maandag 30 december 2013

Nog even nagenieten: 2013 in vogelvlucht

De Sperweruil, de voor de hand liggende absolute nummer één van 2013.
Sommige vogeljaren verdienen het om nog eens uitgebreid op terug te blikken. 2013 is zo'n jaar. Het was een absoluut topjaar qua aantal waargenomen vogelsoorten binnen onze landsgrenzen, hetgeen wel blijkt uit het feit dat vogelaar Pieter Doorn het jaarlijstrecord, dat op 341 soorten stond, dit jaar heeft verpulverd en opgeschroefd tot 353 soorten (nog afhankelijk van aanvaarding door de CDNA van sommige soorten). Een aantal dat nauwelijks meer te verbeteren lijkt.
Ook voor de 'gewone' vogelaar/twitcher viel er heel wat te genieten, hetgeen wel blijkt uit het feit dat ik zelf dit jaar ongeveer 10 nieuwe soorten voor Nederland wist binnen te tikken. Een ongelooflijk aantal voor iemand die al zo lang vogelt en al zoveel op z'n lijstje heeft staan. Veel zeldzaamheden bleven lekker lang zitten, zodat er alle gelegenheid was om te gaan kijken.
Gewoontegetrouw begon het jaar met wat restjes van het jaar ervoor. Op 05-01 werd de Humes Bladkoning die in Katwijk overwinterde binnengehaald. Diezelfde dag twitchten we het mannetje Witoogeend dat al een tijdje bij Alphen a/d Rijn verbleef. Een tochtje naar Zeeland en de Zuidhollandse eilanden op 19-01 leverde een serie leuke wintergasten op zoals Flamingo, Dwerggans, Witbuik- en Zwarte Rotgans, Ruigpootbuizerd en Kuifaalscholver. Op 23-01 haalden we de 14 Pestvogels van Geldermalsen binnen.
De (waarschijnlijk Rode) rotslijster van Den Helder.
Op 16-02 werd het voor het eerst echt spannend vanwege de Geelsnavelduiker die gemeld werd uit de Grevelingen. Na een spannend dagje met vooral beroerde waarnemingen van het beest wisten Chris, Wiegert en ik hem laat in de middag uiteindelijk heel mooi en dichtbij in de kijker te krijgen. Die dag zagen we trouwens alle vier de 'Nederlandse' duikersoorten, dus ook de IJsduiker, en kregen het vrouwtje Brilzee-eend dat al een tijdje bij de Brouwersdam verbleef als bonus. De Buffelkopeend van Barendrecht hadden we op de heenweg al opgehaald.
Op 22-02 leverde een tochtje naar Hoek van Holland mij het eerste nieuwe taxon voor Nederland op: Zugmayers Huiskraai, een ondersoort van de Huiskraai met een lichtere kraag, die al een tijdje werd gezien maar waar ik nog steeds niet op af was geweest.
Zugmayers Huiskraai
Helaas was 2013 voor de Huiskraai niet zo'n goed jaar: onlangs oordeelde de Raad van State in al haar 'wijsheid' dat ze mogen worden weggevangen en gedood. Triest.
Op 01-03 leverde een tochtje naar de Achterhoek waarnemingen op van de befaamde Oehoe op het nest en van een Middelste Bonte Specht.
Op 04-03 werden in de Biesbosch een paar typische soorten voor dat gebied gescoord: de Cetti's Zanger en de Zeearend. Met beide voorheen zeldzame soorten gaat het gelukkig erg goed in ons land.
Tijdens een heerlijk midweekje in Zuid-Limburg met Cilja kon ik rond 21-03 genieten van zingende Kortsnavelboomkruipers en Middelste Bonte Spechten.
Voor wie zich afvraagt waar nu al die nieuwe soorten voor Nederland blijven: 2013 kwam wat dat betreft langzaam op gang. De winter duurde lang en het voorjaar stelde qua weer weinig voor. Maar op 13-04 was het zo ver: in Den Helder bevond zich een Rode Rotslijster die we zonder moeite wisten op te rollen. De vogel had wat meer blauwgrijs dan gewoonlijk, o.m. op de flanken, waardoor er nog discussie is over de vraag of het misschien een hybride is. Het zal nog wel even duren voordat er duidelijkheid is over de identiteit c.q. telbaarheid van deze vogel, maar mooi was -ie wel!
Op 21-04 zag ik met René en Koert tijdens onze jaarlijkse Biesboschtocht leuke soorten als Beflijster, Rouwkwikstaart, Visarend, Roerdomp en als klap op de vuurpijl een Draaihals!
Op 10 en 11-05 was het Dutch Birding voorjaarsweekend op Texel, dat helaas geteisterd werd door zeer slecht weer en weinig soorten. Ik zei het al: het jaar kwam langzaam op gang... Toch haalden we onderweg naar Texel nog de Grote Burgemeester van Amsterdam op en een Kraanvogel bij de Dijkgatsweide. Op Texel zelf waren het vooral Morinelplevieren, Witbuik- en Zwarte Rotganzen die werden gevonden, al leverde dag twee nog een mooie Gestreepte Strandloper op.
Vrouwtje Kaapverdische Mus.
Toen mei over de helft was, kwam er beweging in de zaak. Een leuk fenomeen waren de Kaapverdische Mussen die per schip in de haven van Hansweert arriveerden en door veel vogelaars, waaronder ondergetekende, werden bezocht. Niet dat ze kans maken om op de Nederlandse lijst te komen, maar leuk waren ze wel.
Tijdens ons jaarlijkse uitje naar Montferland zagen Cilja en ik onder meer Wespendieven, Raven en een paar Europese Kanaries.
Op de laatste dag van mei barstte het echt los. Met René maakte ik een heerlijk rondje door het westen van ons land en wist daarbij eindelijk de Terekruiter aan mijn Nederlandse lijst toe te voegen. De ruiter bevond zich in een plasje bij Haarlem en liet zich heel fraai zien (en een dag later zelfs horen!).
Terekruiter
De tweede soort van die prachtige dag was de adulte Kleine Klapekster die zich bij Voorhout bevond. Ook deze vogel werkte fantastisch mee. Het was pas mijn tweede in Nederland ooit. De derde topsoort van de 31e mei was de Iberische Tjiftjaf die al een tijdje zat te zingen in een Amsterdams bos. Ook deze tjif was snel gevonden, en het lijkt erop dat dit weer eens een 'goeie' is met de juiste zang.
Een dag later maakte ik met Wiegert hetzelfde rondje, minus de Iberische Tjiftjaf maar inclusief een uit Waterhoek gemeld Kleinst Waterhoen, opnieuw een nieuwe Nederlandse soort voor mij. Het was een koude, winderige ochtend, maar tegen alle verwachting in liet de vogel zich prima en van nabij horen en uiteindelijk zelfs schitterend zien.
Kleinst Waterhoen, Waverhoek U (foto: Wiegert Steen)
In de Ronde Venen bevond zich ook nog een paar broedende Steltkluten, die we uiteraard meepikten. Nadat we opnieuw hadden genoten van Terekruiter en Kleine Klapekster reden we nog even naar de Biesbosch, waar een Noordse Nachtegaal zat te zingen. En dat deed hij ook toen wij arriveerden. Er is geen vogel bij wie het 'luid' in het woord 'geluid' zozeer van toepassing is. Een leuke bijvangst was de zingende Grote Karekiet.
Op 15-06 deden we een rondje Limburg, dat onder meer een fraaie zingende Orpheusspotvogel opleverde, alsmede een mannetje Grauwe Klauwier. We zochten ook naar de zingende Roodmus die hier al een tijdje huisde, maar alleen ik was gelukkig genoeg om 'm een riedel te horen zingen.
Rosse Waaierstaart, een nieuwe soort voor Nederland.
Op 07-07 genoten we weer van Nachtzwaluwen en Houtsnippen tijdens een avondlijk uitstapje naar de Leusderheide.
De zomer werd voornamelijk besteed aan het zoeken naar andere levende have dan vogels: vlinders, libellen, zoogdieren en reptielen. Dat leverde tal van nieuwe en bijzondere soorten op, zoals Spiegeldikkopje, Kleine IJsvogelvlinder, Zuidelijke Heidelibel, Bandheidelibel, Zwervende Heidelibel, Kanaaljuffer, Bever, Adder, Ringslang en Boomkikker, om er maar een paar te noemen. Ook de invasie van Oranje Luzernevlinders mag niet onvermeld blijven, evenmin als mijn vogelreis naar Turkije. Maar als we dat ook nog moeten meenemen in dit jaaroverzicht ben ik nog wel een tijdje bezig. We houden het maar bij vogels in Nederland.
Op 25-07 zag ik met Wiegert nog twee Zwarte Ooievaars tijdens een zoektocht naar vlinders en libellen op de Kampina. September leek te gaan verstrijken zonder veel spektakel, maar toen ineens was er op 27-09 die foto op het determinatieforum van waarneming.nl van een overduidelijke Rosse Waaierstaart bij Petten! Gelukkig konden Wiegert en ik direct de volgende dag en het kostte weinig moeite om deze nieuwe soort voor Nederland (en dus ook voor onze Nederlandse lijst) te scoren. In een moeite door pakten we die dag de Arendbuizerd van de Maasvlakte mee, ook een nieuwe voor mijn Nederlandse lijst, zodat ik voor het eerst sinds 1995 weer eens een dubbelslag kon slaan.
De 'handtamme' Zwarte Zeekoet van IJmuiden.
Op 05-10 maakte ik met Chris een rondje langs een paar Zuidhollandse zeldzaamheden, waarbij we de eerste Bladkoning van het seizoen zagen en ook de Katwijkse Hop, al was die laatste helaas snel verdwenen om niet meer te worden teruggevonden die dag. Ook bezochten we die dag opnieuw de Arendbuizerd, omdat Chris 'm nog niet had kunnen twitchen.
Het was alweer tijd voor het Dutch Birding najaarsweekend, dat eveneens werd geteisterd door slecht weer. Met uitzondering van de eerste dag. Die viel ontzettend mee qua weer en leverde een fantastische soort op: de geheimzinnige Struikrietzanger, die zich op 12-10 prachtig liet zien en horen op de noordpunt van Texel. Die dag ook weer een Bladkoning, alsmede een Klapekster en als heerlijk toetje nog een bergfluiter die wellicht nog een Balkanbergfluiter zal blijken te zijn en dan een nieuwe voor Nederland voor me is.
Op 14-10 bezochten we op de terugweg vanuit Texel een spectaculaire groep van maar liefst tien Zwarte Ibissen bij Castricum.
Op 22-10 moesten we opnieuw in actie komen, ditmaal vanwege een Daurische Klauwier bij Waverhoek, die zich weliswaar van afstand maar toch goed herkenbaar liet zien, en een Zwarte Zeekoet bij IJmuiden, die zich buitengewoon fotogeniek gedroeg.
24-10 bracht ik met Chris op de Maasvlakte door, waarbij we over zee een Noordse Stormvogel zagen vliegen, alsmede een Smelleken. Die eerste had ik al jaren niet meer gezien. En opnieuw een potentiële nieuwe voor Nederland die dag, in de vorm van een Siberische Braamsluiper, een ondersoort van de Braamsluiper die waarschijnlijk binnen afzienbare tijd wordt afgesplitst. De vogel liet zich mooi zien en riep af en toe. Foto's en geluidsopnamen zijn gemaakt t.b.v. het t.z.t. beoordelen door de CDNA.
Grote Kruisbek.
Dan loopt het tegen eind november en dan denk je normaal gesproken dat het vogeljaar wel zo'n beetje ten einde is. Niets was minder waar. Inmiddels waren Grote Kruisbekken in flink aantal ons land binnengevallen, en die wisten we op 22-11 op de Strabrechtse Heide te scoren, te fotograferen en het geluid op te nemen. Zeker 14 stuks van deze fijne vogel vertoonden zich aan ons.
Een paar dagen later volgde dé klapper van 2013. Er werd een Sperweruil gemeld in Zwolle! Opnieuw waren Wiegert en ik er als de kippen bij en op 25-11 konden we hem inrekenen en heel mooi fotograferen bovendien. Op 30-11 gingen we in de herkansing met Chris erbij en ook toen zagen we de imposante Sperweruil op fraaie wijze. Maar er was meer, want bij Kamperhoek werd al een paar dagen, weliswaar met veel pijn en moeite, een Swinhoe's Boszanger gezien die daar iets eerder was geringd. Het werd een spannend middagje zonder erg veel hoop op succes, maar uiteindelijk kregen we hem, nadat we de vogel al hadden horen roepen, vrij in de kijker! Hopla, alweer een nieuwe voor mijn Nederlandse lijst!
Dwerguil!
Goed, en dan denk je dat het nu toch wel over zal zijn. Het was een prachtig jaar, mogen we nu s.v.p. even relaxend december door, richting 2014?
Nee, dat mocht niet. Op 10-12 werd er een Dwerguil gefotografeerd in een bos in Overijssel. En weer moesten we in actie komen, want de Dwerguil was een totaal nieuwe soort, en wat voor een. Wiegert en ik vielen met onze neuzen in de boter, want op 11-12 konden we het mini-uiltje redelijk soepeltjes inrekenen, iets wat de dagen erna voor velen onmogelijk bleek. Maar gelukkig, er kwam een herkansing, want een paar dagen geleden werd de vogel opnieuw gevonden en nu blijkt hij makkelijker te zijn. Op 29-12 zag ik het Dwerguiltje opnieuw en bovendien wist ik mijn tweede Siberische Taling ooit te scoren, nabij het sluizencomplex van Driel.
Het is nu 30-12, 14:29 uur en ik hoop eerlijk gezegd dat de vogels me een paar dagen met rust laten ;-) Op 1 januari begint een gloednieuw vogeljaar. Hopelijk komt het enigszins in de buurt van 2013.
... en nogmaals de Sperweruil.

zondag 29 december 2013

29-12-2013: Oudejaarsvogelen

De Dwerguil liet zich fantastisch zien vandaag!
Het is een traditie: op een van de laatste dagen van het jaar ga ik met mijn vrienden René en Koert altijd een dagje 'oudejaarsvogelen'. Om de jaarlijst op het laatste moment nog wat op te krikken of om gewoon lekker wat te vogelen en bij te praten. René en Koert waren net terug van een vogelreis naar Gambia, dus er was genoeg bij te kletsen en bovendien zaten er voor hen nog een paar gloednieuwe soorten in het land, te weten de Siberische Taling en de Dwerguil. De keuze was dus eenvoudig, temeer omdat de Siberische Taling voor mij nog een fraaie jaarsoort zou zijn.
Om negen uur vertrokken we uit Leerdam en na enige tijd arriveerden we bij het sluizencomplex van Driel, waar de vogel juist weer was gemeld. Er waren geen vogelaars (meer) ter plaatse, wel zat er een grote en onoverzichtelijke groep Smienten langs de oever. Daar moest -ie tussen zitten. Maar vinden deden we 'm niet, aanvankelijk. Langzamerhand arriveerden er meer vogelaars en op een zeker moment vond een van hen het mannetje Siberische Taling! Hij zat een beetje verstopt achter wat Smienten en een Grote Zaagbek, maar als je eenmaal wist waar hij zat was -ie redelijk eenvoudig terug te vinden. De taling liet zich door de telescoop mooi bekijken. Het was pas mijn tweede ooit, voor Koert en René was hij een heuse lifer.
Foto genomen met mijn telefoon door de telescoop van René. Dat ging nog beter dan met mijn fototoestel...
We hoorden dat de Dwerguil vanmorgen ook alweer was gezien en dat was welkome informatie, omdat hij sinds gisteren op de sites wordt verborgen omdat de vogel territoriaal gedrag schijnt te vertonen. Toen wij arriveerden was de vogel gevlogen, maar gelukkig duurde het niet lang voordat hij werd teruggevonden, hoog in een boom langs een pad. Daar bleef het uiltje heel relaxed zitten, poetste af en toe zijn veren en keek wat in het rond. Hij liet zich kortom prachtig en uitgebreid bekijken en zowaar ook fotograferen, al lukten de foto's die ik met mijn telefoon door René z'n telescoop nam beter dan die welke ik met mijn camera nam. Maakt niet uit, het was geweldig! De tweede lifer van deze dag voor Koert en René, en ik was superblij met deze fraaie tweede waarneming.
We gingen na een uur of anderhalf lekker lunchen in Lettele en praatten uitgebreid bij. De Bonaparte's Strandloper werd niet meer gemeld, dus na de lunch hielden we het voor gezien. Het was opnieuw een heerlijke vogeldag, de laatste van het superjaar 2013!

