Vandaag begint officieel de herfst, maar het weer was voor het eerst in
weken bijna zomers. Samen met Cilja en ons hondje ben ik weer naar de Brabantse
Biesbosch geweest, die immers lekker dichtbij is en waar je altijd iets leuks
kunt zien. De Sneeuwgans was opnieuw doelsoort, want daarvan waren er
eergisteren twee gezien, op verschillende plekken. Dat zou jaarsoort 230 zijn
geweest, maar helaas, ook vandaag zat die witte rakker er weer niet in. We
begonnen deze keer aan de Witboomkil-kant van polder Hardenhoek, waar het zo
onderhand de Camargue wel lijkt met al die Grote – en Kleine zilverreigers. Een
geweldig gezicht. Veel Graspiepers, Witte – en Gele kwikken, Boeren- en
Huiszwaluwen en Spreeuwen hingen er rond en toen de mist was opgetrokken en de
zon wat begon te schijnen, gingen er veel alsnog op de wieken en klonken er
overal trekroepjes. Uiteindelijk eindigden we
aan de Spieringsluis-kant van polder Oude Hardenhoek. Terwijl we rustig
rondkeken zagen we in de verte ineens al het waterwild op de wieken gaan. Dat
kon maar een ding betekenen: de Zeearend was op pad! En ja hoor, hoewel de
afstand groot was liet de Zeearend zich even vliegend aan ons zien, om daarna
weer achter de bomen te verdwijnen. Even later – ik had de telescoop al in de
auto gelegd – zag ik ver weg een Visarend vissen en daarna in een boom gaan
zitten. Telescoop weer opgesteld en jawel: daar zat -ie, ook ver weg, maar
duidelijk herkenbaar. Hoewel jaarsoort 230 nog even moet wachten, was het weer
een leuke dag, die de pijn van het niet kunnen twitchen van de Noordse
waterlijster op Vlieland (wegens reis om de wereld met te krappe aansluitingen)
enigszins verzachtte. Ik hoop wel dat de volgende knalsoort weer eens op een
OV-vriendelijke lokatie zit…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten