensoort voor mij!
Er zitten al een tijdje Zwervende Pantserjuffers bij een duinplas in de Kapittelduinen van Hoek van Holland, en omdat dat nog een gloednieuwe libellensoort voor mij was, zat ik al een aantal dagen met smart te wachten op een beetje aardig weer, zodat ik er op af kon. Vandaag was het zo ver. Eindelijk scheen het zonnetje weer eens vanmorgen en de voorspellingen waren heel aardig. Ik stapte om tien voor negen in de trein en om half elf was ik in Hoek van Holland.
Ik liep langs de Berghaven, en daar zat tot mijn verrassing een Grote Gele Kwikstaart langs het kantje. Naar Huiskraaien heb ik vandaag tevergeefs uitgekeken. Het zal toch niet zo zijn dat ze nu allemaal afgeschoten zijn? Ik hoop het niet.
Zwervende Heidelibel. Ze lieten zich leuk fotograferen.
Toen ik aan de rand van de duinen kwam, zag ik meteen een Zwartsprietdikkopje zitten, en dat was nog een vlinderjaarsoort. Ook een Distelvlinder liet zich zien. Ik liep snel door naar de duinplas waar al die leuke libellen moesten zitten, want behalve die Zwervende Pantsers waren er hier ook nog Zwervende Heidelibellen, Tengere Grasjuffers en Tangpantserjuffers gezien. Een heel scala aan leuke libellensoorten dus, want geen van deze soorten heb ik veel gezien in Nederland.
Enfin, aangekomen bij de plas zag ik direct een pantserjuffer zitten en jawel: daar was mijn nieuwe soort, de Zwervende Pantserjuffer! Erg fijn dat ik niet al te lang in spanning hoefde te zitten. Ik zag er tijdens het rondlopen van de plas zeker een stuk of dertig, en er gingen diverse exemplaren bereidwillig op de foto.
Mannetje Tengere Grasjuffer.
Ik checkte alle Lantaarntjes (en dat waren er veel) op Tengere Grasjuffers en na een tijdje had ik succes: een mannetje liet zich zien en fotograferen. Later volgden er nog een mannetje en een mooi oranje vrouwtje, maar die hadden geen zin in een fotosessie. Intussen fladderden er vlinders langs: Oranje Zandoogje, Bruin Zandoogje, Dagpauwoog en Klein Geaderd Witje. Vele heidelibellen lieten zich zien, maar vooralsnog waren dat alleen Bruinrode - en Bloedrode Heidelibellen. Pas achteraan de plas, op een uitgedroogd stukje met lage begroeiing, was het raak. Zeker twintig, misschien wel meer, Zwervende Heidelibellen hingen er rond. Opvallend was dat het allemaal vrouwtjestypen waren, ik heb geen enkel uitgekleurd mannetje gevonden en ik heb er toch goed naar gezocht. Maar goed, met de vrouwtjes vermaakte ik me ook prima, want het waren heerlijke fotomodellen.
Zwervende Heidelibel.
Toen ik klaar was met de Zwervende Heidelibellen liep ik langzaam terug en fotografeerde nog een aantal Zwervende Pantsers. Mijn zoektocht naar de Tangpantserjuffer leverde echter niets op: alle pantsers die ik determineerbaar te zien kreeg, waren Zwervende. Maar goed, met drie uit vier, waaronder de nieuwe soort, mocht ik niet mopperen. Ik zag nog een Struiksprinkhaan en een Bont Zandoogje, en liep daarna terug naar het station. Het waren een paar heerlijke uurtjes geweest.
Zwervende Pantserjuffer.
... en nog een Zwervende Pantserjuffer.