zaterdag 27 december 2014

27-12-2014: Jaaroverzicht 2014

De Sperweruil van Zwolle was ook in 2014 een hoogtepunt!
Zoals jullie je misschien nog herinneren, eindigde het vogeljaar 2013 zeer spectaculair. In november en december kon ik achtereenvolgens Sperweruil, Dwerguil en Swinhoe’s Boszanger toevoegen aan mijn Nederlandse lijst en de eerstgenoemde twee waren zelfs op wereldschaal nog nieuwe soorten voor me.
Welnu, januari 2014 ging geheel onverwachts op dezelfde voet verder. Op 02-01 kon ik misschien wel voor het laatst de Huiskraai op de jaarlijst noteren, want in 2014 is er helaas begonnen met het uitroeien van deze leuke soort en of er straks in 2015 nog een paar over zijn is de vraag.
Op 04-01 was het direct keihard raak. Chris en ik rolden de Sperweruil en de Dwerguil op voor de jaarlijst en konden daarna nog net op tijd aanschuiven om de Bonapartes Strandloper van de Vossemeerdijk op onze Nederlandse lijst bij te schrijven. Hier kwam ook nog een prachtige Zeearend overvliegen en later die dag, in de Oostvaardersplassen, vonden we er nog eentje en tevens een Klapekster.
Op 11-01 was het opnieuw kassa, want toen konden Wiegert en ik de Siberische Braamsluiper van Culemborg inrekenen, een recent van de Braamsluiper afgesplitste ondersoort die nu onder de soort Humes Braamsluiper valt, waarvan de determinatie later aan de hand van DNA werd bevestigd!
Een week later, 18-01, was het alweer raak. Tijdens een dagje Zeeland met Wiegert scoorde ik onder meer de ultrazeldzame Kaspische Plevier, alweer een nieuwe voor mijn NL-lijst! Die dag vonden we verder de Buffelkopeend van Barendrecht, Flamingo’s bij Battenoord, Zwarte Rotgans bij Serooskerke, IJsduiker langs de Brouwersdam en Parelduiker in de haven van Stellendam.
Voor de afwisseling hadden we dit jaar niet alleen de Buffelkopeend van Barendrecht, maar ook deze bij de Dijkwielen in Noord-Holland.
Twee dagen later kon ik met Wiegert de Bruine Klauwier van Azewijn bijschrijven, een soort die nog nooit eerder in ons land was gezien. En zo was mijn Nederlandse lijst binnen zestien dagen ineens vier soorten langer.
Op 25-01 was ik op pad met René en Koert en waren de Humes Bladkoning van Noordwijk, de twee Grote Piepers van de Dijkwielen en de Kleine Geelpootruiter van Vatrop aan de beurt. Op die laatste plek zagen we ook nog een Witbruikrotgans. Bij Petten vonden we die middag na intensief zoeken vier Dwergganzen.
Zo, dat was nog eens een mooie eerste maand van het jaar!
In februari bezocht ik op 19-02 opnieuw de Bruine Klauwier, deze maal met Chris.
Op 24-02, tijdens een middagje Biesbosch met Cilja, kon ik de eerste Cetti’s Zanger van het jaar en de Slechtvalk aan de jaarlijst toevoegen.
Op 26-02 bleken er nog minstens twee Huiskraaien over te zijn in Hoek van Holland...
Op 01-03 leverde een dagje oosten des lands met Wiegert onder meer Middelste Bonte Specht en Kortsnavelboomkruiper op. Nu we toch in de buurt waren, bezochten we de Bruine Klauwier weer even en bij Ochten konden we een Roodhalsgans bijschrijven.
Ook een hoogtepunt was deze bijzonder leuke, tamme Kleine Geelpootruiter bij Vatrop.
Op 02-03 kon ik middels een snelle eenmansactie een langverwachte soort aan mijn Nederlandse lijst toevoegen: de Siberische Tjiftjaf. Deze zat al even in een tuin in Hardinxveld-Giessendam en een kort uitstapje per trein was voldoende om de vogel te zien, te horen en te fotograferen.
Op 05-03 was er een (ontsnapte) Kwak bij het dierentuintje van Beesd. Tien dagen later, op 15-03, leverde een dagje Maasvlakte met René en Koert onder meer de lang verblijvende Arendbuizerd op en een Ruigpootbuizerd, alsmede vele Rouwkwikstaarten. Bij Vlaardingen werd een mannetje Ringsnaveleend ingerekend.
