maandag 30 december 2013

Nog even nagenieten: 2013 in vogelvlucht

De Sperweruil, de voor de hand liggende absolute nummer één van 2013.
Sommige vogeljaren verdienen het om nog eens uitgebreid op terug te blikken. 2013 is zo'n jaar. Het was een absoluut topjaar qua aantal waargenomen vogelsoorten binnen onze landsgrenzen, hetgeen wel blijkt uit het feit dat vogelaar Pieter Doorn het jaarlijstrecord, dat op 341 soorten stond, dit jaar heeft verpulverd en opgeschroefd tot 353 soorten (nog afhankelijk van aanvaarding door de CDNA van sommige soorten). Een aantal dat nauwelijks meer te verbeteren lijkt.
Ook voor de 'gewone' vogelaar/twitcher viel er heel wat te genieten, hetgeen wel blijkt uit het feit dat ik zelf dit jaar ongeveer 10 nieuwe soorten voor Nederland wist binnen te tikken. Een ongelooflijk aantal voor iemand die al zo lang vogelt en al zoveel op z'n lijstje heeft staan. Veel zeldzaamheden bleven lekker lang zitten, zodat er alle gelegenheid was om te gaan kijken.
Gewoontegetrouw begon het jaar met wat restjes van het jaar ervoor. Op 05-01 werd de Humes Bladkoning die in Katwijk overwinterde binnengehaald. Diezelfde dag twitchten we het mannetje Witoogeend dat al een tijdje bij Alphen a/d Rijn verbleef. Een tochtje naar Zeeland en de Zuidhollandse eilanden op 19-01 leverde een serie leuke wintergasten op zoals Flamingo, Dwerggans, Witbuik- en Zwarte Rotgans, Ruigpootbuizerd en Kuifaalscholver. Op 23-01 haalden we de 14 Pestvogels van Geldermalsen binnen.
De (waarschijnlijk Rode) rotslijster van Den Helder.
Op 16-02 werd het voor het eerst echt spannend vanwege de Geelsnavelduiker die gemeld werd uit de Grevelingen. Na een spannend dagje met vooral beroerde waarnemingen van het beest wisten Chris, Wiegert en ik hem laat in de middag uiteindelijk heel mooi en dichtbij in de kijker te krijgen. Die dag zagen we trouwens alle vier de 'Nederlandse' duikersoorten, dus ook de IJsduiker, en kregen het vrouwtje Brilzee-eend dat al een tijdje bij de Brouwersdam verbleef als bonus. De Buffelkopeend van Barendrecht hadden we op de heenweg al opgehaald.
Op 22-02 leverde een tochtje naar Hoek van Holland mij het eerste nieuwe taxon voor Nederland op: Zugmayers Huiskraai, een ondersoort van de Huiskraai met een lichtere kraag, die al een tijdje werd gezien maar waar ik nog steeds niet op af was geweest.
Zugmayers Huiskraai
Helaas was 2013 voor de Huiskraai niet zo'n goed jaar: onlangs oordeelde de Raad van State in al haar 'wijsheid' dat ze mogen worden weggevangen en gedood. Triest.
Op 01-03 leverde een tochtje naar de Achterhoek waarnemingen op van de befaamde Oehoe op het nest en van een Middelste Bonte Specht.
Op 04-03 werden in de Biesbosch een paar typische soorten voor dat gebied gescoord: de Cetti's Zanger en de Zeearend. Met beide voorheen zeldzame soorten gaat het gelukkig erg goed in ons land.
Tijdens een heerlijk midweekje in Zuid-Limburg met Cilja kon ik rond 21-03 genieten van zingende Kortsnavelboomkruipers en Middelste Bonte Spechten.
Voor wie zich afvraagt waar nu al die nieuwe soorten voor Nederland blijven: 2013 kwam wat dat betreft langzaam op gang. De winter duurde lang en het voorjaar stelde qua weer weinig voor. Maar op 13-04 was het zo ver: in Den Helder bevond zich een Rode Rotslijster die we zonder moeite wisten op te rollen. De vogel had wat meer blauwgrijs dan gewoonlijk, o.m. op de flanken, waardoor er nog discussie is over de vraag of het misschien een hybride is. Het zal nog wel even duren voordat er duidelijkheid is over de identiteit c.q. telbaarheid van deze vogel, maar mooi was -ie wel!
Op 21-04 zag ik met René en Koert tijdens onze jaarlijkse Biesboschtocht leuke soorten als Beflijster, Rouwkwikstaart, Visarend, Roerdomp en als klap op de vuurpijl een Draaihals!
Op 10 en 11-05 was het Dutch Birding voorjaarsweekend op Texel, dat helaas geteisterd werd door zeer slecht weer en weinig soorten. Ik zei het al: het jaar kwam langzaam op gang... Toch haalden we onderweg naar Texel nog de Grote Burgemeester van Amsterdam op en een Kraanvogel bij de Dijkgatsweide. Op Texel zelf waren het vooral Morinelplevieren, Witbuik- en Zwarte Rotganzen die werden gevonden, al leverde dag twee nog een mooie Gestreepte Strandloper op.
Vrouwtje Kaapverdische Mus.
Toen mei over de helft was, kwam er beweging in de zaak. Een leuk fenomeen waren de Kaapverdische Mussen die per schip in de haven van Hansweert arriveerden en door veel vogelaars, waaronder ondergetekende, werden bezocht. Niet dat ze kans maken om op de Nederlandse lijst te komen, maar leuk waren ze wel.
Tijdens ons jaarlijkse uitje naar Montferland zagen Cilja en ik onder meer Wespendieven, Raven en een paar Europese Kanaries.
Op de laatste dag van mei barstte het echt los. Met René maakte ik een heerlijk rondje door het westen van ons land en wist daarbij eindelijk de Terekruiter aan mijn Nederlandse lijst toe te voegen. De ruiter bevond zich in een plasje bij Haarlem en liet zich heel fraai zien (en een dag later zelfs horen!).
Terekruiter
De tweede soort van die prachtige dag was de adulte Kleine Klapekster die zich bij Voorhout bevond. Ook deze vogel werkte fantastisch mee. Het was pas mijn tweede in Nederland ooit. De derde topsoort van de 31e mei was de Iberische Tjiftjaf die al een tijdje zat te zingen in een Amsterdams bos. Ook deze tjif was snel gevonden, en het lijkt erop dat dit weer eens een 'goeie' is met de juiste zang.
Een dag later maakte ik met Wiegert hetzelfde rondje, minus de Iberische Tjiftjaf maar inclusief een uit Waterhoek gemeld Kleinst Waterhoen, opnieuw een nieuwe Nederlandse soort voor mij. Het was een koude, winderige ochtend, maar tegen alle verwachting in liet de vogel zich prima en van nabij horen en uiteindelijk zelfs schitterend zien.
Kleinst Waterhoen, Waverhoek U (foto: Wiegert Steen)
In de Ronde Venen bevond zich ook nog een paar broedende Steltkluten, die we uiteraard meepikten. Nadat we opnieuw hadden genoten van Terekruiter en Kleine Klapekster reden we nog even naar de Biesbosch, waar een Noordse Nachtegaal zat te zingen. En dat deed hij ook toen wij arriveerden. Er is geen vogel bij wie het 'luid' in het woord 'geluid' zozeer van toepassing is. Een leuke bijvangst was de zingende Grote Karekiet.
Op 15-06 deden we een rondje Limburg, dat onder meer een fraaie zingende Orpheusspotvogel opleverde, alsmede een mannetje Grauwe Klauwier. We zochten ook naar de zingende Roodmus die hier al een tijdje huisde, maar alleen ik was gelukkig genoeg om 'm een riedel te horen zingen.
Rosse Waaierstaart, een nieuwe soort voor Nederland.
Op 07-07 genoten we weer van Nachtzwaluwen en Houtsnippen tijdens een avondlijk uitstapje naar de Leusderheide.
De zomer werd voornamelijk besteed aan het zoeken naar andere levende have dan vogels: vlinders, libellen, zoogdieren en reptielen. Dat leverde tal van nieuwe en bijzondere soorten op, zoals Spiegeldikkopje, Kleine IJsvogelvlinder, Zuidelijke Heidelibel, Bandheidelibel, Zwervende Heidelibel, Kanaaljuffer, Bever, Adder, Ringslang en Boomkikker, om er maar een paar te noemen. Ook de invasie van Oranje Luzernevlinders mag niet onvermeld blijven, evenmin als mijn vogelreis naar Turkije. Maar als we dat ook nog moeten meenemen in dit jaaroverzicht ben ik nog wel een tijdje bezig. We houden het maar bij vogels in Nederland.
Op 25-07 zag ik met Wiegert nog twee Zwarte Ooievaars tijdens een zoektocht naar vlinders en libellen op de Kampina. September leek te gaan verstrijken zonder veel spektakel, maar toen ineens was er op 27-09 die foto op het determinatieforum van waarneming.nl van een overduidelijke Rosse Waaierstaart bij Petten! Gelukkig konden Wiegert en ik direct de volgende dag en het kostte weinig moeite om deze nieuwe soort voor Nederland (en dus ook voor onze Nederlandse lijst) te scoren. In een moeite door pakten we die dag de Arendbuizerd van de Maasvlakte mee, ook een nieuwe voor mijn Nederlandse lijst, zodat ik voor het eerst sinds 1995 weer eens een dubbelslag kon slaan.
De 'handtamme' Zwarte Zeekoet van IJmuiden.
Op 05-10 maakte ik met Chris een rondje langs een paar Zuidhollandse zeldzaamheden, waarbij we de eerste Bladkoning van het seizoen zagen en ook de Katwijkse Hop, al was die laatste helaas snel verdwenen om niet meer te worden teruggevonden die dag. Ook bezochten we die dag opnieuw de Arendbuizerd, omdat Chris 'm nog niet had kunnen twitchen.
Het was alweer tijd voor het Dutch Birding najaarsweekend, dat eveneens werd geteisterd door slecht weer. Met uitzondering van de eerste dag. Die viel ontzettend mee qua weer en leverde een fantastische soort op: de geheimzinnige Struikrietzanger, die zich op 12-10 prachtig liet zien en horen op de noordpunt van Texel. Die dag ook weer een Bladkoning, alsmede een Klapekster en als heerlijk toetje nog een bergfluiter die wellicht nog een Balkanbergfluiter zal blijken te zijn en dan een nieuwe voor Nederland voor me is.
Op 14-10 bezochten we op de terugweg vanuit Texel een spectaculaire groep van maar liefst tien Zwarte Ibissen bij Castricum.
Op 22-10 moesten we opnieuw in actie komen, ditmaal vanwege een Daurische Klauwier bij Waverhoek, die zich weliswaar van afstand maar toch goed herkenbaar liet zien, en een Zwarte Zeekoet bij IJmuiden, die zich buitengewoon fotogeniek gedroeg.
24-10 bracht ik met Chris op de Maasvlakte door, waarbij we over zee een Noordse Stormvogel zagen vliegen, alsmede een Smelleken. Die eerste had ik al jaren niet meer gezien. En opnieuw een potentiële nieuwe voor Nederland die dag, in de vorm van een Siberische Braamsluiper, een ondersoort van de Braamsluiper die waarschijnlijk binnen afzienbare tijd wordt afgesplitst. De vogel liet zich mooi zien en riep af en toe. Foto's en geluidsopnamen zijn gemaakt t.b.v. het t.z.t. beoordelen door de CDNA.
Grote Kruisbek.
Dan loopt het tegen eind november en dan denk je normaal gesproken dat het vogeljaar wel zo'n beetje ten einde is. Niets was minder waar. Inmiddels waren Grote Kruisbekken in flink aantal ons land binnengevallen, en die wisten we op 22-11 op de Strabrechtse Heide te scoren, te fotograferen en het geluid op te nemen. Zeker 14 stuks van deze fijne vogel vertoonden zich aan ons.
Een paar dagen later volgde dé klapper van 2013. Er werd een Sperweruil gemeld in Zwolle! Opnieuw waren Wiegert en ik er als de kippen bij en op 25-11 konden we hem inrekenen en heel mooi fotograferen bovendien. Op 30-11 gingen we in de herkansing met Chris erbij en ook toen zagen we de imposante Sperweruil op fraaie wijze. Maar er was meer, want bij Kamperhoek werd al een paar dagen, weliswaar met veel pijn en moeite, een Swinhoe's Boszanger gezien die daar iets eerder was geringd. Het werd een spannend middagje zonder erg veel hoop op succes, maar uiteindelijk kregen we hem, nadat we de vogel al hadden horen roepen, vrij in de kijker! Hopla, alweer een nieuwe voor mijn Nederlandse lijst!
Dwerguil!
Goed, en dan denk je dat het nu toch wel over zal zijn. Het was een prachtig jaar, mogen we nu s.v.p. even relaxend december door, richting 2014?
Nee, dat mocht niet. Op 10-12 werd er een Dwerguil gefotografeerd in een bos in Overijssel. En weer moesten we in actie komen, want de Dwerguil was een totaal nieuwe soort, en wat voor een. Wiegert en ik vielen met onze neuzen in de boter, want op 11-12 konden we het mini-uiltje redelijk soepeltjes inrekenen, iets wat de dagen erna voor velen onmogelijk bleek. Maar gelukkig, er kwam een herkansing, want een paar dagen geleden werd de vogel opnieuw gevonden en nu blijkt hij makkelijker te zijn. Op 29-12 zag ik het Dwerguiltje opnieuw en bovendien wist ik mijn tweede Siberische Taling ooit te scoren, nabij het sluizencomplex van Driel.
Het is nu 30-12, 14:29 uur en ik hoop eerlijk gezegd dat de vogels me een paar dagen met rust laten ;-) Op 1 januari begint een gloednieuw vogeljaar. Hopelijk komt het enigszins in de buurt van 2013.
... en nogmaals de Sperweruil.

