Al tweemaal heb ik de Middelste bonte specht gemist dit jaar, eenmaal in
Sonsbeek/Arnhem en eenmaal in het Gravenbos bij Almelo. Hoogste tijd om dit
recht te zetten. Eind februari gaan de Middelste bonte spechten roepen en dan
zijn ze vrij gemakkelijk te vinden in hun broedgebieden, die zich in Nederland
vooral in Limburg, Noord-Brabant en Twente bevinden. Ik koos voor het IJzeren
Bos, gelegen op honderd meter afstand van NS-station Susteren. Ik was al om
acht uur present en hoorde vooralsnog geen verdachte geluiden. Pas zo’n drie kwartier later (ik was al op de
terugweg) hoorde ik er eentje. Ik nam eerst het geluid op (bewijs) en ging
vervolgens op zoek. De Middelste bonte
specht was snel gevonden, en wat nog mooier was: het waren er twee!
Nadat ik Jan Smeets tegen het lijf was gelopen, die de Mibo’s hier zo’n beetje
heeft ontdekt en ze in ieder geval jaarlijks inventariseert, vond ik er zelfs
nog eentje. Drie in totaal dus, een mooie score. ‘s Middags, onderweg naar
huis, maakte ik een tussenstop op het station van Eindhoven, om de daar al
tijden aanwezige Kuifleeuwerik op
te snorren. Met de Kuifleeuwerik is zo’n beetje het tegenovergestelde aan de
hand als met de Grote zilverreiger en de Cetti’s zanger. Ik stam nog uit de
tijd dat Kuifleeuweriken nog onbevangen over de boulevards van Katwijk en
Noordwijk trippelden en ‘s winters op te halen waren in de havens van IJmuiden.
De Kuifleeuwerik blijft voor mij altijd een gewone soort, hoewel hij dat allang
niet meer is. Het duurde even op station Eindhoven, maar toen liet de Kuifleeuwerik zich toch erg
mooi zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten