zaterdag 27 december 2014

27-12-2014: Jaaroverzicht 2014

De Sperweruil van Zwolle was ook in 2014 een hoogtepunt!
Zoals jullie je misschien nog herinneren, eindigde het vogeljaar 2013 zeer spectaculair. In november en december kon ik achtereenvolgens Sperweruil, Dwerguil en Swinhoe’s Boszanger toevoegen aan mijn Nederlandse lijst en de eerstgenoemde twee waren zelfs op wereldschaal nog nieuwe soorten voor me.
Welnu, januari 2014 ging geheel onverwachts op dezelfde voet verder. Op 02-01 kon ik misschien wel voor het laatst de Huiskraai op de jaarlijst noteren, want in 2014 is er helaas begonnen met het uitroeien van deze leuke soort en of er straks in 2015 nog een paar over zijn is de vraag.
Op 04-01 was het direct keihard raak. Chris en ik rolden de Sperweruil en de Dwerguil op voor de jaarlijst en konden daarna nog net op tijd aanschuiven om de Bonapartes Strandloper van de Vossemeerdijk op onze Nederlandse lijst bij te schrijven. Hier kwam ook nog een prachtige Zeearend overvliegen en later die dag, in de Oostvaardersplassen, vonden we er nog eentje en tevens een Klapekster.
Op 11-01 was het opnieuw kassa, want toen konden Wiegert en ik de Siberische Braamsluiper van Culemborg inrekenen, een recent van de Braamsluiper afgesplitste ondersoort die nu onder de soort Humes Braamsluiper valt, waarvan de determinatie later aan de hand van DNA werd bevestigd!
Een week later, 18-01, was het alweer raak. Tijdens een dagje Zeeland met Wiegert scoorde ik onder meer de ultrazeldzame Kaspische Plevier, alweer een nieuwe voor mijn NL-lijst! Die dag vonden we verder de Buffelkopeend van Barendrecht, Flamingo’s bij Battenoord, Zwarte Rotgans bij Serooskerke, IJsduiker langs de Brouwersdam en Parelduiker in de haven van Stellendam.
Voor de afwisseling hadden we dit jaar niet alleen de Buffelkopeend van Barendrecht, maar ook deze bij de Dijkwielen in Noord-Holland.
Twee dagen later kon ik met Wiegert de Bruine Klauwier van Azewijn bijschrijven, een soort die nog nooit eerder in ons land was gezien. En zo was mijn Nederlandse lijst binnen zestien dagen ineens vier soorten langer.
Op 25-01 was ik op pad met René en Koert en waren de Humes Bladkoning van Noordwijk, de twee Grote Piepers van de Dijkwielen en de Kleine Geelpootruiter van Vatrop aan de beurt. Op die laatste plek zagen we ook nog een Witbruikrotgans. Bij Petten vonden we die middag na intensief zoeken vier Dwergganzen.
Zo, dat was nog eens een mooie eerste maand van het jaar!
In februari bezocht ik op 19-02 opnieuw de Bruine Klauwier, deze maal met Chris.
Op 24-02, tijdens een middagje Biesbosch met Cilja, kon ik de eerste Cetti’s Zanger van het jaar en de Slechtvalk aan de jaarlijst toevoegen.
Op 26-02 bleken er nog minstens twee Huiskraaien over te zijn in Hoek van Holland...
Op 01-03 leverde een dagje oosten des lands met Wiegert onder meer Middelste Bonte Specht en Kortsnavelboomkruiper op. Nu we toch in de buurt waren, bezochten we de Bruine Klauwier weer even en bij Ochten konden we een Roodhalsgans bijschrijven.
Ook een hoogtepunt was deze bijzonder leuke, tamme Kleine Geelpootruiter bij Vatrop.
Op 02-03 kon ik middels een snelle eenmansactie een langverwachte soort aan mijn Nederlandse lijst toevoegen: de Siberische Tjiftjaf. Deze zat al even in een tuin in Hardinxveld-Giessendam en een kort uitstapje per trein was voldoende om de vogel te zien, te horen en te fotograferen.
Op 05-03 was er een (ontsnapte) Kwak bij het dierentuintje van Beesd. Tien dagen later, op 15-03, leverde een dagje Maasvlakte met René en Koert onder meer de lang verblijvende Arendbuizerd op en een Ruigpootbuizerd, alsmede vele Rouwkwikstaarten. Bij Vlaardingen werd een mannetje Ringsnaveleend ingerekend.
In april kwamen de vlinders los en in het voorjaar en de zomer heb ik daar veel tijd in gestoken. Maar op 12-04 had ik wel een mooie vogeldag in de Biesbosch met René en Koert, met onder meer veel Cetti’s Zangers, een Roerdomp, twee Zwartkopmeeuwen, twee baltsende Zeearenden, twee Reuzensterns en een man Amerikaanse Wintertaling.
Op 19-04 slaagden Chris, Wiegert en ik erin om op de Holterberg nog een of twee mannetjes Korhoen te zien, alsmede een Beflijster.
De rest van de maand bracht ik in de streek door, vlinders, libellen en vogels fotograferend met mijn nieuwe fototoestel.
Op 01-05 deed ik een treintwitchje naar een Ortolaan die ten noorden van Utrecht zat. Het was alweer een tijd geleden dat ik die soort in Nederland had gezien. Op 03-05 dipten Wiegert en ik de Steppeklapekster van de Maasvlakte, maar tikten we wel de Zwarte Ibis van Nieuw-Lekkerland binnen.
Het was weer een goed jaar voor de Zwarte Ibis in Nederland. Wanneer zouden ze hier gaan broeden?
Het Dutch Birding Voorjaarsweekend (van 16 tot 18-05), dat ik traditioneel met René en Koert bezocht, leverde ook weer de nodige soorten op. Dit jaar waren er veel Morinelplevieren, een Zwarte Ooievaar, een Roodkopklauwier, een Grauwe Klauwier en twee Steltkluten.
Op 25-05 hadden Wiegert en ik een heerlijke all round natuurdag op de Kampina, met onder meer twee nieuwe libellensoorten (Beekrombout en Noordse Witsnuitlibel) en ook een Kraanvogel.
Juni leverde geen spectaculaire vogelsoorten op, maar stond geheel in het teken van mijn vlinderreis naar Bulgarije, die heel veel nieuwe vlindersoorten (en ook een paar nieuwe libellensoorten) opleverde.
Een van de topsoorten tijdens mijn reis naar Bulgarije: de Apollovlinder.
Een paar daagjes ertussenuit naar Zuid-Limburg met Cilja leverde vogelgewijs Rode Wouw en Wespendief op, en ook Middelste Bonte Specht en Kortsnavelboomkruiper en natuurlijk veel mooie vlinder- en libellensoorten, zoals Boswitje, Zuidelijke Oeverlibel, Bruin Dikkopje en Geelsprietdikkopje! Bovendien zag ik er mijn eerste Geelbuikvuurpadden voor Nederland.
19-07 had ik een top-insectendag met Chris en Wiegert. We zagen onder meer Keizersmantel, Locomotiefje, Oostelijke Vos (van deze soort, die voordien nooit in Nederland was vastgesteld, was er dit jaar een invasie) en Zompsprinkhaan.
Een groot deel van de zomer bracht ik al vlinders – en libellen fotograferende door, maar op 20-08 vogelden Chris en ik in Zeeland en op de Zuidhollandse eilanden en zagen onder meer een Zwarte Zeekoet langs de Brouwersdam en een Kuifaalscholver op Neeltje Jans.
Op 28-08 kon ik bij Everdingen de Visarend inrekenen voor de jaarlijst.
Op 06-09 was er een Zwarte Ooievaar nabij Vianen, in de eigen regio dus. Die liet zich mooi fotograferen. De rest van de maand vogelde ik niet veel.
De Oostelijke Vos, de spectaculairste vlindersoort die ik dit jaar in Nederland zag.
Op 08-10 treinde en fietste ik naar een soort die de potentie leek te hebben om de soort van het jaar te worden: een Witkruintapuit te Oegstgeest! Later werden de verwachtingen toch wat bijgesteld toen bleek dat de vogel nogal wat schade aan z’n pootjes had opgelopen. Maar het was sowieso een fantastisch mooie vogel!
Van 10 t/m 12-10 was er het Dutch Birding Najaarsweekend. Op de heenweg haalden we de Witkruintapuit op voor mijn metgezellen René en Koert en ook de Buffelkopeend die bij de Dijkwielen zat. Ditmaal was de Bladkoning erg goed vertegenwoordigd op Texel. We zagen er maar liefst vier. Ook was er een adulte Geelpootmeeuw bij Oudeschild, een onvolwassen mannetje Steppekiekendief, een waarschijnlijke Turkestaanse Klauwier (die weer een nieuwe soort voor NL voor me zou zijn) en bij die laatste een luid roepend overvliegende Roodkeelpieper. Als krenten waren er ook nog Grote Pieper, Waterpieper, Zwarte Rotgans en Slechtvalk.
Op 24-10 leverde een dagje Maasvlakte met Chris en Wiegert een hoop regen op, maar ook mijn tweede Siberische Tjiftjaf.
De Witkruintapuit van Oegstgeest, in potentie een van de topsoorten van het jaar.

In november was er weinig tijd om te vogelen, maar op 30-11 hadden Wiegert en ik een fantastisch ochtendje met de eerste Afrikaanse Woestijngrasmus voor Nederland, en ook weer de Witkruintapuit, die nog steeds in Oegstgeest verbleef.
Ook in december was er niet veel tijd om erop uit te gaan, en bovendien was het weer tamelijk hopeloos met veel wind en regen. Toch viel een afspraak op 21-12 met René en Koert samen met een aardige dag weer en zodoende wisten we een vrouwtje Grote Zee-eend en en mannetje Witoogeend aan de jaarlijst toe te voegen.
Een speciale vermelding verdient ook de Bruine Winterjuffer waarvan ik dertien dagen lang mocht genieten op ons eigen dakterras. Hij kreeg zelfs een naam van ons: Bruno. Helaas zorgde een dag met uitzonderlijk slecht weer ervoor dat hij op dag veertien niet meer terug te vinden was...
Bruno de Bruine Winterjuffer was een fantastisch fotomodel.

zondag 21 december 2014

21-12-2014: Oudejaarsvogelen

De Grote Zee-eend, een leuke jaarsoort.
De laatste tijd is er weinig van vogelen gekomen, maar vandaag had ik een afspraak met René en Koert voor ons traditionele 'oudejaarsvogelen'. Het oudejaarsvogelen levert bijna altijd op de valreep van het jaar nog een paar soortjes voor de jaarlijst op.
Omdat we dit jaar op een zondag moesten vanwege mijn werkzaamheden in de galerie en de treinenloop vanuit Leerdam op zondag tamelijk hopeloos is, hadden we besloten maar iets in deze omgeving te doen. Ik had een leuke route samengesteld met allemaal mooie jaarsoorten voor mijn metgezellen en ook een paar voor mijzelf. Echter, aanvankelijk zat het niet erg mee. In totaal dipten we drie verschillende Steenuilen, twee Ransuilenplekken bleken die naam niet meer waardig te zijn, een Velduil die gisteren bij het Geofort zat was onvindbaar, evenals de Kwak van Culemborg en de Pontische Meeuw van De Waaij.
Een lekker hapje voor de Grote Zee-eend.
Nou, dat was een lekker begin, maar niet heus. We besloten naar Houten te rijden, waar op de Rietplas gisteren een Grote Zee-eend was gevonden en die was voor ons alledrie nog een jaarsoort. En jawel, toen we er tegen het middaguur arriveerden was het eerste succes van de dag eindelijk een feit: de vogel zat keurig op z'n plek en liet zich leuk fotograferen, hoewel het licht te wensen overliet. Intussen was het lunchtijd en aangezien de lunch, ook altijd een belangrijk onderdeel van het Oudejaarsvogelen is, zochten we onderweg naar onze volgende doelsoort een restaurantje op waar de traditionele kroketten met brood prima smaakten en waar we verhalen uitwisselden over gemaakte tochtjes en de vogelreisjes die voor 2015 staan gepland.
Mannetje Witoogeend.
Daarna reden we naar onze laatste doelsoort voor vandaag: het mannetje Witoogeend dat al een tijdlang bij Jaarsveld huist. We parkeerden de auto en liepen terug naar de dijk, waar je over het gebiedje kon kijken. Gelukkig werkte dit fraaie eendje ook goed mee, zodat ik vandaag toch nog twee jaarsoorten wist binnen te tikken.
Zo werden we vandaag gered door de eenden. Want ook een Steenuilenplek die we op de terugweg bezochten was verlaten. Al vrij vroeg waren we weer terug in Leerdam en we spraken af om in het nieuwe jaar de traditie van het Nieuwjaarsvogelen in ere te houden. In het nieuwe jaar is het veel makkelijker om met een hele berg jaarsoorten thuis te komen, ook al zijn het soms niet de meest zeldzame. We kijken er al naar uit. Laat 2015 maar komen!