woensdag 3 oktober 2012

26-02-2010: Getting to grips with the MiBo



Al tweemaal heb ik de Middelste bonte specht gemist dit jaar, eenmaal in Sonsbeek/Arnhem en eenmaal in het Gravenbos bij Almelo. Hoogste tijd om dit recht te zetten. Eind februari gaan de Middelste bonte spechten roepen en dan zijn ze vrij gemakkelijk te vinden in hun broedgebieden, die zich in Nederland vooral in Limburg, Noord-Brabant en Twente bevinden. Ik koos voor het IJzeren Bos, gelegen op honderd meter afstand van NS-station Susteren. Ik was al om acht uur present en hoorde vooralsnog geen verdachte geluiden. Pas zo’n drie kwartier later (ik was al op de terugweg) hoorde ik er eentje. Ik nam eerst het geluid op (bewijs) en ging vervolgens op zoek. De Middelste bonte specht was snel gevonden, en wat nog mooier was: het waren er twee! Nadat ik Jan Smeets tegen het lijf was gelopen, die de Mibo’s hier zo’n beetje heeft ontdekt en ze in ieder geval jaarlijks inventariseert, vond ik er zelfs nog eentje. Drie in totaal dus, een mooie score. ‘s Middags, onderweg naar huis, maakte ik een tussenstop op het station van Eindhoven, om de daar al tijden aanwezige Kuifleeuwerik op te snorren. Met de Kuifleeuwerik is zo’n beetje het tegenovergestelde aan de hand als met de Grote zilverreiger en de Cetti’s zanger. Ik stam nog uit de tijd dat Kuifleeuweriken nog onbevangen over de boulevards van Katwijk en Noordwijk trippelden en ‘s winters op te halen waren in de havens van IJmuiden. De Kuifleeuwerik blijft voor mij altijd een gewone soort, hoewel hij dat allang niet meer is. Het duurde even op station Eindhoven, maar toen liet de Kuifleeuwerik zich toch erg mooi zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten