dinsdag 29 juli 2014

29-07-2014: Paar uurtjes AW duinen

De Heivlinder. Weer eens iets anders dan op de grond of tegen een boom.
Een paar dagen geleden stuurde Dirk Pompert me een foto toe van een libel, genomen in de AW duinen. Op de foto stond tot mijn grote verrassing een Zuidelijke Glazenmaker, een zeer zeldzame soort in Nederland. Omdat ik toch van plan was om deze week nog een keer naar de AWD te gaan in combinatie met een familiebezoekje, werd het opzoeken van deze libel voor mij topprioriteit, want voor mij zou het nog een nieuwe soort zijn. Het mocht echter niet zo zijn. Toen ik vanmorgen om negen uur per trein in Hillegom arriveerde, bleken er geen OV-fietsen meer te zijn. Bovendien scheen niet het beloofde zonnetje, maar was het zwaar bewolkt en winderig, niet bepaald optimaal libellenweer. Daarom besloot ik naar de ingang Panneland te lopen, een flinke tippel, maar nog altijd een stuk dichterbij dan de plek van de glazenmaker. Doelsoort nr. 1 werd de Heivlinder, die ik nog voor de jaarlijst moest hebben.
En dan loop je onverwachts ook nog tegen een vrouwtje Keizersmantel aan!
Ik dacht eerst maar een bakkie koffie te gaan scoren bij het koffiehuis Panneland, maar ach hemel, het was natuurlijk dinsdag en dan zijn ze gesloten. Intussen was het met het weer nog steeds niet veel en de voeten waren al pijnlijk voor ik goed en wel kon beginnen, dus het begin van deze 29e juli was niet echt top, zeg maar. Ik besloot een tijdje op een bankje te gaan zitten en te wachten tot de zon zou doorbreken. Na een halfuurtje begon het wat op te warmen en kwam de zon zo nu en dan even tussen de wolken door. Ik liep daarom een stukje verder en ja hoor, daar kwamen de vlinders. Veel Bruin Zandoogjes, Bont Zandoogjes, een drietal Argusvlinders, een Bruin Blauwtje, een Atalanta, vier Kleine Parelmoervlinders, een Klein Geaderd Witje: dat was leuk.
Kleine Parelmoervlinder.
Toen het lekker opgewarmd was liep ik naar een stukje bos waar ik vaak Heivlinders zie. Ernaast staat een grote bos Late Guldenroede te bloeien en jawel, tussen veel zandoogjes zat daar ineens een fraaie Heivlinder bovenop de Guldenroede. Met een beetje moeite liet de Heivlinder zich uiteindelijk mooi fotograferen. Ineens vloog er een grote oranje vlinder langs me heen en landde aan de andere kant van het bosje Guldenroede: een vrouwtje Keizersmantel! Ze zijn dit jaar goed vertegenwoordigd in de duinen, dat blijkt wel.
De plek leverde ook nog een libellenjaarsoort op: een vrouwtje Blauwe Glazenmaker, dat helaas te snel weer verdwenen was.
Een van de vele Bruin Zandoogjes die de Guldenroede frequenteerden.
Na enige tijd besloot ik om terug te lopen naar het station om te zien of er intussen een fiets beschikbaar was, zodat ik mijn familie of de Zuidelijke Glazenmaker nog even zou kunnen bezoeken. Dit was helaas niet het geval, zodat ik maar op de trein naar huis stapte. Het zou een lange reis worden. Doordat er storingen waren op het traject Dordrecht-Leerdam kwam ik op station Sliedrecht Baanhoek terecht. Ik herinnerde me dat daar de laatste tijd nogal eens Oranje Zandoogjes worden gezien, en aangezien ik er uiteindelijk twee uur vast zat zonder dat er een trein kwam opdagen, had ik tijd genoeg om die op te zoeken. Dat lukte, hoewel ik 'm helaas niet fraai op de foto kreeg. Uiteindelijk kwam er gelukkig toch nog een trein opdagen die me naar Leerdam bracht. Het was een lange dag, maar met leuke soorten.
Argusvlinder.
Bont Zandoogje.
Nog eens de Heivlinder.
En nog een keer het vrouwtje Keizersmantel.