vrijdag 20 december 2013

20-12-2013: Geen Grote Kruisbekken

Vanmorgen hebben Chris, Wiegert en ik nog een ochtendje op de Strabrechtse Heide doorgebracht om de Grote Kruisbek voor Chris op te zoeken. Helaas bleven ze vandaag onvindbaar. Wel scheen de zon en was het alleszins aangenaam weer. We zagen een paar 'gewone' Kruisbekken, waarvan we de roep opgenomen hebben. Het bleek type C te betreffen, altijd leuk om te weten. Verder weer veel Kuifmezen, overvliegende barmsijsjes, een roepende Havik, Grote Zilverreigers in het Beuven, een Eekhoorn en een Vuurgoudhaan toen we alweer bijna bij de auto waren.

woensdag 11 december 2013

11-12-2013: Er kan nog meer bij: Dwerguil!

Dwerguil met zojuist gevangen muisje. Foto: Wiegert Steen.
Het is een compleet waanzinnig vogeljaar, beste lezers. Wat moet ik er nog van zeggen? Steeds als je denkt: nu wordt het niet beter, dit was een mooie afsluiter voor 2013, blijkt dat er nóg meer in het vat zit. Gistermiddag werd er een Dwerguil gemeld uit een bos bij Lettele (dat ligt in Overijssel, iets ten oosten van Deventer; als je er nog nooit van hebt gehoord neem ik het je niet kwalijk). Een prachtige ontdekking van Mathijs Oosterhuis, die ik vandaag toevalligerwijs nog even tegen het lijf liep zodat ik hem er hartelijk voor kon bedanken. De Dwerguil was een nieuwe soort voor mij, niet alleen voor Nederland, maar ik had 'm nog nooit eerder gezien.
Gisteravond dus snel een afspraak met Wiegert gemaakt. Die zat in Wageningen, dus ging ik vanmorgen eerst per trein naar station Ede-Wageningen. Ik liep een halfuur vertraging op, maar om negen uur konden we onderweg naar Lettele, waar we rond tien uur aankwamen. Er was alweer een man of zeventig aan vogelaars, maar toen wij aankwamen was de uil nog niet gevonden, zodat wij ook maar gingen zoeken. Na een halfuurtje ontstond er ineens paniek en iedereen begon te rennen (gelukkig dezelfde kant op), zodat wij ook maar met de stroom meerenden. De Dwerguil was gevonden! Het duurde even voordat ik hem ook in beeld had, maar gelukkig mocht ik even door de telescoop van een andere vogelaar kijken, waarvoor dank! Toen kon er wat relaxter gezocht worden en jawel, daar zat het uiltje, met een muis in z'n klauwtjes. Wel achter allemaal takjes, zodat mijn compactcameraatje met autofocus onbruikbaar was, maar Wiegert heeft nog een aardige plaat kunnen maken, zoals je hierboven kunt zien.
We konden zo'n drie kwartier genieten van de Dwerguil. Wat is het een klein propje en wat is dat korte staartje grappig! Na zo'n drie kwartier verplaatste de vogel zich een metertje en nog een paar minuten later vloog de vogel dieper het bos in. Om tot het moment waarop ik dit schrijf niet te worden teruggevonden. Ik kan me voorstellen hoe erg de laatkomers balen... (Naschrift: later op de middag is de vogel toch weer teruggevonden!).
We gingen ook maar weer zoeken, vonden veel Kuifmezen en Zwarte Mezen en af en toe vloog er een groep Kruisbekken over. Maar het Dwerguiltje kwam niet meer tevoorschijn. We prezen ons gelukkig dat we er op tijd bij waren!
Vogelaars bij de Dwerguil. Hij is in beeld!