maandag 19 mei 2014

16 t/m 18-05-2014: Dutch Birding voorjaarsweekend!

Het Winterkoninkje liet zich leuk fotograferen bij de Horsmeertjes.
Afgelopen weekend vond wederom het Dutch Birding voorjaarsweekend op Texel plaats. Traditiegetrouw was ik, samen met vogelvrienden Koert en René, ook weer present. Ik vertrok op vrijdag 16 mei al vroeg met de trein naar Heemstede, waar bovengenoemde heren mij oppikten en we per auto verder noordwaarts gingen. Het weer was prachtig en dat zou het hele weekend zo blijven, dus na de drie tamelijk verregende voorgaande DB-weekenden was dat alvast mooi meegenomen.
Normaal gesproken zitten er ook op de route wel een paar leuke soortjes, en gaan we al scorend naar Texel, maar dat was dit jaar niet het geval. De Terekruiter die de avond voor vertrek nog bij Julianadorp zat, was vanmorgen alweer verdwenen. Wel maakten we een tussenstop bij De Putten bij Petten, waar we alvast de eerste gewone jaarsoorten oppikten, voor mij onder meer Zilverplevier en Grote Stern. Vanaf de dijk keken we over een spiegelgladde zee en op de dijk vloog een Argusvlinder die zich leuk liet fotograferen.
Argusvlinder op de dijk bij De Putten van Petten.
Daarna reden we naar de veerboot, waar we direct op konden rijden en zodoende stonden we al snel op het achterdek tussen de meeuwen te speuren die de boot altijd achtervolgen. Toen we bijna bij Texel waren zag ik weer een jaarsoort: de Eider. Het feit dat ik van het voorjaar nog niet echt aan zee was geweest, betaalde zich dit weekend uit in jaarsoorten.
Het eerste doel op Texel was de enige (vrij) zeldzame soort die er zich op dat moment bevond: de Morinelplevier. Die zaten er dan ook in flink aantal, in de omgeving van Bern. Het eerste groepje dat we vonden, van acht exemplaren, zat erg ver weg en was maar nauwelijks te herkennen. Maar even verderop vonden we er nog zeven, en die lieten zich beter bekijken. Later op de middag was er een groep van maar liefst 24 exemplaren te zien aan het eind van de Hoofdweg, en die zaten redelijk dichtbij. Morinellen in zomerkleed zijn bijzonder fraaie vogels, dus dat was genieten geblazen.
Een deel van de groep van 24 Morinelplevieren langs de Hoofdweg nabij Bern.
Zo, de eerste echt goeie soort was binnen en het was tijd om te gaan lunchen. Dat doen we traditiegetrouw in restaurant De Robbenjager, waar altijd veel vogelaars te vinden zijn. Na de lunch keken we een tijdje vanaf het nieuwe uitkijkpunt over het Renvogelveld. Er vlogen Huiszwaluwen rond en een tijdje speuren leverde twee Bosruiters op, die een jaarsoort waren, en ik vond een mannetje Noordse Kwikstaart, vrij ver weg, maar de mannen met de telescopen konden de determinatie bevestigen. Altijd een leuke soort om te zien, je komt hem hooguit een paar keer per jaar tegen.
Mannetje Krakeend bij het Renvogelveld.
Daarna gingen we de tuintjes in, op zoek naar leuke zangers of spannende overtrekkende beesten. Mijn eerste Hooibeestjes van het jaar lieten zich zien en we vonden ook een Kleine Vuurvlinder. Een mannetje Roodborsttapuit liet zich van nabij fotograferen, evenals een Konijn, die dit jaar zeer talrijk zijn, heb ik de indruk.
Ver weg, aan de overkant van het veld op het hekje, vonden we een van onze doelsoorten: het Paapje. Het liet zich helaas maar matig zien en er kwam ook geen tweede kans dit weekend. Maar oké, hij zat weer in de tas. Omdat er verder niet zoveel actie was in de tuintjes, besloten we naar Utopia te gaan om daar te zoeken naar onder meer Noordse - en Dwergstern.
Mannetje Roodborsttapuit in de tuintjes.
Een eind lopen bij Utopia leverde uiteindelijk een mooie, rustende Noordse Stern op die zich van vrij korte afstand mooi liet bekijken. De Dwergstern konden we hier niet vinden, wellicht mede omdat de kale schelpenstrandjes, die de Dwerg prefereert, aan het dichtgroeien zijn met vegetatie. Daarom reden we nog een stukje naar het zuiden, naar Ottersaat, waar we alsnog een fraai paartje Dwergsterns vonden. Zo, dat leuke sternenduo zat ook weer in de tas. Intussen was er de melding gekomen van een Zwarte Ooievaar die op diverse plaatsen op het eiland overvliegend werd gezien. We deden enkele dappere pogingen, maar slaagden er niet in de vogel op te pikken. Maar het feit dat later 's avonds werd gezien dat hij naar de grond kwam, stemde ons hoopvol voor de volgende dag.
We sloten de dag af bij de Robbenjager, waar ik er alsnog in slaagde het mannetje Engelse Kwikstaart te vinden, dat ik eerder vanmiddag had gemist.
Flink uit de kluiten gewassen Konijn in de tuintjes.
Op zaterdag 17 mei ging niet te vreselijk vroeg de wekker in Hotel Molenbos, kamer 32. Al snel kwam de melding dat de Zwarte Ooievaar werd gezien, aan de grond, rustend op een akker. We reden er met gezwinde spoed naartoe en vanaf de Stengweg konden we de Zwarte Ooievaar zien staan, eerst op z'n dooie gemak, later werd hij wakker, mede doordat hij nogal gepest werd door Scholeksters en Kieviten en er een tractor op de ernaast gelegen akker aan de slag ging. We zagen hem ook nog een stukje vliegen. Dat was nog eens een goed begin van de dag! En leuk dat de Zwarte Ooievaar een beetje een standaardsoort aan het worden is tijdens de Texelweekenden.
Grazende Grauwe Gans bij De Petten.
Leuk waren ook de zingende Nachtegalen, de Huiszwaluwen, de Braamsluiper, de constant roepende Koekoek, de Goudplevier die even naast de Zwarte Ooievaar ging zitten en de langsvliegende Sint-Jacobsvlinder.
Het was de hoogste tijd om te gaan ontbijten, wat weer een genot op zich is in Hotel Molenbos. Na het ontbijt besloten we, bij gebrek aan leuke meldingen, naar de Mokbaai te gaan om daar wat jaarsoorten op te halen.
In de Mokbaai wemelde het van de vogels, en nijver speurwerk leverde onder meer prachtige zomerkleed Zilverplevieren, Goudplevieren, Rosse Grutto's, Steenlopers, Bonte Strandlopers, Eiders én een Kanoet op, en die laatste was voor mij weer een jaarsoort.
Bij de parkeerplaats bij het pad tussen de Horsmeertjes was al enkele malen een Zomertortel gezien, die intussen best een lastige soort aan het worden is. Inderdaad: we hoorden de vogel vrijwel meteen zingen, maar in de kijker kwam hij jammer genoeg niet. We maakten een lange wandeling langs de Horsmeertjes en verder naar het zuiden, waarbij we onder meer twee Icarusblauwtjes tegenkwamen (mijn eerste van het jaar), evenals Argusvlinders, Hooibeestjes en twee Glassnijders, een libellenjaarsoort. Van de vogels lieten onder meer Bruine Kiekendief en Dodaars zich nog zien, maar verder was het nogal stil, en er kwamen ook geen meldingen binnen.
Vrouwtje Wilde Eend bij De Petten.
We besloten bij Waal en Burg te gaan kijken of we daar misschien de leukere strandlopers konden vinden en zowaar: naast een Kleine Plevier vond ik er een Temmincks Strandloper die zich mooi liet zien. Toen was het weer lunchtijd, dus reden we terug naar De Robbenjager. Onderweg zag ik vanuit de auto nog een mannetje Citroenvlinder.
Na de lunch waren er nog steeds geen meldingen anders dan die van Morinelplevieren en Witbuikrotganzen, welke laatste soort we ook al een paar keer hadden gezien dit jaar, zodat we naar Dorpzicht reden, altijd een goeie plek voor de Spotvogel.
Een Grauwe Vliegenvanger liet zich mooi bekijken bij Dorpzicht.
Een bonus was de Grauwe Vliegenvanger, die zich erg mooi liet bekijken en leuk liet fotograferen, ook al zat hij wat hoog. Intussen was er een heuse melding, van een overvliegende Kraanvogel. We deden, net als gisteren met de Zwooi, diverse pogingen om de vogel ergens op te pikken die jammerlijk faalden. Uiteindelijk kwamen nog terecht in de bossen bij Westerslag, waar we niet geheel onverwacht niets vonden, behalve een softijstentje, waar we een lekker ijsje haalden.
We sloten de dag weer af bij het Renvogelveld, waar we onder meer een man Kemphaan, een Groenpootruiter en vier Bosruiters zagen en waar een Scholekster, naar mijn gevoel dé nationale vogel van Texel, zich liet fotograferen.
Scholekster op het Renvogelveld.
Over fotograferen gesproken: zowel het weer als de vogels boden me dit weekend de mogelijkheid om mijn nieuwe toestel eens lekker te testen. En de resultaten vallen me niet tegen.
Toen de wekker de volgende ochtend ging, was het ineens alweer zondag 18 mei, de laatste dag van het vogelweekend. We hoopten dat er vandaag toch nog wat zeldzame soortjes gevonden zouden worden, door onszelf of door anderen. Nog voor het ontbijt liepen we alweer door de tuintjes, waar opnieuw weinig van trek te merken was, hetgeen ons niet optimistisch stemde voor wat betreft de zeldzaamheden waar we op hoopten. Maar dat zou toch nog alles meevallen vandaag. Er vloog een Boompieper over, en bij de eerste bosjes vond ik een mooi mannetje Blauwborst op de grond. Erg leuk, er was dus toch wel wát beweging geweest. Tapuiten en Roodborsttapuiten lieten zich weer mooi zien, en een Graspieper poseerde fraai voor de fotografen onder ons.
Fraai poserende Graspieper in de tuintjes.
We liepen helemaal naar achteren, naar de trektelpost, zagen nog een vaag, rossig, plusminus merelgroot beest wegschieten, maar die kwam niet meer tevoorschijn. Bij de trektelpost hoorden we een Sprinkhaanzanger. Over zee vloog vrijwel niets. Wel vonden we op het pad een Groentje, een vlindersoort waarvan ik wist dat ze op Texel voorkomen, maar die ik er nog nooit had gezien. Erg leuk, vooral omdat het Groentje zich ook nog liet fotograferen.
Groentje langs het pad door de tuintjes.
Daarna was het tijd voor het ontbijt en toen we daarmee bijna klaar waren, kwam er eindelijk een goeie melding door: een Roodkopklauwier bij Westerslag! Dat is een prachtige soort natuurlijk, dus nadat we de spullen hadden gepakt en hadden afgerekend, spoedden we ons naar de plaats des heils. En jawel, daar zat een prachtige Roodkopklauwier in de top van een meidoorn! De vogel liet zich langdurig en fraai zien, hoewel hij zich geleidelijk aan wat meer naar achteren verplaatste in het gebied. Intussen konden we ook nog genieten van een fraaie bonus in de vorm van een paartje Blauwe Kiekendieven, dat zich erg mooi liet zien. Een vogelsoort die erg is afgenomen in Nederland en die je niet vaak meer ziet, zeker de adulte mannetjes niet. Terwijl we zo stonden te genieten kreeg ik de volgende melding binnen: een Grauwe Klauwier langs de Smitsweg, een paar kilometer verderop! Laat het dan maar een klauwierendag worden, zeiden we tegen elkaar en we gingen onmiddellijk op weg. Na een paar spannende minuten kwam de vogel, een vrouwtje, ineens toch weer tevoorschijn en liet zich vervolgens een heel tijdje mooi zien.
Vrouwtje Grauwe Klauwier langs de Smitsweg.
Intussen waren er ook al twee Steltkluten gemeld op het Grote Vlak. Omdat we niet precies wisten waar dat was, reden we achter een andere vogelaar aan en kwamen tenslotte bij het bedoelde water aan, waar de aanwezige vogelaars ons echter meldden dat de Steltkluten waren weggevlogen. Jammer. We vonden er wel een paar mannetjes Zomertaling, ook altijd een leuke soort. We reden maar weer naar de Mokbaai en vonden daar ongeveer dezelfde soorten als gisteren. Maar toen werden de Steltkluten ineens toch weer gemeld: bij Ceres! Dus erop af, en jawel, daar stapten de Steltkluten door een moerassig plasje en met licht in de rug lieten ze zich, hoewel op afstand, toch erg mooi zien en ook nog fotograferen.
Mannetje Steltkluut bij Ceres.
Na een tijd genieten van deze altijd leuke soort was het zo'n beetje tijd om het weekend af te sluiten en huiswaarts te gaan. We dronken nog een kop koffie in Oudeschild en reden naar de boot, waar we zo op konden rijden. Na een lange reis per boot, auto en trein was ik om zes uur thuis, moe maar voldaan.
Waarom de Steltkluut Steltkluut heet.
Mijn metgezellen op de dijk bij de Putten.
Fazant in de tuintjes.

1 opmerking:

  1. heerlijk z,on vogelweekend met vrienden dat maakt het nog leuker en jullie hebben toch heel wat gespot.

    BeantwoordenVerwijderen