dinsdag 27 augustus 2013

27-08-2013: Najaarstrek officieel van start

Een van de drie Bonte Vliegenvangers van vandaag.
Toch nog onverwachts is afgelopen weekend de najaarstrek losgebarsten. Natuurlijk waren de steltlopers al een tijdje bezig, maar vanaf vrijdag jl. was het ineens ook met de zangers en de roofvogels bingo. Texel zat vol met leuke soorten, overal werden Draaihalzen gezien en Wespendieven trokken met honderden over het land. Gisteren was het op de Maasvlakte ook prima vogelen en dus besloten Wiegert en ik om er vandaag ook een kijkje te nemen, natuurlijk in de hoop op een Draaihals, een Ortolaan, een Sperwergrasmus of zoiets leuks. Laat ik er maar niet omheen draaien: die soorten zaten er niet in. Het was een heldere nacht geweest en blijkbaar waren de leukste soorten weer verderop gegaan. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we ons niet geamuseerd hebben, want het was erg leuk op de Maasvlakte vandaag.
Ook de Gekraagde Roodstaart liet zich mooi zien en fotograferen vandaag.
We concentreerden ons op de bosjes op de oude Vuurtorenvlakte en de Stuifdijk, het Luzerneveld en ook keken we een halfuurtje over zee. De bosjes leverden onder meer een drietal Bonte Vliegenvangers op, waarvan een er zich gewillig liet fotograferen. Ook vonden we er Fitissen, Tjiftjaffen, een paar Gekraagde Roodstaarten, een Roodborsttapuit, Kneutjes, een Merel, een Heggenmus en Spreeuwen, terwijl een Bruine Kiekendief-vrouw over vloog. Op een aangrenzend open veldje zaten diverse Tapuiten (zeker 15 gezien vandaag) en tot onze grote vreugde ook enkele Paapjes, want die waren nog een jaarsoort. We zagen zeker vier Paapjes vandaag, waarschijnlijk meer.
De Bonte Vlieg.
Ook stootten we af en toe Boompiepers op. Na een tijd bosjes afzoeken concludeerden we dat onze gedroomde soorten er waarschijnlijk niet meer in zaten, temeer omdat er nog een tiental andere vogelaars aan het zoeken was, die ook geen Draaihals of Sperwergrasmus vonden. We besloten daarom even over zee te gaan kijken en dan het Luzerneveld op te lopen. Op zee was het rustig, hoewel een heeeeeel verre adulte Jan-van-Gent nog een jaarsoort voor mij betekende, nummer twee van vandaag.
De Gekraagde Roodstaart werkte echt fijn mee!
Vanaf de dijk liepen we richting Luzerneveld. Op de dijk Tapuiten en een zeer fotogenieke Gekraagde Roodstaart, een beestje waarvan we erg blij werden. Ook hier weer Paapjes en een Bonte Vlieg, en op het veld telde ik heel snel elf Tapuiten, waarschijnlijk waren het er nog meer. Op vlindergebied valt te melden dat we erg veel Hooibeestjes hebben gezien vandaag en een stuk of drie Oranje Luzernevlinders. En zo werd het toch een hartstikke leuke dag.
Vooruit, nog maar een foto van die bereidwillige Gekraagde Roodstaart.

vrijdag 23 augustus 2013

23-08-2013: Reptielen, vlinders en sprinkhanen

Het Hooibeestje, we zagen er nogal wat vandaag.
Het is zomer en het was vandaag mooi weer, dus werd het weer een natuurdag waarbij de vogels niet op de eerste plaats kwamen. Doelsoorten vandaag waren de Gladde Slang, de Adder, de Kleine Heivlinder, de Kommavlinder en de Zadelsprinkhaan. Vanmorgen om half acht vertrok ik met Christiaan en Wiegert uit Leerdam en een uurtje later betraden we een heideveld in de omgeving van Kootwijk, waar we op zoek gingen naar de beide slangen, en wat er nog meer aan leuks langs wilde komen natuurlijk. Boomleeuweriken, Boompiepers, een Roodborsttapuit en twee roepende Raven waren vogels die we niet elke dag tegenkomen, maar we waren er niet speciaal naar op zoek. We speurden vanaf het pad in de hei en kijk eens aan, na enige tijd had Wiegert een vrouwtje Adder gevonden!
Een vrouwtje Adder, te herkennen aan de bruine kleur.
Slangen zijn zeer schuwe dieren en ook al was het nog vroeg, als je één verkeerde beweging maakt zijn ze weg. Zo ook deze Adder, want toen ik haar vanuit een ander standpunt wilde fotograferen en me bewoog, schoot ze weg tussen de hei. We waren erg blij met deze waarneming, en achteraf bleek de Adder vandaag de enige slang die we tegenkwamen. Wel vonden we nog een stuk of vijf Zandhagedissen, waarvan een volwassen dier en een juveniel zich leuk lieten fotograferen.
Zandhagedis.
Een van die jonge Zandhagedisjes racete zelfs over mijn camera heen terwijl ik hem aan het macro-fotograferen was.
Jong Zandhagedisje gluurt van tussen het mos. Is it safe?
Een Paardenbijter was nog nieuw voor de jaarlijst libellen en verder zagen we nog Hooibeestjes, Kleine Vossen en een Ree dat wegsprong uit de dekking.
Ons volgende doelgebied was het Kootwijkerzand, waar Kommavlinder en Kleine Heivlinder op het programma stonden. Beide soorten waren rap gevonden. Twee Kommavlinders hielden zich in een plukje Struikheide vlakbij de parkeerplaats op en lieten zich aardig fotograferen.
Kommavlinder op Struikhei. Zo lijkt -ie veel op een Groot Dikkopje.
Maar zo is het ineens overduidelijk dat je met een Kommavlinder te maken hebt.
De immer ontroerende Kleine Heivlinder was vandaag met een stuk of zeven exemplaren aanwezig, hoewel Chris en Wiegert er geloof ik nog een paar meer hadden. Het zijn onopvallende vlinders die in een kaal en dor gebied leven. We zagen ze regelmatig een stukje vliegen en weer landen, en soms vlogen er een paar in een soort baltsvluchtje (leek het wel) wat hoger de lucht in. Ze lieten zich weer leuk fotograferen.
De onopvallende Kleine Heivlinder.
En nog eentje.
Er waren ook andere vlinders actief, zoals Citroenvlinder, Kleine Vos, veel Heivlinders, Boomblauwtje, Bont Zandoogje en Hooibeestje. Van de sprinkhanen hoorden we onder meer Knopsprietjes en Boskrekels. Over sprinkhanen gesproken, ons volgende doel was een soort die al jarenlang hoog op mijn verlanglijst stond: de maffe Zadelsprinkhaan! We kwamen vlak langs een gebiedje bij Otterlo waar er gisteren nog in totaal 18 waren gezien, dus dat moest lukken. En jawel, nadat Chris de eerste had gevonden ging het snel en liep de teller op naar een stuk of tien exemplaren! Wat een prachtige dieren en wat hebben we van ze genoten. Hieronder een impressie.
Mannetje Zadelsprinkhaan.
Vrouwtje Zadelsprinkhaan, te herkennen aan haar legboor (het 'zwaard' aan haar achterlijf).
Close-up van de Zadelsprinkhaan.
En nog een mooi mannetje.
Tenslotte lukte het me nog, tot mijn grote genoegen mag ik wel zeggen, om een zingende Zadelsprinkhaan te filmen. Het filmpje kun je hier bekijken.
Onnodig te zeggen dat het weer een heerlijke natuurdag was geworden!

donderdag 15 augustus 2013

Op zoek naar de Bruine Visuil, ofwel: het verslag van mijn Turkijereis!

Ransuil, Birecik, 02-08-2013
Hieronder kun je het verslag lezen van mijn reis met Birding Breaks naar Oost-Turkije van 31-07 t/m 10-08-2013. Iedere waargenomen vogelsoort wordt tenminste eenmaal genoemd. Alle foto's van deze reis zijn te bekijken door op deze link te klikken.

Woensdag 31-07-2013: Amsterdam – Istanbul - Gaziantep
Eindelijk was het dan zo ver: de Birding Breaks-reis naar Oost-Turkije ging beginnen! Vanmorgen zat ik al rond half negen in de trein naar Schiphol, want om 11:15 uur werden de deelnemers geacht zich te verzamelen bij de balie van Pegasus Airlines in Vertrekhal 3.
Toen ik arriveerde waren mijn aanstaande reisgenoten al aanwezig: Els Marijs, Ben Smit, Jacob de Vries en Hiele Lootsma. Reisleider Remko Ivens was al in Turkije en zou ons in Gaziantep opwachten. Jacob Garvelink van Birding Breaks ving ons op en hielp bij de incheckprocedure.
Hoewel de netto vliegtijd niet schokkend was, werd het toch een lange reisdag met veel en lang wachten, mede vanwege een overstap in Istanbul, maar uiteindelijk arriveerden we precies op schema om 21:50 uur lokale tijd in Gaziantep, waar Remko al op ons wachtte met een comfortabele personenbus. We werden naar het Ibis Hotel in Gaziantep gebracht, wat nog wel een half uurtje rijden was, maar waar we een mooie kamer kregen toebedeeld en waar een koud pilsje op ons stond te wachten.

Donderdag 01-08-2013: Yesilce, Birecik
Wagner's Steppe Brown, Yesilce, 01-08-2013
Natuurlijk lukte het slapen vannacht niet best. Het is ook erg frustrerend om in het donker aan te komen op een plek waar allemaal nieuwe vogelsoorten zitten: je kunt niets meer doen, alleen wachten tot het de volgende morgen licht wordt. Om zes uur stond ik dan ook buiten, om tot de conclusie te komen dat er middenin de stad Gaziantep niet veel meer te zien is dan een héleboel Stadsduiven, een paar Huismussen en Turkse Tortels en af en toe een overvliegende Bonte Kraai. Gaziantep bleek allesbehalve een slaperig provinciestadje te zijn, zoals ik eigenlijk had verwacht. Het is een grote, drukke stad waar weinig ruimte is voor groen, althans in de omgeving van het Ibishotel.
Na een heerlijk ontbijt – het eten was trouwens sowieso een feestje tijdens deze reis – laadden we de koffers in de bus en reden naar Yesilce, een plek die eigenlijk later in de reis stond gepland, maar die we gezien de ligging vlakbij Gaziantep maar meteen deden, temeer omdat iedereen zo onderhand snakte naar leuke vogelsoorten.
Klein Christusdoornblauwtje, Birecik, 01-08-2013
We waren nauwelijks de auto uitgestapt en liepen nog wat te wennen aan de hitte (40+ graden C was geen uitzondering tijdens ons verblijf) toen het los ging met de vogels. Een Boerenzwaluw vloog voorbij en er werd een mannetje Oostelijke Blonde Tapuit gevonden. Er zat een boomkleverachtige te roepen en die werd na een paar minuten spanning ontmaskerd als een Grote Rotsklever, mijn eerste gloednieuwe soort van de reis! Even later bleken er zelfs twee te zitten, en allebei lieten ze zich uitgebreid bewonderen. We zouden de Grote Rotsklever nog een aantal keer zien en horen vandaag.
We reden een stukje verder en vonden gewone soorten als Groenling en Putter, maar ook de eerste Oostelijke Vale Spotvogel van de reis en die zouden we nog vaker tegenkomen. Een mannetje Roodkopklauwier liet zich bewonderen, altijd leuk, en toen kwam er een clubje Staartmezen van de lokale ondersoort tephronotus voorbij, met een kort staartje en een zwarte kinvlek. Dat vond ik erg leuk, want het zijn heel aparte beestjes om te zien. Drie Steppebuizerden kwamen boven ons cirkelen en zorgden aanvankelijk voor enige discussie: waren het misschien Arendbuizerden? Maar nee, op die soort moesten we nog even wachten.
Rotsvlinder, Yesilce, 01-08-2013
We hoorden een Zomertortel zingen en een groepje Kneutjes vloog over. Toen kwamen we bij een plek waar wat water in een betonnen geultje stond met daar vlak naast een flinke boom die voor wat schaduw zorgde. Hier kwamen steeds vogels drinken, en de eerste die we in het vizier kregen was weer een nieuwe voor mij: de Oostelijke Orpheusgrasmus! Dit was zo'n beetje de enige grasmusachtige die we deze vakantie zagen, de rest was al weg of vertoonde zodanig skulkerig gedrag dat ze niet te vinden waren.
Een paar Rosse Waaierstaarten liet zich bij het water zien en fotograferen en dat gold ook voor een stuk of vier Perzische Roodborsten, die voor een paar groepsleden nog een fraaie nieuwe soort waren. Nieuwe soort of niet, Perzische Roodborsten zijn prachtige vogels, vooral de mannetjes, en het was dan ook puur genieten bij het geultje met water.

Intussen lieten zich ook een paar vlinder- en libellensoorten zien en dat was leuk, want de meeste deelnemers waren gelukkig ook op dat vlak geïnteresseerd. Een fijne waarneming was die van Wagner's Steppe Brown, een naar later bleek zeldzame vlindersoort die mooi op de foto ging. Ook werd de eerste Hardoen gesignaleerd, een forse, prehistorisch uitziende hagedissoort.
De Syrische Bonte Specht was behoorlijk talrijk en dat was leuk, want die had ik nog maar eenmaal eerder in mijn leven gezien. Hier en rond Birecik was hij algemeen. Een flinke spotvogelachtige die een glijvluchtje maakte naar de tak waarop hij plaatsnam en daar met z'n staart begon te draaien en te slaan was een Grote Vale Spotvogel en die werd later nog een keer gezien bij het ibissencentrum in Birecik.
Er werden Rouwmezen ontdekt en dat was weer kassa voor mij, want: alweer een nieuwe soort! Alle andere deelnemers waren al op Lesbos geweest en hadden een aantal soorten die voor mij nog nieuw waren daar al gezien. Zoals onder meer deze Rouwmees.

Na het vinden van een mooie Blauwe Rotslijster en de eerste Palmtortel van de trip gingen we de bus in en reden de ongeveer 60 kilometer die ons scheidde van Birecik, waar we na het inchecken in Hotel Acar (met uitzicht op de Eufraat, waarover we direct een Dwergaalscholver zagen vliegen) en een heerlijke lunch meteen weer aan de slag gingen. Het reïntroductiecentrum van de Kaalkop- of Heremietibis stond namelijk op het programma. Deze soort is wereldwijd zeer zeldzaam en de vogels die bij Birecik rondvliegen stammen allemaal van in gevangenschap gekweekte vogels. Niettemin was ik persoonlijk wel bereid om zo'n zeldzame vogel in vrijvliegende staat op mijn lijst te zetten, want of ik ooit in Marokko kom, waar de enige echt wilde populatie leeft, is nog maar de vraag. Ik had er een beetje een Ooievaar- of Raafgevoel bij, zo van: weliswaar net niet helemaal wild, maar het kan ermee door.
Groot was dan ook de teleurstelling toen bleek dat de vogels na het broedseizoen opgesloten worden in een enorme volière om te voorkomen dat ze wegtrekken en dan in Syrië of elders uit de lucht geschoten worden. Een goedbedoeld initiatief, maar het komt het gevoel van wildheid en dus de telbaarheid bepaald niet ten goede. Nadat Els een paar ibissen spec. had zien overvliegen, ging ik toch nog even bij de volière kijken en trof daar vier (nog) vrijvliegende Heremietibissen aan. De rest, zo'n 60 stuks, zat dus al in de volière. Tja, wat zullen we ervan zeggen. Het was in ieder geval leuk om deze uiterst zeldzame soort eens in levende lijve te zien, laten we het daar maar op houden.
Heremietibis, Birecik, 01-08-2013
 Intussen hadden we van de libellen de fraaie Purperlibel gezien en op de gevoelige plaat gezet en we reden nog even naar een boomgaard waar de Indische Rotsmus zou moeten zitten. We vonden hier de eerste Arabische Buulbuuls van de reis, een hele club Moabmussen, een paar Witte Kwikstaarten en Roodstuitzwaluwen, maar die rotsmus zat er vandaag niet in. Het was dan ook niet het beste tijdstip van de dag om naar zo'n beest te zoeken.

Dan maar naar de theetuin in Birecik, een befaamde plek voor een andere zeldzaamheid en Turkse specialiteit: de Gestreepte Dwergooruil. Onderweg ernaartoe zagen we een Fuut op de Eufraat dobberen en in de theetuin zelf zaten wat Spreeuwen met elkaar te babbelen. Nadat we een drankje hadden genuttigd ging Remko bij de bediening informeren naar de verblijfplaats van de gewenste uil. Men wees een boom aan waar de vogel in zou moeten zitten, en na enig zoeken vond ik hem in de boom ernaast. De vakantie was nog maar nauwelijks een dag oud en daar zat alweer een mooie zeldzaamheid: de Gestreepte Dwergooruil! Hij was mijn vijfde nieuwe soort op deze eerste vakantiedag, dus ik mocht bepaald niet klagen. De uil liet zich langdurig bewonderen en fotograferen en ook de lokale mensen kwamen door onze telescoop kijken naar deze bezienswaardigheid.

Na nog een kopje thee dan wel een colaatje op dit succes werd het tijd om naar het hotel terug te gaan en van het diner te gaan genieten. Het was een prachtige eerste dag geweest.

Vrijdag 02-08-2013: Birecik, Yeniak Pinar & gravel pits
Gisteren hadden we via de beheerder van het ibissenreïntroductiecentrum (een aardig scrabblewoord) een gids geregeld die ons per tractor zou rondrijden in een privé-reservaat met de naam Yeniak Pikar. Hier zou onder meer de Perzische Woestijnpatrijs gezien kunnen worden, alsmede een hele rits andere interessante soorten. Het was derhalve weer vroeg opstaan vanmorgen, zoals dat bijna de hele vakantie door het geval was. Bij het verlaten van het hotel zagen we Geelpootmeeuwen over de Eufraat vliegen en er kwam een Boomvalk over ons heen, de enige van de hele reis.
Al rijdend naar de plek waar de man met de tractor op ons zou wachten, scoorden we de eerste Hoppen en Kuifleeuweriken van de reis, soorten die we nog regelmatig zouden zien. Vooral de Kuifleeuwerik was bijzonder algemeen.
Windvaantje, Birecik, 02-08-2013
Ik moet zeggen dat ik aanvankelijk enige reserve had ten aanzien van dit uitstapje. Misschien heb ik te vaak gidsen aangeprezen gekregen die veel beloofden, maar als puntje bij paaltje kwam weinig leverden. Maar eerlijk is eerlijk: mijn twijfels verdwenen als sneeuw voor de zon toen we eenmaal per tractor de bergen in reden, want de man toverde in hoog tempo de ene na de andere prima soort uit de winderige steppe. Het begon meteen al knallend met een paartje Perzische Woestijnpatrijzen, de meest gewilde soort van vandaag. De vogels vlogen op, maar landden een stukje verderop en lieten zich even zittend bewonderen, zowel het mannetje als het vrouwtje. Wat een gave soort! Onnodig te zeggen dat dit ook weer een nieuwe soort voor mij was, en voor bijna alle andere deelnemers trouwens.
Even later hadden we de eerste Finsch' Tapuit van de reis in beeld, alweer een gloednieuwe soort! Veel zagen we 'm niet, deze fraaie tapuitensoort, net zomin als veel andere zangvogels. Maar deze liet zich prima bekijken.
We vogelden verder en vonden de eerste Kleine Klapeksters van de trip, een soort die we nog veel vaker zouden zien. Dat gold niet voor het clubje van vijf Kleine Kortteenleeuweriken, want dit was de enige waarneming van de hele reis.

Er stond erg veel wind op het kale plateau waarop we naar (vooral) leeuweriken zochten. Dat gezoek leverde dan ook weinig op. Toch slaagde onze gids erin om een Zwartbuikzandhoen voor ons te vinden, waarvan we er later nog een paar zagen vliegen, beter, want dichterbij. Een Torenvalk was nieuw voor de vakantielijst en uiteindelijk vonden we een grote groep Kortteenleeuweriken, ook alweer zo'n soort die ik in jaren niet had gezien.
Onze gids haalde het onderste uit de kan, want toen we weer bijna bij het beginpunt waren, stuurde hij zijn machine, ondanks dat de rechterachterband van de aanhangwagen intussen zo lek was als een mandje, nog een zijpad in naar een klein stroompje waar veel vogels kwamen drinken. En na een tijd speuren vond hij een kalanderleeuwerik voor ons die we uiteindelijk konden ontmaskeren als een Bergkalanderleeuwerik, alweer een nieuwe soort voor mij!
Het was duidelijk: het uitstapje met deze gids was bepaald geen miskoop. Dubbel en dwars waar voor ons geld kregen we en persoonlijk verliet ik de aanhangwagen van de tractor met drie nieuwe soorten op zak.

We reden terug naar Birecik en brachten een eerste bezoek aan de zogenaamde gravel pits: een gebiedje met grindgaten, plasjes en riet waar onder meer de Iraakse Babbelaar gevonden moest worden. Dat het er leuk vogelen was, werd al snel duidelijk. Gestreepte Prinia's zongen overal, dit was een van de weinige vogels die zich zingend lieten horen in deze tijd van het jaar. We zagen een Dodaars en de eerste van vele Woudapen vloog over. Die laatste liet zich later ook nog aan de rand van een rietkraag zien en fotograferen. Maar meestal werden ze al vliegend ontdekt en verdwenen dan ergens in het riet.
We vonden de eerste Ralreiger van de reis en Ben ontdekte vanuit de auto heel knap een prachtige Scharrelaar die bovenin een struikje zat te poseren. Een dag later zat hij nog steeds in het gebied. Hij was de enige van de hele reis.
We liepen weer eens een stukje en terwijl de rest van de groep naar links wandelde, liepen Jacob en ik naar rechts en zo ontdekte Jacob een groepje vogels waarvan ik onmiddellijk zag dat het de felbegeerde Iraakse Babbelaar betrof! Natuurlijk meteen de rest van de groep opgetrommeld en even later stonden we met z'n allen te genieten van deze fantastische soort, die een geluid voortbracht dat sterk deed denken aan dat van de Dodaars! Waarmee meteen een aantal eerdere geluidswaarnemingen van de Dodaars in twijfel werden getrokken en waarschijnlijk terecht, want die Babbelaar bleek later vrij algemeen te zijn in dit gebied en liet zijn roep veelvuldig horen. Hopla, dat was alweer een nieuwe soort en de volgende liet niet lang op zich wachten. Want na het zien van de eerste Bonte IJsvogel (dat blijven toch ook prachtige vogels) ontdekte ik de eerste Vale Woestijnvinken van de reis, een soort die we de komende dagen nog vaker en beter zouden zien rond Birecik (maar alleen daar). Nu betrof het een groepje van vijf exemplaren. Leuk, want in Israël had ik ze destijds gemist.
Iraakse Babbelaars, Birecik, 02-08-2013
Het was de hoogste tijd voor lunch en die gebruikten we in het restaurant dat direct na de afslag vanuit Birecik naar de gravel pits is gelegen. De medewerkers van het restaurant zagen ons aankomen met onze kijkers en telescoop en schatten goed in dat we vogelaars waren, want er werd ons direct een prachtige Ransuil aangewezen die in een boom bij het restaurant zat te roesten. De uil zat er erg mooi voor en was zodoende een gewillige prooi voor de fotografen onder ons (dat waren we eigenlijk allemaal, hoewel de een wat zwaardere apparatuur meetorste dan de ander). Het werd nog leuker toen we na de lunch de bomen op het parkeerterreintje afzochten en daar een dwergooruil vonden. We kwamen er vooralsnog niet goed uit of het een 'gewone' dan wel een Gestreepte Dwergooruil betrof, wellicht kunnen de gemaakte foto's dat nog met zekerheid uitwijzen.

We reden terug naar de gravel pits en vonden daar nog wat leuke vakantiesoorten, zoals een roepende Buidelmees (later meer in de Göksu Delta), de eerste Kleine Karekiet van de reis (de meest waargenomen rietvogel), de eerste Koereiger (er zouden er nog vele tientallen volgen), een Zwartkop (niet door mij) een Waterhoen en een 'gewone' IJsvogel, van welke soort we in de Göksu Delta ongekende aantallen zouden zien.
Koninginnenpage, Birecik, 02-08-2013
Bij de gravel pits waren er ook erg veel libellensoorten te vinden, waaronder de zeldzame Mantelgrondlibel en ook bekendere figuren als de Vuurlibel en de Zuidelijke Keizerlibel. De vlinders waren duidelijk minder talrijk, maar wel zagen we onder meer Koninginnenpage en Oranje Luzernevlinder.
En zo kwam ook deze tweede vakantiedag tot een uiterst bevredigend slot, met voor mij opnieuw vijf nieuwe soorten!

Zaterdag 03-08-2013: Birecik, gravel pits & Halfeti
Vanmorgen stond de Indische Rotsmus weer op het programma en we vertrokken al ver voor het ontbijt naar de boomgaard waar deze illustere soort regelmatig werd gezien. Hoewel er vele mussen in het gebied verbleven, bleken dat vooral Moabmussen en Huismussen te betreffen. We zagen nu ook de Vale Woestijnvink veel beter dan gisteren, dus dat was leuk. Nieuw voor de vakantielijst waren Huiszwaluw en Gierzwaluw (het was licht verbijsterend dat we tot dat moment geen enkele gierzwaluw hadden gezien!). Een mannetje Grauwe Klauwier liet zich zien en hij was de eerste in de lange rij Grauwe Klauwieren die voor ons klaarstond deze vakantie.
Zonder Indische Rotsmus reden we terug naar het hotel om te ontbijten. Er waren weliswaar af en toe geluiden te horen die deden denken aan het geluid van de Indische Rotsmus zoals dat uit de telefoon van Remko kwam, maar gezien de grote hoeveelheid mussoorten die hier voorkomen (Huis-, Ring-, Spaanse -, Moab-, Rots-, Bleke Rots- en Indische Rotsmus) en de sterk gelijkende tsjilpjes die ze voortbrengen, waarmee wij bovendien niet goed bekend zijn, durf ik het niet aan de vogel op geluid te determineren, hoewel anderen geloof ik wel overtuigd waren.
Anyway, we reden terug langs de Eufraat en daarboven ontdekte Els (meen ik) een paar fraaie Witvleugelsterns, en die zijn altijd leuk om te zien. Ook een Kleine Zilverreiger en een Witgat kwamen de vakantielijst opvrolijken. We keken nog even rond bij een steigertje waar Remko op de eerste dag van zijn verblijf de Griekse Spotvogel had horen zingen. Nu riep er een grotere spotvogel waarvan af en toe een glimp werd opgevangen, maar wat mij betreft viel daar niet echt chocola van te maken.
Purperlibel, Birecik, 03-08-2013
Na het overheerlijke ontbijt besloten we naar Halfeti te rijden, waar in een wadi onder meer de Perzische Woestijnpatrijs zou huizen, alsmede nog een aantal andere tot de verbeelding sprekende soorten. Toen we ons busje weer instapten zag ik heel hoog een groepje van vijf Kwakken overvliegen, een soort die eerder vanmorgen al door andere deelnemers was gezien.
De weg naar Halfeti bleek erg productief. We zagen eindelijk eens wat roofvogels, die over de hele linie bijzonder schaars waren, vonden we. Maar nu zagen we achtereenvolgens een overduidelijke Arendbuizerd en een fraaie Slangenarend, en dat was goed nieuws voor de roofvogelliefhebbers onder ons.
Persoonlijk val ik meer op de kleurrijke vogels en ook daarin werd voorzien middels een groepje Bijeneters, waar we tot ons grote genoegen ook een fraaie Groene Bijeneter tussen vonden! De Bijeneters waren aan het fourageren en bleven maar kort zitten op draden langs de weg om dan weer verderop te zwieren. De Groene Bijeneter bleef niet lang: hij zat even kort op een draadje, vloog toen weg en kwam niet meer terug. Maar we hadden hem!
De klauwieren deden intussen erg hun best met Grauwe - en Roodkopklauwier en Kleine Klapekster. Ook de Rouwmees kwam weer voorbij, tot mijn grote genoegen. Even verderop stopten we voor een groepje gierzwaluwen en jawel, dat bleken Huisgierzwaluwen te zijn, alweer een erg goeie soort.

We arriveerden in Halfeti, een aardig plaatsje aan een groot meer, maar de veelbelovende wadi konden we helaas niet vinden. Dan eerst maar lunchen in zo'n drijvend restaurant aan de oever van het meer. Want het was zo onderhand weer loeiheet geworden. Zo zaten we een tijdje lekker in de schaduw tot de drang naar nieuwe vogels onweerstaanbaar werd en we een aantal plekken in de omgeving gingen proberen.
We stuitten op een Isabeltapuit, en ook hij was de enige van de hele reis. Qua zangvogels was het echt een beetje behelpen, in het voorjaar, als alles net aangekomen is en zingt, zal het ongetwijfeld heel veel beter zijn.
We speurden een rotsachtig terrein af naar andere tapuiten (misschien zat de Westelijke Roodstaarttapuit er wel in, hoopten we) en vonden twee prachtige, maar verre Aasgieren, hoog zwevend aan de hemel. Het waren de enige gieren die we tegenkwamen gedurende de reis.
We vonden nog een Finsch' Tapuit en verder vielen vooral de grote hoeveelheden sprinkhanen op, waaronder tweemaal een fraaie bidsprinkhaan.
Toch zat er voor mij nog een nieuwe soort in het vat, namelijk de 'gewone' Rotsklever. Het nooit op Lesbos zijn geweest werkte hier weer eens in mijn voordeel! De Rotsklever was vanaf nu een algemene soort, die we in alle gebieden tegenkwamen.

We besloten de dag in de gravel pits bij Birecik. Na enig zoeken vonden we ook de zogenaamde zuidelijke gravel pits, waar een prachtig groepje Witvleugelsterns in alle kleden en leeftijden te bewonderen was. Ook werd er weer eens een Hop gezien, en nieuw voor de vakantielijst waren de Oeverzwaluw, die we vanaf nu vaker zagen, de Meerkoet (idem) en de Houtduif, die voor mij de enige van de reis zou blijven.
In het noordelijk deel van de gravel pits vonden we nog twee Strandplevieren.
Toen we later die avond terugkwamen bij het hotel zagen we op een eilandje in de Eufraat een clubje Oeverlopers, en een Bonte IJsvogel vloog langs.

Zowel bij zonsondergang als rond een uur of twee 's nachts schrokken we ons steevast te pletter in Birecik. In het kader van de Ramadan had de plaatselijke imam namelijk besloten dat het een goed idee was om zowel aan het begin als aan het eind van de eetperiode een soort vuurwerkbom af te steken die het hotel zowat deed trillen op zijn grondvesten, zodat ik de eerste keer dacht dat er een bom uit Syrië verkeerd terechtgekomen was of zoiets.
Het was trouwens een beetje een wrang idee om zo dicht bij de Syrische grens te zitten, vrolijk vogelend, terwijl er in dat land zoveel ellende is. Langs de Eufraat stonden een paar tentenkampen waar waarschijnlijk vluchtelingen uit Syrië zaten. Er stonden ook wat tenten van de UNHCR tussen. Het zag er allemaal behoorlijk triest uit.

Zondag 04-08-2013: Birecik, gravel pits; reis van Birecik naar Demirkazik
Vandaag stond de lange reis naar Demirkazik op het programma, maar voor het ontbijt brachten we nog een laatste bezoek aan de gravel pits. We vonden er leuke soorten, zoals een groepje Iraakse Babbelaars, drie Vale Woestijnvinken, Moabmussen, een Zwartbuikzandhoen en twee Kwakken. Er werden zelfs nog soorten voor de vakantielijst gescoord, zoals de Groenpootruiter (twee stuks) en een Kleine Plevier.
Maar de topper van deze ochtend werd gevormd door twee Zwarte Frankolijnen, die door Jacob werden opgestoten en ook door mij werden gezien, en later een roepende frankolijn, die ook door de rest van de groep werd gehoord. En dat betekende voor mij wederom een nieuwe soort!
Een groepje van vijftien overvliegende Dunbekmeeuwen vormde de laatste vakantiesoort die we in Birecik scoorden.
Heliotropum europaeum, Birecik, 04-08-2013
Na het ontbijt namen we afscheid van Hotel Acar en reden westwaarts richting Demirkazik. Het werd een lange rit, mede vanwege het feit dat we verkeerd reden omdat de TomTom een nieuwe afslag en een nieuw stuk weg niet herkende, waardoor we een kilometer of zestig te ver doorreden. Onderweg scoorden we niet veel, zoals gebruikelijk als we autoreden, maar wel de tweede Slangenarend en de eerste Ooievaars van de trip.
Uiteindelijk vonden we met enige moeite ons onderkomen voor de komende twee nachten, het Ozsafak Pension, met prachtig uitzicht op het Aladag gebergte en met name de berg Demirkazik, waar morgenochtend vroeg onder meer het Kaspisch Berghoen op het programma stond. We kwamen er behoorlijk vermoeid aan, maar de mogelijkheid tot nieuwe soorten gaf ons weer energie en niet lang nadat we ons hadden geïnstalleerd – lees: de koffers in de kamer gegooid - liepen we alweer door een kloof waar onder meer de Rotskruiper een reële mogelijkheid zou zijn. Onderweg ernaartoe hadden we de Ekster al aan de immer groeiende vakantielijst toegevoegd. De 'gewone' Tapuit was vanaf nu een algemene en talrijke vogel. In de kloof zelf genoten we van een flinke groep tussen de rotswanden door razende Alpengierzwaluwen en ook een andere bewoner van het hooggebergte liet zich zien: de Rotszwaluw. Natuurlijk was ook de Rotsklever weer present en een kleine roofvogel die een nogal valkachtige indruk maakte werd ontmaskerd als vrouwtje Balkansperwer, en dat was voor Hiele nog een nieuwe soort.
Op zoogdierengebied gebeurde er eindelijk ook iets, want we vonden de eerste Anatolische Siesels, grappige grondeekhoorntjes waarvan we er morgen nog veel meer zouden zien.  Ook leuk was een door de kloof spurtende Kolibrievlinder, en ook die zouden we een dag later veel vaker zien.

Maandag 05-08-2013: Demirkazik, per tractor de berg op en lopend omlaag
Het was een prachtige reis, maar ook een vermoeiende, want vrijwel iedere dag waren we erg vroeg uit de veren, we gingen keihard door tot zonsondergang en er zaten lange reisdagen tussen. Vanmorgen waren we om half vier al de klos, want we moesten voor zonsopgang bovenop de berg Demirkazik zijn om kans te maken op het geheimzinnige Kaspisch Berghoen.
Warm aangekleed – want het was bitter koud boven, zo 's morgens vroeg – stapten we in de aanhanger van de tractor en hobbelden in het pikkedonker naar boven. We genoten van de geweldig mooie sterrenhemel en verheugden ons op de mooie en nieuwe soorten die ongetwijfeld gingen komen.
Onderweg vingen we een Haas in de koplampen van de tractor, maar verder niet veel. Toen we boven kwamen was het nog donker en erg koud. Maar we hadden warme koffie bij ons en wat dingen om te eten en zo wachtten we af en zagen hoe het ochtendlicht langzaam de flanken van het Aladaggebergte bekroop. Er begonnen wat vogeltjes actief te worden: een Rotsklever, een Tapuit. Niet veel later werd de eerste leuke soort ontdekt: er scharrelde een tiental Beflijsters rond bij een plasje water beneden ons. Ver weg hoorden we regelmatig een of twee Aziatische Steenpatrijzen roepen. Het eerste groepje Alpenkraaien vloog roepend langs en tot groot genoegen van de deelnemers voor wie hij nog een nieuwe soort was, werden de eerste Sneeuwvinken ontdekt. Later vandaag zagen we groepen van tientallen Sneeuwvinken, iets waar we niet op hadden gerekend, aangezien onze gids eerder had betwijfeld of we die soort wel zouden zien.
En toen, ineens, weerklonk de prachtige luide roep van het Kaspisch Berghoen tussen de bergtoppen! Wat een fantastische ervaring, te mogen luisteren naar deze bijzondere soort op deze geweldige locatie. Enkele deelnemers kregen het hoen ook nog als een stipje door de telescoop te zien, maar ik behoorde niet tot die gelukkigen. Eigen schuld, omdat ik het te druk had met groepjes kleine vogeltjes iets lager op de berg.
Er verschenen twee steenbokken aan de rand van de top, die achteraf Bezoargeit bleken te heten.
Heremiet, Demirkazik, 05-08-2013
 Intussen verschenen er hoe langer hoe meer groepjes kleine vogeltjes tussen de rotsen en de eerste die gedetermineerd werden, waren Roodvoorhoofdkanaries, mijn tweede nieuwe soort van vandaag. Wat een leuke, fraaie vogeltjes zijn dat! Ook liet de eerste Zwarte Roodstaart van de reis zich zien, en dat betreft hier de ondersoort ochruros, waarvan de mannetjes geen witte vleugelvlek en wat meer rood op de buik hebben. Sommigen zagen vandaag ook een Alpenheggenmus.
Er werd een Ortolaan gevonden (en later, tijdens de afdaling, nog een) waarmee ik erg blij was, want die had ik ook alweer in geen jaren gezien. De Ortolaan was overigens de enige gorzensoort die deze vakantie in het vizier kwam, hetgeen toch wel een beetje teleurstellend was.
Leuk was ook de Rode Rotslijster, die zich vandaag meerdere malen fraai liet bekijken.
Anatolische Siesel, Demirkazik, 05-08-2013
Het was weer tijd voor een knaller, want (ik meen) Hiele ontdekte een Steenheggenmus, die zich geweldig mooi liet zien nadat Remko hem een beetje plaagde door een paar keer zijn liedje af te spelen. Alweer een nieuwe soort, en voor mij toch wel een van de hoogtepunten van de reis.
Dat gold ook voor de volgende knaller, een buitengewoon fraai vogeltje, misschien wel een van de mooiste die ik deze vakantie heb gezien: de Rode Bergvink. Ook hiervan zaten er tientallen, met name rond de plasjes water, waar we later die ochtend een uurtje bivakkeerden en waar de vogels zich leuk lieten fotograferen. Bij het plasje verscheen ook een Strandleeuwerik, waarvan we tijdens de afdaling nog een hele familie tegenkwamen.
Oranje Steppevlinder, Demirkazik, 05-08-2013
Nadat we een grote groep Alpenkauwen hadden ingerekend, begonnen we aan de terugtocht, de berg af. Intussen was het helemaal licht geworden en hoe lager we kwamen, hoe meer kledingsstukken we konden uittrekken. De afdaling stond grotendeels in het teken van de vele, vele vlinders en ook een heleboel leuke plantensoorten. We fotografeerden er op los en dat was maar goed ook, want Demirkazik was eigenlijk de enige echt goede plek voor vlinders tijdens deze reis. Bekende soorten die we tegenkwamen waren onder meer Distelvlinder en Kommavlinder, en daarnaast zagen we ontzettend veel nieuwe soorten, zoals de Heremiet, de Grauwe Heremiet, de Oranje Steppevlinder en nog vele andere.
We kwamen ook nog enkele vogels tegen onderweg naar beneden, maar niet veel: een paar Roodborsttapuiten en een flinke groep Rotsmussen, dat was het. Maakte niet uit: de beste soorten zaten in de tas en er werd door de deelnemers fanatiek gevlinderd! Sommige deelnemers zagen een Havik en anderen ook Vinken, al weet ik niet meer precies waar en wanneer.
Toen we bijna beneden waren, werden we staande gehouden door een soort (zelfverklaarde?) terreinbeheerder aan wie we de toegang tot het bergreservaat blijkbaar nog verschuldigd waren, terwijl Remko toch zeker dacht te weten dat die bij de reservering al betaald was. Het was een beetje een schimmige vertoning, die vooral bedoeld leek om ons geld uit de zak te kloppen en die morgen nog een vervolg zou krijgen.
Anatolian Rock Lizard, Demirkazik, 05-08-2013
Maar nu waren we beneden en gingen eerst maar eens aan de welverdiende lunch. Omdat de afgelopen dagen erg vermoeiend waren geweest, werd besloten om een pauze van enkele uren in te lassen. Natuurlijk ging ik toch even wat in de omgeving wandelen en vond daarbij nog een paar Ringmussen voor de vakantielijst en ook onder meer het Tijgerblauwtje en het Oostelijk Resedawitje.
Aan het eind van de middag gingen we nogmaals de kloof in, waar we grotendeels dezelfde vogels zagen als gisteren, hoewel de Kleine Torenvalk een mooie aanvulling op de vakantielijst was. Ook werden er flink wat vlinders gezien en gefotografeerd, waaronder ook een Spaanse Vlag, een fraaie nachtvlindersoort.
's Avonds bezochten we nog een plek waar volgens onze gastheer Bashar een Oehoe zou roepen, maar wij kwamen niet verder dan een Bosuil (ook leuk, trouwens) en een kort roepende, ongedetermineerd gebleven uilensoort.

Dinsdag 06-08-2013: Demirkazik, vlinderweitjes & de rit naar de Göksu Delta
Vanmorgen ontbeten we eerst voordat we weer op pad gingen. Het was gisteren een lange dag geweest en iedereen voelde aan zijn daalspieren dat we het maar eens ietsje rustiger aan moesten doen. Niet teveel natuurlijk, maar een keer ontbijten vóór we op pad gingen was weleens aangenaam. Alleen Ben had vanmorgen vroeg nog energie genoeg en had de Pimpelmees aan de vakantielijst weten toe te voegen.
Na het ontbijt reden we naar het gebiedje waar we gisteravond de Bosuil hadden gehoord en dat volgens onze gastheer ook goed zou zijn voor allerlei andere leuke vogelsoorten en voor vlinders. Dat klopte wel. Eerst stuitten we op een prachtige groep oude en jonge Aziatische Steenpatrijzen die zich erg mooi lieten bekijken terwijl ze zich voor ons uit de voeten maakten middels een soort steilewandrace, waarbij verschillende, vooral jonge exemplaren, weer naar beneden duikelden om dan opnieuw te moeten beginnen aan de klim.
Wedewitje, Demirkazik, 06-08-2013
Op en bij het weitje bij een tentenkamp vonden we een Braamsluiper en een paar Europese Kanaries, beide nieuwe soorten voor de vakantielijst. Erg leuk vonden we het mannetje Levant Zwarte Roodstaart (ondersoort semirufus), die we hier niet direct hadden verwacht. Ook genoten we hier weer van Perzische Roodborsten en Roodvoorhoofdkanaries en sommigen van een Gekraagde Roodstaart, en vooral van duizelingwekkend veel vlinders, zoals Kardinaalsmantels, een Kleine Parelmoervlinder, Wedewitjes en vele andere.
Helaas was daar ineens weer onze (zelfverklaarde?) terreinbeheerder, die duidelijk was ingeseind door een mannetje van de camping, om geld op te eisen. Deze maal moest er ineens ook betaald worden voor het feit dat we fototoestellen bij ons hadden, omgerekend maar liefst zo'n 45 euro per camera. En dan hadden we nog geluk dat niemand een videocamera bij zich had, want daarvoor gold het luttele bedrag van zowat 500 (!) euri. Gelukkig wist Remko door hard onderhandelen de schade te beperken, maar dit is toch een vreemde zaak. We zagen later hoe de beheerder een deel van de centen afstond aan het mannetje van de camping, dus het is duidelijk een kwestie van graaien en samen delen. Een waarschuwing aan anderen die dit gebied willen bezoeken is daarom op zijn plaats: zorg ervoor dat je de toegangsprijs van tevoren betaalt en daarvan bewijs hebt.
Levant Zwarte Roodstaart, Demirkazik, 06-08-2013
Na dit akkefietje was de lol er wel zo'n beetje af en bovendien was het tijd om te lunchen en daarna af te reizen naar onze volgende bestemming: de Göksu Delta, waarvan iedereen hoge verwachtingen had. Op de terugweg naar het pension kwamen we nog drie Bergkalanderleeuweriken tegen, wat ik erg leuk vond omdat we deze nieuwe soort nog maar eenmaal hadden gezien deze reis.

Onderweg naar de Göksu Delta vonden we een landschildpad op de weg, die gezien de verspreiding van de diverse schildpadsoorten in de regio waarschijnlijk een Moorse Landschildpad was.
Aan het eind van de middag arriveerden we bij Otel Olba in Tasucu, gelegen aan de Middellandse Zee, maar gelukkig niet heel erg toeristisch. We dumpten de koffers in onze kamers en gingen nog snel even een eerste verkenning van de delta uitvoeren, wat prompt een heel scala aan nieuwe vakantiesoorten opleverde. De Purperreiger was talrijk. Er vlogen enkele Bruine Kiekendieven rond (ha, een roofvogel!) en er zaten Bosruiters bij de vleet. Balkankwikstaarten lieten horen dat hun roepje wat raspender is dan dat van de 'gewone' Gele Kwikstaart en Wilde Eenden hadden ze hier ook. Erg leuk waren de twee Sporenkieviten die we tegenkwamen, een soort die toch vrij zeldzaam is in dit gebied.
Opvallend waren ook het grote aantal IJsvogels, de vele libellen en de weinige vlinders die hier huisden. We hoorden Buidelmezen en zagen een Blauwe Reiger voor de vakantielijst, evenals drie Baardmannetjes die tinkelend door het riet vlogen.
Het hoogtepunt van ons eerste bezoek werd gevormd door een waarneming van de imposante Smyrna IJsvogel, een prachtig beest dat nog nieuw was voor Jacob (meen ik). Tenslotte kwamen ook het Waterhoen en, vanuit de uitkijktoren, een Tafeleend de vakantielijst opvrolijken. Enkele deelnemers zagen vandaag Pijlstaarten, maar die werden door mij gemist.

Woensdag 07-08-2013: de Göksu Delta
We hadden vandaag de hele dag om in de befaamde Göksu Delta te zoeken naar de soorten die hier het hoogst op de verlanglijst stonden. Daartoe behoorden onder meer Zwartkoprietzanger, Marmereend en Grijskoppurperkoet. Nog voor het ontbijt reden we alweer langs het slootje dat we gisteravond ook al hadden verkend en stonden weer versteld van de grote hoeveelheid IJsvogels die hier huisden, ondanks de enorme smerigheid van het gebied, want men flikkert hier alles nog gewoon in de sloot, van ouwe koelkasten tot bestrijdingsmiddelen.
De eerste vakantiesoort die eraan moest geloven was een mannetje Witoogeend. Dat was een leuk begin. Al snel hadden we ook weer een Smyrna IJsvogel in het vizier en er werd een paar Steltkluten ontdekt op een rijstveldje.
Toen we aan het eind van het slootje waren, moesten we constateren dat geen van de drie doelsoorten in de tas zat. Er waren wel wat rietvogeltjes in de weer, maar dat betrof Kleine – en Grote Karekieten. Nee, die Zwartkoprietzanger ging geen makkie worden, dat hadden we zo onderhand wel door.
Er kwam een mooie Zwarte Ibis over de auto gevlogen en terug rijdend naar het hotel voor het ontbijt zagen we tijdens korte stops nog Watersnippen en een fraai mannetje Wielewaal. Zo werd de vakantielijst toch nog een beetje opgekrikt.
Sporenkievit, Göksu Delta, 07-08-2013
Na het ontbijt gingen we de delta verder verkennen. We kwamen terecht langs de oever van de grote plas, waar we bij een doorkijkje tussen het riet de boel afspeurden. We hoorden een paar maal een Graszanger tzitten, en die was een vakantiesoort. Boven een slootje langs het pad was het een waar libellenfeestje, zodat ik bijna het hoogtepunt van de dag miste, want op een zeker moment hoorde ik Remko mijn naam roepen, op een volume dat verraadde dat er iets heel bijzonders werd gezien. En jawel, het bleek om de Zwartkoprietzanger te gaan en gelukkig vertoonde deze skulker zich nog éénmaal, en wel zodanig dat ik 'm ook zag en als zodanig kon determineren. Pfjoewww…
Pancratium maritimum, Göksu Delta, 07-08-2013
We reden verder, naar het meest zuidelijke puntje van de delta, waar bizarre lelie-achtigen bloeiden met de naam Pancratium maritimum. Nu we het toch over planten hebben, ik mag hier ook wel even de vele bloeiende Oleanders vermelden, die hier in het wild groeien en de boel flink opfleurden tijdens onze reis.
Bij een plasje aan de rand van het strand zat een grotere plevier met lange poten en zonder witte nekband, die snel naar achteren rende maar niet kon voorkomen dat we hem herkenden als Woestijnplevier, altijd een mooie soort om te zien. Pogingen van Remko om hem van achteren te besluipen en onze kant op te drijven mislukten, maar de soort stond op de lijst.
We benaderden de grote plas van een andere kant en kwamen nu dicht langs de oever te rijden. Hier waren veel vogels te zien, waaronder weer flink wat vakantiesoorten. Ik zag mijn eerste Kleine Zilverreiger (door anderen al eerder gezien), er vlogen nogal wat Dwergsterns rond en ook een Grote Zilverreiger werd gezien. Tenminste één adulte Lachstern kwam overgevlogen (later nog twee, roepend) en een groepje Lepelaars fourageerde in de plas. Ook werden er Poelruiter en Tureluur gezien en ook een Cetti's Zanger, maar niet door mij.
Ergens tijdens dit vogelgeweld moeten we ook nog geluncht hebben, maar ik kan me niet meer herinneren hoe of waar. In ieder geval keerden we na de lunch terug naar hetzelfde gebied en zagen onder meer zes Regenwulpen, een héél verre Flamingo, Visdieven en Grote Sterns (op een klein schiereilandje voor de kust), een Zilverplevier en nog een Strandplevier en een Zwarte Frankolijn die zich spoorslags uit de voeten maakte.
Aan het eind van de middag speurde een deel van de groep vanuit de uitkijktoren de grote plas af en zag daar maar liefst 1235 Ooievaars invallen. Ook werden Zomertaling, Kroon- en Kuifeend gezien voor de vakantielijst. Ik liep ergens beneden en fotografeerde libellen, waaronder het Moriaantje, en (samen met Els) Arabische Buulbuuls.
Zilverplevier, Göksu Delta, 07-08-2013
Geen Marmereend (het aantal eenden viel toch ontzettend tegen in de Göksu) en geen purperkoet. Morgenochtend zouden een paar fanatiekelingen (de hele groep minus ondergetekende, die na een paar beroerde nachten toe was aan een keertje uitslapen) het nog één keer gaan proberen.

Donderdag 08-08-2013: van de Göksu Delta naar Manavgat
Toen ik aan het ontbijt verscheen trof ik de overige deelnemers in een juichstemming aan. Reden: men had twee stuks van de Grijskoppurperkoet weten te scoren. Ai. Gelukkig was het geen nieuwe soort voor mij en natuurlijk gunde ik hem mijn medereizigers van harte. Ook was er door mijn reisgenoten een Steenuil op het dak van het hotel gezien en de Rietzanger was aan de vakantielijst toegevoegd.
Wat valt er verder te melden over deze dag? Dat het een enorm lange rit was via de zogenaamde Snake Route, een traject langs de kust vol kronkelwegen en haarspeldbochten. Dat we opnieuw gruwelijk fout reden en dat de accommodatie in Manavgat, genaamd Yesil Vadi, die er op de website zo rustig en fraai uitzag en waar we uiteindelijk rond zeven uur 's avonds of zo aankwamen, vol dagjesmensen zat die er kwamen zwemmen, picknicken, quad rijden en dergelijke. Dat we daarvan even moesten slikken. Dat Tattoo Johnny, de schijnbare eigenaar dan wel uitbater van deze tent, nooit een prijs voor klantvriendelijkheid zal ontvangen en dat het bier er schier onbetaalbaar was. O ja, en dat we onderweg de eerste (jawel, je leest het goed!) Zwarte Wouwen voor de reis tegenkwamen! En door sommigen werd een Slechtvalk waargenomen, maar ik behoorde niet tot die gelukkigen.

Vrijdag 09-08-2013: Manavgat, op zoek naar de Bruine Visuil
Vandaag moest de apotheose van onze Turkijereis worden. Immers, de Turkse Bruine Visuil stond op het programma, een ondersoort van de Bruine Visuil die mogelijk/waarschijnlijk in de toekomst zal worden afgesplitst en dan in één klap een van de zeldzaamste vogels ter wereld zal zijn.
In het pikkedonker reden we achter het-mannetje-dat-alles-regelde aan, om uit te komen bij het stuwmeer in de zogenaamde Green Canyon, waar een comfortabele boot voor ons klaar lag die ons hopelijk bij de zo gewenste uil zou brengen.
Pygmy Skipper, Manavgat, 09-08-2013
Het duurde even voordat de bemanning wakker was, maar uiteindelijk konden we op weg. Er vloog een Raaf over, die gisteren vanuit de auto al door anderen was gezien maar nu door de rest van de groep kon worden ingehaald. We vernamen dat we twee plaatsen zouden aandoen voor de uilen: de kleine canyon, hier zat een paar zonder jongen, en de grote canyon, waar een broedpaar met twee jongen zou zitten. Kansen genoeg, zou je zeggen.
Nadeel was wel, dat het erg hard waaide. Hopelijk zouden de uilen niet al te verscholen zitten. Toen we de kleine canyon naderden, werd de spanning bijna ondraaglijk. Maar al vrij snel kwam het verlossende woord: daar zat een Bruine Visuil! De vogel zat in de onderste tak van een boom die halverwege tegen de wand van de canyon stond. In no time had iedereen de imposante uil in zijn kijker en gingen de fotografen los. Even later bleek aan de andere kant van de canyon nóg een Bruine Visuil te zitten, die echter veel meer verstopt zat en daarom niet geschikt was als fotomodel.
Daar zit -ie dan, de Bruine Visuil!
We bleven een halfuurtje ronddobberen bij de uilen, zodat iedereen ruim te tijd kreeg om plaatjes te schieten dan wel filmpjes te maken. Daarna zette de kapitein koers naar de grote canyon, waar de uilen beter te fotograferen zouden zijn. Jammer genoeg wachtte ons een teleurstelling. De uilen waren hier onvindbaar, waarschijnlijk als gevolg van de straffe wind, waardoor ze een beschutte plek hadden opgezocht. Wel zagen we als troostprijs een Grote Gele Kwikstaart.

Het was nog vroeg toen we weer aan wal gingen. En toen was er natuurlijk de vraag: wat moet je nog als je bijna alle gedroomde soorten plus de topper, de Bruine Visuil, in de tas hebt? De motivatie om met rond de 40 graden Celsius straf door te vogelen werd er niet groter op. We deden het dus rustig aan, stopten bij een leuk plasje waar we onder meer konden genieten van de Levantijnse Meerkikker, zochten nog wat naar vlinders en 's middags deden we een geslaagde poging om de lokale ondersoort van de Gaai (ssp. anatoliae, bleek met een zwart petje) te vinden. Daarna was de energie echt zo'n beetje op.
Levantijnse Meerkikker, Manavgat, 09-08-2013

Zaterdag 10 augustus 2013: Manavgat – Antalya – Istanbul – Schiphol
Roodstuitzwaluw, Manavgat, 10-08-2013
We waren zowat de hele vakantie zeer vroeg opgestaan, met als gevolg dat ik, nu ik eindelijk eens kon uitslapen, ook gewoon om half zes wakker werd. Dus ging ik maar een eindje wandelen in de hoop nog iets leuks op vogel-, vlinder- of ander gebied tegen te komen. Het werd een Koolmees, een soort die ik eerder steeds had gemist, maar nu mooi in de kijker kwam. Ik probeerde nog wat tsjakkende grasmusachtigen te verleiden uit het struikgewas te komen, maar dat lukte niet. Het was duidelijk: de koek was op.
Na het ontbijt laadden we de koffers in en reden richting het vliegveld van Antalya. Daar vlakbij aten we nog een hapje in een restaurant langs de weg, we leverden de huurauto in, checkten de koffers in en ontvingen onze boardingpassen. Het lange wachten kon beginnen.
Boerenzwaluw, Manavgat, 10-08-2013
We vlogen in een uurtje naar Istanbul en later in zo'n drie uur tijd terug naar Schiphol. De laatste vlucht was erg comfortabel, omdat we bij de nooduitgangen zaten en dus heerlijk veel beenruimte hadden.
We arriveerden rond half tien 's avonds op Schiphol, maar voordat we onze koffers te pakken hadden was er nog bijna een uur verstreken. Ik nam afscheid van Remko, Jacob, Els, Ben en Hiele en haalde de trein van kwart voor elf naar Utrecht, waar Cilja al op me stond te wachten.
Het was een geweldig mooie reis, maar het was heerlijk om weer thuis te komen.

15 augustus 2013.