maandag 28 december 2015

28-12-2015: Oudejaarsvogelen

Gewone Zeehond bij de Brouwersdam.
Koert, René en ik hebben een traditie die we Oudejaarsvogelen noemen: op een van de laatste dagen van het jaar gaan we erop uit om zo mogelijk nog wat laatste soorten voor de jaarlijst binnen te tikken. Zo ook vandaag. Omdat de Witkopgors voor René nog een nieuwe was, was deze soort ons eerste doel. We hadden geluk, vond René, want vlak na aankomst kregen we de vogel een seconde zittend in beeld, waarna hij hoog wegvloog. Dus vond ik dat we pech hadden, want ik had 'm graag wat beter fotografisch vastgelegd.
Maar het schema was krap en de vogel was binnen, dus we moesten verder. De IJsduiker van het Veerse Meer was het volgende doel. Na de hele dam te zijn afgereden en weer Geoorde Fuutjes, Brilduikers, Middelste Zaagbekken en twee Drieteenstrandlopers te hebben gescoord, vond ik de IJsduiker, ver weg en constant duikend, maar met de telescoop redelijk te zien. Dat was een jaarsoort voor mij.
Op naar Neeltje Jans, waar ondanks lang zoeken de Zwarte Zeekoet en de Strandplevier die hier soms wordt gezien niet wilden meewerken. Wel lagen er twee Gewone Zeehonden te suffen op een paar blokken in het water.
De gisteren gemelde Roodhalsgans langs de Slikweg bij Serooskerke was onvindbaar, waarna we besloten te gaan lunchen.
Na de lunch was het de beurt aan de Brouwersdam, waar altijd wel te genieten valt van mooie vogelsoorten. Deze maal zagen we er een Zeekoet, een Roodkeelduiker, vijf Grijze Zeehonden, een Gewone Zeehond, twee wijfjes Zwarte Zee-eend, een paar Kuifduikers, het mannetje IJseend en drie Eiders. Genieten!
Drie soorten flamingo's bij Battenoord: Chileense, Caribische en Europese.
Tenslotte reden we naar Battenoord, waar eenvoudig de Flamingo (ca. 20), de Caribische Flamingo (1) en de Chileense Flamingo (ca. 15) werden binnengetikt, alsmede een Zwarte Zwaan.
Zo eindigt mijn jaarlijst 2015 op een vrij schamele 240 soorten, mijn slechtste resultaat sinds 2009. Het voorjaar was dik in orde, maar de tweede helft van het jaar wilde het minder goed vlotten en had ik ook minder tijd om erop uit te gaan. Desalniettemin heb ik ook dit jaar weer ontzettend genoten van de vogels die ik wél heb gezien.
De groep flamingo's bij Battenoord.

maandag 21 december 2015

21-12-2015: Witkopgors! (En meer).

Het vrouwtje Witkopgors liet zich prachtig zien, maar bleef helaas achter het hek.
Hoewel ik de Witkopgors al op mijn Nederlandse lijst had staan, en ik in eerste instantie blij was dat ik niet per se naar dat moeilijke beest in Limburg hoefde, begon het toch wel te knagen toen er recent een tweede exemplaar - ditmaal een wijfje - in Zeeland werd ontdekt dat zich bijzonder mooi en makkelijk liet zien. Vandaag had ik een vogelafspraak met Chris en Wiegert en aangezien de soort voor hen nog nieuw was, was de bestemming snel gekozen.
Toen we bij het schor van Wilhelminadorp aankwamen, begon het meteen vreselijk te regenen. Dat was niet waarop we hadden gehoopt. Gelukkig werd het na twee overmoedige pogingen waarbij de weergoden ons snel weer de auto in joegen, uiteindelijk toch droog en samen met twee Duitsers begonnen we te zoeken. En hoera! Een van de Duitsers had de vogel razendsnel gevonden en vervolgens liet het gorsje zich schitterend van korte afstand bekijken tot we een klein uurtje later weggingen. Helaas kwam de Witkopgors niet eenmaal achter het hek vandaan en dat kwam de kwaliteit van de foto's niet ten goede. Maar we mochten beslist niet klagen: hij zat in de tas en we hadden niet lang hoeven zoeken!
Wulp.
Ons tweede doel was de Veerse Dam, waarlangs twee IJsduikers verblijven. Helaas waren die vandaag niet voor ons weggelegd. Wel zwommen er veel Geoorde Fuutjes en liet een Wulp zich leuk fotograferen.
Op naar Neeltje Jans dan maar, waar het enige tijd en moeite kostte om de Zwarte Zeekoet te vinden, maar dat lukte uiteindelijk toch. Hoewel de vogel ver weg zat liet hij zich even aardig zien. Ook de Kuifaalscholver stond hier op ons programma en na een tijdje vergeefs zoeken aan de binnenzijde, vonden er uiteindelijk eentje aan de zeezijde.
Daarna reden we naar de Brouwersdam, waar vooral de grote hoeveelheden Kuifduikers opvallend waren. Ook zagen we er natuurlijk veel Middelste Zaagbekken en Brilduikers en leuk waren twee Eiders, een vrouw Zwarte Zee-eend en twee Zeekoeten. Ook een Grijze Zeehond liet zich even mooi zien.
Nabij Goedereede was gisteren een Roodhalsgans gezien, dus gingen we daar nog even naar op zoek. Het was een fraai, maar nogal onoverzichtelijk gebiedje, waar we wel een prachtige adulte Slechtvalk en een heel mooie IJsvogel vonden, maar de gewenste gans werkte niet mee. Het gaf niet, het was een erg leuke vogeldag met een topsoort in de vorm van het wijfje Witkopgors!
Mannetje Middelste Zaagbek.

zondag 29 november 2015

29-11-2015: Een stormachtig dagje

Adulte Geelpootmeeuw bij het Haventje Noord langs de Brouwersdam.
Vandaag kwam het er eindelijk weer eens van om een dagje te gaan vogelen. De weergoden hadden, blijkens de voorspellingen, niet veel goeds voor ons in petto, maar toch besloten Chris en ik gewoon te gaan en maar te zien waar het spreekwoordelijke schip zou stranden. Het viel bij nader inzien alles mee, zoals wel vaker. We begonnen vanmorgen op het Oudeland van Strijen om er te zoeken naar de Dwergganzen. We zagen talloze Kol- en Brandganzen, wat Grauwe - en Grote Canadese Ganzen, een drietal Grote Zilverreigers, een viertal Bergeenden, alweer aardig wat Smienten en roepende Baardmannetjes in het riet; maar twee uur later hadden we de Dwergjes nog altijd niet gevonden. Omdat we het gevoel hadden iedere gans in het gebied wel zo'n beetje twee of drie keer te hebben bekeken, besloten we het op te geven en naar de Brouwersdam te gaan.
Portretje van een Zilvermeeuw.
Ons eerste doel daar was de Zwarte Zeekoet. Weliswaar stond die al op de jaarlijst, maar het is altijd een erg leuk beest om te zien, vinden wij. Intussen was het gaan regenen, en waaien deed het ook flink, zodat we de auto maar een tijdje parkeerden bij het Haventje Noord om daar de boel rustig af te speuren. Er zwommen Middelste Zaagbekken, uiteraard, er zat nog een Kleine Mantelmeeuw langs de kant en Chris vond een Geoorde Fuut, en dat was nog een leuke jaarsoort.
Na een tijd speuren leek de Zwarte niet te willen meewerken en reden we langzaam zuidwaarts langs de dam. Zoekend naar de frequent gemelde IJseend stuitten we op een paar Kuifduikers, ook leuk en bovendien nog een jaarsoort. Vele Brilduikers, vooral mannetjes, bevolkten het water, maar van de IJseend vooralsnog geen spoor.
Bij de spuisluis zwommen ineens twee Zeekoeten, alweer een leuke jaarsoort, en ook twee flirtende Grijze Zeehonden gingen in het notitieboekje. Later vonden we nog een Zeekoet bij het Haventje Noord.
Een van de drie Zeekoeten van vandaag.
Langzaam reden we weer terug naar het noorden. We zagen een aantal auto's staan van waaruit driftig werd gekeken. Even later zagen we waarnaar: daar zwom het mannetje IJseend! Hij liet zich prachtig zien met z'n fraaie verlengde staartpennen, maar toen we de camera's erbij pakten was hij ineens spoorloos verdwenen om niet meer tevoorschijn te komen.
Terug bij het Haventje Noord was daar nog altijd geen Zwarte Zeekoet, maar wel ontdekte ik een fraaie adulte Geelpootmeeuw, die zich ook nog eens mooi liet fotograferen.
We reden nog eenmaal terug naar de spuisluis, waar we ditmaal een heen en weer vliegende late Grote Stern aantroffen, alsmede een paartje Eiders. Ook een laatste poging op de Zwarte Zeekoet was gedoemd te mislukken en dus zetten we maar koers naar huis, waar we met enige vertraging vanwege een lekke band rond kwart voor vier aankwamen. Het was een heerlijk dagje geweest!

dinsdag 3 november 2015

03-11-2015: Koereigers om de hoek

Koereigers in hun natuurlijke omgeving.
Gisteren kwam er via de whatsapp-groep Vijfheerenlanden de melding van twee Koereigers nabij Hei- en Boeicop. Een erg leuke soort voor de regio, en mede omdat Cilja en ik toch even naar Meerkerk moesten vanmorgen, reden we er even heen. Gelukkig zaten de vogels er nog en we hebben ze even leuk kunnen bekijken, zowel foeragerend bij een paar koeien als een stukje vliegend (maar op dezelfde plek weer landend). Heb nog een paar fotootjes kunnen maken waar ze in ieder geval herkenbaar op staan.

zondag 1 november 2015

01-11-2015: Spreeuwen!

Een van de eerste groepen Spreeuwen.
Onlangs meldde Wiegert dat er weer enorme aantallen Spreeuwen kwamen slapen in een griend langs de Lange Aventuurseweg in Culemborg. Vanavond was het fantastisch weer en ben ik met Chris en zijn dochters wezen kijken. Het was een fantastisch spektakel! Weliswaar werd er niet echt stuntgevlogen, maar de aantallen Spreeuwen waren verbijsterend. We hielden het uiteindelijk op 250.000, maar dat is een zeer, zeer grove schatting. Het waren er in ieder geval waanzinnig veel! Het begon met een paar kleine groepjes, waarna er al snel steeds grotere groepen kwamen aanvliegen die achter de griend landden. Uiteindelijk kwamen er bijna onafzienbare stromen Spreeuwen binnen, die uiteindelijk toch helemaal vooraan in de griend kwamen slapen en een ontstellend kabaal maakten. Van de bandjes met angstkreten die luid werden afgespeeld in de griend trokken de Spreeuwen zich niets aan. Het hele spektakel speelde zich af tussen kwart voor vijf en kwart voor zes vanavond. Als je in de buurt woont is het de moeite waard om op een mooie avond te gaan kijken, want het is een ongelooflijk schouwspel. De foto's geven maar een geringe indruk van hoe het er werkelijk aan toe ging; dat was met geen fototoestel vast te leggen!
Tellen? Begin er maar aan....
Onafzienbare stromen Spreeuwen arriveren.

zondag 25 oktober 2015

25-10-2015: Pierewaaien

Aalscholver.
Ik had met Koert en René afgesproken om vandaag een dagje naar de Zuidpier van IJmuiden te gaan, een plaats waar ik in lang voorbije jaren bijna wekelijks kwam en waar ik nu hooguit een keer per jaar kom. Natuurlijk hoopten we op jagers en andere leuke zeevogels, maar het was eigenlijk vanaf het begin al duidelijk dat het niets kon worden. Ik kon pas op z'n vroegst om kwart over negen op station Schiphol zijn waar ik werd opgepikt door René, daarna moesten we Koert nog ophalen en naar de zuidpier rijden. Ik liep ook nog vertraging op en de afslag die we altijd namen naar Haarlem, waar we Koert moesten ophalen, bleek ineens opgeheven te zijn. Enfin, eer we op de pier waren was het al veel te laat. Daarbij was het weer voor het eerst in weken prachtig en bijna windstil, zodat de omstandigheden voor zeevogels bepaald niet optimaal waren.
Eerste kalenderjaar Zilvermeeuw
Nou ja, natuurlijk liepen we toch de hele pier af, vonden Oeverpiepers, Steenlopers en twee groepjes over zee trekkende Zwarte Zee-eenden, voor mij als binnenlander geen alledaagse soorten meer, fotografeerden Aalscholvers en Zilvermeeuwen en zagen als hoogtepunt van de dag drie Jan-van-Genten overvliegen. Ook werd een ongedetermineerde zeehond waargenomen en Koert was zo gelukkig om twee Bruinvissen te zien die René en ik misten.
We speurden nog een kwartiertje over zee op het puntje van de pier, maar er vloog letterlijk niets. Dus liepen we maar terug en gingen een lekkere lunch halen, waarna we het voor gezien hielden.
En nogmaals de Aalscholver.

zondag 18 oktober 2015

18-10-2015: Najaarstocht naar de Biesbosch

Grote Zilverreiger
Vandaag wederom met Koert en René op pad geweest, want omdat we dit jaar niet bij het Dutch Birding weekend konden zijn, gaan we wat extra losse dagen op pad. Deze keer was de Biesbosch het doel; er was verder niet heel veel interessants gemeld en in de Biesbosch was gisteren een Amerikaanse Wintertaling gefotografeerd, er zaten al een tijdje Casarca's in de Polder Hardenhoek en de Zeearend moesten we ook nog voor de jaarlijst. Dus kon ik vandaag een keer uitslapen.
Om negen uur waren de mannen in Leerdam. Het was aanvankelijk zo mistig dat je nauwelijks een hand voor ogen zag. Daarom begonnen we bij de Pannekoek, waar gisteren twee Beflijsters waren gezien. Die zaten er helaas niet in, maar toch was het leuk om zo in de mist het meeste eens op geluid te moeten doen.
Overal zongen Cetti's Zangers, soms vlak naast ons. Diverse Waterrallen lieten zich horen. Matkopjes lieten hun nasale roep de hele tijd horen en soms lieten ze zich zien. Een Groene Specht lachte en vloog over ons heen en ook een Kleine Bonte Specht liet zich zien, in een kaal takje helemaal bovenin een boom. Als het niet zo mistig was geweest, hadden het leuke foto's kunnen worden.
Verder hoorden we nogal wat lijsterachtigen overtrekken, alsmede een Keep.
Casarca's
Toen de mist optrok, besloten we naar de Polder Hardenhoek te gaan voor de eenden en de arend. We liepen naar de nieuwe hut aan de oostkant van de polder, en vandaar heb je een mooi uitzicht over de plas. Al snel ontdekte ik een groep van zeven Casarca's, en later op de middag vonden we er nog vier, dus elf in totaal. Dat was een leuke jaarsoort.
Op het water dobberden duizenden eenden, maar bijna allemaal ver weg en het zoeken naar zo'n Amerikaanse Wintertaling daartussen was een onmogelijke opgave. Wel vond René een stuk of vier Toendrarietganzen, ook leuk; en zwommen er diverse Pijlstaarten tussen de eenden. Er zaten wat Grote Mantelmeeuwen en ik vond een adulte grote meeuw met een geheel witte kop en wat donkerder vleugels dan een Zilvermeeuw. Het leek me direct een Geelpootmeeuw en dat werd later bevestigd toen de vogel ging vliegen en bij landingspogingen zijn poten liet hangen, die inderdaad geel bleken te zijn.
Toen we terugliepen om te gaan lunchen vonden we nog een vrouwtjestype Blauwe Kiekendief, en die zien we ook niet iedere dag.
Na de lunch deden we nog een poging op de Zeearend bij de polder Hardenhoek, maar we slaagden erin hem net te missen. Wel zongen er ook hier Cetti's Zangers en zaten er een paar Goudhaantjes in de struiken.
Het was al met al toch weer een leuke vogeldag.

woensdag 7 oktober 2015

07-10-2015: Een wandeling door herfstige duinen

Een tamme Vos liet zich prachtig zien en fotograferen.
Vandaag een wandeling gemaakt door de herfstige Amsterdamse Waterleidingduinen met mijn vriendin Anita Valk. Het was lekker wandelweertje: een beetje wind, wolken, af en toe zon en pas toen we na afloop bij het Panneland aan de koffie zaten een paar stortbuien.
We gingen dus bij ingang Panneland de duinen in en gingen daar rechtdoor. De Damherten waren meteen al niet te tellen, het miegelt ervan in de duinen. Bij het eerste kanaal een leuke verrassing: zeker 14 Krooneenden zwommen er, samen met Kuif- en Krakeenden, Futen en Meerkoeten. Ook leuk: enkele Baardmannetjes riepen vanuit het riet, en die waren nog een jaarsoort.
Krooneend.
We wandelden langs het betonnen kanaaltje naar het westen en sloegen linksaf naar het Groot Zwarteveld. Daar lieten twee Grote Gele Kwikstaarten zich erg mooi zien. Intussen trok er heel wat over, ondanks dat het midden op de dag was: Graspiepers, Sijzen, Boompiepers, mijn eerste Kramsvogel van het najaar, Vinken en meer. Ook hoorden we overal Goudhaantjes. Op de terugweg stuitten we op een prachtige, ultratamme Vos, dit tot groot enthousiasme van Anita (en natuurlijk ook van mijzelf) die zich prachtig liet zien en fotograferen.
Totaal relaxte Vos.
Een van de vele Damherten die we tegenkwamen.

zondag 4 oktober 2015

04-10-2015: Maasvlakte revisited

De Tapuit wilde wel weer eens poseren.
Omdat we dit jaar niet bij het Dutch Birding Vogelweekend kunnen zijn, hadden René, Koert en ik afgesproken om in oktober in ieder geval een aantal losse dagen te gaan vogelen. Vandaag was er een van en we besloten naar de Maasvlakte te gaan, altijd wel goed voor een paar leuke soorten.
Ik treinde naar Schiedam en werd daar opgepikt. Toen we begonnen was het erg mistig, maar gelukkig trok de mist vrij snel op en kregen we nog een heerlijke, zonnige najaarsdag. We brachten de meeste tijd door op het pad naar de hut Bonte Piet, langs de Westplaat dus. Er waren weer veel vogels aanwezig. Zo miegelde het van de Zwartkoppen; opvallend was dat het voornamelijk vrouwtjes betrof. Meest prominente vogel van de dag was de Spreeuw. Vele duizenden vlogen er in grote en kleinere groepen heen en weer en eenmaal werd de hemel zowat verduisterd toen er een gigantische massa Spreeuwen over ons heen vloog.
Klein Koolwitje, ook nog aanwezig.
Een Sperwer vloog over de Westplaat, Rietgorzen riepen vanuit het riet en we zagen vandaag zeker een stuk of tien Goudvinken, wat we zeer konden waarderen. Zeker drie verschillende Cetti's Zangers lieten van zich horen en af en toe krijste er een Waterral.
Natuurlijk was ik gespitst op de roep van de Bladkoning, maar dat was niet nodig: Koert vond er een met de kijker in een groepje Kool- en Pimpelmezen. De vogel liet zich even mooi bekijken en verdween toen om door geen andere vogelaar te worden teruggevonden, voor zover ik weet althans.
Er vlogen ook nog flink wat vlinders vandaag: zeker vijf Bont Zandoogjes, veel Atalanta's, een Hooibeestje, en de drie soorten witjes: Klein - en Groot Koolwitje en Klein Geaderd Witje.
Bij kijkscherm nummer een konden we twee Vuurgoudhaantjes en een Goudhaantje dat net in bad was geweest op schitterende wijze en onder prachtig licht bewonderen. Dat was genieten!
Terwijl ik op de jongens wachtte in Schiedam maar even een Stadsduif zitten fotograferen.
Bij de Bonte Piet zaten twee Slechtvalken op het slik, waarvan er eentje op jacht ging en massa's vogels op de wieken joeg. Daaronder waren ook twee Lepelaars.
We zagen ook nog een paar libellen vandaag: Paardenbijters en Bruinrode Heidelibellen.
Na de lunch zochten we nog naar Patrijzen op de oude vuurtorenvlakte. We vonden ze niet, maar een fotogenieke Tapuit en een hele berg Graspiepers hielden ons wel bezig.
Het was een heerlijk vogeldagje, helaas zonder jaarsoorten wat mij betreft, maar dat maakte niet uit.
Bont Zandoogje

maandag 28 september 2015

28-09-2015: Bloedmaan

Bloedmaan
Vandaag een keer geen vogels en ook geen vlinders of libellen, maar de maan. Afgelopen nacht deed zich een zeldzaam natuurverschijnsel voor: een totale maansverduistering. De maan kwam in de schaduw van de aarde te liggen en kreeg daarbij een roodachtige kleur, vandaar de naam 'bloedmaan'. We hadden er niet de wekker voor gezet, want de weersvooruitzichten gisteravond waren niet gunstig (er zou veel bewolking zijn), maar precies op tijd, om kwart over vier vannacht, werd ik wakker, keek naar buiten en zag dat het glashelder was en dat de maansverduistering prima te zien was. Dus Cilja wakker gemaakt (dat hadden we zo afgesproken) en samen genoten van dit prachtige fenomeen. Een foto maken was nog geen sinecure, zelfs niet vanaf statief. Dit was nog het redelijkste plaatje dat ik heb kunnen schieten.

zondag 27 september 2015

27-09-2015: Blako's en een brilvogel

Een van de twee Bladkoningen van de Westplaat
Vandaag ben ik er weer eens met Chris op uit geweest, want dat was ook wel weer eens de hoogste tijd. We kozen voor de Maasvlakte, omdat daar gisteren leuke dingen waren gezien, waaronder een Aziatische Roodborsttapuit, een Kleine Vliegenvanger en diverse Bladkoningen. Uiteraard begonnen we bij de zwaarste soort: de Aziatische Roodborsttapuit. We arriveerden rond 08:15 op de juiste plaats op Maasvlakte 2, waar tot onze verwondering helemaal niemand aan het zoeken was. Dus gingen we zelf maar aan de slag. Helaas was het licht erg slecht en het terrein onoverzichtelijk en ondanks dat we tweemaal een 'roodborsttapuit' zagen, was het onmogelijk om de soort te bepalen. Beide keren was de vogel ook veel te snel weer uit beeld.
Wel zagen we hier een viertal Tapuiten en evenveel Lepelaars stonden te rusten aan de waterkant. Ook een Grote Gele Kwikstaart die roepend overvloog was leuk. Later hadden we er nog twee bij de Westplaat.
De Senegalbrilvogel die werd aangezien voor een Kleine Vlieg.

De/een Kleine Vliegenvanger werd gemeld bij de Westplaat, dus besloten we om die maar eerst te doen. Ter plekke bleek het te ritselen van de zangvogels, dus dat was een goed teken. Maar bij de plek van de Kleine Vlieg hoorden we dat de determinatie intussen was bijgesteld: de vogel bleek een soort brilvogel te zijn, mogelijk een Japanese White-eye en droeg een zilverkleurig ringetje. Natuurlijk bleven we toch even staan wachten tot de vogel zich vertoonde en ik moet zeggen dat ik me de vergissing wel een beetje kon voorstellen. Het bleek uiteindelijk om een grijze vorm van de Senegalbrilvogel te gaan. De vogel had erg weinig gele en groene tinten voor een white-eye, hoewel er op de foto's wel wat geel op de keel te zien lijkt. De onderzijde is in ieder geval grijs.
Hoe dan ook, het was een leuk beestje.
Dezelfde Bladkoning als op de eerste foto.
Na het zien van de brilvogel gingen we snel op zoek naar de Bladkoningen, die er ook zaten. Nummer 1 hoorden we van verre al roepen. Die konden we na korte tijd wachten werkelijk prachtig en langdurig bekijken en hij liet zich ook nog fotograferen. Genieten dus! Intussen kwam er ook nog een Grauwe Vliegenvanger bij zitten, Sijsjes mengden zich in het geheel, nog twee Grote Gele Kwikken vlogen over, een onvolwassen Grote Bonte Specht liet zich zien, onze eerste Koperwieken van het najaar lieten zich horen, kortom: we vermaakten ons uitstekend.
We liepen nog een eindje verder het pad af, maar dat leverde eigenlijk niets bijzonders meer op, dus gingen we Bladkoning nr. 2 zoeken, die meer vooraan zat. Ook deze was snel opgesnord. Hij liet zich prima horen en kort zien, en dat was voor ons genoeg na die prachtige eerste.
Er is iets van een geelachtig keeltje te zien aan de brilvogel.
Langs het pad hoorden we verder nog een Cetti's Zanger meerdere malen zingen en we vonden nog een Bont Zandoogje en een Hooibeestje.
We reden naar de Missouriweg waar zojuist een Europese Kanarie was gemeld, maar die vonden we niet. We probeerden het eind van de MOT-bosjes, waar gisteren een Kuifaalscholver was gezien, maar ook die werkte niet mee. We keken wat over zee, maar zagen niets bijzonders op een verre duiker (spec.) na. Op het luzerneveld vloog een luid roepende Boomleeuwerik over ons heen, en hij was nog een jaarsoort.
Daarna besloten we het maar voor gezien te houden. Het was een mooie ochtend geweest en meer leek er niet in te zitten.

zondag 20 september 2015

20-09-2015: Sofdag dipdag

Vandaag was ik eindelijk weer eens in de gelegenheid om te vogelen. Ik had afgesproken met Koert en René en we hadden de dagen voorafgaand aan deze zondag afgeteld en iedere dag gezien dat de Siberische Strandloper, die al twee weken of zo in de Putten van Petten zat, daar nog altijd aanwezig was. Ook gisteren was de zeldzaamheid nog trouw ter plekke en ik dankte de hemel al bijna dat hij op me had gewacht.
Niet dus. De Siberische Strandloper had uitgerekend vannacht uitgekozen om te vertrekken. En erger nog: ook de Rosse Franjepoot, die hem al een tijdje gezelschap hield, was weg.
Dan maar over zee kijken, dachten we. Maar ook dat was niet veel. Er kwam geen jager voorbij. Wel een Jan-van-Gent en een Roodkeelduiker, dat was best leuk. En in de Putten vond ik nog een Kanoet. Maar daarmee was de koek wel op. We gingen om twaalf uur al lunchen en zijn daarna nog een keer teruggegaan onder het motto 'je weet maar nooit'.
Maar nee hoor, de dip was onafwendbaar en diep.

zondag 9 augustus 2015

09-08-2015: Argusvlinders en meer

Veel Icarusblauwtjes vandaag in de Goilberdingerwaard.
Mijn vlinderjaarlijst voor Nederland stelt dit jaar nog weinig voor, vooral omdat ik vrijwel niet buiten de eigen regio naar vlinders heb gezocht. Maar in de Goilberdingerwaard, langs de Lek, zou ik theoretisch nog wel een paar jaarsoorten moeten kunnen vinden, dus fietste ik daar vanmorgen maar een naartoe. Onderweg vielen al de vele Argusvlinders op: tijdens het fietsen telde ik er minstens 23 en in de waard zelf vond ik er nog eens vijf. Blijkbaar maken ze een goed jaar door en dat is mooi voor deze leuke vlindersoort, die het nogal moeilijk heeft in ons land.
De Greppelsprinkhaan liet zich zowaar fotograferen.
De Goilberdingerwaard viel aanvankelijk wat tegen. Ik was er al een paar jaar niet geweest en het mooie veldje met lage begroeiing, waar altijd veel blauwtjes en Bruin Zandoogjes vlogen, was helemaal overwoekerd met hoge begroeiing. Het paadje langs het plasje waarlangs ik altijd veel libellen en juffers zag was niet meer begaanbaar om dezelfde reden. Normaal gesproken zag ik de eerste Bruin Zandoogjes altijd al voordat ik het hek doorging, maar nu was het zoeken met een lantaarntje. Uiteindelijk vond ik er welgeteld één. Genoeg voor de jaarlijst, maar niet dat je zegt sjongejonge.
Steenrode Heidelibel, ook in de waard aanwezig.
Qua vlinders viel het sowieso niet helemaal mee. Wel vlogen er nogal wat Icarusblauwtjes (in totaal 16 geteld), enkele Klein Koolwitjes, een Kleine Vos, een Bont Zandoogje en van de libellen een paar Bruine Glazenmakers, Steenrode Heidelibellen, Paardenbijters en een Lantaarntje. Niet eens een Gewone Oeverlibel.
Oké, genoeg geklaagd, want eind goed, al goed: in een stuk ruigte vlak langs de Lek vond ik in korte tijd drie verschillende Oranje Luzernevlinders, en dat is toch altijd weer een fijne jaarsoort! Wel waren ze bijzonder vliegerig, zodat ik ze niet op de gevoelige plaat kon vastleggen. En op de terugweg stuitte ik onverwachts op een klein hummeltje: het Zwartsprietdikkopje! Die had ik hier al heel lang niet meer gezien.
Zwartsprietdikkopje.
Nog gezocht naar de Kwak die onlangs in de gracht van Fort Everdingen is gezien door stadsgenoot Kees Dekker, maar die liet zich niet verschalken. Als -ie er sowieso nog zit, natuurlijk. Vergeet ik nog bijna een van de leukste momenten, namelijk de Greppelsprinkhaan die zich zomaar liet fotograferen. Meestal zijn het meesters in de verstopkunst, maar deze kwam vrijwillig langs een stengeltje omhoog gekropen om zijn lied ten gehore te brengen, juist op het moment dat ik langs liep.

zaterdag 8 augustus 2015

08-08-2015: Libellen op eigen dakterras

Eén van de vier Steenrode Heidelibellen op ons dakterras.
Het is een ieder jaar terugkerend fenomeen rond deze tijd: Steenrode Heidelibellen die een uitvalsbasis innemen op ons dakterras. Op de rieten staken die bij sommige planten staan of op uitgebloeide stengels. Vandaag zaten er maar liefst vier verschillende tegelijkertijd en kwam er ook nog een Paardenbijter even aan een rieten stengel hangen. Dat was even lekker fotograferen!
Steenrode Heidelibel nr. 2.
En dit is nummer 3. De 4e wilde niet leuk poseren.
De Paardenbijter kwam even uitrusten op ons dakterras.

maandag 3 augustus 2015

03-08-2015: Bolgerijen

Houtpantserjuffer
Vanmorgen ben ik samen met Cilja en kleindochter Tay-Ishja en hondje Chico even in Bolgerijen wezen wandelen. Normaal doen we dat in juni en dan zitten er altijd Groot Dikkopjes. Die zagen we vandaag helaas niet (meer), maar wel waren er veel Houtpantserjuffers, en dat was een libellenjaarsoort, en ook vonden we weer twee Landkaartjes. Verder nog wat normale soortjes.
Landkaartje, nog altijd een schaarse vlinder bij ons in de streek.

zondag 2 augustus 2015

02-08-2015: Vlinders en libellen in de streek

Kleine Roodoogjuffer
Na zo'n soortenrijke vakantie als in Tjechië en Slowakije moet je hier in Nederland toch altijd weer even terugschakelen. Maar vanmorgen was het lekker zonnig weer, dus stapte ik maar weer eens op de fiets om te proberen wat vlinder- en libellensoorten te vinden. Langs de Nieuwe Zuiderlingedijk heb ik een paar gebiedjes waar veel te zien is. Vandaag vond ik er nogal wat Distelvlinders, Atalanta's, Dagpauwogen, Kleine Vossen en ook Argusvlinders, Groot Koolwitjes en Klein Geaderd Witjes en Gamma-uiltjes. Er vlogen veel Icarusblauwtjes, die nog nieuw voor mijn Nederlandse vlinderjaarlijst waren en een Landkaartje was een leuke verrassing, want die zie ik niet vaak hier in de streek.
Distelvlinder
Qua libellen viel er ook genoeg te genieten met Paardenbijters, Grote Keizerlibel, Bloed-, Steen- en Bruinrode Heidelibel, Lantaarntjes, Gewone Oeverlibellen en Bruine Glazenmakers en Kleine Roodoogjuffer. Die laatste twee waren nog jaarsoorten.
Een verrassing waren de vele Moerassprinkhanen die zich lieten horen en zien. Eentje wilde er zelfs op de foto.
Moerassprinkhaan
Ook nog even in de Koornwaard geweest, waar ik Citroenvlinder, Bont Zandoogje en Gehakkelde Aurelia aan de daglijst kon toevoegen.
Steenrode Heidelibel
Citroenvlinder.

vrijdag 24 juli 2015

Reisverslag Tjechië en Slowakije met Inezia Tours van 12 t/m 19 juli 2015

Keizersmantel
Alleen eerste waarnemingen van een soort zijn vet gedrukt. Alle waargenomen vlinder- en libellensoorten zijn genoemd in het verslag; van de andere diergroepen en de planten zijn alleen een aantal hoogtepunten genoemd.
Bij het verslag is een selectie van mijn foto's geplaatst. Al mijn 283 foto's kun je zien in mijn Flickr-album achter deze link

Zondag 12 juli 2015: Amsterdam-Wenen-Lopenik

Al om kwart voor vijf in de morgen werd de groep waarmee ik naar Tjechië en Slowakije zou reizen op Schiphol verwacht. Op zo'n onchristelijk uur hoef je hier in Leerdam geen trein te verwachten, dus had ik een taxi geregeld die keurig volgens afspraak om 04:00 uur voor de deur stond. Natuurlijk had ik niet echt geweldig geslapen, maar toen ik eenmaal op Schiphol stond kreeg het vakantiegevoel de overhand en begon ik me echt te verheugen op de week die komen ging.
Ons reisgezelschap bestond uit negen deelnemers, te weten Dicky Schouten, Joop Versteegen, Hans Schinkel, Ellen Kerkhof, Dick van Houwelingen, Fred Hoorn, Paul Vervaet, Jan van Duinen en ondergetekende; plus Paul Cools, onze gids vanuit Inezia Tours. De lokale gidsen heetten Marek en Martin en de uitstekende chauffeur van onze riante bus luisterde naar de naam Pavel.
Na het gebruikelijke luchthavengedoe vertrokken we om 06:50 uur, precies op schema, met onze KLM-vlucht naar Wenen. Na een kort vluchtje van nog geen anderhalf uur arriveerden we in de hoofdstad van Oostenrijk, en voor we het wisten zaten we in onze bus en gingen we op weg naar ons eerste doelgebied: een NAVO-oefenterrein bij Malacky in Slowakije.
Adippevlinder
Onderweg keken we natuurlijk uit het raam of er misschien leuke vogelsoorten te zien waren, en die waren er in de vorm van onder meer Bonte Kraai, een groepje Bijeneters en meerdere Ooievaars.
Toen de bus stilhield bij het te bezoeken gebied kon het genieten echt beginnen. De eerste vlinder die ik zag was een prachtige Koningspage en vele Dambordjes vlogen rond. Soorten die ook in Nederland gewoon zijn vonden we eveneens, in de vorm van Koevinkje, Kleine Vuurvlinder, Groot Dikkopje, Heivlinder en Citroenvlinder.
We fotografeerden een vlinder die we ter plekke aanzagen voor Heivlinder, maar die bij thuiskomst na bestudering van de foto's een Kleine Boswachter bleek te zijn, met terugwerkende kracht mijn eerste nieuwe soort!
Het gebied bestond uit een afwisseling van struikgewas, bomengroepjes, stuifzand en waterplasjes. Al snel vonden we de eerste Bosparelmoervlinder, die we vaak zagen tijdens deze reis. Ook de Bruine Vuurvlinder passeerde de revue, maar die was een stuk minder talrijk.
Atalanta
Bij de watertjes waren veel libellen te zien, dus concentreerde ik me ook daarop. Dat leverde mijn eerste twee nieuwe soorten van de reis op, in de vorm van enkele Witpuntoeverlibellen en Gaffelwaterjuffers. Maar ook soorten als Bloedrode Heidelibel, Grote Keizerlibel, Weidebeekjuffer, Azuurwaterjuffer, Platbuik, Tengere Grasjuffer en Bruine Korenbout werden gezien, zodat de libellenlijst gestaag groeide.
Qua vogels waren er onder meer Grauwe Klauwier, zingende Zomertortels, Bijeneters, Boomleeuwerik, Kuifmees en Kleine Plevier aanwezig.
Van de vlinders kwamen Toortsparelmoervlinder en Spiegeldikkopje (waarvan we deze reis veel exemplaren zagen) de lijst nog opvrolijken voordat we op weg gingen naar ons eerste hotel. Dat lag in het plaatsje Lopenik, in de Witte Karpaten in Tjechië, en heette Monte Lope.
Witpuntoeverlibel
Bij aankomst leverden een stel bloeiende ligusters een hele massa tuinvlinders op als Kleine Vos, Dagpauwoog, Distelvlinder, Bruin Zandoogje, Groot Koolwitje en Atalanta.
Ik maakte een wandelingetje rond het hotel en hoorde zingende Geelgorzen. Van de vlinders vond ik de eerste van vele Boswitjes, Geelsprietdikkopjes, een Kolibrievlinder en als hoogtepunt mijn tweede nieuwe vlindersoort van de reis: een Zwart Blauwtje! Later bleek deze soort heel gewoon te zijn rond ons hotel.
Verderop in de middag vertrokken we naar een gebied genaamd Zlinsky Kraj, ook in Tjechië. Vogelgewijs was het hier genieten van zingende Wielewalen, die ook fraai in de kijker kwamen, een roepende Kwartel en idem Kleine Bonte Specht.
Naar vlinders moest hier goed gezocht worden in de hoge vegetatie en het was een heel geklauter in het steile gebied, maar er kwamen toch een paar soortjes tevoorschijn, zoals Hooibeestje, Gele Luzernevlinder, Bruin Dikkopje, Oogvlek-Sint-Jansvlinder en tenslotte, als hoogtepunt, vier nieuwe soorten op rij voor mij, te weten Akkerparelmoervlinder, Gentiaanblauwtje, Getand Blauwtje en Kalkgraslanddikkopje.
En zo was dag 1 van de reis alvast een productieve geworden.
Adippevlinder

Maandag 13 juli 2015: Witte Karpaten

Om zes uur 's morgens stond het fanatiekste deel van de groep alweer buiten. De bedoeling was om op een weitje hoger op de berg vlinders te gaan zoeken, maar het weer was somber en na een kwartiertje lopen begon het te regenen. Intussen hadden we al wel een paar leuke vogelsoorten waargenomen, waaronder Grauwe Klauwier, Appelvink en Grote Gele Kwikstaart. Maar het weer was zodanig dat het geen zin had om verder te gaan en dus keerden we onverrichterzake terug naar het hotel.
Geelgors
Na het ontbijt vertrokken we naar een weidegebiedje in Tjechië genaamd Jihomoravsky Kraj. Het zag er leuk uit maar het was nog steeds druilerig weer en de vegetatie was erg nat, zodat we aanvankelijk weinig vlinders vonden. Gelukkig kwam later af en toe de zon erbij en toen begon er wat meer te vliegen. We voegden Esparcetteblauwtje, Dubbelstipparelmoervlinder, Wegedoornpage (een nieuwe soort voor mij), Bont Zandoogje en Witbandzandoog aan de vlinderlijst toe. Leuk waren de Wrattenbijters en Europese Bidsprinkhanen, die allebei algemeen waren. Op libellengebied voegde ik nog de Blauwe Breedscheenjuffer toe, een soort die anderen al eerder hadden gezien.
's Middags brachten we veel tijd door in een gebied dat Knezdubsky Haj heette en ook in Tjechië lag (we zaten op de grens van Tjechië en Slowakije, zodat ik bij ieder gebied maar even vermeld in welk land het ligt). Hoewel we erg ons best deden en het gebied fraai was, kwam er vanwege het matige weer toch niet zo heel veel uit.
Donker Pimpernelblauwtje
Wel vonden we de eerste Heideblauwtjes en Zwartsprietdikkopjes, terwijl de Purperstreepparelmoervlinder een nieuwe soort voor mij was. Een prachtig vers mannetje Morgenrood bracht veel enthousiasme teweeg in de groep en  ook het Roodstreephooibeestje was leuk.
Qua vogels vermaakten we ons met een zingende Grauwe Gors, idem Wielewalen en aan het eind van de middag een Middelste Bonte Specht die zich geweldig mooi liet zien.
's Avonds genoten we weer van een uitstekende maaltijd en de harde bedden in Hotel Monte Lope sliepen onverwacht goed.
Lathyruszwever

Dinsdag 14 juli 2015: Witte Karpaten

Vanaf vandaag knapte het weer zienderogen op, en dat was te merken aan het aantal waargenomen vlindersoorten. Maar 's morgens vroeg was het nog druilerig weer. Desondanks besloot ik een stukje te gaan wandelen in een poging om mijn vogellijst wat op te krikken. Per slot van rekening kwamen er hier nog een stuk of zes nieuwe soorten voor mijn lifelist voor!
Het werd een erg leuke wandeling. Ik kwam twee paar Grauwe Klauwier met uitgevlogen jongen tegen. Twee Wespendieven vlogen al boven de heuvels. Het hoogtepunt was een fraaie Grijskopspecht die zich minutenlang liet bewonderen tegen een boom. Ook Middelste Bonte Specht en IJsvogel lieten zich horen respectievelijk zien.
Morgenrood
Intussen was er vlakbij het hotel in de berm een Donker Pimpernelblauwtje gevonden, en dat was meteen al een vlinderhoogtepunt. Het diertje liet zich door de hele groep prachtig fotograferen en was voor mij een nieuwe soort.
Na het ontbijt zetten we voor het eerst na de dag van aankomst koers naar Slowakije. We waren net vertrokken toen we vanuit de bus een prachtige Zwarte Ooievaar zagen vliegen, een mooie aanwinst voor de vogellijst.
We bezochten vandaag twee gebieden in de streek die wordt aangeduid met de nogal cryptische naam Nove Mesto nad Vahom. Bij aankomst in het eerste weidegebiedje, waar we hoopten de zeldzame Bremvlinder te scoren, zat er direct alweer een nieuwe soort voor mij klaar: de Blauwoogvlinder! Andere aanwinsten voor de triplist waren Icarusblauwtje, Eikenpage en Klein Geaderd Witje, terwijl het Gentiaanblauwtje in aardig aantal aanwezig was en we ook eitjes van deze soort vonden.
De Bremvlinder kwam er echter niet uit.
Grote Weerschijnvlinder
's Middags reden we naar het tweede gebied, en daar begon de zon eindelijk goed te schijnen en kwamen de vlinders helemaal los. We stonden net met het lunchpakket in onze handen toen twee nieuwe soorten (voor mij) al mijn aandacht opeisten: het Oostelijk Staartblauwtje en het Dwergblauwtje. Het miechelde van de blauwtjes op het pad, en toen we het gebied in liepen voegden we achtereenvolgens het Hooibeestje, een zingende Europese Kanarie, enkele nieuwe sprinkhaansoorten waaronder Kleine Goudsprinkhaan en Oostelijke Struiksprinkhaan en twee Zygaena-soorten, te weten Oogvlek-Sintjansvlinder en Zygaena purpuralis aan de lijst toe.
Een nieuwe soort voor mij was de endemische Polyommatus slovacus, die tegenwoordig meestal als vorm van het Bleek Blauwtje wordt beschouwd. Niet getreurd, want het Bleek Blauwtje was ook nog een nieuwe soort voor mij. Het was sowieso een uitstekende blauwtjesdag, want even later kon ik het Kroonkruidblauwtje aan mijn lijst toevoegen.
Vuurlibel
We brachten veel tijd door op een uitgestrekt veld met lage begroeiing en aan de randen bos en struiken. Hier fotografeerden we onder meer Koningspage, Gele Luzernevlinder, Braamparelmoervlinder en Keizersmantel, terwijl ook Koninginnenpage, Landkaartje, Klein Koolwitje, Gehakkelde Aurelia, Bruin Blauwtje, Tweekleurige Parelmoervlinder en Dwergdikkopje de vlinderlijst kwamen opvrolijken.
En zo werd het een heerlijke middag, die nog een mooie toegift kende, omdat we 's avonds op het weitje bij het hotel, waar we eerder het Donker Pimpernelblauwtje vonden, nu ook het 'gewone' Pimpernelblauwtje aantroffen.
Gele Luzernevlinder

Woensdag 15 juli 2015: van Lopenik naar de Hoge Tatra

Vanmorgen vroeg gingen we op het weitje bij het hotel nog een keer pimpernelblauwtjes fotograferen, hetgeen prima lukte. Al doende konden we op vogelgebied Veldleeuwerik, Goudvink en Kruisbek toevoegen en ook het Zwart Blauwtje ging vele malen op de foto.
Na het ontbijt laadden we de koffers in de bus en vertrokken naar de Hoge Tatra, onze volgende bestemming.
De eerste stop was bij een rotsachtige kalksteenhelling in de buurt van Ilava, waar de Apollovlinder zou voorkomen. Hoewel het tegen het einde van de vliegtijd liep voor deze soort, vlogen er nog verschillende, vaak zwaar gehavende exemplaren rond. Een tweede toppertje in dit gebied was het Tijmblauwtje, alweer een nieuwe soort voor mij, waarvan er meerdere exemplaren aanwezig waren. Ook fotografeerde ik nog een grotere parelmoervlinder, die bij bestudering van de foto's een Adippevlinder bleek te zijn, en ook die was nieuw voor mijn vlinderlifelist.
Grote Vuurvlinder
's Middags brachten we nogal wat tijd door in een weide-/bosgebiedje bij Ruzomberok, maar veel nieuws kwam er niet uit. Het was zoals gewoonlijk een hele klauterpartij naar boven en eenmaal daar dreigde het te gaan regenen, maar na een tijdje kwam toch de zon erbij en begonnen de vlinders te vliegen.
Mijn enige nieuwe soort hier was de Boserebia, die zich mooi liet zien omdat hij steeds op Paul landde en niet bij hem was weg te slaan. De Rotsvlinder was nog een toevoeging op de vakantielijst en toen ik later in de middag in m'n eentje naar beneden liep, zag ik twee Edelherten langs de bosrand lopen.
Daarna reden we naar ons prachtige hotel in het wintersportdorpje Zdiar, genaamd Pension Viktoria, waar we heerlijk sliepen en waar het eten verrukkelijk was.
Kalkgraslanddikkopje

Donderdag 16 juli 2015: Hoge Tatra

Het plan was om om zes uur vanmorgen vlinders te gaan zoeken in een nabij gelegen weitje, maar de praktijk was dat zo'n beetje alle weitjes in de omgeving waren gemaaid, de zon nog niet boven de bergen uit was gerezen en er zodoende verrekte weinig te zien was. Met uitzondering dan van een paar overvliegende Raven en een Kramsvogel in de tuin tegenover ons hotel.
Na het ontbijt vertrokken we naar het Nationaal Park Tatransky,waar we volgens het reisschema een voettocht van 10 à 15 kilometer bergop en weer bergaf zouden moeten volbrengen, maar gezien het feit dat alleen bergop al een uur of drie doorwandelen in beslag zou nemen, zagen we daar maar van af. We gingen gewoon rustig lopend en al fotograferend de berg op, en hoewel we hoge verwachtingen hadden van dit gebied en ook het weer begon mee te zitten, viel de opbrengst toch wat tegen. Oké, een roepende Notenkraker was aardig voor de vogellijst, maar nog aardiger was het geweest als we het beest ook hadden gezien.
Koninginnenpage
Qua vlinders was het Berg Geaderd Witje het hoogtepunt, want een nieuwe soort, en hetzelfde gold voor de Rode Vuurvlinder. Verder fotografeerden we veel erebia's, die er af en toe heel anders uitzagen, maar degenen die ik op de gevoelige plaat had vastgelegd bleken achteraf toch allemaal Boserebia's te zijn, een soort die zeer variabel is.
Erg leuk waren de twee mannetjes Oranjetipje die we tegenkwamen, zeker de laatste die wij (inclusief onze lokale gidsen) ooit zagen.
De temperatuur begon intussen aardig te stijgen. We lunchten bij de bus en daarna reden we naar een gebiedje bij Kezmarok. Hier gingen de vlindersluizen helemaal open. Binnen een omheininkje stonden een paar varkens/wilde zwijnen en daarbij vloog een Kleine Weerschijnvlinder, die af en toe op een varkentje ging zitten, en daarmee had ik afgerekend met mijn gebruikelijke weerschijnvlinderpech.
Lantaarntjes
Een Grote Parelmoervlinder liet zich zien, even later gevolgd door een Woudparelmoervlinder, die weer een nieuwe soort voor me was. We zagen vandaag ook wat orchideeën, zoals de Moeraswespenorchis en de endemische Karels Scepter.
Een volgend hoogtepunt werd gevormd door mijn eerste Grote Vuurvlinder, die op een aardig afstandje in het riet hing en te zien was vanaf een boardwalk, maar dat zou later nog helemaal goed komen.
Er stapten zes Ooievaars rond in het gebied, waarvan er één een Mol ving, en een Levendbarende Hagedis in blijde verwachting zat stilletjes op de boardwalk te hopen dat we hem niet zagen, maar werd desondanks door ons opgemerkt.
Roodstreephooibeestje
Toen we terug naar de bus liepen, vlogen er ineens enkele Kleine IJsvogelvlinders om ons heen en toen riep Martin ons, want… er zat een pracht van een Grote Weerschijnvlinder op het pad! En die bleef er zitten en trok zich niets aan van het hele stel verlekkerde fotografen dat hem op de korrel nam.
Zo kwam deze dag tot een spetterend einde.
's Avonds kregen degenen die een omelet hadden besteld voor het diner een fantastisch gerecht dat meer op een supertoetje leek, met ijs en allemaal heerlijke vruchten, dan op iets met ei.
Na het diner probeerden we met een klein groepje nog de Tatra-ondersoort van de Gems te zien te krijgen op een punt waar je goed uitzicht op de hoogste bergen uit het gebied had. Maar helaas, hoewel we enkele Edelherten zagen en een Ree hoorden, bleven de Gemzen voor ons verborgen.
Witgezoomd Spikkeldikkopje

Vrijdag 17 juli 2015: van Zdiar naar de Slowaakse Karst

Vandaag vertrokken we alweer uit Zdiar om koers te zetten naar de Slowaakse Karst. Omdat we gisteren hadden gezien dat het niet veel zin had om 's morgens vroeg op te staan, sliepen we lekker uit. Na het ontbijt laadden we de koffers in en gingen rijden.
Onderweg stopten we bij een natuurreservaat genaamd Slovensky Raj. Hier waren we maar juist op tijd, want maar liefst drie maaimachines waren bezig het gebied van zijn bloemenpracht te ontdoen. Gelukkig bleef er nog genoeg staan voor ons om een paar aangename vlinderuurtjes te beleven. Buiten een groot aantal soorten dat al op de lijst stond, vonden we onder meer het Klaverblauwtje, de Kleine Parelmoervlinder en de Violette Vuurvlinder als nieuwe soorten voor de triplist. De Grote Vuurvlinder liet zich hier een stuk beter zien en fotograferen dan gisteren.
Zygaena purpuralis
Het Turkooisblauwtje was weer eens een nieuwe soort voor mij, en ik geloof dat hij dat voor de meeste deelnemers was. Toen de eerste nieuwe eenmaal was gevonden, volgden er meer. Het Bretons Spikkeldikkopje bijvoorbeeld, dat ik vorig jaar in Bulgarije had gemist, maar dat nu op de foto ging. Dat lukte helaas niet met de Steppeparelmoervlinder, maar die was wel een nieuwe voor mijn lifelist.
Ook de Rode Vuurvlinder werd weer gezien, en Paul deed erg zijn best om voor mij een Staartblauwtje te vinden, wat uiteindelijk lukte.
Een klapper op vogelgebied was de Kwartelkoning, die ik tijdens de lunch open en bloot over het pad zag lopen en die ook door enkele andere deelnemers nog kon worden gezien.
We reden verder en maakten opnieuw een stop bij een kloof waar we voor de verandering maar een klein stukje hoefden te lopen om massa's vlinders te zien. Het gebiedje maakte deel uit van Nationaal Park Slovensky Kras en de meest opvallende vlinderverschijningen waren er de zwevers. De Spireazwever was de meest talrijke, maar ook de Kleine IJsvogelvlinder en de door mij zeer gewenste Lathyruszwever lieten zich zien en fotograferen.
Zwart Blauwtje
Erg leuk was ook het Vetkruidblauwtje, en nog leuker (want een nieuwe soort voor mij) was de Iepenpage die nu eens niet hoog in de bomen, maar op de grond zat.
Een Bosbeekjuffer liet zich gewillig fotograferen, en een Grote Boswachter landde op mijn rug, zodat de hele groep behalve ondergetekende hem op de gevoelige plaat kon vastleggen. We voegden ook nog het Boomblauwtje aan de triplist toe en daarna zetten we koers naar ons hotel in Koicky, waar de hemel al aan het betrekken was en het in de verte weerlichtte ten teken van een naderend onweer.
Maar zie, ook nadat we de koffers in de kamers hadden opgeborgen was het nog droog en met een aantal mensen liepen we het veld tegenover het hotel op naar het fraaie meer dat daarachter lag. Er zaten wat vogels, zoals Grote Zilverreiger, veel Bruine Kiekendieven, twee Oeverlopers, een IJsvogel, een Kleine Karekiet en een zingende Snor.
Ook waren er tot mijn grote vreugde libellen te vinden, in de vorm van Lantaarntje, Grote Keizerlibel, Gaffelwaterjuffer en Zuidelijke Keizerlibel. Dat beloofde wat voor morgen!
Purperstreepparelmoervlinder

Zaterdag 18 juli 2015: Slowaakse Karst met een uitstapje naar Hongarije

Het slapen was niet geweldig gegaan vannacht, om het maar diplomatiek uit te drukken. De hitte (het kwik liep deze laatste vakantiedagen op tot zo'n 36 graden) in combinatie met de afwezigheid van een afdoende airco in het hotel waren daar debet aan.
Met een klein groepje stonden we vanmorgen om zes uur aan de start. We moesten weer een steile berg beklimmen, hetgeen enige moeite kostte, maar het moet gezegd dat de klim de moeite waard was.
Martin wees ons het zeldzame, endemische plantje Turna Golden Drop aan, dat natuurlijk op de foto ging. Omdat het aanvankelijk nog wat mistig was, maakte ik van de gelegenheid gebruik om wat andere mooie bergplantjes te fotograferen, want hoewel de vlinders de meeste aandacht opeisten, was dit ook een plantenreis.
Koningspage
Toen het wat opwarmde werd de ene na de andere vlinder ontdekt, waaronder veel Turkooisblauwtjes, een schitterende Koninginnenpage en als nieuwe soort meldde zich het Witgezoomd Spikkeldikkopje. Nieuw voor de vakantielijst waren ook de Bruine Winterjuffer en de Spaanse Vlag, die we op de terugweg ontdekten.
Na het ontbijt liepen we nog snel even het veld op, want daar waren mooie verse Grote Vuurvlinders gevonden. Die gingen dus op de foto, en tevens vond ik een mannetje Zwervende Heidelibel en meerdere Witpuntoeverlibellen.
Rond tien uur reden we door Hongarije (het was aanvankelijk de bedoeling om in Hongarije te gaan vlinderen, maar vanwege het hete weer werd het programma ietwat omgegooid), ons vierde land van deze reis, weer Slowakije in naar de Domica Caves. Boven de grotten was een veldje waar je ook af en toe onder de bomen in de schaduw kon staan en wat leuke soorten en foto's opleverde en nog een reptielensoort in de vorm van een Oostelijke Smaragdhagedis.
Op het heetst van de dag maakten we een rondwandeling door de druipsteengrotten, waar het lekker koel was en wat ik toch wel een mooie belevenis vond.
Daarna reden we terug naar het hotel, waar het inmiddels regende en onweerde. 's Avonds gingen we nog even het veld op en vonden onder meer Tengere Grasjuffer, Watersnuffels, Gewone Pantserjuffer en als hoogtepunt een Knoopkruidparelmoervlinder die zich uitgebreid liet fotograferen.
Spiegeldikkopje

 Zondag 19 juli 2015: Koicky – Wenen – Amsterdam

 Hoewel we vanavond pas om 19:55 uur zouden vliegen, hadden we een lange reis voor de boeg naar Wenen en was er eigenlijk alleen 's morgens vroeg om nog wat vlinders te kijken. Dus liepen we alweer vroeg op het veldje en vonden er allerlei leuke dingen, zoals Baardmannetjes, Azuurwaterjuffer, Tengere Pantserjuffer, een schitterende Vuurlibel en de enige levende Argusvlinder van de reis.
Na het ontbijt laadden we voor de laatste keer de koffers in de bus en gingen op weg naar Wenen. Onderweg stopten we nog even bij een beekje te Lucenec, waar tot onze grote vreugde Bosbeek- en Weidebeekjuffers, Blauwe Breedscheenjuffers en Kleine Tanglibellen vlogen, terwijl een Europese Kanarie voor de muzikale begeleiding zorgde.
Akkerparelmoervlinder
Een tweede stop bij een plaats die ik niet heb onthouden leverde een Kleine Groene Sabelsprinkhaan op.
De laatste stop was in Bratislava, waar we koffie dronken en ijsjes aten, en toen gingen we op naar Wenen, waar ons KLM-toestel weer exact op schema vertrok en na anderhalf uur landde op Schiphol.
Daar namen we afscheid van elkaar en zocht ik de taxi op die ik had besteld, waarin ik binnen drie kwartier naar Leerdam werd vervoerd, waar Cilja al op me wachtte met een koud pilsje.
En zo kwam er een einde aan een wederom prachtige vlinderreis met Inezia Tours. 
Esparcetteblauwtje
Grauwe Klauwier
Kleine Tanglibel
Knoopkruidparelmoervlinder
Pimpernelblauwtje