In april kwamen de vlinders los en in het voorjaar en de zomer heb ik daar veel tijd in gestoken. Maar op 12-04 had ik wel een mooie vogeldag in de Biesbosch met René en Koert, met onder meer veel Cetti’s Zangers, een Roerdomp, twee Zwartkopmeeuwen, twee baltsende Zeearenden, twee Reuzensterns en een man Amerikaanse Wintertaling.
Op 19-04 slaagden Chris, Wiegert en ik erin om op de Holterberg nog een of twee mannetjes Korhoen te zien, alsmede een Beflijster.
De rest van de maand bracht ik in de streek door, vlinders, libellen en vogels fotograferend met mijn nieuwe fototoestel.
Op 01-05 deed ik een treintwitchje naar een Ortolaan die ten noorden van Utrecht zat. Het was alweer een tijd geleden dat ik die soort in Nederland had gezien. Op 03-05 dipten Wiegert en ik de Steppeklapekster van de Maasvlakte, maar tikten we wel de Zwarte Ibis van Nieuw-Lekkerland binnen.
Het was weer een goed jaar voor de Zwarte Ibis in Nederland. Wanneer zouden ze hier gaan broeden?
Het Dutch Birding Voorjaarsweekend (van 16 tot 18-05), dat ik traditioneel met René en Koert bezocht, leverde ook weer de nodige soorten op. Dit jaar waren er veel Morinelplevieren, een Zwarte Ooievaar, een Roodkopklauwier, een Grauwe Klauwier en twee Steltkluten.
Op 25-05 hadden Wiegert en ik een heerlijke all round natuurdag op de Kampina, met onder meer twee nieuwe libellensoorten (Beekrombout en Noordse Witsnuitlibel) en ook een Kraanvogel.
Juni leverde geen spectaculaire vogelsoorten op, maar stond geheel in het teken van mijn vlinderreis naar Bulgarije, die heel veel nieuwe vlindersoorten (en ook een paar nieuwe libellensoorten) opleverde.
Een van de topsoorten tijdens mijn reis naar Bulgarije: de Apollovlinder.
Een paar daagjes ertussenuit naar Zuid-Limburg met Cilja leverde vogelgewijs Rode Wouw en Wespendief op, en ook Middelste Bonte Specht en Kortsnavelboomkruiper en natuurlijk veel mooie vlinder- en libellensoorten, zoals Boswitje, Zuidelijke Oeverlibel, Bruin Dikkopje en Geelsprietdikkopje! Bovendien zag ik er mijn eerste Geelbuikvuurpadden voor Nederland.
19-07 had ik een top-insectendag met Chris en Wiegert. We zagen onder meer Keizersmantel, Locomotiefje, Oostelijke Vos (van deze soort, die voordien nooit in Nederland was vastgesteld, was er dit jaar een invasie) en Zompsprinkhaan.
Een groot deel van de zomer bracht ik al vlinders – en libellen fotograferende door, maar op 20-08 vogelden Chris en ik in Zeeland en op de Zuidhollandse eilanden en zagen onder meer een Zwarte Zeekoet langs de Brouwersdam en een Kuifaalscholver op Neeltje Jans.
Op 28-08 kon ik bij Everdingen de Visarend inrekenen voor de jaarlijst.
Op 06-09 was er een Zwarte Ooievaar nabij Vianen, in de eigen regio dus. Die liet zich mooi fotograferen. De rest van de maand vogelde ik niet veel.
De Oostelijke Vos, de spectaculairste vlindersoort die ik dit jaar in Nederland zag.
Op 08-10 treinde en fietste ik naar een soort die de potentie leek te hebben om de soort van het jaar te worden: een Witkruintapuit te Oegstgeest! Later werden de verwachtingen toch wat bijgesteld toen bleek dat de vogel nogal wat schade aan z’n pootjes had opgelopen. Maar het was sowieso een fantastisch mooie vogel!
Van 10 t/m 12-10 was er het Dutch Birding Najaarsweekend. Op de heenweg haalden we de Witkruintapuit op voor mijn metgezellen René en Koert en ook de Buffelkopeend die bij de Dijkwielen zat. Ditmaal was de Bladkoning erg goed vertegenwoordigd op Texel. We zagen er maar liefst vier. Ook was er een adulte Geelpootmeeuw bij Oudeschild, een onvolwassen mannetje Steppekiekendief, een waarschijnlijke Turkestaanse Klauwier (die weer een nieuwe soort voor NL voor me zou zijn) en bij die laatste een luid roepend overvliegende Roodkeelpieper. Als krenten waren er ook nog Grote Pieper, Waterpieper, Zwarte Rotgans en Slechtvalk.
Op 24-10 leverde een dagje Maasvlakte met Chris en Wiegert een hoop regen op, maar ook mijn tweede Siberische Tjiftjaf.
De Witkruintapuit van Oegstgeest, in potentie een van de topsoorten van het jaar.

In november was er weinig tijd om te vogelen, maar op 30-11 hadden Wiegert en ik een fantastisch ochtendje met de eerste Afrikaanse Woestijngrasmus voor Nederland, en ook weer de Witkruintapuit, die nog steeds in Oegstgeest verbleef.
Ook in december was er niet veel tijd om erop uit te gaan, en bovendien was het weer tamelijk hopeloos met veel wind en regen. Toch viel een afspraak op 21-12 met René en Koert samen met een aardige dag weer en zodoende wisten we een vrouwtje Grote Zee-eend en en mannetje Witoogeend aan de jaarlijst toe te voegen.
Een speciale vermelding verdient ook de Bruine Winterjuffer waarvan ik dertien dagen lang mocht genieten op ons eigen dakterras. Hij kreeg zelfs een naam van ons: Bruno. Helaas zorgde een dag met uitzonderlijk slecht weer ervoor dat hij op dag veertien niet meer terug te vinden was...
Bruno de Bruine Winterjuffer was een fantastisch fotomodel.

zondag 21 december 2014

21-12-2014: Oudejaarsvogelen

De Grote Zee-eend, een leuke jaarsoort.
De laatste tijd is er weinig van vogelen gekomen, maar vandaag had ik een afspraak met René en Koert voor ons traditionele 'oudejaarsvogelen'. Het oudejaarsvogelen levert bijna altijd op de valreep van het jaar nog een paar soortjes voor de jaarlijst op.
Omdat we dit jaar op een zondag moesten vanwege mijn werkzaamheden in de galerie en de treinenloop vanuit Leerdam op zondag tamelijk hopeloos is, hadden we besloten maar iets in deze omgeving te doen. Ik had een leuke route samengesteld met allemaal mooie jaarsoorten voor mijn metgezellen en ook een paar voor mijzelf. Echter, aanvankelijk zat het niet erg mee. In totaal dipten we drie verschillende Steenuilen, twee Ransuilenplekken bleken die naam niet meer waardig te zijn, een Velduil die gisteren bij het Geofort zat was onvindbaar, evenals de Kwak van Culemborg en de Pontische Meeuw van De Waaij.
Een lekker hapje voor de Grote Zee-eend.
Nou, dat was een lekker begin, maar niet heus. We besloten naar Houten te rijden, waar op de Rietplas gisteren een Grote Zee-eend was gevonden en die was voor ons alledrie nog een jaarsoort. En jawel, toen we er tegen het middaguur arriveerden was het eerste succes van de dag eindelijk een feit: de vogel zat keurig op z'n plek en liet zich leuk fotograferen, hoewel het licht te wensen overliet. Intussen was het lunchtijd en aangezien de lunch, ook altijd een belangrijk onderdeel van het Oudejaarsvogelen is, zochten we onderweg naar onze volgende doelsoort een restaurantje op waar de traditionele kroketten met brood prima smaakten en waar we verhalen uitwisselden over gemaakte tochtjes en de vogelreisjes die voor 2015 staan gepland.
Mannetje Witoogeend.
Daarna reden we naar onze laatste doelsoort voor vandaag: het mannetje Witoogeend dat al een tijdlang bij Jaarsveld huist. We parkeerden de auto en liepen terug naar de dijk, waar je over het gebiedje kon kijken. Gelukkig werkte dit fraaie eendje ook goed mee, zodat ik vandaag toch nog twee jaarsoorten wist binnen te tikken.
Zo werden we vandaag gered door de eenden. Want ook een Steenuilenplek die we op de terugweg bezochten was verlaten. Al vrij vroeg waren we weer terug in Leerdam en we spraken af om in het nieuwe jaar de traditie van het Nieuwjaarsvogelen in ere te houden. In het nieuwe jaar is het veel makkelijker om met een hele berg jaarsoorten thuis te komen, ook al zijn het soms niet de meest zeldzame. We kijken er al naar uit. Laat 2015 maar komen!

zondag 30 november 2014

30-11-2014: Noordafrikaans ochtendje

Jaaaa!!! De Afrikaanse Woestijngrasmus in the pocket!
Ik zat me al de hele week te verbijten. Wat wil het geval? Op 25 november jl. werd bekend dat er al op 12 november langs een slootje tussen de weilanden bij Alphen aan den Rijn een Afrikaanse Woestijngrasmus was ontdekt. De vogel leek op dat moment weg, maar werd de dag daarop teruggevonden. Dat was dus op woensdag, en ik kon er op zijn vroegst op zondag (vandaag dus) naartoe. De Afrikaanse Woestijngrasmus is niet alleen een nieuwe soort voor Nederland, maar ook voor noordwest Europa. Maar het allerbelangrijkste: hij was een gloednieuwe soort voor mij, zowel voor mijn Nederlandse - als mijn wereldlijst. Een bezoek aan de weilanden van de Gnephoek bij Alphen aan den Rijn was dus dringend gewenst!
Verenpakje poetsend en een stofbad nemend op een bruggetje.
Maar gelukkig, de vogel bleef zitten en vanmorgen om half acht vertrok ik met Wiegert naar de polder Gnephoek. Drie kwartier later waren we ter plaatse en ploeterden we met twee andere vogelaars door de drassige wei- en akkerlanden richting de plek waar de vogel gisteren was gezien. In de verte stonden al mensen te kijken bij een paar bosjes waarin de vogel soms slaapt, dus dat was onze bestemming in eerste instantie. Maar net toen we enigszins waren vastgelopen in het complex van land en slootjes hoorden we achter ons iemand fluiten. We liepen erheen en - allemachtig! Daar zat het kleine opdondertje in de slootkant! Veel eenvoudiger had het niet kunnen zijn.
Helaas was het echt vreselijk donker, mistig weer, en van de vele foto's die ik desondanks heb gemaakt zijn er maar enkele een beetje toonbaar. Maar goed, de bewijsplaatjes zijn er in ieder geval.
Jammer van het donkere weer, maar toch ben ik blij dat er nog iets toonbaars bij zit.
Na een tijdje in de slootkanten te hebben gefourageerd, vloog de vogel een stukje, zat even op een hekje en ging in een andere slootkant zitten. Niet veel later kwam het leukste moment: hij ging vlak voor ons op een betonnen bruggetje zitten poetsen en nam daarbij gelijk een Huismus een lekker zand-/stofbad.
Nou, dat was allemaal bijzonder soepeltjes gegaan en er was nog tijd over. Omdat Wiegert de Witkruintapuit, ook al zo'n Noordafrikaanse woestijnbewoner, nog niet had, besloten we om die nog even op te zoeken. Want die is nog steeds op z'n post aan de Clusiushof te Oegstgeest. De Witkruin was vrij snel gevonden en liet zich ondanks het steeds donkerder wordende weer toch aardig fotograferen. Het blijft een prachtige vogel om naar te kijken en hij weet zijn kostje heel goed bij elkaar te scharrelen. Eenmaal zagen we hem een worm vangen en opeten. Ik hoop dat beide woestijnsoorten op de officiële Nederlandse lijst zullen belanden, maar ook als dat niet zo is heb ik van allebei deze vogels bijzonder genoten!

zaterdag 22 november 2014

22-11-2014: Novembervlinders

Dagpauwoog, vanmiddag op ons dakterras.
Het is bijzonder zacht voor de tijd van het jaar, en dat vertaalt zich in het aantal vlinders dat nog actief is. Het zijn vooral de vlindersoorten die als imago (volwassen vlinder) overwinteren die nu gezien worden. Als het zonnetje even schijnt en de temperatuur wordt enigszins aangenaam, kun je al gauw een paar vlinders vinden. Zoals de Dagpauwoog, die vandaag ons dakterras bezocht, of de Atalanta, die dat gisteren deed. Het blijft een vreemde gewaarwording, vlinders in november!
Atalanta, gisteren op ons dakterras.

zaterdag 1 november 2014

01-11-2014: Bizar toeval

Het moet niet gekker worden!
Het was vandaag heerlijk weertje natuurlijk, maar ik moest de galerie bemannen dus van op stap gaan kwam het niet. Dan maar lekker buiten zitten op ons fraaie dakterras met uitzicht en hopen dat er nog leuke vogels of andere beestjes zouden verschijnen. Ik zat vanmorgen al vroeg in de startblokken om vogeltrek te kijken en uiteraard keek ik uit naar de Zwarte Roodstaart die gisteren mijn bestaan zo had veraangenaamd. Maar helaas: de vogel leek verdwenen. Tot ik vanmiddag om een uur of half vier ineens het roodstaartje weer zag zitten, bovenop ons dak. Hét roodstaartje? Niet dus, want zoals je zelf kunt vaststellen aan de hand van bijgaande fotos: dit was duidelijk een mannetje met z'n zwarte gezicht! Nou ja zeg, wat een ongelooflijk toeval. Tot gisteren nog maar eenmaal eerder een Zwarte Roodstaart gezien vanaf ons dakterras en nu twee dagen achter elkaar een ander exemplaar!
Er waren nog meer leuke verrassingen vandaag, zoals 35 overtrekkende Kleine Rietganzen, een soort die ik nog maar eenmaal eerder had op ons dakterras. Ook kon ik nu met zekerheid vaststellen dat er twee Grote Gele Kwikstaarten huizen in het havengebiedje van Leerdam.
Er was vanmorgen best veel trek, voor dakterrasbegrippen, zoals 114 Grauwe Ganzen, 72 Vinken, 361 Spreeuwen, 86 Houtduiven en verder nog onder meer Veldleeuweriken, Koperwieken, Zanglijsters en Kramsvogels. Ook nog twee Dagpauwogen en een overtrekkende Atalanta op deze 1e november, die aanvoelde als een mooie meidag.
Het is een jongetje!

vrijdag 31 oktober 2014

31-10-2014: Zwarte Roodstaart en lekkere trek

Een Zwarte Roodstaart zat de hele dag rond ons huis vandaag.
Ons dakterras zit vol verrassingen de afgelopen dagen. Twee dagen geleden een Sperwer en toen ik vanmorgen naar buiten stapte zag ik op ons dak een vogeltje vliegenvangerachtige capriolen uithalen. Een Zwarte Roodstaart! Erg leuk, want die hebben we hier niet vaak. De vogel bleef de hele dag in de omgeving van ons huis rondhangen en ving ijverig insecten.
Het was lekker weer en omdat ik toch bollen moest planten en het dakterras een beetje moest fatsoeneren kreeg ik een aardige indruk van de vogeltrek vandaag. Het was een goeie dag, met veel lijsterachtigen (flinke groepen Kramsvogels en om de haverklap Koperwieken en Zanglijsters, en eenmaal een Merel), een prachtige groep van 77 Aalscholvers in V-formatie, veel Vinken, Graspiepers, Veldleeuweriken, Houtduiven en een paar Sijzen en Kepen.
Een of twee Grote Gele Kwikstaarten hangen al een tijdje rond in de haven van Leerdam; om de haverklap komt er weer eentje overvliegen.
Het kostte wat moeite, maar aan het eind van de dag liet de Zwarte Roodstaart zich mooi fotograferen, en ook een Turkse Tortel ging er nog even lekker voor zitten.
Zwarte Roodstaart op de uitkijk naar insecten.
Turkse Tortel alert...
... en relaxed.

woensdag 29 oktober 2014

29-10-2014: Drama op dakterras!

R.I.P. Turkse Tortel...
Vanmorgen vroeg hoorden Cilja en ik vanuit de slaapkamer al een vreselijk kabaal van alarmerende Eksters en Kauwen. Nu gebeurt dat weleens vaker, als er bijvoorbeeld een kat rondloopt of iets dergelijks, en een blik uit het raam leverde geen nadere informatie op. Maar toen ik een halfuurtje later wat brood wilde strooien op ons dakterras bleef ik bij de deur stokstijf staan. Vlak voor me zat een prachtig mannetje Sperwer op het terras! Maar was had -ie daar nou in z'n klauwen? Nee he, toch niet een van onze Turkse Torteltjes, dacht ik, maar helaas: dat was precies wat meneer aan het plukken was.
Een Ekster probeerde tevergeefs de Sperwer weg te jagen en van mij trok hij zich niets aan, terwijl ik toch vlakbij de glazen schuifpui stond op nog geen tien meter van 'm af. Ik riep Cilja, die bleef kijken terwijl ik mijn fototoestel van boven haalde. Gelukkig zat -ie er nog toen ik terugkwam en kon ik door het ietwat beregende glas een paar plaatjes schieten voordat de Sperwer de Ekster (en ons?) zat werd en met het torteltje in z'n klauwen wegvloog.
Behalve ons vaste, vrolijke Turkse Tortelpaar zat er ook al een aantal dagen af en toe een jonge tortel op ons dakterras die niet helemaal fit leek. Misschien dat die nu ten prooi is gevallen aan de Sperwer. Mij restte in ieder geval niets anders dan het bloedbad dat de Sperwer achterliet op te ruimen: een vracht veren, ingewanden, bloed en poep...

vrijdag 24 oktober 2014

24-10-2014: SibTjif, jagers en regen

Als een muis kroop de Siberische Tjiftjaf door de begroeiing.
Het was al een tijd geleden dat Wiegert, Christiaan en ik een dagje samen hadden gevogeld, maar vandaag zou het er weer eens van komen. We besloten naar de Maasvlakte te gaan om daar eerst wat over zee te kijken (de afgelopen dagen waren erg goed geweest voor zeevogels), de Siberische Tjiftjaf te scoren die daar al een tijdje zit en ongetwijfeld zouden we andere leuke dingen vinden of zouden die er ontdekt worden, want de Maasvlakte is erg goed voor zeldzaamheden de laatste tijd.
Dat was de theorie. De praktijk was echter dat het onderweg al begon te regenen en dat de regen met intensieve en minder intensieve perioden bleef aanhouden tot we het rond het middaguur van narigheid het maar voor gezien hielden.
We liepen al vroeg over de dijk ter hoogte van het luzerneveld en keken wat er vloog. Dat was niet veel. Een Oeverpieper kwam er nog wel uit, we vonden een paar Merels, een Zanglijster en een groepje Spreeuwen trok langs. Verder was het rustig. We keken over zee en vonden daar drie zeer verre jagers, waarvan soortgewijs geen chocola te maken was. Een vierde jager kwam dichterbij langs en werd intuïtief en op jizz voor een Middelste Jager gehouden, maar bewijs daarvoor in de vorm van harde veldkenmerken kon helaas niet worden geleverd.
Het hoogtepunt van de ochtend werd gevormd door de Siberische Tjiftjaf die ik tijdens het aflopen van de greppel achter de brandweerkazerne terugvond. Het was een erg leuk beestje, dat totaal niet schuw was maar bijna geen seconde stil zat. Hij sloop en kroop als een muisje door de lage vegetatie en kwam soms tot op een halve meter van ons. Soms liet hij zijn kenmerkende piepkuikenroepje horen. Helaas drensde het van de motregen op dat moment en van fraaie foto's kwam dan ook weinig terecht. Toch nog een plaatje bijgevoegd dat een goede indruk geeft van hoe we de SibTjif vanmorgen hebben gezien.
Op de terugweg probeerden we nog de Koereiger terug te vinden die gisteravond bij Lexmond was gezien, maar die werkte niet mee. Rond half twee waren we alweer thuis. Jammer van het weer, maar het was niet anders. Gelukkig hadden we nog die leuke Siberische Tjiftjaf!

maandag 13 oktober 2014

10 t/m 12-10-2014: Dutch Birding Najaarsweekend

Eerst nog even de Witkruintapuit gescoord voor mijn metgezellen.
Voor je het weet is het weer herfst en staat het Dutch Birding Najaarsweekend voor de deur. Er was heel aardig weer voorspeld en we hadden er zin in. Vrijdag 10 oktober treinde ik in alle vroegte naar Leiden, waar René en Koert al stonden te wachten. Omdat zij de Witkruintapuit nog niet hadden, reden we eerst naar Oegstgeest, want de discussie omtrent de vogel gaat alle kanten op en je kunt 'm maar beter gewoon in de tas hebben. Eenmaal ter plaatse hadden we de vogel binnen tien minuten te pakken, fraai poserend op het dak van een schuurtje. Dat leverde ook nog een paar leuke foto's op.
We gingen snel verder, richting de kop van Noord-Holland, waar langs de Noorderdijkweg bij de Dijkwielen al een tijdje een vrouwtjestype Buffelkopeend aanwezig is dat alle papieren dik in orde heeft om te worden aanvaard door de CDNA. Aangezien ik tot dan toe alleen de Barendrechtvogel had, leek het me voor de zekerheid wel lekker om ook deze op de lijst te hebben. En jawel, de vogel werkte erg goed mee. Hij was zeer beweeglijk, was de hele tijd aan het duiken en aan het heen en weer vliegen.
De Buffelkop liet zich leuk fotograferen.
Vaak zat de vogel vlak langs de kant en dat gaf de aanwezige fotografen de kans om leuke plaatjes te schieten.
Nadat we een tijdje hadden genoten van dit eendje reden we verder naar Den Oever, waar de laatste dagen Poelruiter en Rosse Franjepoot waren gezien en waar nu een Grauwe Franjepoot was gemeld. Maar helaas, we hadden er geen geluk. Afgezien van een paar Baardmannetjes en een overvliegende Grote Gele Kwikstaart was er weinig te beleven.
Dan maar direct door naar Texel, meer in het bijzonder naar restaurant De Robbenjager, want het was intussen alweer lunchtijd en een bak koffie ging er ook wel in. Na de lunch liepen we een stukje bij de Robbenjager richting reddingsboothuisje, want langs deze weg was een Bladkoning gezien, een traditionele DB Najaarsweekendsoort die beslist op de lijst van iedere Texelganger moet voorkomen. Voorlopig echter was er nog geen spoor van de Blako, en we keken maar een tijdje vanaf het nieuwe uitkijkpunt 'Robbenjager', een mooie rustige plek waar we onder meer konden genieten van een fraaie Waterpieper, enkele Tapuiten en een Roodborsttapuit.
Winterkleed Kievit (zie schubtekening op de mantel) bij uitkijkpunt 'Robbenjager'.
Na een tijdje liepen we terug en jawel, daar hoorde ik de Bladkoning roepen. In totaal riep hij zeker een keer of tien, maar helaas kwam hij niet uit het onoverzichtelijke, dichte struikencomplex waarin hij zich bevond.
We besloten een poging te doen op de Geelpootmeeuw van Oudeschild, omdat die voor ons alledrie nog een jaarsoort was. We zochten de hele haven van voor naar achter af, maar vonden 'm niet. Ineens toch sensatie: de melding van een Steppekiekendief in de omgeving van De Slufter. Natuurlijk gingen we er als een speer op af, maar het mocht niet baten. Een tijd wachten samen met een hele groep andere vogelaars leverde niets op. Later beseften we dat we op de verkeerde plaats hadden gestaan, de vogel was nog een tijdje aanwezig geweest bij de Haneplas terwijl wij stonden te wachten. Jammer. Zo begon Texel rustig, daar kon ook de in de schemer overvliegende Houtsnip boven De Koog niets aan veranderen.
Deze eerste kalenderjaar Kleine Mantelmeeuw kwam even om de hoek kijken tijdens het zeetrektellen.
Op zaterdag 11 oktober ontbeten we om acht uur in ons Hotel De Branding in De Koog. De Steppekiek werd alweer vroeg gemeld, maar overvliegend en het leek ons vrij zinloos om achter dat beest aan te gaan karren. Dus reden we naar de Westerslag om de dag aan zee te beginnen. Daar liep het lekker met de vogels. Om de haverklap vlogen er Roodkeelduikers naar zuid, evenals vele groepen Zwarte Zeeëenden. Ook de Rotgans liet zich niet onbetuigd en van de Jan-van-Gent, die voor mij nog een jaarsoort was, zagen we vijf fraaie exemplaren. Vier Grote Sterns kwamen ook langs en evenzovele mannetjes Eider. Hoogtepunt werd echter gevormd door een fraaie Kleine Jager, die even op het strand tussen de meeuwen kwam zitten en daarna door vloog naar zuid.
De Kleine Jager van paaltje 15.
Intussen was het lichtjes gaan regenen en van lichte regen ging het geleidelijk aan naar hevige regenval. Daarom besloten we naar Oudeschild te rijden om vanuit de auto nog een poging te doen op de Geelpootmeeuw. Het regende echter zo erg toen we er aan kwamen dat we besloten om eerst maar voor een kop koffie te gaan in een koffietentje met uitzicht op de plek waar de Geelpootmeeuw die morgen alweer was gemeld.
Ik speurde de aanwezige meeuwen op de vlonders af en het duurde niet lang voordat ik een goeie kandidaat in de kijker had. Telescoop er even op en jawel, daar zat -ie dan met z'n gele poten en z'n witte kop. We konden rustig aan de koffie tot het ophield met regenen.
Het werd gelukkig na een halfuurtje weer droog en omdat we de Geelpoot graag wilden fotograferen liepen we om naar de vlonder. Maar ook de meeuwen waren blij dat het weer droog was en ze vlogen op en over de dijk voordat we ook maar in de buurt kwamen. Dus gingen we ook maar aan de andere kant van de dijk kijken en ja hoor, daar zat de Geelpootmeeuw in een groepje met enkele bevriende meeuwensoorten.
De Geelpootmeeuw van Oudeschild.
Leuk waren ook de vele Grote Mantelmeeuwen in de haven van Oudeschild, een Oeverpieper en de over de vlonders rennende Steenlopers.
Langs de oostkant van Texel reden we weer noordwaarts. Bij Ottersaat en Wagejot vonden we wat steltjes voor de triplist, maar niet de Zwarte Rotgans die hier zou zitten. Er kwamen diverse meldingen binnen dat de Steppekiek min of meer ter plaatse zou zijn in de omgeving van de Buitenmuy. We besloten erop af te gaan, parkeerden bij paal 21 en liepen vandaar westwaarts. Terwijl we dat deden werden we attent gemaakt op het feit dat er bij de Jan Ayeslag een 'Isabelklauwier' was ontdekt! Zo werden we voor een lastige beslissing gezet: eerst Steppekiek of toch eerst maar weer de klauwier. Het werd de klauwier, die even later bij mij doorkwam als Daurische ('lastig, aan determinatie wordt gewerkt').
Waarschijnlijke Turkestaanse Klauwier, Jan Ayeslag.
Met gezwinde spoed reden we naar de plaats des heils waar een enorme hoeveelheid voertuigen langs de kant van de weg duidelijk maakte dat het hier om een serieuze soort ging. Hóe serieus precies hoorde ik pas ter plekke, toen Paul Cools me vertelde dat de klauwier nu werd gemeld als Turkestaanse! Dat zou een nieuwe soort voor Nederland betekenen. Intussen liet het onderwerp van discussie zich bijzonder mooi zien, poserend boven in struikjes. Als er zo'n zeldzaamheid wordt ontdekt zie je ook pas hoeveel mensen er eigenlijk op Texel aan het vogelen zijn. Er stond bij deze vogel zeker 150 man en er kwamen nog steeds mensen bij toen wij alweer terugliepen naar de auto. Op dit moment zijn de meningen verdeeld over de identiteit van de vogel. De meesten houden het op Turkestaanse, maar er zijn ook vogelaars die toch denken dat het een Daurische is. Het is lastige materie, maar er zijn veel goede foto's gemaakt dus de CDNA zal hierover te zijner tijd ongetwijfeld een wijs oordeel kunnen vellen.
(Even een Buffelkopplaatje tussendoor).
Terwijl we zo stonden te genieten van de waarschijnlijke Turkestaanse Klauwier, vloog er ineens een luid roepende Roodkeelpieper over ons heen! Wat een fantastische 'bijvangst'! Het was alweer jaren geleden dat ik een Roodkeelpieper in Nederland had.
Dik tevreden reden we naar De Robbenjager voor een welverdiende late lunch. Toen die erin zat besloten we een rondje om de Robbenjager te lopen. De Waterpieper was nog ter plaatse bij het uitkijkpunt, de Blako liet zich niet horen en een Waterral zat te roepen. Bij het reddingsboothuisje zagen we een groep vogelaars staan en daar bleek een Bladkoning te zitten die zich af en toe heel leuk liet zien. Dat was Blako nummer twee van het weekend. Er zaten er héél veel deze keer, het lijkt wel of het er ieder jaar meer worden. Er kwam ook nog een Sperwer langsvliegen die veel paniek veroorzaakte en even ter plaatse bleef zitten.
Een pracht van een Zwarte Ruiter nabij Zeeburg.
We reden nog even naar Zeeburg, om te zien of we daar die Zwarte Rotgans konden vinden. In het kanaaltje langs de weg zagen we een schitterende Zwarte Ruiter en een Witgat staan, waarvan vooral die eerste zich fraai liet fotograferen ondanks z'n zenuwlijdersgedrag. Bij Zeeburg was er geen gans te bekennen, zodat we naar de tuintjes reden om de daar aanwezige Blako's aan de triplist toe te voegen. Een van de vogels liet zich regelmatig op een prachtige manier zien en zelfs fotograferen. Jammer dat het vrij donker weer was en het een superbeweeglijk vogeltje betreft, maar hij staat herkenbaar op de foto:
Blako nummer drie, in de Tuintjes.
Paniek! De Steppekiek werd weer gemeld, min of meer ter plaatse langs de Oorsprongweg en omgeving. Maar helaas was de rakker ons weer te snel af: we kwamen tien minuten te laat. We bleven nog een tijd staan wachten langs de Oorsprongweg, zagen nog vier Watersnippen naar zuid overvliegen (het was vandaag trouwens toch een dag met sterke trek!), maar de kiek kwam niet meer tevoorschijn. Zodat we uiteindelijk afdropen naar ons hotel in De Koog. Het was toch een prachtige dag geweest.
De ochtend van zondag 12 oktober zag er mooi uit, met een zonnetje en wat sluierbewolking en nauwelijks wind. En tijdens het ontbijt werd de Steppekiekendief alweer gemeld uit de omgeving van de Oorsprongweg. We besloten er nu keihard op af te gaan en niet te rusten voordat we de kiek in the pocket hadden. Aangekomen bij de Oorsprongweg het vertrouwde beeld: een heleboel speurende vogelaars, maar geen Steppekiek in zicht.
Witgat nabij Zeeburg.
Een fraaie Slechtvalk die eerst aan het jagen was en later op het land zat, maakte wel iets goed, maar niet alles. Maar zie: er werd geroepen dat de Steppekiek iets verderop langs de weg zat en de hele stoet aan auto's zette zich in beweging om een stukje verderop weer tot stilstand te komen. En jawel, daar zat -ie dan, rustig met een prooi op de grond: de Steppekiekendief, een eerste kalenderjaar mannetje. Het was pas mijn tweede in Nederland, de eerste had ik enkele jaren geleden eveneens op Texel tijdens een DB Najaarsweekend. Nu hij eenmaal was gevonden liet de kiek zich heel mooi en langdurig bekijken, eerst zittend en etend van een prooi, later op- en wegvliegend omdat hij door een Buizerd van zijn maaltijd werd beroofd en nog even later prachtig dichtbij langsvliegend (helaas ging het net te snel om een foto te kunnen maken).
Pfjoew! Die was ook binnen, en toen iemand riep: 'Zwarte Rotgans' en wij gingen kijken en er inderdaad zo'n beest in de groep Rotjes bleek te zitten die even verderop langs de weg zat, waren de zaken onder controle want waren we soortgewijs zo'n beetje helemaal bij.
(Nog een Buffelkopintermezzo).
Helemaal? Nee, toch niet, maar daar kon iets aan gedaan worden. Er werd een Grote Pieper ter plaatse gemeld op de dijk achter Zeeburg. Toen wij er aankwamen zat de vogel al (erg) ver weg, maar later in de middag konden we hem vanaf de andere kant van de dijk (bij het 'bliksembeeld') van veel dichterbij aanschouwen. Geen jaarsoort, maar toch erg leuk om hem weer eens te hebben met een Texelweekend.
De koek raakte een beetje op. We besloten naar de tuintjes te gaan om te trachten een van de Blako's daar te fotograferen met mooi licht en hoopten intussen op een overvliegende IJsgors. Maar hoewel een Bladkoning zich weer fraai liet zien en horen, kwam hij niet zo dichtbij dat hij fotogeniek werd en de IJsgors liet het ook afweten.
Omdat het ontzettend druk was in de Robbenjager liepen we eerst nog een rondje bij Dorpszicht, waar een Slechtvalk over ons heen vloog, een Waterral riep en nog twee Bonte Zandoogjes rondfladderden. Daarna terug naar de Robbenjager om te lunchen en aangezien er daarna geen interessante meldingen meer waren en de reis terug naar huis nog lang was, besloten we naar de veerboot te gaan.
Op Den Helder stapte ik op de trein en tegen half zeven stapte ik in Leerdam weer uit na een prachtig Dutch Birding Najaarsweekend.

woensdag 8 oktober 2014

08-10-2014: Witkruintapuit!

De Witkruintapuit van Oegstgeest poseerde mooi vanmorgen.
We hebben het de laatste tijd erg druk gehad met de inrichting van de nieuwe galerie, zodat er van vogelen niet veel is gekomen. En dan zit je voor je het weet weer midden in de trektijd en duikt er ineens ergens een spektakelstuk op dat je eigenlijk niet mag missen. Twee dagen geleden werd er ineens een Witkruintapuit gemeld uit een woonwijk in Oegstgeest. Omdat het de eerste voor Nederland was, kon de vogel op een grote toestroom van vogelaars rekenen. Toch rezen er direct al twijfels: de Witkruintapuit is een standvogel van woestijnen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en het verenkleed van de vogel was in een slechte conditie. Ook lijkt er iets mis met een of twee tenen van de vogel.
De vogel bevond zich vanmorgen langdurig op en bij de grond op het speelplaatsje.
Maar de optimisten wijzen erop dat het verenkleed weliswaar verre van pico bello is, maar dat de rui aan beide vleugels synchroon loopt, dat de staartveren gaaf zijn en dat een vogel die in 2010 in Duitsland en Denemarken is gezien (en aanvaard) er ook ongeveer zo uitzag terwijl isotopenonderzoek aan deze vogel toch een zuidelijke herkomst aantoonde. Ik zal eerlijk zeggen dat ik er niet erg veel vertrouwen in had toen ik de eerste vluchtfoto's van het beestje zag. Ik ben er dan ook niet meteen op af gestormd. Maar goed, na een paar dagen begint de twijfel toch te knagen en bovendien: het is natuurlijk gewoon een mooie vogel en je kunt maar beter aan de goede kant van de discussie staan, zoals vogelaars in dit soort gevallen altijd zeggen.
Op een muurtje...
Dus stond ik vanmorgen om vijf uur op, om de trein van tien voor zes te pakken. De reis ging vlotjes en in Leiden aangekomen haalde ik een OV-fiets op en fietste verder naar de Clusiushof in Oegstgeest, een tochtje van een minuut of tien. Intussen was de spanning toch wel opgelopen, want als je er dan toch bent wil je dat beest ook zien natuurlijk. Ik zocht met twee andere vogelaars de omgeving af en na een minuut of tien zag ik 'm ineens aan komen vliegen en gaan zitten op een van de richeltjes onder de daken van de flatjes. Zo, die was alvast binnen. Maar het werd nog veel mooier, want terwijl veel anderen de vogel hoofdzakelijk ver weg op de daken zien zitten, landde hij vanmorgen op de grond in het speeltuintje om daar langdurig te blijven rondscharrelen.
Op de leuning van een bankje...
Aanvankelijk was het nog erg donker, maar langzamerhand werd ook het licht wat beter en konden er aardige foto's worden gemaakt. Ik vermaakte me een uur vrijwel onafgebroken met de vogel en toen hij op een zeker moment weer de hoogte opzocht, hield ik het voor gezien. Nu is het dus afwachten wat de CDNA (Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna) ervan gaat zeggen. Maar hoe dan ook was het een welbestede ochtend met een fraaie vogel.
Op de grond (dat zand moet 'm bekend voorkomen als het goed is!)
Op een krukje...
En tenslotte weer op het muurtje.

zaterdag 20 september 2014

20-09-2014: Een paar dakterrasplaatjes

Een van de vele Kruisspinnen op ons dakterras.
Tot aan zojuist was het nog altijd zomers. Nu trekken er regen-, hagel- en onweersbuien over en vanaf morgen wordt er koeler weer voorspeld. De afgelopen tijd is er door allerlei omstandigheden weinig van vogelkijkuitstapjes gekomen, maar ik fotografeer iedere dag wel wat op ons dakterras. Daarom hier een kleine selectie van vandaag.
Een mannetje Argusvlinder bezoekt de asters.
De Bruine Winterjuffer is voor de 12e dag op rij aanwezig.
Twee Dagpauwogen verlekkerden zich aan de asters vandaag.

donderdag 18 september 2014

18-09-2014: Bruno's tiende dag!

Bruno aan zijn slaaptakje 
Voor wie zich afvraagt of Bruno de Bruine Winterjuffer nog steeds op ons dakterras zit: ja hoor, vandaag was hij voor de tiende dag op rij aanwezig. Hier wat foto's van de afgelopen dagen.
Mooie ogen.
Dauwdruppels aan z'n ellebogen.