Cilja en ik hadden al sinds de Kerst het plan om er
een weekendje tussenuit te gaan, naar Zuid-Limburg, maar om allerlei redenen
kwam het er steeds niet van. Afgelopen week kwamen we tot de conclusie dat we, áls
we nog weg wilden, dat komend weekend moesten doen. De weekenden daarna hadden
we weer van alles en nog wat. Maar wat te doen: dit weekend was het carnaval in
het zuiden en daar wilden wij voor geen prijs in verzeild raken. De oplossing
lag voor de hand: naar het noorden! Naar het gehucht Wergea om precies te zijn,
want daar zit een Oosterse tortel, de allereerste voor Nederland! Gelukkig
bleek Wergea over een erg leuk uitziende bed & breakfast te beschikken (De
Arrestant, aanrader!), dus de keus was snel gemaakt. Die Oosterse tortel wilde
nog weleens lastig zijn, had ik gehoord, maar wij hadden daar geen last van.
Nadat we waren geïnstalleerd liep ik naar buiten, zag twee vogelaars, liep
erheen en kreeg de Oosterse tortel op
een presenteerblaadje aangeboden. Hij zat niet erg fotogeniek, in een boom op
redelijke afstand, maar hebben is hebben, nietwaar? Gauw Cilja gehaald en nog
een tijdje staan genieten, totdat -ie wegvloog. Zo.
De tweede vogelattractie van Wergea was een Ransuil, die in een spar ergens
in het dorp zat. Meteen ook maar opgehaald. De rest van het weekend konden we
relaxen. ‘s Avonds hoorden we vanuit onze kamer nog een Ransuil roepen, en dat
was een vreselijk lange tijd geleden.
De volgende dag maakten we een rondje met de auto door
de omgeving, wat erg leuk was, vooral vanwege de Kleine
rietganzen, een soort die je bij ons in de streek niet iedere dag
tegenkomt om het maar diplomatiek uit te drukken en een stel Ooievaars op
paalnesten, een omiskenbaar voorjaarsteken!
Weer thuis maakte ik nog een rondje door het dorp en
vond de Oosterse tortel op een andere plek als gisteren en veel dichterbij.
Maar echt magistrale foto’s leverde dat ook niet op, en dat kwam vooral door
het vreselijk sombere weer. Maar mijn stemming was allerminst somber, dat
begrijp je: we waren halverwege februari en ik had al drie nieuwe soorten voor
Nederland binnen!
De 14e februari vertrokken we weer, maar niet nadat ik
‘s morgens vroeg de Oosterse tortel wederom had opgesnord en nog wat losse
vogelaars en een hele bus Duitsers op het goede spoor had gezet.
Ook de Ransuil bezocht ik
nog een keer, maar een goede foto zat er drie dagen lang niet in. Het weer was
somber en de uil zat diep verscholen in zijn blauwspar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten