donderdag 24 oktober 2013

24-10-2013: Lekker dagje Maasvlakte met potentiële nieuwe ondersoort voor Nederland

De enige foto die ik vandaag heb kunnen maken: de Buizerd die niet de Arendbuizerd is maar er vaak mee wordt verward.
Het was vandaag opnieuw heerlijk najaarsweer met weinig wind, een zonnetje en tegen de twintig graden. Christiaan en ik besloten vandaag 'gewoon' een lekker dagje te gaan vogelen zonder half Nederland te hoeven afrijden voor bijzondere soorten. Om een uur of half tien arriveerden we op het meest westelijke puntje van Nederland op Maasvlakte 2 en daar stopten we om wat over zee te kijken en om Velduilen te vinden. Die huizen hier alweer een tijdje, ze zitten gewoon tussen de stenen langs de dijk. Maar eerst keken we even over zee en vonden vier Oeverpiepers op de blokken voor de kust en twaalf Dwergmeeuwtjes die langsvlogen. Leuk. We liepen een stukje noordoostwaarts en het duurde niet lang of er vloog vlak voor onze voeten een Velduil op. We konden 'm prachtig volgen terwijl hij een rondje vloog boven zee en een eind verderop weer naar de dijk terugkeerde, waar hij ging zitten en direct door een Zwarte Kraai werd gepest. Na een tijdje werd het de uil te gortig en vloog hij opnieuw op, om nog een stuk verder weer te landen. We liepen nog een stukje die kant op, maar de Velduil bleef verder onvindbaar.
We liepen terug en stootten een Slechtvalk op die onderaan de dijk zat, misschien gewoon te rusten, misschien met een prooi. Hoe dan ook, ook dit was een leuke waarneming. Over zee kijkend werd het nog leuker, want na een naar noord vliegende Parelduiker (en nog enkele ongedetermineerde duikers), ontdekte ik vrij dichtbij, laag boven het water een Noordse Stormvogel, die serietjes snelle vleugelslagen afwisselde met langere glijvluchten en af en toe mooie boogjes maakte. Duidelijke kruisvorm, dikke witte kop, smalle grijze vleugels en witte staart. Dat was erg leuk, want ik had al in geen jaren een Noordse Stormvogel gezien, niet sinds ik in Leerdam woon tenminste. Maar we waren er nog niet. Een vrouwtje Smelleken kwam langsgevlogen, leek de zee op te vliegen maar besloot uiteindelijk toch terug te keren en vloog zowat over onze hoofden weer de Maasvlakte op. Even later begonnen de Jan-van-Genten te lopen, we kwamen tot vijf stuks, vandaag alleen adulte exemplaren.
Toen het rustiger werd op zee besloten we het zogenaamde luzerneveld en de bosjes op de oude vuurtorenvlakte te onderzoeken. We vonden een paar Tapuiten, veel erg schuwe Koperwieken en Zanglijsters, een Kramsvogel en wat overtrekkende Veldleeuweriken en Vinken, alsmede één overtrekkende Boomleeuwerik. Waarop we na enige tijd besloten om de Arendbuizerd nog eens met een bezoek te vereren, in de hoop hem beter te zien dan de laatste keer. Maar op een van de paaltjes op het veld zat wel de lichte Buizerd die vaak voor Arendbuizerd wordt uitgemaakt, maar niet onze grote vriend zelf. Wel kwamen we Rob Halff en Vincent Hart tegen, die vanmorgen een (mogelijke) Vale Braamsluiper (ondersoort halimodendri) hadden in een complex van de bosjes op de oude vuurtorenvlakte dat wij hadden overgeslagen. Omdat dit nog een nieuwe ondersoort voor ons zou zijn, reden we terug en na enig zoeken hoorden we tegelijkertijd een braamsluiperroepje en even later hadden we de Vale Braamsluiper in de kijker. Hij was niet makkelijk, zat vaak op de grond tussen de begroeiing, maar liet zich ook een paar keer open en bloot zien. Toen vielen de relatief bruine bovendelen op, waarvan het achterhoofd en de nek het lichtst waren. De kop was tot onder het oog bruingrijs, zonder de donkerder oorstreek van de 'gewone' Braamsluiper. Er zat duidelijk wit in de staart, maar de exacte hoeveelheid was niet vast te stellen. Wel waren de onderdelen, met uitzondering van de witte kin en keel, vuilwit met een bruinige zweem. De onderste helft van de oogring was wit, snavel en poten zwart. De vogel riep regelmatig. Omdat er nog veel onduidelijk is over de herkenning van de oostelijke ondersoorten van de Braamsluiper is het niet echt mogelijk om de determinatie 100% zeker rond te krijgen, maar Rob heeft goeie foto's gemaakt en wellicht is determinatie in de toekomst wel mogelijk.
Tenslotte bezochten we nogmaals de plek waar de Arendbuizerd pleegt rond te hangen, maar vonden 'm wederom niet. Gaf niet, het was een heerlijke vogeldag geweest!

Naschrift: op basis van de roep was de braamsluiper achteraf waarschijnlijk toch een Siberische Braamsluiper (ssp. blythi).

dinsdag 22 oktober 2013

22-10-2013: Een paar leuke soortjes oprollen

De Zwarte Zeekoet aan de maaltijd.
Het was vandaag prachtig weer, zo'n twintig graden met een zonnetje erbij, en er zitten een paar leuke zeldzaamheden in het land die er bij wijze van spreken om vroegen om getwitcht te worden: de Zwarte Zeekoet van IJmuiden en de Daurische Klauwier die al een paar dagen bij Waverhoek zit. Dus gingen Wiegert en ik vanmorgen op pad om beide soorten in te rekenen. In de zeekoet hadden we wel vertrouwen, want die zit er al zo lang dat het wel gek moest lopen wilde hij toevallig vandaag weggegaan zijn. Maar de klauwier was gisteren weggepest door een paar vervelende jochies en was daarna niet meer gevonden. Eerst dus maar naar IJmuiden en de eventuele melding afwachten van de klauwier.
De bonus kwam als eerste: een fotogenieke Sneeuwgors!
Om kwart voor tien waren we bij de Zuidpier. Via de duintjes wilden we naar de pier lopen, maar zie, daar zat al een leuk vogeltje op ons te wachten: een erg tamme Sneeuwgors. Die ging vanzelfsprekend even op de foto. Na een paar minuten zong de Sneeuwgors een kort riedeltje, riep en vloog weg met een paar Graspiepers. Wij liepen verder door de duintjes naar de pier, maar kwamen niet veel tegen. Wel trok het lekker, met piepers, Spreeuwen, Veldleeuweriken en Vinken vooral.
Zelden zo'n voorbeeldig fotomodel voor de lens gehad als deze Zwarte Zeekoet.
Gisteren was de Zwarte Zeekoet steeds bij het eerste torentje gezien, maar daar zat hij nu niet. Speuren vanaf dat punt leverde ook niets op, dus liepen we de pier verder af. Onderweg kwamen we twee Kanoeten tegen, altijd leuk, de onvermijdelijke Steenlopers en ook drie stuks van de Oeverpieper, die nog een jaarsoort voor mij was. Juist toen we er een hard hoofd in kregen, merkten we voorbij de bocht een aantal fotografen op die tussen de blokken hingen en jawel, daar dreef onze Zwarte Zeekoet! Helaas nog wel een eindje weg, maar na een kwartiertje wachten en kijken vloog de zeekoet op een ging vlak langs de pier fourageren. Zo wilden we 'm hebben. De vogel dook erg actief en verplaatste zich snel oostwaarts langs de pier, richting vasteland en dat deden dus ook de aanwezige fotografen.
Steeds dichter langs de kant zwom onze Zwarte vriend.
Zoals je aan de foto's al wel kunt zien, slaagde zelfs ik met mijn simpele compactcameraatje erin om leuke foto's van de Zwarte Zeekoet te maken. Het was echt puur genieten van deze heerlijke vogel. Ik heb ook nog een (heel) kort filmpje gemaakt, dat kun je bekijken door deze link aan te klikken.
We hadden alles aan de Zwarte Zeekoet gezien en intussen was tot onze grote vreugde de Daurische Klauwier weer gemeld, dus begaven we ons richting auto en reden naar het gebiedje De Ronde Venen bij Waverhoek, de plek waar we afgelopen voorjaar het Kleinst Waterhoen zo fraai hebben gezien. Het was nog een eindje lopen het gebied in, maar de Daurische Klauwier zat er nog, weliswaar op flinke afstand, maar met de telescoop resp. mijn 15x Swarovski toch erg leuk te zien. De klauwier was erg actief en liet regelmatig zijn mooie roodbruine staart zien. Voor de foto was -ie te ver weg, hoewel, als je heel erg goed kijkt kun je 'm op onderstaand flutplaatje vinden...
Zoek de Daurische Klauwier.
Na een tijdje genieten gingen we maar weer eens huiswaarts. De score was vandaag weer 100%, zoals vaker dit jaar.
Hieronder nog een paar plaatjes van de Sneeuwgors en de Zwarte Zeekoet.
De Sneeuwgors tankt even bij.
Je ziet z'n rode pootjes zitten.
De zoveelste duik.

dinsdag 15 oktober 2013

12 t/m 14-10-2013: Dutch Birding Vogelweekend

Vogelaars bij de bergfluiter. De andere helft stond aan de overkant, op de plek vanwaar ik deze foto maakte...
Traditiegetrouw hadden Koert, René en ik twee nachtjes gereserveerd bij Hotel Molenbos op Texel gedurende het Dutch Birding Vogelweekend. We konden dit jaar niet op vrijdag vertrekken, wat helemaal niet zo erg was, want vrijdag was het verschrikkelijk rotweer. Ook dat is helaas traditie aan het worden, dat het tijdens het DB Vogelweekend vreselijk slecht weer is. Zaterdagochtend 12 oktober treinde ik dus naar Heemstede, waar Koert en René me zouden oppikken en vanwaar we eerst de spectaculaire groep Zwarte Ibissen die bij Castricum huisde zouden bezoeken, om daarna naar het eiland af te reizen. Maar zie, zaterdagochtend bleek het weer helemaal niet zo beroerd te zijn: het was bewolkt en koud, maar droog en bijna windstil en voordat ik Heemstede bereikte werd de Struikrietzanger gemeld die op donderdag was gevonden bij de Volharding en die op vrijdag om 09:10 voor het laatst was gezien. We hadden er niet meer op gerekend dat die zou worden teruggevonden! Voor mij was hij een nieuwe voor Nederland en voor René en Koert zelfs nog een totaal nieuwe soort. Dus gooiden we het plan om en reden eerst naar Texel. We konden zo de boot op en een half uurtje later stonden we bij de Volharding, waar een grote groep vogelaars was samengedromd voor de Struikrietzanger, een klein bruin onaanzienlijk vogeltje dat een droog, klikkend roepje voortbrengt. De Struikrietzanger had er zin in: hij liet zich zeer regelmatig zien, soms helemaal open en bloot, en bracht frequent zijn roepje ten gehore. Zo, dat konden we gerust een vliegende start noemen, de (ook al) traditionele nieuwe soort voor Nederland zat direct al in de tas. Terwijl we naar de Struikriet stonden te kijken vloog er een prachtige Velduil over ons heen die de stemming er nog meer in bracht. Na een dik uur genieten besloten we verderop te gaan. Als er één soort is die wat ons betreft bij het DB Vogelweekend hoort, is het wel de Bladkoning en die gingen we zoeken op de camping Sluftervallei, wat altijd een goede plek is voor die beestjes. Lang hoefden we niet te zoeken. We stapten de auto uit, zagen een paar vogelaars staan kijken en toen we erbij gingen staan kwam er binnen een paar seconden een prachtige Blako vol in het kijkerbeeld. Het beestje liet zich even schitterend bekijken en riep ook een paar keer. Zo, dat was ook alweer vlotjes gegaan. We liepen nog een stuk over het fietspad dat langs de camping loopt en noteerden een paar Kepen, Zwartkoppen en veel Zanglijsters en Koperwieken. Toen begon het lichtjes te regenen en werd het tijd voor een welverdiende lunch in restaurant De Robbenjager, ware het niet dat ons twee vogelaars tegemoet kwamen die meldden dat een stukje verderop een Klapekster zat. Die was nog een jaarsoort voor ons alledrie, zodat we ook die kant maar op liepen in de langzaam intensiever wordende regen. Maar het was niet voor niets: na een tijdje zoeken vond ik de Klapekster terug, weliswaar ver weg op het veld, maar door de telescoop mooi te zien. Terwijl we naar hem keken vloog een Atalanta door de regen langs ons heen.
We arriveerden nogal natgeregend bij De Robbenjager, maar daar konden we lekker een tijdje opdrogen en genieten van de waarnemingen van deze ochtend en van de lunch.
Tamme Heggenmus bij de Tuintjes.
Gelukkig werd het weer droog en na de lunch begaven we ons naar Dorpszicht, waar een Grauwe Klauwier zou zitten. Een klauwier is altijd leuk, dus die wilden we graag zien. Na enig zoeken vond ik hem, zittend in een haag en af en toe naar de grond en weer omhoog vliegend. Net toen we er genoeg aan hadden gezien werden we weggestuurd door de terreinbeheerder. We bleken op verboden terrein te zijn beland zonder dat we dat in de gaten hadden. Op de terugweg zagen we het inderdaad: een groen bord (groen associeer je normaal gesproken met 'toegestaan') met daarop in grote letters 'Natuurreservaat', maar daaronder in kleine lettertjes 'verboden toegang'. Nou ja, het maakte niet meer uit, de klauwier zat in de tas en we besloten even bij Waal en Burg te gaan kijken of we nog leuke steltjes aan de lijst konden toevoegen. Er zaten daar veel Kemphanen, Watersnippen, Bonte Strandlopers, Bontbekplevieren en Goudplevieren, wat natuurlijk altijd leuke soorten zijn om te zien. Maar er kwam een melding binnen van maar liefst ZEVEN Grote Piepers ter plaatse in de Slufter. Dus reden we met gezwinde spoed die kant op en liepen nog een eind door het mulle zand om bij de juiste plek te komen, waar we van een paar vertrekkende vogelaars hoorden dat het onbegonnen werk was, en dat leek er inderdaad sterk op, de omvang en onoverzichtelijkheid van het veld waarin de piepers waren geland in aanmerking nemende. Niettemin wilden we er wel wat tijd insteken, ware het niet dat Herman van den Brand met nog een paar vogelaars kwam aanrennen en in het voorbijgaan riep dat er een bergfluiter ('misschien Balkan!') bij de Tuintjes was ontdekt. Tja, first things first: Balkanbergfluiter zou voor mij een nieuwe voor Nederland zijn en voor mijn metgezellen een totaal nieuwe. Dus de pas erin en over het mulle zandpad weer terug naar de auto en hopla! naar de Tuintjes gereden waar een steeds groter wordende groep vogelaars al stond te kijken. Eerst dartelde er een Vuurgoudhaan door de topjes van de struiken, een Beflijster riep en kwam achter ons langs vliegen en toen, jawel, daar was hij: een heuse bergfluiter. Met kleine letter, want tot aan het moment van schrijven is nog niet duidelijk of het een Westelijke of een Balkanbergfluiter betreft. De meningen zijn verdeeld omdat de vogel qua uiterlijk meer op Westelijke zou lijken, terwijl vleugelformule en een opgenomen geluid waarvan niet zeker is dat het van de vogel zelf komt, op Balkan zouden wijzen. Ik ben bang dat we op een definitieve soortbepaling nog wel even moeten wachten.
Vogelaars, wachtend op de Stovjes die nooit kwamen...
Veel tijd om over de soortstatus van de bergfluiter te filosoferen hadden we niet, want er kwam een melding van een Stormvogeltje binnen, dat bij de Westerslag was opgepikt en richting noord vloog. En toen een tweede Stormvogeltje! Het effect van deze meldingen op de aanwezige vogelaars was niet gering: de hele massa rende via de kortst mogelijke route naar zee of naar wat hun het beste punt leek om over zee te kijken. Ook wij maakten dat we aan de rand van het water kwamen, en dat was nog een verrekte lange wandeling, want het strand is op dit punt behoorlijk breed. Enfin: uiteindelijk stond een hele horde vogelaars aan de rand van de zee opgesteld om de beide Stovjes te verschalken zodra ze binnen kijker- dan wel telescoopbereik zouden komen. Vervelend was wel dat het allemaal erg lang ging duren en dat het begon te regenen, steeds harder begon te regenen, waarna steeds meer vogelaars onverrichterzake afdropen. Ook wij begonnen in de stromende regen aan de lange terugweg en kwamen uiteindelijk drijfnat en zonder Stovje bij de auto aan. Het was intussen ook goeddeels donker, zodat we naar het hotel reden om op te drogen, waarna we een hapje gingen eten bij restaurant Het Bikkelement, dat helaas duidelijk aan kwaliteit heeft ingeboet sinds de laatste keer dat we er waren. Maar het was een prachtige, enerverende dag geweest en daar dronken we een paar lekkere biertjes op.
Toen we de volgende ochtend vroeg wakker werden, was het druilerig weer en het waaide hard. Weer voor bikkels. Derhalve begaven we ons naar de Tuintjes, om te zien of we de bergfluiter konden terugvinden of dat er misschien andere leuke dingen te zien waren. Het laatste stuk weg naar de tuintjes, inclusief de wegbermen, was bezaaid met Zanglijsters en Koperwieken die blijkbaar zo uit zee waren neergevallen op het eerste stukje land dat ze tegenkwamen. Een indrukwekkend gezicht. Toen we in de Tuintjes aankwamen was het nog nauwelijks licht, het waaide steeds harder en de regen werd steeds intensiever, zodat we na een halfuurtje toch maar besloten om eerst te gaan ontbijten en daarna verder te zien.
Pontische Meeuw, Westerslag. Een van de weinige vogels die te fotograferen waren met het donkere en druilerige weer.
Na het ontbijt regende het nog steeds en de wind woei hard uit oostelijke richtingen. We bedachten dat we bij de Westerslag achter de strandtent uit de wind en enigszins beschut tegen de regen konden staan, en wie weet wat er over zee voorbij zou komen met dit barre weer. Toen we er arriveerden stond het er stampvol met vogelaars. Reden: er was alweer een Stormvogeltje gemeld vanmorgen, waarvan wij de melding om een of andere reden (waarschijnlijk: geen bereik) niet hadden doorgekregen. We sloten aan bij de immer groeiende groep vogelaars en inderdaad: hier kon je lekker uit de wind staan en vreselijk nat werden we ook niet, zodat het goed uit te houden was achter het koffiehuis. Groepen Zwarte Zee-eenden vlogen heen en weer, er dreef een verre Zeekoet op het water die nog een jaarsoort voor mij was en her en der kwamen snuiten van Grijze Zeehonden tevoorschijn om even later weer onder water te verdwijnen. Iemand zei dat er een Pontische Meeuw op het strand zat en jawel: die zat er en liet zich erg fraai zien en zelfs fotograferen. Dat was fijn, want met dat akelige donkere, regenachtige weer was het me nog niet gelukt om een fatsoenlijke vogelfoto te maken. Het Pontje bleef de hele ochtend aanwezig op het strand, tot vermaak van de vele vogelaars. Er werd 'IJsduiker' geroepen en inderdaad, er vloog een giga-duiker over zee naar zuid, met trage vleugelslag en een joekel van een snavel. Een hoogtepunt was de Houtsnip die laag boven het water vanuit zee kwam vliegen, pal richting kust en een hele tijd door ons kon worden gevolgd. De snip is ongetwijfeld in het eerste het beste stukje begroeiing neergeploft.
Maar hoe er ook werd gespeurd, Stormvogeltjes werden niet gezien. Wel werd er een keer een over zee vliegende lijster voor een Stovje aangezien. Er vlogen erg veel lijsters over zee trouwens, je snapt niet dat die beesten niet wat prettiger weer afwachten om te trekken.
Het werd almaar gekker met de meldingen: iemand kwam vertellen dat er een albatros langs een Duits waddeneiland was gevlogen, een waarneming die was gedaan door een serieuze vogelaar. Een albatros! Die wilden we natuurlijk wel hebben, maar hoewel ineens de Jan-van-Genten begonnen te lopen slaagden we er niet in een albatros waar te nemen. Van de Genten kwamen er een stuk of tien voorbij, zowel adulte als eerste winters. Sommige waren erg fraai te zien omdat ze dicht langs de kust kwamen. Er vloog een eerstejaars Noordse Stern langs, altijd leuk, en twee Kleine Jagers, die weer een jaarsoort waren. Een van de jagers kwam bijna over het strand gevlogen en zat nog een tijdje een Kokmeeuw achterna.
Grijze Roodstaart, op de rand van vrijvliegende staat.
Rond twee uur 's middags raakte de koek een beetje op en gingen we lunchen in het restaurantje waartegen we de hele ochtend uit de wind hadden gestaan. Hier namen we de Grijze Roodstaart waar, een prachtige vogel die helaas veel teveel in gevangenschap wordt gehouden, waardoor hij in wilde staat erg zeldzaam is geworden. Gelukkig zat deze Grijze Roodstaart strak in z'n verenpak, iets wat bij papegaaien in gevangenschap vaak anders is.
Maar goed, na een overheerlijke uitsmijter was de wind aangewakkerd tot storm en de regen tot het niveau 'zondvloed', zodat we maar één ding konden bedenken: vanuit de auto langs de oostrand van het eiland rijden en daar de plasjes afzoeken. Dat leverde allemaal niet veel op, zodat we uiteindelijk maar besloten om het voor gezien te houden. Het was toch een onderhoudende vogeldag geworden met een aantal leuke waarnemingen.
Op maandag 14 oktober was het weer droog en de wind was flink geluwd, zodat we met het eerste licht weer in de tuintjes naar de bergfluiter en - heel belangrijk - naar de gisteren gemelde Siberische Tjiftjaf stonden te zoeken. Die SibTjif moet ik nog altijd hebben. Het is een ondersoort van de Tjiftjaf die mogelijk nog eens afgesplitst gaat worden. Maar al ons getuur en dat van de vele tientallen vogelaars die met ons stonden te zoeken leverde niets op, zodat we maar gingen ontbijten. Na het ontbijt gingen we weer terug, omdat er een Dwerggors ter plaatse zou zitten. Maar die bleek niet meer te zijn teruggevonden. De bergfluiter was kort door een paar mensen gezien, maar sindsdien niet meer. Het was duidelijk: de koek begon op te raken. Er kwam nog een melding van een Dwerggors, in de buurt van de trektelpost in de Tuintjes, maar hier troffen wij alleen Rietgorzen aan en - heel leuk - een mannetje Geelgors aan. We besloten om de Zwarte Ibissen van Castricum maar eens te gaan opzoeken en het weekend daarmee af te sluiten. We reden naar de veerboot, waarachter ook nu weer géén Zwartkopmeeuw of een andere leuke soort vloog. Eenmaal aan de vaste wal zetten we koers naar de ibissenplek, maar het viel nog niet mee om daar te komen. Uiteindelijk lukte dat, na veel omrijden en een eind lopen, natuurlijk toch, en het was de moeite waard.
Zeven van de tien Zwarte Ibissen.
Even om een idee van de achtergrond van het ibissenverhaal te krijgen: er is dit najaar een ongekende invasie van Zwarte Ibissen in Nederland. Groepen tot wel 24 exemplaren zijn her en der gezien en op dit moment bevinden zich er nog minimaal veertien bij Castricum, zes bij Leidschendam en zwerven er nog een aantal enkelingen en kleine groepjes rond in ons land. Enfin, wij troffen op 'de' plek bij Castricum een groep van maar liefst tien Zwarte Ibissen aan, een ronduit spectaculair gezicht, waarvan we met volle teugen genoten. De ibissen lieten zich, weliswaar van flinke afstand, ook nog fotograferen, hoewel de plaatjes door het sombere weer niet geweldig geworden zijn. Het was niet anders. Maar het tiental Zwibissen vormde in ieder geval een prima afsluiting van alweer een heerlijk Dutch Birding Vogelweekend, met wederom bar weer, maar ook veel vogelspektakel.

zaterdag 5 oktober 2013

05-10-2013: Op naar de Hop

Sneeuwgors langs de dijk op Maasvlakte 2.
Er zit al ongeveer een week een Hop in Katwijk, die zich fantastisch mooi laat fotograferen bovendien. In combinatie met de Dwerggors die al twee dagen bij Lage Weg zat, een Bladkoning her of der en de Arendbuizerd van de Maasvlakte die Chris nog niet had kon dat een leuk rondje worden! Om half acht vanmorgen zetten we koers naar het gehucht Lage Weg waar we vrij eenvoudig de goeie plek vonden. Anderhalf uur later hadden we weliswaar Zwarte Roodstaarten, een Paapje, wat Watersnippen en andere leukerds gezien, maar geen Dwerggors. We gingen ervan uit dat het gorsje gevlogen was en zetten ietwat teleurgesteld koers naar Katwijk. Toen we bij de Zanderij aankwamen vertelde een vertrekkende vogelaar ons direct waar we moesten wezen, waarvoor dank! Want het was een dubbeltje op z'n kant, de Hop. We kwamen aanlopen en zagen hem van ver opvliegen, een rondje vliegen, weer even landen, maar omdat er meteen weer een fotograaf op af spurtte, vloog de Hop weer op om ditmaal in de wijk te verdwijnen, waar hij voorlopig niet werd teruggevonden. Dat was aanvankelijk wel balen, want de fantastische foto's indachtig hadden we toch wel een ietwat andere voorstelling van onze a.s. Hopwaarneming gemaakt: metertje of tien max, foto's randje-randje. Nu hadden we hem weliswaar op de jaarlijst, maar zo'n ver wegvliegend beest was ietsje minder dan we hadden gehoopt. Later draaide dat gevoel wel bij, toen waren we blij dat -ie sowieso in the pocket zat, want als we twee minuten later dat veld waren opgelopen hadden we hem helemaal gemist.
Enfin, de Hop was zoek en wij besloten in de tussentijd een Bladkoning te gaan opzoeken in het Duinpark. Eerste rondje: niets. Maar toen hoorde ik 'm ver weg roepen, we liepen erheen, er volgden nog twee roepjes en toen een hele tijd niets. We zochten een groep mezen af, maar vonden de vogel niet. Toen ineens een paar roepjes vlak boven ons, maar nog kregen we hem niet in de kijker. Toch vond ik 'm uiteindelijk in een boomkruin en toen konden we de Blako eindelijk heel aardig bekijken: mooie lange wenkbrauwstreep, vleugelstreepjes, alles erop en eraan. Als bonus vonden we nog een Bonte Vliegenvanger, ook altijd leuk.
Er was intussen alweer een uur verstrekten en de Hop was nog steeds niet teruggevonden, zodat we besloten voor de Arendbuizerd te gaan.
En het tweede Sneeuwgorsje van de MaVla.
Ook de Arendbuizerd maakte het ons niet gemakkelijk. We keken een tijdlang naar een vijftal zeer verre Buizerden waarbij ik niet het gevoel kreeg dat -ie erbij zat, in tegenstelling tot enkele andere aanwezigen. Van één zeer ver en hoog exemplaar dachten we dat het een kanshebber zou kunnen zijn, maar zeer verre en hoge vogels zijn eigenlijk kanshebber voor van alles en nog wat.
Toch kregen we uiteindelijk ook de Arendbuizerd nog redelijk aardig in de kijker, tot grote vreugde van Chris en natuurlijk ook van mezelf, hoewel ik hem vorige week nog een stuk beter had gezien. Foto's zaten er ook vandaag niet in, wel een Blauwe Kiekendief over het veld en de melding van diverse Velduilen langs de dijk verderop. Daar reden we naartoe, en toen we een groepje vogelaars op de dijk zagen staan gingen we daar maar eens kijken. Op de dijk zaten wel twee Sneeuwgorzen, hartstikke leuk en een jaarsoort bovendien, maar voor de uilen moesten we nog een stuk verderop zijn. Omdat we in tijdnood kwamen, hebben we de Velduilen na een heel stuk vruchteloos over de dijk lopen maar laten zitten. Het was een mooie vogeldag geweest.