zondag 29 december 2013

29-12-2013: Oudejaarsvogelen

De Dwerguil liet zich fantastisch zien vandaag!
Het is een traditie: op een van de laatste dagen van het jaar ga ik met mijn vrienden René en Koert altijd een dagje 'oudejaarsvogelen'. Om de jaarlijst op het laatste moment nog wat op te krikken of om gewoon lekker wat te vogelen en bij te praten. René en Koert waren net terug van een vogelreis naar Gambia, dus er was genoeg bij te kletsen en bovendien zaten er voor hen nog een paar gloednieuwe soorten in het land, te weten de Siberische Taling en de Dwerguil. De keuze was dus eenvoudig, temeer omdat de Siberische Taling voor mij nog een fraaie jaarsoort zou zijn.
Om negen uur vertrokken we uit Leerdam en na enige tijd arriveerden we bij het sluizencomplex van Driel, waar de vogel juist weer was gemeld. Er waren geen vogelaars (meer) ter plaatse, wel zat er een grote en onoverzichtelijke groep Smienten langs de oever. Daar moest -ie tussen zitten. Maar vinden deden we 'm niet, aanvankelijk. Langzamerhand arriveerden er meer vogelaars en op een zeker moment vond een van hen het mannetje Siberische Taling! Hij zat een beetje verstopt achter wat Smienten en een Grote Zaagbek, maar als je eenmaal wist waar hij zat was -ie redelijk eenvoudig terug te vinden. De taling liet zich door de telescoop mooi bekijken. Het was pas mijn tweede ooit, voor Koert en René was hij een heuse lifer.
Foto genomen met mijn telefoon door de telescoop van René. Dat ging nog beter dan met mijn fototoestel...
We hoorden dat de Dwerguil vanmorgen ook alweer was gezien en dat was welkome informatie, omdat hij sinds gisteren op de sites wordt verborgen omdat de vogel territoriaal gedrag schijnt te vertonen. Toen wij arriveerden was de vogel gevlogen, maar gelukkig duurde het niet lang voordat hij werd teruggevonden, hoog in een boom langs een pad. Daar bleef het uiltje heel relaxed zitten, poetste af en toe zijn veren en keek wat in het rond. Hij liet zich kortom prachtig en uitgebreid bekijken en zowaar ook fotograferen, al lukten de foto's die ik met mijn telefoon door René z'n telescoop nam beter dan die welke ik met mijn camera nam. Maakt niet uit, het was geweldig! De tweede lifer van deze dag voor Koert en René, en ik was superblij met deze fraaie tweede waarneming.
We gingen na een uur of anderhalf lekker lunchen in Lettele en praatten uitgebreid bij. De Bonaparte's Strandloper werd niet meer gemeld, dus na de lunch hielden we het voor gezien. Het was opnieuw een heerlijke vogeldag, de laatste van het superjaar 2013!

vrijdag 20 december 2013

20-12-2013: Geen Grote Kruisbekken

Vanmorgen hebben Chris, Wiegert en ik nog een ochtendje op de Strabrechtse Heide doorgebracht om de Grote Kruisbek voor Chris op te zoeken. Helaas bleven ze vandaag onvindbaar. Wel scheen de zon en was het alleszins aangenaam weer. We zagen een paar 'gewone' Kruisbekken, waarvan we de roep opgenomen hebben. Het bleek type C te betreffen, altijd leuk om te weten. Verder weer veel Kuifmezen, overvliegende barmsijsjes, een roepende Havik, Grote Zilverreigers in het Beuven, een Eekhoorn en een Vuurgoudhaan toen we alweer bijna bij de auto waren.

woensdag 11 december 2013

11-12-2013: Er kan nog meer bij: Dwerguil!

Dwerguil met zojuist gevangen muisje. Foto: Wiegert Steen.
Het is een compleet waanzinnig vogeljaar, beste lezers. Wat moet ik er nog van zeggen? Steeds als je denkt: nu wordt het niet beter, dit was een mooie afsluiter voor 2013, blijkt dat er nóg meer in het vat zit. Gistermiddag werd er een Dwerguil gemeld uit een bos bij Lettele (dat ligt in Overijssel, iets ten oosten van Deventer; als je er nog nooit van hebt gehoord neem ik het je niet kwalijk). Een prachtige ontdekking van Mathijs Oosterhuis, die ik vandaag toevalligerwijs nog even tegen het lijf liep zodat ik hem er hartelijk voor kon bedanken. De Dwerguil was een nieuwe soort voor mij, niet alleen voor Nederland, maar ik had 'm nog nooit eerder gezien.
Gisteravond dus snel een afspraak met Wiegert gemaakt. Die zat in Wageningen, dus ging ik vanmorgen eerst per trein naar station Ede-Wageningen. Ik liep een halfuur vertraging op, maar om negen uur konden we onderweg naar Lettele, waar we rond tien uur aankwamen. Er was alweer een man of zeventig aan vogelaars, maar toen wij aankwamen was de uil nog niet gevonden, zodat wij ook maar gingen zoeken. Na een halfuurtje ontstond er ineens paniek en iedereen begon te rennen (gelukkig dezelfde kant op), zodat wij ook maar met de stroom meerenden. De Dwerguil was gevonden! Het duurde even voordat ik hem ook in beeld had, maar gelukkig mocht ik even door de telescoop van een andere vogelaar kijken, waarvoor dank! Toen kon er wat relaxter gezocht worden en jawel, daar zat het uiltje, met een muis in z'n klauwtjes. Wel achter allemaal takjes, zodat mijn compactcameraatje met autofocus onbruikbaar was, maar Wiegert heeft nog een aardige plaat kunnen maken, zoals je hierboven kunt zien.
We konden zo'n drie kwartier genieten van de Dwerguil. Wat is het een klein propje en wat is dat korte staartje grappig! Na zo'n drie kwartier verplaatste de vogel zich een metertje en nog een paar minuten later vloog de vogel dieper het bos in. Om tot het moment waarop ik dit schrijf niet te worden teruggevonden. Ik kan me voorstellen hoe erg de laatkomers balen... (Naschrift: later op de middag is de vogel toch weer teruggevonden!).
We gingen ook maar weer zoeken, vonden veel Kuifmezen en Zwarte Mezen en af en toe vloog er een groep Kruisbekken over. Maar het Dwerguiltje kwam niet meer tevoorschijn. We prezen ons gelukkig dat we er op tijd bij waren!
Vogelaars bij de Dwerguil. Hij is in beeld!

zaterdag 30 november 2013

30-11-2013: Het kan niet op!

Begint al dat volk de Sperweruil te irriteren? Aan zijn gezichtsuitdrukking zou je zeggen van wel, maar aan zijn gedrag was het niet te merken.
Het vogeljaar 2013 begint behoorlijk uit de hand te lopen. We hadden net de Sperweruil achter de kiezen of er werd alweer een bloedzeldzame Swinhoe's Boszanger gemeld bij Kamperhoek, die daar op 23 november was geringd en pas dagen later werd teruggevonden. Nu vinden wij dat helemaal niet erg natuurlijk, en vanmorgen om half acht vertrokken Chris, Wiegert en ik eerst naar Zwolle, want Chris had de Sperweruil nog niet kunnen twitchen en wij vonden het ook geen straf om die soort nog een keer te zien. We vielen met onze neuzen in de boter, want de vogel was bij aankomst onmiddellijk te zien terwijl hij met een muis in z'n klauwen wegvloog. Jammer voor de uil, maar de muis wist zich blijkbaar los te wringen, viel naar beneden en wist zich zodoende toch nog in veiligheid te brengen. Tot onze verbazing waren er ook op dag 7 van z'n verblijf nog zeker honderd man op de uil afgekomen. Later vandaag zou dat aantal toenemen tot zo'n 400 man, met als gevolg dat onvoorzichtige kijkautomobilisten tegen elkaar opreden. De Sperweruil is misschien wel de eerste dwaalgast in Nederland die een auto-ongeluk heeft veroorzaakt...
Na ruim een uur besloten we dat we genoeg hadden gezien. De uil was rustig op een plek hoog in de bomen achter de takken gaan zitten, dus erg veel was er niet meer aan te beleven.

Een Klapekster is altijd leuk. Vandaag hadden we er een langs de Praamweg in Flevoland.
De Swinhoe's Boszanger was op dat moment nog niet gemeld, en eerlijk gezegd hadden we er niet ontzettend veel vertrouwen in dat die zou worden teruggevonden. We besloten om wat te vogelen langs de Knardijk en de Praamweg, en mocht de Swinhoe's dan alsnog worden gemeld, dan waren we via de A6 zo bij Kamperhoek. Dat bleek een goede gok. Langs de Knardijk stuitten we op een groepje van een stuk of tien Baardmannetjes, en die had ik nog altijd niet op de jaarlijst. Mooi dus. Langs de Praamweg liet een Grote Zilverreiger zich fraai fotograferen, alleen bleken bij thuiskomst alle foto's overbelicht te zijn, althans het cruciale reigergedeelte ervan. Niet getreurd, even verder vonden we een Klapekster, en die liet zich mooi zien en leuk op de gevoelige plaat zetten. Klapeksters zijn altijd een feestje om tegen te komen!

Nogmaals de Klapekster.
We reden naar de Kleine Praambult, waar we minstens 1000 Kieviten de lucht in zagen gaan. De oorzaak was een jagende Slechtvalk, die zich fraai liet zien. Een eind verderop zat een Zeearend in de top van een dode boom, ook altijd leuk, en een klein valkje dat langsvloog was hoogstwaarschijnlijk een Smelleken, maar daar zag ik net te weinig aan.
Rond twaalf uur checkten we weer eens de DB-site en jawel: de Swinhoe's Boszanger was met zekerheid gezien! We aarzelden geen moment, stapten in de auto en reden met gezwinde spoed naar het bosje bij de Kamperhoek waar de vogel verblijft. Bij aankomst zagen we ook hier een enorm aantal auto's staan en er waren zeker 150 man present (misschien wel meer, schatten is niet zo mijn ding). Natuurlijk was de vogel alweer gevlogen toen we aankwamen, dus er zat niets anders op dan met de meute af te wachten op de plekken waar hij zo nu en dan werd gezien. Soms zag iemand hem en dan stoof de massa naar de plaats des onheils, waar de vogel dan natuurlijk allang weer verdwenen was. Na ruim een uur hadden we dit wel gezien en we besloten met z'n drieën een pad door het bos te nemen, waar het rustig was en waar de groep met Staartmezen waar de Swinhoe's tussen zat misschien wel te vinden zou zijn. Maar uiteindelijk kwamen we weer uit aan de rand van het bos, precies op de plek waar honderd man naar de overkant stond te kijken. De zanger was net weer gezien! We wachtten even en... daar klonk ineens het roepje van het kleine opdondertje, een beetje Witte Kwik-achtig, stuiterend tweelettergrepig roepje. En even later kwam het beestje kort tevoorschijn, om na een halve seconde naar rechts te vliegen. Langzaam schoof de hele vogelaarsgroep op naar rechts, en steeds werd de Swinhoe's even gezien, tot hij uiteindelijk een paar minuten vrij poseerde aan de rand van het bosje. Er klonken kreten van opwinding en vreugde, twitchers feliciteerden elkaar en vielen elkaar in de armen en de opluchting van al die mensen, van wie sommigen er waarschijnlijk al vanaf de vroege morgen stonden, was gigantisch.

Een gedeelte van de aanwezige vogelaars bij de Swinhoe's Boszanger.
Mensenlief, wat een twitch. Zenuwslopend en op een zeker moment tamelijk hopeloos, maar uiteindelijk toch nog geslaagd! Na het moment van euforie gingen de meeste mensen er vrij snel vandoor, mooier zou het niet worden vandaag. Een deel bleef nog even hangen, en dat deel staat op de foto hierboven. Het was weer een fantastisch dagje, met voor mij opnieuw een nieuwe soort voor Nederland.

maandag 25 november 2013

25-11-2013: Sperweruil!

De Sperweruil, een van mijn grootste wenssoorten, eindelijk in the pocket!
Gisteravond ontstond er ineens hevige opschudding in vogelaarsland, want in Zwolle werd een Sperweruil ontdekt! Eigenlijk herondekt, want de vogel was op 12 november jl. al waargenomen door een machinist van de NS, maar ondanks dat enkele mensen toen hebben gezocht, werd de vogel toen niet teruggevonden. Maar gisteren zat -ie dus ineens bij het BP tankstation aan de IJsselallee te Zwolle. Vele tientallen vogelaars waren er meteen op af gegaan, en de vogel werd tot na middernacht gezien. Toen was hij weggevlogen en voor degenen die niet meteen konden maar moesten wachten tot vandaag was het hopen en bidden dat hij zou worden teruggevonden. Want de Sperweruil mensen, dat komt dicht in de buurt van de ultieme wenssoort: bloedzeldzaam in Nederland met slechts vier waarnemingen in de laatste 100 jaar en dan dat uiterlijk! Wat een beest!

"Loopt daar een muis?"
Het spreekt bijna vanzelf dat Wiegert en ik er vandaag op af gingen, want we waren allebei 's middags in de gelegenheid en het was een totaal nieuwe soort voor ons allebei. En wat voor een! Na een spannende rit van vijf kwartier arriveerden we op de plek en we zagen al zo'n 100 man en vrouw staan kijken. Gauw de auto geparkeerd, erheen gelopen en jawel, daar zat de Sperweruil, helemaal verscholen achter takjes in een boom, dichtbij en fraai te zien, maar niet te fotograferen. Ondanks dat alleen de waarneming al ontzettend kicken was, wil je van zo'n soort natuurlijk ook als het even kan een paar leuke foto's. We moesten geduld hebben, maar uiteindelijk, na een dik uur op dezelfde plek te hebben gebivakkeerd, begon de uil te bewegen en uiteindelijk vloog hij naar een andere boom midden op de groenstrook langs de weg, waar hij kort bleef zitten om vervolgens naar een boom in de middenberm van de autoweg te vliegen. Daar zat -ie wel mooi vrij, maar onder beroerd licht. Zo is het altijd wat. Maar de aanhouder wint, want na een kwartiertje of zo vloog de Sperweruil wederom op om prachtig open en bloot te gaan zitten onder mooi licht.

"Wat een drukte, is dat allemaal om mij?"
Toen was het fotograferen geblazen, en dat leverde boven- en onderstaande plaatjes op. Ondertussen waren diverse cameraploegen van nieuwsprogramma's aan het filmen en mensen aan het interviewen en er was door de gemeente zelfs een mannetje ingeschakeld om ervoor te zorgen dat overenthousiaste vogelaars niet op de rijbaan van de autoweg zouden belanden (en om ervoor te zorgen dat er niet geparkeerd werd naast die autoweg...). Om kwart voor vier waren we voldaan en reden we huiswaarts, met een van de mooiste soorten van dit jaar, nee, van de afgelopen jaren, in the pocket.



Een deel van de toegestroomde vogelaars. De Sperweruil zit in de rode cirkel.

vrijdag 22 november 2013

22-11-2013: Grote Kruisbekken

Mannetje Grote Kruisbek
Er is momenteel in ons land een invasie gaande van Grote Kruisbekken! Dat is bijzonder, want het gebeurt maar zelden dat deze grote uitvoering van de Kruisbek het zich verwaardigt om en masse naar Nederland te komen. Waarschijnlijk als gevolg van een slechte zaadoogst van dennen (hun voornaamste voedsel) ziet deze Noordeuropese vogel zich soms genoodzaakt zijn heil in zuidelijker streken te zoeken. En dan komt hij soms naar ons land. Ik had er natuurlijk allang op af gemoeten, want ze zitten er al een tijdje, maar vandaag kwam het er eindelijk van en vanmorgen om acht uur vertrok ik met Wiegert naar de Strabrechtse Heide, waar er een stuk of zestien zitten.
Op zo'n heidegebied met dennenaanplant is verder niet veel te beleven in de winter, hoewel het er miechelde van de Kuifmezen, toch een soort die we niet al te vaak zien. Maar we konden snel doorlopen naar de plek waar de Grote Kruisbekken meestal gezien worden, in de buurt van het Beuven. En jawel, daar stonden al twee vogelaars die Grote Kruisbekken in beeld hadden, althans daarvan waren ze overtuigd, en dat wilden we maar al te graag geloven. Het leek er ook erg op: de vogels riepen vrij laag met een u-klank, ze waren actief in de weer met het verslepen van dennenappels en ze kwamen best fors over. Eén van deze vogels kwam even naar de grond om te drinken en toen konden we 'm op de foto zetten:
Kruisbek
Enfin, de ware Kruisbekkenner ziet het waarschijnlijk al. We waren te gretig geweest en sowieso te onervaren met Kruisbekken, want het betrof hier achteraf toch gewone Kruisbekken, wat bevestigd werd door de geluidsopnamen die Wiegert had gemaakt.
Gelukkig kwam het toch nog goed allemaal. Want toen we na een tijdje besloten een stukje verder te lopen om weer warm te worden, stond een eindje verder een groepje vogelaars te kijken naar de echte Grote Kruisbekken. Die brachten onder meer een erg laag, diep geluid voort, maar ook een roepje dat juist hoger was en eentje die eigenlijk sprekend leek op de vluchtroep van het eerder geziene groepje Kruisbekken. Kortom, het was allemaal toch wat lastiger dan we hadden gehoopt c.q. verwacht. Maar uiteindelijk lieten de Grote Kruisbekken zich in de loop van de dag een paar keer prachtig zien. Helaas was het licht zodanig beroerd dat van goeie foto's geen sprake kon zijn. Een paar bewijsplaatjes zaten er wel in, gelukkig.
Grote Kruisbek, man, met echte 'stierennek' en papegaaiensnavel.
Bij de Grote Kruisbekken landde ook nog een groepje barmsijzen, waarvan er drie te herkennen waren als Kleine Barmsijs, en dat was nog een jaarsoort. Om twee uur hielden we het voor gezien. Het was een mooi en leerzaam uitstapje geweest.

zaterdag 16 november 2013

16-11-2013: Spreeuwen in de mist

Vandaag ben ik er eindelijk toe gekomen om, samen met Chris en Wiegert, bij de Spreeuwenslaapplaats in Beesd te gaan kijken, waar iedere avond zo'n 7000 of meer Spreeuwen een prachtige vliegshow opvoeren alvorens te gaan slapen. Maar dan zul je dus altijd zien dat het potdicht zit met mist. Dat was erg jammer, want hoewel we een paar keer die enorme wolk Spreeuwen vanuit de mist zagen opdoemen, werd het overgrote deel van de vliegshow aan onze ogen onttrokken. Alle foto's en filmpjes zijn dan ook mislukt. Jammer, maar als het even kan proberen we het met goed zicht nog een keer.

donderdag 24 oktober 2013

24-10-2013: Lekker dagje Maasvlakte met potentiële nieuwe ondersoort voor Nederland

De enige foto die ik vandaag heb kunnen maken: de Buizerd die niet de Arendbuizerd is maar er vaak mee wordt verward.
Het was vandaag opnieuw heerlijk najaarsweer met weinig wind, een zonnetje en tegen de twintig graden. Christiaan en ik besloten vandaag 'gewoon' een lekker dagje te gaan vogelen zonder half Nederland te hoeven afrijden voor bijzondere soorten. Om een uur of half tien arriveerden we op het meest westelijke puntje van Nederland op Maasvlakte 2 en daar stopten we om wat over zee te kijken en om Velduilen te vinden. Die huizen hier alweer een tijdje, ze zitten gewoon tussen de stenen langs de dijk. Maar eerst keken we even over zee en vonden vier Oeverpiepers op de blokken voor de kust en twaalf Dwergmeeuwtjes die langsvlogen. Leuk. We liepen een stukje noordoostwaarts en het duurde niet lang of er vloog vlak voor onze voeten een Velduil op. We konden 'm prachtig volgen terwijl hij een rondje vloog boven zee en een eind verderop weer naar de dijk terugkeerde, waar hij ging zitten en direct door een Zwarte Kraai werd gepest. Na een tijdje werd het de uil te gortig en vloog hij opnieuw op, om nog een stuk verder weer te landen. We liepen nog een stukje die kant op, maar de Velduil bleef verder onvindbaar.
We liepen terug en stootten een Slechtvalk op die onderaan de dijk zat, misschien gewoon te rusten, misschien met een prooi. Hoe dan ook, ook dit was een leuke waarneming. Over zee kijkend werd het nog leuker, want na een naar noord vliegende Parelduiker (en nog enkele ongedetermineerde duikers), ontdekte ik vrij dichtbij, laag boven het water een Noordse Stormvogel, die serietjes snelle vleugelslagen afwisselde met langere glijvluchten en af en toe mooie boogjes maakte. Duidelijke kruisvorm, dikke witte kop, smalle grijze vleugels en witte staart. Dat was erg leuk, want ik had al in geen jaren een Noordse Stormvogel gezien, niet sinds ik in Leerdam woon tenminste. Maar we waren er nog niet. Een vrouwtje Smelleken kwam langsgevlogen, leek de zee op te vliegen maar besloot uiteindelijk toch terug te keren en vloog zowat over onze hoofden weer de Maasvlakte op. Even later begonnen de Jan-van-Genten te lopen, we kwamen tot vijf stuks, vandaag alleen adulte exemplaren.
Toen het rustiger werd op zee besloten we het zogenaamde luzerneveld en de bosjes op de oude vuurtorenvlakte te onderzoeken. We vonden een paar Tapuiten, veel erg schuwe Koperwieken en Zanglijsters, een Kramsvogel en wat overtrekkende Veldleeuweriken en Vinken, alsmede één overtrekkende Boomleeuwerik. Waarop we na enige tijd besloten om de Arendbuizerd nog eens met een bezoek te vereren, in de hoop hem beter te zien dan de laatste keer. Maar op een van de paaltjes op het veld zat wel de lichte Buizerd die vaak voor Arendbuizerd wordt uitgemaakt, maar niet onze grote vriend zelf. Wel kwamen we Rob Halff en Vincent Hart tegen, die vanmorgen een (mogelijke) Vale Braamsluiper (ondersoort halimodendri) hadden in een complex van de bosjes op de oude vuurtorenvlakte dat wij hadden overgeslagen. Omdat dit nog een nieuwe ondersoort voor ons zou zijn, reden we terug en na enig zoeken hoorden we tegelijkertijd een braamsluiperroepje en even later hadden we de Vale Braamsluiper in de kijker. Hij was niet makkelijk, zat vaak op de grond tussen de begroeiing, maar liet zich ook een paar keer open en bloot zien. Toen vielen de relatief bruine bovendelen op, waarvan het achterhoofd en de nek het lichtst waren. De kop was tot onder het oog bruingrijs, zonder de donkerder oorstreek van de 'gewone' Braamsluiper. Er zat duidelijk wit in de staart, maar de exacte hoeveelheid was niet vast te stellen. Wel waren de onderdelen, met uitzondering van de witte kin en keel, vuilwit met een bruinige zweem. De onderste helft van de oogring was wit, snavel en poten zwart. De vogel riep regelmatig. Omdat er nog veel onduidelijk is over de herkenning van de oostelijke ondersoorten van de Braamsluiper is het niet echt mogelijk om de determinatie 100% zeker rond te krijgen, maar Rob heeft goeie foto's gemaakt en wellicht is determinatie in de toekomst wel mogelijk.
Tenslotte bezochten we nogmaals de plek waar de Arendbuizerd pleegt rond te hangen, maar vonden 'm wederom niet. Gaf niet, het was een heerlijke vogeldag geweest!

Naschrift: op basis van de roep was de braamsluiper achteraf waarschijnlijk toch een Siberische Braamsluiper (ssp. blythi).

dinsdag 22 oktober 2013

22-10-2013: Een paar leuke soortjes oprollen

De Zwarte Zeekoet aan de maaltijd.
Het was vandaag prachtig weer, zo'n twintig graden met een zonnetje erbij, en er zitten een paar leuke zeldzaamheden in het land die er bij wijze van spreken om vroegen om getwitcht te worden: de Zwarte Zeekoet van IJmuiden en de Daurische Klauwier die al een paar dagen bij Waverhoek zit. Dus gingen Wiegert en ik vanmorgen op pad om beide soorten in te rekenen. In de zeekoet hadden we wel vertrouwen, want die zit er al zo lang dat het wel gek moest lopen wilde hij toevallig vandaag weggegaan zijn. Maar de klauwier was gisteren weggepest door een paar vervelende jochies en was daarna niet meer gevonden. Eerst dus maar naar IJmuiden en de eventuele melding afwachten van de klauwier.
De bonus kwam als eerste: een fotogenieke Sneeuwgors!
Om kwart voor tien waren we bij de Zuidpier. Via de duintjes wilden we naar de pier lopen, maar zie, daar zat al een leuk vogeltje op ons te wachten: een erg tamme Sneeuwgors. Die ging vanzelfsprekend even op de foto. Na een paar minuten zong de Sneeuwgors een kort riedeltje, riep en vloog weg met een paar Graspiepers. Wij liepen verder door de duintjes naar de pier, maar kwamen niet veel tegen. Wel trok het lekker, met piepers, Spreeuwen, Veldleeuweriken en Vinken vooral.
Zelden zo'n voorbeeldig fotomodel voor de lens gehad als deze Zwarte Zeekoet.
Gisteren was de Zwarte Zeekoet steeds bij het eerste torentje gezien, maar daar zat hij nu niet. Speuren vanaf dat punt leverde ook niets op, dus liepen we de pier verder af. Onderweg kwamen we twee Kanoeten tegen, altijd leuk, de onvermijdelijke Steenlopers en ook drie stuks van de Oeverpieper, die nog een jaarsoort voor mij was. Juist toen we er een hard hoofd in kregen, merkten we voorbij de bocht een aantal fotografen op die tussen de blokken hingen en jawel, daar dreef onze Zwarte Zeekoet! Helaas nog wel een eindje weg, maar na een kwartiertje wachten en kijken vloog de zeekoet op een ging vlak langs de pier fourageren. Zo wilden we 'm hebben. De vogel dook erg actief en verplaatste zich snel oostwaarts langs de pier, richting vasteland en dat deden dus ook de aanwezige fotografen.
Steeds dichter langs de kant zwom onze Zwarte vriend.
Zoals je aan de foto's al wel kunt zien, slaagde zelfs ik met mijn simpele compactcameraatje erin om leuke foto's van de Zwarte Zeekoet te maken. Het was echt puur genieten van deze heerlijke vogel. Ik heb ook nog een (heel) kort filmpje gemaakt, dat kun je bekijken door deze link aan te klikken.
We hadden alles aan de Zwarte Zeekoet gezien en intussen was tot onze grote vreugde de Daurische Klauwier weer gemeld, dus begaven we ons richting auto en reden naar het gebiedje De Ronde Venen bij Waverhoek, de plek waar we afgelopen voorjaar het Kleinst Waterhoen zo fraai hebben gezien. Het was nog een eindje lopen het gebied in, maar de Daurische Klauwier zat er nog, weliswaar op flinke afstand, maar met de telescoop resp. mijn 15x Swarovski toch erg leuk te zien. De klauwier was erg actief en liet regelmatig zijn mooie roodbruine staart zien. Voor de foto was -ie te ver weg, hoewel, als je heel erg goed kijkt kun je 'm op onderstaand flutplaatje vinden...
Zoek de Daurische Klauwier.
Na een tijdje genieten gingen we maar weer eens huiswaarts. De score was vandaag weer 100%, zoals vaker dit jaar.
Hieronder nog een paar plaatjes van de Sneeuwgors en de Zwarte Zeekoet.
De Sneeuwgors tankt even bij.
Je ziet z'n rode pootjes zitten.
De zoveelste duik.

dinsdag 15 oktober 2013

12 t/m 14-10-2013: Dutch Birding Vogelweekend

Vogelaars bij de bergfluiter. De andere helft stond aan de overkant, op de plek vanwaar ik deze foto maakte...
Traditiegetrouw hadden Koert, René en ik twee nachtjes gereserveerd bij Hotel Molenbos op Texel gedurende het Dutch Birding Vogelweekend. We konden dit jaar niet op vrijdag vertrekken, wat helemaal niet zo erg was, want vrijdag was het verschrikkelijk rotweer. Ook dat is helaas traditie aan het worden, dat het tijdens het DB Vogelweekend vreselijk slecht weer is. Zaterdagochtend 12 oktober treinde ik dus naar Heemstede, waar Koert en René me zouden oppikken en vanwaar we eerst de spectaculaire groep Zwarte Ibissen die bij Castricum huisde zouden bezoeken, om daarna naar het eiland af te reizen. Maar zie, zaterdagochtend bleek het weer helemaal niet zo beroerd te zijn: het was bewolkt en koud, maar droog en bijna windstil en voordat ik Heemstede bereikte werd de Struikrietzanger gemeld die op donderdag was gevonden bij de Volharding en die op vrijdag om 09:10 voor het laatst was gezien. We hadden er niet meer op gerekend dat die zou worden teruggevonden! Voor mij was hij een nieuwe voor Nederland en voor René en Koert zelfs nog een totaal nieuwe soort. Dus gooiden we het plan om en reden eerst naar Texel. We konden zo de boot op en een half uurtje later stonden we bij de Volharding, waar een grote groep vogelaars was samengedromd voor de Struikrietzanger, een klein bruin onaanzienlijk vogeltje dat een droog, klikkend roepje voortbrengt. De Struikrietzanger had er zin in: hij liet zich zeer regelmatig zien, soms helemaal open en bloot, en bracht frequent zijn roepje ten gehore. Zo, dat konden we gerust een vliegende start noemen, de (ook al) traditionele nieuwe soort voor Nederland zat direct al in de tas. Terwijl we naar de Struikriet stonden te kijken vloog er een prachtige Velduil over ons heen die de stemming er nog meer in bracht. Na een dik uur genieten besloten we verderop te gaan. Als er één soort is die wat ons betreft bij het DB Vogelweekend hoort, is het wel de Bladkoning en die gingen we zoeken op de camping Sluftervallei, wat altijd een goede plek is voor die beestjes. Lang hoefden we niet te zoeken. We stapten de auto uit, zagen een paar vogelaars staan kijken en toen we erbij gingen staan kwam er binnen een paar seconden een prachtige Blako vol in het kijkerbeeld. Het beestje liet zich even schitterend bekijken en riep ook een paar keer. Zo, dat was ook alweer vlotjes gegaan. We liepen nog een stuk over het fietspad dat langs de camping loopt en noteerden een paar Kepen, Zwartkoppen en veel Zanglijsters en Koperwieken. Toen begon het lichtjes te regenen en werd het tijd voor een welverdiende lunch in restaurant De Robbenjager, ware het niet dat ons twee vogelaars tegemoet kwamen die meldden dat een stukje verderop een Klapekster zat. Die was nog een jaarsoort voor ons alledrie, zodat we ook die kant maar op liepen in de langzaam intensiever wordende regen. Maar het was niet voor niets: na een tijdje zoeken vond ik de Klapekster terug, weliswaar ver weg op het veld, maar door de telescoop mooi te zien. Terwijl we naar hem keken vloog een Atalanta door de regen langs ons heen.
We arriveerden nogal natgeregend bij De Robbenjager, maar daar konden we lekker een tijdje opdrogen en genieten van de waarnemingen van deze ochtend en van de lunch.
Tamme Heggenmus bij de Tuintjes.
Gelukkig werd het weer droog en na de lunch begaven we ons naar Dorpszicht, waar een Grauwe Klauwier zou zitten. Een klauwier is altijd leuk, dus die wilden we graag zien. Na enig zoeken vond ik hem, zittend in een haag en af en toe naar de grond en weer omhoog vliegend. Net toen we er genoeg aan hadden gezien werden we weggestuurd door de terreinbeheerder. We bleken op verboden terrein te zijn beland zonder dat we dat in de gaten hadden. Op de terugweg zagen we het inderdaad: een groen bord (groen associeer je normaal gesproken met 'toegestaan') met daarop in grote letters 'Natuurreservaat', maar daaronder in kleine lettertjes 'verboden toegang'. Nou ja, het maakte niet meer uit, de klauwier zat in de tas en we besloten even bij Waal en Burg te gaan kijken of we nog leuke steltjes aan de lijst konden toevoegen. Er zaten daar veel Kemphanen, Watersnippen, Bonte Strandlopers, Bontbekplevieren en Goudplevieren, wat natuurlijk altijd leuke soorten zijn om te zien. Maar er kwam een melding binnen van maar liefst ZEVEN Grote Piepers ter plaatse in de Slufter. Dus reden we met gezwinde spoed die kant op en liepen nog een eind door het mulle zand om bij de juiste plek te komen, waar we van een paar vertrekkende vogelaars hoorden dat het onbegonnen werk was, en dat leek er inderdaad sterk op, de omvang en onoverzichtelijkheid van het veld waarin de piepers waren geland in aanmerking nemende. Niettemin wilden we er wel wat tijd insteken, ware het niet dat Herman van den Brand met nog een paar vogelaars kwam aanrennen en in het voorbijgaan riep dat er een bergfluiter ('misschien Balkan!') bij de Tuintjes was ontdekt. Tja, first things first: Balkanbergfluiter zou voor mij een nieuwe voor Nederland zijn en voor mijn metgezellen een totaal nieuwe. Dus de pas erin en over het mulle zandpad weer terug naar de auto en hopla! naar de Tuintjes gereden waar een steeds groter wordende groep vogelaars al stond te kijken. Eerst dartelde er een Vuurgoudhaan door de topjes van de struiken, een Beflijster riep en kwam achter ons langs vliegen en toen, jawel, daar was hij: een heuse bergfluiter. Met kleine letter, want tot aan het moment van schrijven is nog niet duidelijk of het een Westelijke of een Balkanbergfluiter betreft. De meningen zijn verdeeld omdat de vogel qua uiterlijk meer op Westelijke zou lijken, terwijl vleugelformule en een opgenomen geluid waarvan niet zeker is dat het van de vogel zelf komt, op Balkan zouden wijzen. Ik ben bang dat we op een definitieve soortbepaling nog wel even moeten wachten.
Vogelaars, wachtend op de Stovjes die nooit kwamen...
Veel tijd om over de soortstatus van de bergfluiter te filosoferen hadden we niet, want er kwam een melding van een Stormvogeltje binnen, dat bij de Westerslag was opgepikt en richting noord vloog. En toen een tweede Stormvogeltje! Het effect van deze meldingen op de aanwezige vogelaars was niet gering: de hele massa rende via de kortst mogelijke route naar zee of naar wat hun het beste punt leek om over zee te kijken. Ook wij maakten dat we aan de rand van het water kwamen, en dat was nog een verrekte lange wandeling, want het strand is op dit punt behoorlijk breed. Enfin: uiteindelijk stond een hele horde vogelaars aan de rand van de zee opgesteld om de beide Stovjes te verschalken zodra ze binnen kijker- dan wel telescoopbereik zouden komen. Vervelend was wel dat het allemaal erg lang ging duren en dat het begon te regenen, steeds harder begon te regenen, waarna steeds meer vogelaars onverrichterzake afdropen. Ook wij begonnen in de stromende regen aan de lange terugweg en kwamen uiteindelijk drijfnat en zonder Stovje bij de auto aan. Het was intussen ook goeddeels donker, zodat we naar het hotel reden om op te drogen, waarna we een hapje gingen eten bij restaurant Het Bikkelement, dat helaas duidelijk aan kwaliteit heeft ingeboet sinds de laatste keer dat we er waren. Maar het was een prachtige, enerverende dag geweest en daar dronken we een paar lekkere biertjes op.
Toen we de volgende ochtend vroeg wakker werden, was het druilerig weer en het waaide hard. Weer voor bikkels. Derhalve begaven we ons naar de Tuintjes, om te zien of we de bergfluiter konden terugvinden of dat er misschien andere leuke dingen te zien waren. Het laatste stuk weg naar de tuintjes, inclusief de wegbermen, was bezaaid met Zanglijsters en Koperwieken die blijkbaar zo uit zee waren neergevallen op het eerste stukje land dat ze tegenkwamen. Een indrukwekkend gezicht. Toen we in de Tuintjes aankwamen was het nog nauwelijks licht, het waaide steeds harder en de regen werd steeds intensiever, zodat we na een halfuurtje toch maar besloten om eerst te gaan ontbijten en daarna verder te zien.
Pontische Meeuw, Westerslag. Een van de weinige vogels die te fotograferen waren met het donkere en druilerige weer.
Na het ontbijt regende het nog steeds en de wind woei hard uit oostelijke richtingen. We bedachten dat we bij de Westerslag achter de strandtent uit de wind en enigszins beschut tegen de regen konden staan, en wie weet wat er over zee voorbij zou komen met dit barre weer. Toen we er arriveerden stond het er stampvol met vogelaars. Reden: er was alweer een Stormvogeltje gemeld vanmorgen, waarvan wij de melding om een of andere reden (waarschijnlijk: geen bereik) niet hadden doorgekregen. We sloten aan bij de immer groeiende groep vogelaars en inderdaad: hier kon je lekker uit de wind staan en vreselijk nat werden we ook niet, zodat het goed uit te houden was achter het koffiehuis. Groepen Zwarte Zee-eenden vlogen heen en weer, er dreef een verre Zeekoet op het water die nog een jaarsoort voor mij was en her en der kwamen snuiten van Grijze Zeehonden tevoorschijn om even later weer onder water te verdwijnen. Iemand zei dat er een Pontische Meeuw op het strand zat en jawel: die zat er en liet zich erg fraai zien en zelfs fotograferen. Dat was fijn, want met dat akelige donkere, regenachtige weer was het me nog niet gelukt om een fatsoenlijke vogelfoto te maken. Het Pontje bleef de hele ochtend aanwezig op het strand, tot vermaak van de vele vogelaars. Er werd 'IJsduiker' geroepen en inderdaad, er vloog een giga-duiker over zee naar zuid, met trage vleugelslag en een joekel van een snavel. Een hoogtepunt was de Houtsnip die laag boven het water vanuit zee kwam vliegen, pal richting kust en een hele tijd door ons kon worden gevolgd. De snip is ongetwijfeld in het eerste het beste stukje begroeiing neergeploft.
Maar hoe er ook werd gespeurd, Stormvogeltjes werden niet gezien. Wel werd er een keer een over zee vliegende lijster voor een Stovje aangezien. Er vlogen erg veel lijsters over zee trouwens, je snapt niet dat die beesten niet wat prettiger weer afwachten om te trekken.
Het werd almaar gekker met de meldingen: iemand kwam vertellen dat er een albatros langs een Duits waddeneiland was gevlogen, een waarneming die was gedaan door een serieuze vogelaar. Een albatros! Die wilden we natuurlijk wel hebben, maar hoewel ineens de Jan-van-Genten begonnen te lopen slaagden we er niet in een albatros waar te nemen. Van de Genten kwamen er een stuk of tien voorbij, zowel adulte als eerste winters. Sommige waren erg fraai te zien omdat ze dicht langs de kust kwamen. Er vloog een eerstejaars Noordse Stern langs, altijd leuk, en twee Kleine Jagers, die weer een jaarsoort waren. Een van de jagers kwam bijna over het strand gevlogen en zat nog een tijdje een Kokmeeuw achterna.
Grijze Roodstaart, op de rand van vrijvliegende staat.
Rond twee uur 's middags raakte de koek een beetje op en gingen we lunchen in het restaurantje waartegen we de hele ochtend uit de wind hadden gestaan. Hier namen we de Grijze Roodstaart waar, een prachtige vogel die helaas veel teveel in gevangenschap wordt gehouden, waardoor hij in wilde staat erg zeldzaam is geworden. Gelukkig zat deze Grijze Roodstaart strak in z'n verenpak, iets wat bij papegaaien in gevangenschap vaak anders is.
Maar goed, na een overheerlijke uitsmijter was de wind aangewakkerd tot storm en de regen tot het niveau 'zondvloed', zodat we maar één ding konden bedenken: vanuit de auto langs de oostrand van het eiland rijden en daar de plasjes afzoeken. Dat leverde allemaal niet veel op, zodat we uiteindelijk maar besloten om het voor gezien te houden. Het was toch een onderhoudende vogeldag geworden met een aantal leuke waarnemingen.
Op maandag 14 oktober was het weer droog en de wind was flink geluwd, zodat we met het eerste licht weer in de tuintjes naar de bergfluiter en - heel belangrijk - naar de gisteren gemelde Siberische Tjiftjaf stonden te zoeken. Die SibTjif moet ik nog altijd hebben. Het is een ondersoort van de Tjiftjaf die mogelijk nog eens afgesplitst gaat worden. Maar al ons getuur en dat van de vele tientallen vogelaars die met ons stonden te zoeken leverde niets op, zodat we maar gingen ontbijten. Na het ontbijt gingen we weer terug, omdat er een Dwerggors ter plaatse zou zitten. Maar die bleek niet meer te zijn teruggevonden. De bergfluiter was kort door een paar mensen gezien, maar sindsdien niet meer. Het was duidelijk: de koek begon op te raken. Er kwam nog een melding van een Dwerggors, in de buurt van de trektelpost in de Tuintjes, maar hier troffen wij alleen Rietgorzen aan en - heel leuk - een mannetje Geelgors aan. We besloten om de Zwarte Ibissen van Castricum maar eens te gaan opzoeken en het weekend daarmee af te sluiten. We reden naar de veerboot, waarachter ook nu weer géén Zwartkopmeeuw of een andere leuke soort vloog. Eenmaal aan de vaste wal zetten we koers naar de ibissenplek, maar het viel nog niet mee om daar te komen. Uiteindelijk lukte dat, na veel omrijden en een eind lopen, natuurlijk toch, en het was de moeite waard.
Zeven van de tien Zwarte Ibissen.
Even om een idee van de achtergrond van het ibissenverhaal te krijgen: er is dit najaar een ongekende invasie van Zwarte Ibissen in Nederland. Groepen tot wel 24 exemplaren zijn her en der gezien en op dit moment bevinden zich er nog minimaal veertien bij Castricum, zes bij Leidschendam en zwerven er nog een aantal enkelingen en kleine groepjes rond in ons land. Enfin, wij troffen op 'de' plek bij Castricum een groep van maar liefst tien Zwarte Ibissen aan, een ronduit spectaculair gezicht, waarvan we met volle teugen genoten. De ibissen lieten zich, weliswaar van flinke afstand, ook nog fotograferen, hoewel de plaatjes door het sombere weer niet geweldig geworden zijn. Het was niet anders. Maar het tiental Zwibissen vormde in ieder geval een prima afsluiting van alweer een heerlijk Dutch Birding Vogelweekend, met wederom bar weer, maar ook veel vogelspektakel.

zaterdag 5 oktober 2013

05-10-2013: Op naar de Hop

Sneeuwgors langs de dijk op Maasvlakte 2.
Er zit al ongeveer een week een Hop in Katwijk, die zich fantastisch mooi laat fotograferen bovendien. In combinatie met de Dwerggors die al twee dagen bij Lage Weg zat, een Bladkoning her of der en de Arendbuizerd van de Maasvlakte die Chris nog niet had kon dat een leuk rondje worden! Om half acht vanmorgen zetten we koers naar het gehucht Lage Weg waar we vrij eenvoudig de goeie plek vonden. Anderhalf uur later hadden we weliswaar Zwarte Roodstaarten, een Paapje, wat Watersnippen en andere leukerds gezien, maar geen Dwerggors. We gingen ervan uit dat het gorsje gevlogen was en zetten ietwat teleurgesteld koers naar Katwijk. Toen we bij de Zanderij aankwamen vertelde een vertrekkende vogelaar ons direct waar we moesten wezen, waarvoor dank! Want het was een dubbeltje op z'n kant, de Hop. We kwamen aanlopen en zagen hem van ver opvliegen, een rondje vliegen, weer even landen, maar omdat er meteen weer een fotograaf op af spurtte, vloog de Hop weer op om ditmaal in de wijk te verdwijnen, waar hij voorlopig niet werd teruggevonden. Dat was aanvankelijk wel balen, want de fantastische foto's indachtig hadden we toch wel een ietwat andere voorstelling van onze a.s. Hopwaarneming gemaakt: metertje of tien max, foto's randje-randje. Nu hadden we hem weliswaar op de jaarlijst, maar zo'n ver wegvliegend beest was ietsje minder dan we hadden gehoopt. Later draaide dat gevoel wel bij, toen waren we blij dat -ie sowieso in the pocket zat, want als we twee minuten later dat veld waren opgelopen hadden we hem helemaal gemist.
Enfin, de Hop was zoek en wij besloten in de tussentijd een Bladkoning te gaan opzoeken in het Duinpark. Eerste rondje: niets. Maar toen hoorde ik 'm ver weg roepen, we liepen erheen, er volgden nog twee roepjes en toen een hele tijd niets. We zochten een groep mezen af, maar vonden de vogel niet. Toen ineens een paar roepjes vlak boven ons, maar nog kregen we hem niet in de kijker. Toch vond ik 'm uiteindelijk in een boomkruin en toen konden we de Blako eindelijk heel aardig bekijken: mooie lange wenkbrauwstreep, vleugelstreepjes, alles erop en eraan. Als bonus vonden we nog een Bonte Vliegenvanger, ook altijd leuk.
Er was intussen alweer een uur verstrekten en de Hop was nog steeds niet teruggevonden, zodat we besloten voor de Arendbuizerd te gaan.
En het tweede Sneeuwgorsje van de MaVla.
Ook de Arendbuizerd maakte het ons niet gemakkelijk. We keken een tijdlang naar een vijftal zeer verre Buizerden waarbij ik niet het gevoel kreeg dat -ie erbij zat, in tegenstelling tot enkele andere aanwezigen. Van één zeer ver en hoog exemplaar dachten we dat het een kanshebber zou kunnen zijn, maar zeer verre en hoge vogels zijn eigenlijk kanshebber voor van alles en nog wat.
Toch kregen we uiteindelijk ook de Arendbuizerd nog redelijk aardig in de kijker, tot grote vreugde van Chris en natuurlijk ook van mezelf, hoewel ik hem vorige week nog een stuk beter had gezien. Foto's zaten er ook vandaag niet in, wel een Blauwe Kiekendief over het veld en de melding van diverse Velduilen langs de dijk verderop. Daar reden we naartoe, en toen we een groepje vogelaars op de dijk zagen staan gingen we daar maar eens kijken. Op de dijk zaten wel twee Sneeuwgorzen, hartstikke leuk en een jaarsoort bovendien, maar voor de uilen moesten we nog een stuk verderop zijn. Omdat we in tijdnood kwamen, hebben we de Velduilen na een heel stuk vruchteloos over de dijk lopen maar laten zitten. Het was een mooie vogeldag geweest.

vrijdag 27 september 2013

27-09-2013: Historische vogeldag

De Rosse Waaierstaart, een nieuwe soort voor Nederland en dus ook voor mijn Nederlandse lijst!
Ik gooi niet al te vaak met termen als 'historisch', eigenlijk geloof ik dat dit de eerste keer is, maar ja, het was dan ook wel een dagje om nooit meer te vergeten. Al een paar dagen verbleef een illuster vogeltrio in ons land, te weten: Rosse Waaierstaart (nooit eerder in ons land vastgesteld), Arendbuizerd (bloedzeldzaam, voor mij een nieuwe Nederlandse soort) en Noordse Boszanger (idem). Vandaag kon ik er met Wiegert op af, maar er was een heldere nacht voorspeld en we waren bang dat die de beide zangvogels zou verleiden om verder te trekken. Maar zie: direct met het eerste licht werd de Rosse Waaierstaart nabij Petten alweer gemeld, dus: erop af! Zo'n anderhalf uur later schoven Wiegert en ik aan bij de tientallen vogelaars die er al waren. Na een tijdje rustig wachten op de binnenplaats van de boerderij waar hij vaak werd gezien en een praatje met een paar oude bekenden, hielden we het niet meer en gingen zoeken. En jawel, op de weg had men de waaierstaart in beeld en niet veel later kwam hij ook onze Nederlandse lijsten binnenhippen! Wat een heerlijk beest! Hij liet zich, weliswaar van enige afstand, erg leuk zien en zelfs fotograferen, al staat z'n schaduw uiteindelijk groter op de plaat dan de vogel zelf.
Bonte Vliegenvanger in de bosjes op de Westplaat bij de Maasvlakte.
Na een tijdlang genieten verdween de vogel uit beeld en besloten wij op doelsoort nummer twee af te gaan: de Arendbuizerd. Want ook die was alweer gemeld en ook hij was voor ons een nieuwe soort voor Nederland. Na een kleine twee uur rijden arriveerden we op de Maasvlakte en we konden meteen aanschuiven: de Arendbuizerd vloog aanvankelijk onder mooi licht rond boven het veld, kwam vlak over ons heen gevlogen (helaas kreeg ik 'm niet op de gevoelige plaat) en ging toen in de weer aan de andere kant van de weg, helaas onder tegenlicht. Hier ging hij ook af en toe op een paal of tegen de dijk zitten. De Arendbuizerd doet zijn naam eer aan, want in directe vergelijking met Buizerden was hij flink wat groter. Terwijl we naar de Arendbuizerd keken kwam er ook een roepende IJsgors over ons heen gevlogen en die was ook weer een jaarsoort. Leuk waren ook de Oranje Luzernevlinders die boven het veld vlogen.
Een van de tien Gehakkelde Aurelia's bij de Westplaat.
Na een tijdlang genieten van de Arendbuizerd besloten we de bosjes bij de Westplaat te gaan checken, ondanks dat de Noordse Boszanger vandaag niet meer was gemeld en ook de Bladkoningen en de Kleine Vliegenvanger die hier zaten niet. We kregen er geen spijt van. Met de vogels was het er weliswaar erg stil, behalve met Spreeuwen, waarvan er naar schatting zo'n duizend rondhingen. Ook een Bonte Vliegenvanger liet zich leuk zien en fotograferen. Maar het ritselde er van de vlinders: tien Gehakkelde Aurelia's, vijf Hooibeestjes, evenzoveel Bonte Zandoogjes, twee Atalanta's, een Oranje Luzernevlinder en een Klein Koolwitje lieten zich zien. Ook hingen er flink wat Paardenbijters rond en vonden we twee ontzettend leuke sprinkhaansoorten: de Sikkelsprinkhaan en het Zuidelijk Spitskopje, die ik allebei nog maar éénmaal eerder had gezien!
Sikkelsprinkhaan!
Vanuit de hut De Bonte Piet zagen we nog een Visarend op een paaltje zitten. Maar verder was er dankzij het tegenlicht niet veel te maken van de vele vogels die er zaten. Op de terugweg zagen we langs het pad nog een Havik achter de Spreeuwen aan jagen en vloog onze eerste Keep van het seizoen over. Het spreekt vanzelf dat we zeer tevreden huiswaarts gingen, waar we na een heel lange file uiteindelijk arriveerden. Twee nieuwe soorten voor Nederland op één dag, dat was me in 1996 voor het laatst gelukt, met Isabeltapuit en Mongoolse Pieper op één dag op de Maasvlakte...
Het Zuidelijk Spitskopje, te onderscheiden van het Gewoon Spitskopje door z'n lange vleugels.