zondag 27 juli 2014

27-07-2014: Oranje Luzernevlinder ook weer binnen

Mijn eerste Oranje Luzernevlinder voor 2014!
Vanmiddag besloot ik een eindje te gaan lopen door een ruig stukje land langs de Nieuwe Zuiderlingedijk tussen Leerdam en Heukelum. Dat pakte goed uit. Alledrie de koolwitjes vlogen er, Icarusblauwtjes, Bont Zandoogjes, Kleine Vossen, een Atalanta, een Argusvlinder én... een prachtige Oranje Luzernevlinder, mijn eerste van 2014 en een goeie om weer op de jaarlijst te hebben, want dat lukt niet ieder jaar. Gelukkig liet de luzernevlinder zich ook leuk fotograferen.
Zo kun je mooi zien dat het een Oranje Luzernevlinder is en niet een Gele.
Van luzernevlinders moet je indien mogelijk altijd even een plaatje maken met wat tegenlicht, want dan kun je pas goed zien of je met een Oranje of een Gele te maken hebt. Bij de Oranje zit zowel langs de boven- als de ondervleugel een dikke zwarte rand en bij de Gele alleen langs de bovenvleugel.
Leuk vond ik ook dat ik de Kustsprinkhaan weer eens bewust hoorde. Er zongen nog allerlei andere sprinkhanen, misschien ook Gouden Sprinkhaan, maar dat ga ik eerdaags nog even tot de bodem uitzoeken. Van de libellen zag ik drie Bruine Glazenmakers, vijf Paardenbijters, twee Gewone Oeverlibellen, enkele Lantaarntjes en Grote Roodoogjuffers, twee Steenrode Heidelibellen en een Bloedrode Heidelibel. De hele tijd werd ik muzikaal (nou ja) begeleid door een paar jonge Buizerds die constant aan het roepen waren.  Het was een erg leuke wandeling.
Bloedrode Heidelibel
En de Argusvlinder, die bij ons in de streek gelukkig nog redelijk algemeen voorkomt.

zaterdag 19 juli 2014

19-07-2014: Oostelijke Vos! En nog veel meer!

Mannetje Keizersmantel. Wat een prachtige vlinder is het toch!
Sinds vorige week is er een invasie aan de gang van de Oostelijke Vos in Nederland, een soort die nog nooit eerder in ons land werd vastgesteld. Ik keek al een tijdje naar hem uit, heb gisteren nog alle vlinderstruiken in Leerdam afgezocht, maar niets gevonden. Dus besloten Wiegert, Chris en ik vandaag om er maar een te twitchen: de vos bij Bunnik zat er al een aantal dagen en leek vrij makkelijk te scoren. Maar we hadden nog meer leuke insecten op het programma staan en eerst reden we vanmorgen naar de Amsterdamse Waterleidingduinen, ingang Oase, om daar te proberen een of meer Keizersmantels te vinden. Dat ging tamelijk voorspoedig. Na een korte waarneming vonden we even later een mannetje dat uitstekend meewerkte en graag op de foto ging.
Bovenzijde van het mannetje Keizersmantel.
Tijdens het zoeken naar de Keizersmantel vonden we nog meer leuke soorten: een Kleine Parelmoervlinder en een Zwartsprietdikkopje waren voor mij nog jaarsoorten. Ook (onder meer) Koevinkje, Bruin Zandoogje, Groot Dikkopje, Bruin Blauwtje, Grote Keizerlibel, Appelvink, IJsvogel en Zandhagedis werden gezien en, in het geval van de vogels, gehoord.
Intussen was de Oostelijke Vos weer gemeld en dat maakte ons een tikje onrustig. Toch gingen we eerst nog op doelsoort nummer twee af: het Locomotiefje, een zeldzame sprinkhaansoort. De naam van dit leuke diertje refereert aan het geluid dat ze maken, dat inderdaad lijkt op een naderende trein.
Een gezellig stel Locomotiefjes. Rechts het mannetje, dat regelmatig zong.
Het Locomotiefje komt maar op twee plaatsen in Nederland voor, nabij Santpoort en bij Zwolle. De goede plek vonden we zonder moeite en vervolgens bleken er minimaal een stuk of tien Locomotiefjes te zingen. We zagen er diverse en ze lieten zich ook nog fotograferen. Zo, dat was mijn jaarlijkse nieuwe sprinkhaansoort, dacht ik. Erg leuk!
Nadat we een tijdje hadden genoten van het Locomotiefje, reden we met gezwinde spoed naar camping De Boomgaard bij Bunnik, waar we de Oostelijke Vos hoopten te vinden.
De Oostelijke Vos zat gedurende ons verblijf vrijwel onbeweeglijk op z'n vaste berk.
Van de vriendelijke campingeigenaar kregen we direct toestemming om te gaan kijken en bij aankomst bleek de gewenste soort op z'n vaste plek, een berk, te zitten. Zo, dat was geluk hebben! We zijn er een uurtje geweest en gedurende ons verblijf zat de vos meestentijds doodstil met gesloten vleugels op de berkenstam. Slechts heel af en toe opende hij even zijn vleugels en sloot ze dan razendsnel weer. Je moest dus verdomd goed opletten om hem met open vleugels op de plaat te krijgen, maar gelukkig lukte dat een paar keer.
Pfjoew, gelukt! De Oostelijke Vos met geopende vleugels.
Hoewel de Oostelijke Vos soorttechnisch natuurlijk een spektakelstuk van de eerste orde is, viel er vandaag verder weinig aan hem te beleven. Na een uurtje hadden we de gewenste foto's en hadden we genoeg gezien. We reden naar ons laatste doelgebiedje van vandaag, de Gagelpolder-West, waar we onder meer de Zompsprinkhaan en de Groene Glazenmaker hoopten te zien.
Na een flink eind struinen door de bloedhitte (het werd vandaag ruim boven de dertig graden) bereikten we een veldje waar inderdaad veel Zompsprinkhanen zongen. Hopla, weer een nieuwe sprinkhaansoort! Groot was onze blijdschap toen de diertjes zich ook lieten zien en fotograferen.
Mannetje Zompsprinkhaan.
Onze zoektocht naar de Groene Glazenmaker was vergeefs. Misschien waren we nog iets te vroeg voor deze soort, hoewel hij al wel mondjesmaat wordt gezien. Maar we vonden wel Bloedrode - en Zwarte Heidelibel, die beide nog libellenjaarsoorten voor mij waren. Nog leuker was de Vroege Glazenmaker, waarvan we er vier zagen en die zich liet fotograferen! Ik had nog nooit zo'n zenuwenlijder voor mijn lens gehad, want meestal zie je ze alleen vliegend of hoogstens heel kort even hangend. Maar nu zagen we meerdere exemplaren die langdurig bleven zitten en dus prachtige fotomodellen waren.
Vroege Glazenmaker, eindelijk kreeg ik er een voor de lens!
Na het fotograferen van de Vroege Glazenmaker volgde de lange, hete terugtocht naar de auto met zijn heerlijke airco. Toen was het halverwege de middag, hadden we bijna alle doelsoorten binnen en was het veel te heet om verder nog inspanningen te leveren. Dus reden we volledig tevreden naar huis. Het was een prachtige natuurdag geweest.
Vroege Glazenmaker.
Zwarte Heidelibel.

donderdag 17 juli 2014

14 t/m 17-07-2014: Lekker weg in eigen land: Zuid-Limburg

Het feeërieke Boswitje, in Zuid-Limburg redelijk algemeen op bepaalde plaatsen.
De afgelopen vier dagen zijn Cilja en ik weer eens in Zuid-Limburg geweest om daar te genieten van alles wat de natuur daar te bieden heeft, en natuurlijk ook om heerlijk te eten, te drinken en zo verder. We logeerden zoals gewoonlijk in de gezellige herberg Oud Holset in Holset, een echte aanrader. Maandag 14 juli gingen we op weg en onze eerste stop was bij kasteel Sint Gerlach onder Valkenburg. In tegenstelling tot hetgeen was voorspeld regende het voornamelijk onderweg, maar eenmaal in Zuid-Limburg werd het gelukkig droog. Na een lekkere bak koffie met kersenvlaai liepen we een stukje. Cilja ontdekte een Zwarte Roodstaart, altijd een leuke soort. Toen ik een stukje het aangrenzende ruige gebiedje in liep, vond ik al snel de eerste vlinders en libellen: Icarusblauwtje, Distelvlinder, Bruin Zandoogje en enkele Weidebeekjuffers.
Het Geelsprietdikkopje had ik nog niet eerder voor de lens gehad in Nederland.
We deden een poging op de Europese Kanarie die regelmatig in het plaatsje Vilt wordt gehoord en gezien, maar hadden geen geluk. Vervolgens bezochten we een (voor ons) nieuwe plek: de Meertensgroeve ten noorden van Vilt. Dat was een schot in de roos. Wat een prachtig gebiedje! De zon kwam juist door en overal kwamen vlinders tevoorschijn, waaronder zeker tien Boswitjes en drie zekere Geelsprietdikkopjes. Van die laatstgenoemde soort kon ik mijn eerste foto's in Nederland maken. Een Wespendievenpaar vloog constant roepend over de groeve. Ik checkte wat libellen en vond onder meer de Gewone Pantserjuffer, veel Watersnuffels, Gewone Oeverlibellen en Grote Keizerlibel. Een andere bezoeker van de groeve vertelde dat hij zojuist Geelbuikvuurpadden had gezien, en was niet te beroerd om de plek te wijzen.
Geelbuikvuurpad!
Ik vond tot mijn grote vreugde inderdaad drie padden en kon er een op de (bewijs)foto zetten. Ik had ze juist als nieuwe soort in Bulgarije kunnen noteren en nu dus als nieuwe soort voor Nederland. Dat was nog eens een goed begin van ons Limburgtripje.
Maar het was nog niet klaar. Toen we uit de auto stapten op de parkeerplaats bij herberg Oud Holset zweefde er ineens een Rode Wouw boven ons, in gezelschap van een Wespendief! Het was niet voor het eerst dat de Rode Wouw ons kwam begroeten bij de herberg, een teken te meer dat dit een uitstekende plek is voor natuurliefhebbers om te verblijven.
Na een paar heerlijke koele pilsjes te hebben genuttigd ging ik nog even wandelen om een plek te checken waar ik weleens de Bosbeekjuffer had gezien. Onderweg vond ik Koevinkjes, die ook wel op de foto wilden, maar voor de juffer was het te laat: het beekje lag al helemaal in de schaduw.
's Avonds riepen vanaf het kerkhofje tegenover de herberg weer Vroedmeesterpadden. Het heerlijke geluid van het Klükske (zoals ze in het Limburgs heten) ging de hele nacht door.
Het Koevinkje wilde best op de foto.
Dinsdag 15 juli stond ik om zes uur naast mijn bed om een stukje te lopen in het Holsetterbos, altijd goed voor leuke vogelsoorten. Maar voor ik daaraan toe kwam, had ik een ontmoeting met een erg leuk zoogdiertje: de Bosmuis. Het was jaren geleden dat ik die had gezien, en bovendien bleef er eentje even zitten voor de foto:
Een Bosmuis bleef even naar me kijken van tussen de klimop, en ik naar hem (of haar).
Eenmaal boven (het is een hele klim van Holset het bos in) hoorde ik al snel de Middelste Bonte Specht roepen. Dat viel mee, want zo in het midden van de zomer had ik niet direct op hem gerekend. Ik liep een stukje en vond onder meer Vuurgoudhaan, Kuifmees, Geelgors en ook een zingende Kortsnavelboomkruiper, waarop ik in dit seizoen ook niet had durven rekenen. In het vroege voorjaar zijn zowel de specht als de boomkruiper nogal luidruchtig en vrij gemakkelijk te vinden in deze omgeving, maar op deze vijftiende juli bleek het ook niet erg moeilijk te zijn.
Er was vandaag wederom een mooie zonnige dag voorspeld, en wederom kwam er niets van terecht. Het bleef de hele dag bewolkt en bovendien waaide het nogal. Niet bepaald ideale omstandigheden voor vlinders, libellen en de Muurhagedis, die allemaal op het programma stonden.
Mannetje Icarusblauwtje. Je kunt de stippen op de onderzijde zien doorschijnen!
We besloten toch de Sint Pietersberg te proberen, want daar moesten de soorten vandaan komen die het hoogst op onze verlanglijst stonden: Kaasjeskruiddikkopje, Dambordje en Zuidelijke Oeverlibel. En daarnaast natuurlijk de 'normale' Pietersbergspecialiteiten zoals Klaverblauwtje, Bruin Dikkopje, Koninginnenpage en Boswitje.
We merkten al snel dat er zeer weinig actie was qua vlinders. Af en toe vloog er een Bruin Zandoogje op voor onze voeten of vloog er een witje langs, maar daarmee hield het wel zo'n beetje op. Toch vonden we nog een paar leuke dingen. Cilja vond een mooi Bruin Blauwtje, dat nog een jaarsoort voor mijn Nederlandse lijst was. Een mannetje Icarusblauwtje liet zich mooi fotograferen en we vonden aardig wat Blauwe Breedscheenjuffertjes tussen de vegetatie. Maar van onze doelsoorten geen spoor.
Bastaardkikker vertrouwt het niet en loert naar ons vanaf een stammetje.
Na een tijd vruchteloos zoeken besloten we dan ook maar om iets anders te proberen: de Muurhagedis. Daar waren we eigenlijk nog nooit echt op af geweest, terwijl hij toch gewoon op bepaalde plaatsen in Maastricht te vinden is. De plek met de grootste Muurhagedissendichtheid was dan ook ons doel. Maar terwijl we terugliepen, zag ik ineens een copula Gewone Oeverlibel op het pad zitten, en toen merkte Cilja een andere, geheel blauwe, oeverlibel op. Een mannetje Zuidelijke Oeverlibel! Yes, yes, yes! Toch nog succes!
Ik kon een paar bewijsplaatjes maken en begon aanvankelijk toch weer te twijfelen of het geen Beekoeverlibel was. Maar intussen ben ik 100% zeker van Zuidelijke, een nieuwe soort voor mijn Nederlandse libellenlijst.
Mannetje Zuidelijke Oeverlibel! Yes!
Ons Muurhagedissenuitstapje leverde helaas niets op. Die zal moeten wachten tot ons volgende bezoek aan Zuid-Limburg. Maar ach, een mens moet iets te wensen overhouden.
's Avonds riepen de Vroedmeesterpadjes weer bij de herberg en genoten we van een heerlijke maaltijd met koele biertjes respectievelijk wijntjes.
Woensdag 16 juli moest dan maar de Grote Dag worden. 's Morgens bleek inderdaad de zon te schijnen en de vele vlinders rond de vlinderstruiken bij de herberg waren al vroeg actief, een goed teken. Nog even checken op Oostelijke Vos, waarvan momenteel een invasie in ons land gaande is, maar helaas, die zat er niet in.
Het Boswitje, een van onze favoriete vlindersoorten. Een Boswitje kan je hele dag goed maken!
Vandaag ging het duidelijk stukken beter met de vlinders op de Sint Pietersberg. Het vinden van onze doelsoorten tussen (o.m.) de honderden Bruin Zandoogjes bleek echter een ander verhaal. Wel hadden we al snel weer twee vrouwtjes Zuidelijke Oeverlibel te pakken, die ook op de foto gingen. Langzaam maar zeker kwam de boel toch op gang. Een copula Plasrombouten vloog langs ons heen, maar was helaas niet terug te vinden voor een foto. Ik vond een Koninginnenpage die langzaam fladderend over het veld ging. Hij (zij?) was de enige van de hele trip. We vonden drie Boswitjes en Cilja vond opnieuw een Bruin Blauwtje.
Intussen had ik wel de plek gevonden waar zich hoogstwaarschijnlijk de Kaasjeskruiddikkopjes moesten ophouden. Die plek was te herkennen aan het feit dat de hele boel was platgewalst door het soort 'vlinderliefhebbers' waarvan er nu ook een paar dwars door het veld banjerden. Dan hoeft het voor mij dus niet. Wij zochten vanaf de paden naar het gewenste dikkopje, maar vonden het helaas niet. Volgende keer beter, denk ik dan maar.
Vrouwtje Zuidelijke Oeverlibel.
Van het Dambordje was al helemaal geen spoor te vinden. Later bleek dat er die dag eentje aan de noordkant van de berg was gezien, maar ja, daar waren wij dus niet.
Terwijl Cilja boven bij het weitje bleef zoeken naar het Kaasjeskruiddikkopje, liep ik snel even naar beneden om het libellenplasje bij de parkeerplaats - waar we nog nooit geweest waren - te checken. Onderweg had ik zeker vijf Boswitjes en eenmaal beneden hoorde ik dat er twee Bruin Dikkopjes bij de slagboom zaten. Die waren gauw opgesnord en ik kon ze zowaar nog op de foto krijgen ook.
Bruin Dikkopje.
Ik keek nog even over de plas en zag massa's juffers, maar te ver weg en ik had te weinig tijd om er Kanaaljuffers uit te vissen. Toen ik aan de terugweg naar boven begon, vloog er ineens een prachtig uitgekleurd mannetje Vuurlibel langs me heen! Dat was nog even een prachtige uitsmijter.
's Avonds riepen natuurlijk de Vroedmeesterpadden weer bij de herberg.
Vanmorgen, 17 juli 2014, was het alweer tijd om naar huis te gaan. Het waren weer heerlijke dagen geweest. Toen ik thuiskwam hing er de eerste Paardenbijter van het seizoen in de planten op ons dakterras.
Mijn eerste Bruinrode Heidelibel van 2014 liet zich ook zien op de Sint Pietersberg.
Het Groot Koolwitje op Rode Klaver.
Bastaardkikker.
En vooruit, omdat ze zo leuk zijn nog een Boswitje als toegift.